Eeö roepstem m eflwrTraosml.
No. 47.
Honderd en derde jaargang.
1901.
V R IJ D A G
19 APRIL.
Vervlogen Hoop O
Buitenland.
(Slot volgt.)
MMIAMtSCIIi: COURANT.
Deze Courant wordt Siasiag-, Boaderd a g-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar t 0,80 franco door het
geheele rgk f 1,
3 Nummers f 0,0ö. Afzonderlijke nummers S ets.
Pr(|s der gewone advertentlen
Per regel f 0,!5. Groots letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEBMs. OOSTER
en ZOON.
Telefoonnummer3.
Het Transvaal-Comité, dat hier ter stede een drietal
lezingen over de Zuid-Afrikaansche toestanden organi
seerde, besloot, gelijk aan het slot der laatste lezing
werd medegedeeld, aan te blijven om in verbinding
met het Middelburgsche Dames-Comité de belangen
der gevangenen en de door hen achtergelatenen te
blijven behartigen.
Nog immer duurt de strijd voort, waarin Engeland
als verdrukker optreedt ea waarin het zoowel den gevan
genen te St. Helena, Kaapstad en Ceylon als den ach
tergebleven vrouwen en kinderen vaak aan het noodigste
ontbreekt.
De heer JZandstra, de eerst en laatst opgetreden
spreker, zond ons een schrijven van een zijner vrienden,
nn gevangene op Ceylon, waarin met innige dank
baarheid melding gemaakt wordt van het ontvangen
van zoovele tastbare bewijzen van toegenegenheid uit
Nederland.
Tegelijk verzocht de schrijver, vroeger een welgesteld
burger uit Transvaal, hem een pak bovenkleederen
toe te zenden, waartoe de heer Zandstra ook onze me
dewerking inroept.
Dit geval staat helaas niet op zichzelfhet Middel
burgsche Dames-Comité meldt ons, dat velerlei be
hoeften èn in de kampen der gevangenen èn in Zuid-
Afrika voortdurend om voorziening roepen. Te St.
Helena, waar zich ruim 4000 krijgsgevangenen bevin
den, is dringend behoefte aan bovenkleederen vooral
pantalons, groote behoefte aan schrijfpapier en
enveloppen, terwijl schoolbehoeften hoogst welkom zou-
Jcn zijn en godsdienstige lectuur en leerboekjes dank
baar zouden worden aanvaard.
Op Ceylon vraagt men evenzeer om schoolbehoeften,
maar vooral vraagt Dr. G. van Houtum aldaar, om
versterkende middelen voor de herstellende zieken, als
ook goede sterke sokken en tabak.
Doch ook uit Kaapstad kwam een niet minder drin
gende roepstem van Mevrouw Koopmans—-de Wet. Zij
schrijft„men zal toch in Europa, hoop ik, handelen op
het bericht, dat ik zond, dat de vrouwen en kinderen van
de mannen, die nog vechten, op halve rantsoenen geplaatst
zijn en die arme kinderen, de zuigelingen, sterven van
gebrek, want de moeders hebben geen voedsel voor hen,
daar zij zelf verhongerd zijn
Zij vraagt dan ook dringend om levensmiddelen als
sagomaizena, cacao, gecondenseerde melk, suiker,
koffie en meel, benevens stof voor kleederen van katoen
of wol om in hun gebrek te voorzien.
Het Comité is van oordeel, dat het Alkmaarsche
(1)
door J. P. T. A.
Gezamenlijk lijden legt een band, inniger
en heiliger dan ooit de vreugde liet vermocht.
Wat waren zij gelukkig, die beiden, toen zy, na enkele
jaren van geduldsbeproeving, den beslissenden stap moch
ten wagen, die hen voortaan samen door het leven zon
doen gaan Wel was in de nederige woning alles hoogst
eenvoudig ingericht, doch hoe gezellig en vriendelijk zag
het er daar uit 1 Allen, die hen bezochten, keerden in opge
wekte stemming terng. Men kon zoo prettig met hen
babbelen ze waren zoo goed voor elkaar. En wat waren
zjj blijde en hoe rgk voelden zij zich reeds, zoo dikwert
zjj dachten aan en spraken over het heerlyk feit, dat
aanstaande was Binnen eenigen tijd toch zouden zjj een
kind het .welkom" mogen toeroepen. Wat was hij vol
zorgen voor haar 't Was zijn lust om, thuis gekomen,
door allerlei op zichzelf onbeduidende kleinigheden, doch
welke indeidaad hun beteekenis hadden, haar te voor-
komen en behulpzaam te wezen. En of het door haar
gewaardeerd word! Wat spraken zij gedurig over de toe
komst In één groote liefde opgaan voor hun kind Ter
wille van hun dierbaarsten schat zou niets hun te zwaar
vallen, 't Was hen, of zij al zagen een mollig kinderge
zichtje, alsof zij hem hoorden kraaien van pieizier, als
lag hij nn reeds te spartelen op den schoot, te sluimeren
in hun armen Reine, verheven poeziewat maakt
gij het leven rgk en zonnig.
Maanden gingen voorbij. De tijd van spanning, van
bopen en vreezeu naderde, totdat eindelijk onvergete-
Zie Biaakensiek's teekeuingeu »Van alles Wat".
publiek hiermede in kennis moet worden gesteld. Yeel
wordt gedaan ten behoeve onzer stamgenooten, gewis
doch bij hun schreiend lijden hoe weinig nog.
Gaarne wil het Comité alles wat door U voor Transvaal
afgezonderd wordt, in ontvangsc nomen, hetzij kleederen
levensmiddelen (zooals genoemde), schrijf- en school
behoeften, ook giften in geld, opdat hun, die door ver
drukking in lijden zijn, daardoor een druppel der ver
troosting worde toegemeten.
Ieder lid der commissie ho udt zich daarvoor aanbe vole n
Het Transvaal Comité,
F. H. RENGERS, pres.
H. COCPMANS.
J. C OlIMSTEDE.
A. GOEDE.
T. TUINSTRA.
A. PRINS.
C. G. DE WILDT.
M. UITENBOSCH.
G. T. M. YAN DEN BOSCH.
J. RENGERS.
G. WOLZAK.
N. v. d. POLL.
H. WOLZAK Gz., Secr.
ClHINJA. De afwikkeling dor Chineesehe quaestie stuit
telkens op nieuwe moeilijkheden. Na zijn het weer de
eischen der schadeloosstelling van de mogendheden. Het
totaal bedrag is ongeveer f 750.000.000. Volgens do
.Times" is dit veel te hoog en vooral de Duitsche
eisch wordt door dat blad veel te hoog genoemd.
De »Westm. Gazette" veroordeelt op hare beurt de
eischen van België, Italië, Spavr e en Oostenrijk en gelooft,
dat de gezanten der mogendheden uitgaan van een ver
keerd standpunt. Niet moet gevraagd worden wat
eischen de mogendhedenmaar welwat kan China
betalen, zonder dat de Regeering wordt gedesorganiseerd
en het land tot een bankroet wordt gebracht.
Waar de bladen der belanghebbende natiën zóó oor-
deelen, is het zeker niet gewaagd te durven voorspellen,
dat China zelf de veeleischende gezanten maar zal laten
praten, gedachtig aan hot welbekende spreekwoord, over
het verkoopen van de huid van de beer. En dat China
zich niet laat gezeggen, blijkt ook wel alt het volgende.
De »Standard"-correspondent te Sjanghai meldt, dat de
Chineesehe Regeering besloten had haar zetel over te
plaatsen naar Siangyang in de provincie Ha Peh, onge
veer 250 mijlen Zuidoostelijk van Sin-gau-loe, waar het
Hof thans verbJijt hondt. Het zou do bedoeling zijn Siang
yang tot permanente verblijfplaats der Regeering te
maken do keizer zou niot verlangen naar Peking terng
te keeren.
Op de hierop volgende vertoogen van den Japanschen
gezant te Peking, dat naar de meening van zijne regee
ring de tegenwoordigheid van den keizer van China be
slist noodig is voor de oplossing der hangende moeilijk-
lijk oogenblikgeen woorden konden uitdrukken
wat hun ziel in beroering bracht. Een blik, een traan
waren daarvan de zwijgende, maar nogthans zoo wel
sprekende tolken en de zwakke echo's van een diep innig
gevoel van dankbaarheid.
De eerste kreet van hun kind! Dien zouden zij nim
mer vergeten 1 Zij mochten zich verhengen in den voor-
spoedigen groei van hnn lieveling. lederen dag verras
singen nieuw, rein genotvervulling van wenschen.
O, die eerste lach straks dat kruipen over den grond
die zwakke pogingen om zich op te richten dat eerst
loopen van stoel tot stoel, om dan door vader of moeder
opgevangen te worden
Wat kon moeder een aardige liedjes zingen en hoe
trotsch was haar man als deze, met zjjn kind op de
armen, het dorp doorwandelde en dan tot iedereen wel
zeggen wou: »zie j'm wel, mijn kleinen baas!''
Welk een wereld van idealen had zich voor dit ouderen-
paar onfsloten 1 Wat beteekeuden de moeiten en zorgen,
in vergelijking van ma gelak, welke zij zich om zijnent
wille getroostten I
Zij waren den koning te rijk. Alzoo verliepen do eerste
jaren. En toen .Hij zal toch niet ziek worden
Aldus hadden zij reods enkele malen tot elkander gezegd,
terwijl een bezorgde blik beider stemming verried. En
zij paaiden zich zeiven en elkaar met de verzekering,
dat het wel niets te beduiden zou hebben. Och, het was
maar wat hoesten. Hoevelen deden dat niet in dezen tijd
van het jaar met zijn afwisseling van regen, wind en
mist, van zachte en gure dagen. Ze zouden hem maar
een poosje in huis boaden en wat koesteren, dan was
het wel gauw weer beter. Zoo dachten en spraken zij.
Doch het werd niet beter, de hoest ging »vast zitten'
Hij werd zoo lusteloos en hangerig. Het eten kon men
er niet of nauwelijks, met behulp van al die fopperijen
en kunstmiddeltjes, welke het geheim eener moeder zijn,
in krijgen. Alles scheen hem tegen te staan met de eene
hedenluidde het antwoord, dat de keizer onmogelijk
naar Peking kon terugkeeren, zoolang de gasten van zijn
land niet zijn vertrokken.
KlVftElzAMD. De »Daily News" vermeldt, dat
Sir Alfred Milner verlof heeft gevraagd om Zuid-Afrika
vorr eenige maanden te verlaten en dat dit is toege
staan. Het blad voegt er bij
»Hoewel deze tijdelijke afwezigheid waarschijnlijk in
verband staat met zijn gezondheidstoestand, gelooven wij
toch dat hij ook naar Engeland ontboden is om met de
Regoering te beraadslagen over den toestand."
En dat die toestand inderdaad wel reden geeft, tot be
raadslagingen, blijkt wel uit den toon der groote bladen,
waarin uiting wordt gegeven aan het verlangen van
officieren en soldaten naar het einde van den hopeloozen
krijgstocht.
Hierbij komt de groote vrees voor het uitbreken der
pest in Port Elizabetheen vreesdie zooveel reden
van bestaan heeftnn in die havenplaats een groot
aantal rattenlijken gevonden zijn in de graanmolens. Die
dieren zijn aan de pest gestorven.
Na eene beschouwing over al deze weinig rooskleurige
inzichten, besluit de .Daily News'' aldns
Waartoe zal deze ongelukkigste oorlog, welke Groot-
Brittanuië nog ooit ondernam, ons leiden
.Wij voor ons bepalen ons tot het pleiten voor het
verleenen van volledig zelf bestuur aan de Boeren. Dat is
zoowel een wijze en gepaste raad aan het Britsche Rijk
als een eisch van rechtvaardigheid jegens het groote volk
waarmede wij strijden.
»Eu wij zijn daarbij overtuigd, dat die eiech door een
gestrengen en machtigen meester wordt ondersteund
die meester is de noodzakelijkheid
3KUI©-AIfRII4.A. Generaal Plumer is uit Pieters
burg vertrokken en wel in zuid-oostelijke richting vol
gens den correspondent van »the Times" met het doei
om den Boeren den weg naar het zoogenaamd .bosch-
veld" af te snijden.
Een colonne onder colonel Williams werd op marsch
naar Heilbron beschoten en verloor een officier en twee
man. Een korporaal van Driscoll's Scouts zag drie in
khaki gekleede Boeren voor Britsche soldaten aan. Hij
viel in hinderlaag en werd op 20 yards afstands door
de Boeren neergeschoten. De colonne verdreef den vijand.
De Boereucommaudunt Celliers, die als gesneuveld bij
Lichtenburg was gemeld gaf zich te Warmbad aan de
Engelschen over. Hij was daar onder behandeling voor
een wond bij een gevecht bij Lichtenburg ontvangen.
Uit Robert's laatste telegrammen, door de .London
Gazette" medegedeeldblijktdat tot 31 October de
Boeren verwoest haddon 75 bruggen 94 duikers en 37
mijlen spoorweglijn 27 bruggen41 duikers en 10
mijlen spoorweglijn waren vernield tnsschen Johannesburg
en Bloemfontein.
De spoorweg werd 115 maal beschadigd tusschen t>
Januari en 15 November.
Van 12 tot 15 dezer zijn weder 9 gevallen van pest
gesignaleerd te Kaapstad. Er zijn opnienw lijken van
aan pest gestorvenen gevondenen, ditmaal 4. Het totaal
cijfer is nu gestegen tot 392 met 152 gevallen met
doodelijkeu afloop.
lekkernij na de andere werd het, doeh zoo goed als ver
geefs, geprobeerd. Het anders zoo vroolijke, ja opgewonden
kind, wien niets ontgiug van wat er in huis ot op straat
gebeurde, werd al stiller en stiller en kon uren lang
rustig in zijn bedje liggen. De dokter stelde de ouders
nog altijd gerost. Zij behoefden zich heusch niet zoo
bezorgd te maken.
Nu ja, dat kon hij wel zoggen, maar hnn angst klom
bij den dag. Men las dien op hnn gelaat en de stem
verried hem aau allen, die telkens kwamen vragen hoe
het met den zieke was.
Het kostte den man heel wat,, 's morgens zijn woning
te verlaten, om zijn werk te gaan verrichten. Het wilde
niet vlotten, het ging lang zoo ving en zoo goed niet
als anders. En zij Ze deed haar huiselijkeu arbeid
nu ja, zooals zij het deed. De lust en opgewektheid waren
bij beiden verdwenen. O, hoe verlangden zij eiken morgen
naar den dokter.
Het was dan toch maar waar dat die ziekte wél iets
te beteekenen had, want eens op een ochtend had hij
nit zichzelf gezegd, dat hij 's avonds nog eens kwam
kijken. Toen ging den onders een rilling door de leden.
Immers, dat deed de dokter een bejaard man
niet ganw.
Wat al benauwde dagen en nachten brachten zij met
hun kind door. 't Eten beduidde niets meer van slapen
kwam al heel weinig aan zijn speelgoed zijn paardjes
en soldaten en bonwdoozen en zooveel meer nog dacht
hij niet eens.
't Was zoo'n droevig gezichtNu eens lag hij een tijd
doodstil, dan woelde hij zoo vreese ijk, zich gedurig heen
en weer gooiend 1 't Had wat in, hem zijn drankje in
te geven. Neen, het werd verre van beter, al scheen
soms (en gunstige verandering in den toestand op te
merken te zjjn.