m LEVENSDOEL. Honderd en derde jaargang» 1901. ZONDAG 7 JULI. FARIJSCHE BRIEVEN. FEUILLETON. Nederland. Annie E. Holdsworth. Schrijfster van „Dolores." NO» 80. Tweede blad. ALkiHAARSCIIE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- au Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs eer 3 maanden voor Alkmaar t ©,80franco door het geheele rjjk f 1, 3 Nummers f O,©6. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnummer 3. Pr|]s der gewone advertentlen Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOON. V. Parijs, 2 Juli 1901. Wij kunnen het ons bijna niet voorstellen, dat wij reeds de tweede helft van dit jaar intreden en al weder genaderd zijn tot het groote Nationale feest, tot de vacantie- dagen. Aan feestelijkheden ontbreekt het hier trouwens nooit, een liefhebber van kermissen bijvoorbeeld kan het geheele jaar door kermis honden, men noemt dat hier feest of »fëte", en deze fêtes trekken steeds van de eene wijk der stad naar de andere wijk, en van het eene kleine plaatsje rondom Parijs naar het andere. De mooiste en grootste dier feesten zijn die van St. Cloud, van Vincennes en Place de la Nation, bijgenaamd de Foire anx Pain d' Epices, en vooral het Fête van de Avenue de Neuilly, een prachtige breede weg, gaande van af den Are de Triomphe tot aan de brng van Neuilly, daar staat het vol met kramen, theaters, beestenspellen en vooral draaimolens, van deze laatste zooveel dat wij vergaten ze te tellen, er waren er misschien dertig, wellicht veertig. En welk een verschil en verscheidenheid van af de ou- derwetsche kleine en groote paarden draaimolens, hier »chevaux de beis" geheeten, tot de prachtige caroussel van antomobielen, en daartnsschen draaimolens van rij wielen, stoombooten, geheele jachtpartijen, wedroupaardeu enz. enz. Doch hetgeen ontbreekt, dat zijn de kramen, waaraan men juist in Holland het meeste hecht, hier zijn geen poffertjes-, wafelen-plaatkoeken of beignets- kramen, kortom, zoo gij honger of dorst hebt, dan vindt gij langs en op de kermis koffie- en wijnhuizen, en re staurants in overvloedmaar kramen, waarin men eet en drinkt, die kent men hier niet. Voor vijftien jaren geleden nam men eens de proef met eene poffertjes kraam, maar deze had hier geen succes, de menschen be grepen niet, dat zij ieder een bordje moesten leegeten, men at elk één of twee van die koekjes, maar een geheel bordje, dat was teveel tegen de fransche gewoonten. Dat die wedstrijden van automobielen tnsschen Parijs via Aken en Hanover naar Berlijn hier heel wat pennen in beweging brachten, zal niemand verwonderen. Zeide men tot nog toe »de kunst heeft geen vaderland", thans kan men van de Sport" hetzelfde zeggen. Intusschen is deze automobiel-nijverheid nog bijzonder in de kindsche dagen, men vervalt nog in de overdrijving van elk begin, men wil toonen, wat znlk een alleenloopsnde wagen vermag, en dan loopt die wagen niet sneller dan de voerman verlangt, (want al liep die ook tienmaal sneller, dan zou de voerman toch niet tevreden zijn), maar de wagen holt met ontzettend geraas, en maakt eene ware bonillie van honden, kippen en ander gedierte, helaas ook van menschen en kinderen. Zeer terecht heeft daarom de kamer van afgevaardigden besloteD, dat deze groote wedstrijd Paris-Berlin" tevens de laatste zon zijn, wij weten thans allen, dat de heeren van de automobiel in staat zjjn 70 tot 100 kilometers per nnr af te leggen, sneller te vliegen dan een train express", en thans moeten de fabrikanten ons toonen, dat zij tevens soliede VAST 14) Voorzichtig liep ze voort door het slijk der straten, maar half zich bewust van den mist, die aan haar bleef hangen en was als baar stemming, welke een zichtbaren vorm had aangenomen. Het was Mei in Londen maar in de straten, waardoor zij liep, was nergens eenig teekeD van de lente. In som bere reeksen stonden de huizen rij aan rij met hetzelfde vervelende voorkomen als waarmede ze den winter had den begroet, 't Waren doode dingen, die de aanraking en de opwinding van hat wisselend jaar niet konden gevoe len die niets wisten van de zoete geheimen der spljjtende aarde en der spruitende knoppen. Er was niet eens een enkele boom om Mei's naam te fluisteren, toen Catharina door den mist voortliep, terwijl hare bemodderde rokken om hare enkels bleven zitten op dezelfde wijze als de mist de voeten der jonge lente tegenhield. Met moeite sleepte ze zich voort naar hare kamers in Goodge Street. Ze had in 't geheel niet ontbeten, en belde nu om thee en om vuur. Sara bracht de thee, maar deelde haar mee, dat Mevrouw Gnmtion na den schoonmaak geen vuur meer aan wilde hebben. Catharina's moedeloos »'t komt er niet op aan" deed haai een tweeden biik werpen op de gestalte daar op de sofa. Ze aarzelde. »Ik zon n wel een warme kruik knnnen brengen, Miss Fleming. »U ziet er kond nit en heele- aal overstuur." Haar vriendelijkheid bracht Catharina eerst recht tot wagens knnnen leveren. Tot nog toe moet men bepaald rijk zijn, wil men van dit vervoermiddel gebruik maken, de aankoop is nog zoo erg niet, eene goede machine mag wel wat duur kosten, maar dan komt pas de grootste uitgaaf, het onderhond en vooral de reparatiën, men zon zoo denken, dat de heeren fabrikanten daarin eene goede rente zien. Het is wel een beetje laat om nog over de »Séqnestrée" van Poitiers te schrijven, een meisje, thans eene oude vrouw, die vijf en twintig jaren lang opgesloten bleef. »Hoe is het mogelijk beeft ieder geroepen, en daarna zag men overal »opgo-lotanea" en geen dag ging voorbij zonder dat men sprak van vséqnestré's" nu hier dan daar, en gij hadt het niet moeten wagen een stonten jongen een half uartje in zijne kamer op te slniten, want da delijk zonden de baren aan de couranten mededeelen dat gij nw kind alle dagen opgesloten hield. Niet onaardig is het trouwens op te merken hoe de menschen hier geheel anders denken over kinderen dan b. v. de hollandsche ouders. Vooral onder het volk komt dat verschil sterk nit. De kinderen zijn beleefd, dat moeten wij toegeven, zij zijn ook veel gehoorzamer dan die van schrijver b. v. maar zij worden dan ook veel meer gedrild met klappen. En wat die kinderen werken en medehelpen in de huishouding, meisjes zoowel als jongens, dat is haast ongeloofliijk, en wij hadden wel eenige moeite aan onze huisjuffer te beduiden, dat kinderen op de wereld komen om te leeren en te spelen, en niet om zoo te werken, als ze hier doen. Dan eens hoorden wij, oh maar dio kindoren, »die doen alles wat hun gezegd wordt, die kleine jongen, »een dreumes van acht jaar, maakt elke week al de messen »schoon, met zijn broertje poetst hij alle dagen al de »schoenen van het heale huisgezin. De zusjes, meisjes vaD »10 en 11 jaar, wasschen al het vaatwerk, 's morgens »maken zij het ontbijt gereed, enz. enz.", enfin wat er voor de moeder overbleef te doen, weten wrj niet, en denkt niet dat wij spreken van arme lieden, neen, wij spreken van gewone menschen, bedienden op kantoren of fabrieken en op ministeriën. Bij de werklieden is het hetzelfde, maar wij hebben opgemerkt dat in de families waar de kinderen vrij zijn en zich niet met die alledaagsohe kleinigheden behoeven te bemoeien, daar zijn in de meeste gevallen die kleinen wel lastig, dikwijls zelfs zeer onheb belijk, maar met leeren komen zij veel vlugger vooruit. Dan moet men al een hollandsch geduld en hollandsche kalmte bezitten om het hier allen bnren naar den zin te maken, wanneer bet de opvoeding der kinderen geldt. Hoe dikwijls onze kinderen reeds hoorden »ah si j' étais votre pere (als ik jelui vader was!), dat is omdat de kinderen geene klappen krijgen, maar wij hadden ook eens een buurman, eveneens weduwnaar, en daar kregen de kinderen wel klappen, en toen liepen diezelfde bnren tezamen, en riepen schande, en dat zon niet gebeurd zijn als de moeder nog leefde, en men wilde naar de politie loopen enz. enz. En zoo is het altijd in Parijs, de men schen zijn aangenaam, zelfs dikwij's zeer lief, maar na denken zit er niet veel bij, vooral niet wanneer er veel bij elkander zjjn. Een ongelukje of een twistje op den HRMIMRBB het besef van haar verlatenheid en haar ellende. »Ja, dat ben ik ook," gaf ze toe; en met vronweljjk verlan gen naar sympathie kwam ze in eens met haar verdriet voor den dag. Haar broeder verlangde, dat ze Londen zon verlaten en buiten gaan wonen. Bjj het woord buiten zette Sara groote oogen op. »Och Heere, Jaffroaw, dat meent n toch niet, dat u bedroefd daarom is Vóór ik bier kwam, diende ik op een boerderij, en ik zon mjjn oogen uit mijn hoofd geven om daar weer heen te gaan, als 't niet was om Jim, mijn vrijer, Juffrouw, den melkboer." »Och, jij begrijpt dat zoo niet," zeide Catharina ver moeid. „Hier heb ik mijn taak, om aan de armen een beter en gelukkiger leven te verschaffen. En ik ben uitgenoo- digd, op een groote vergadering te komen spreken, 't Is een heele eer, daarvoor te worden gevraagd, en Ze hield op, boos op zichzelf, omdat ze de tranen in de oogen kreeg. »Och, ziet n, juffrouw," zeide Sara vol meegevoel, »op de eerste verdieping, nog vóór u hier was, hadden we ook zoo'n dame, die redevoeringen hielden ze reisde 't heele land door om te spreken over het Lijden der Vrouw en ze kon er zeker niet goed tegen, want dan dat ze er uitzag en mager Als n dat alleen in den steek laat, dan hoeft u er ook niet over te tooben. Jim en ik waren in het Park dien Zondag, toen u me niet naar Hampton wondt laten gaan en we hoorden u spreken over hnlp aan de armen verleend. En Jim zei, dat n eigenlijk veel meer goed zou hebben gedaan door een ver liefd paar te helpen samen gelnkkig te zijn, dan door al dat gepraat, hoe je den grooten hoop gelnkkig kunt maken. Jim zei, dat je een kan melk niet in ééns kant inslikken, maar wel bij kleine maatjes tegelijk Maar komaan, ik zal ganw die warme kruik gaan halen," voegde ze er haastig bij, toen ze Miss Flemings's gelaat zag. Catharina draaide het hoofd om op het paardenharen kussen en het prikkerige goed pijnigde haar wang, zoo als Jim's kritiek haar gemoed. Maar ze zon haar rnst niet laten verstoren door de woorden van een domme dienstbode. Wat wist Sara na omtrent moderne proble openbaren weg is gewoonlijk allerklnchtigst, bemoeit U maar niet met de twee twistenden, in tien gevallen blijft het negen maal bij schelden, maar let op de om standers, die maken zich veel warmer dan de twistenden zeiven, en de lieden, die niets gezien hebben, schreeuwen het hardst. In Nederland hebt gij das de verkiezingen achter den mg, en de kerkelijke partijen hadden de overhand. Hoe zal dit hier gaan het volgende jaar ja ook in Frankrijk is men reeds drnk bezig den verkiezingsstrijd voer te bereiden. Ook hier zal het een strijd zijn, waarvan nie mand den uitslag kan voorspellen. Eufin, wij hebben in Frankrjjk het algemeen stemrecht, daarover gaat das de strijd niet, het is hier steeds tnsschen kapitaal en socia lisme, maar in de partijen is zooveel verscheidenheid en er zijn zoovele meeningen, dat de politiek hier een onderwerp is, waarover wij niet gemakkelijk te spreken zijn. Men zon met zijne vrienden kwaad worden en als vreemdeling gaat het ons ook eigenlijk minder aan. J. M. T. Smokkelen. Men schrijft aan het N, v. d. D. van de Belgische grenzen In weerwil van alle maatregelen, welke de Belgische Regeering neemt om het Nederlandsche vee nit haar land te weren, wordt zij toeh gednrig bedrogen. In België bestaat de zoogenaamde »inventaris." Ieder veehouder krijgt van Rijkswege voor elke koe een biljet, waarop het signalement van het dier vermeld staat. Be hendig weten de smokkelaars znlke »inventarissen" machtig te worden, koopen op de Nederlandsche markten dieren, welke op het aangegeven signalement gelijken en voeren die des nachts heimelijk over de grenzen. Een ander kunstje word dezer dagen ontdekt. Een Vlaamsehe landbouwer heeft eene koe, welke binnenkort moet kalven. Met een Nederlandschon veefokker, wiens veestapel ongeveer op denzelfden tijd moet vermeerderen, wordt vooraf eene overeenkomst gemaakt omtrent den verkoop van het kalf. Wanneer nu in beide stallen een kalf is geboren, dan brengt men het Nederlandsche op een gunstig oogenbliK naar den Belgischen stal en de Vlaamsehe koe heeft twee kalveren geworpen. Op deze en dergelijke wijzen komt de Vlaamsehe grens bewoner aan Nederlandseh fokvee. Graft. Tot leden van den raad zijn gekozen de heeren H. van der Meer (aftr.) met 114 stemmen en P. Schuurman (vacature R. Smit) met 90 stemmen. De heer P. M. Kramer bekwam 35 stemmen. Schagen. Den 4 vergaderde in het lokaal Ceres alhier de le Coöperatieve vereeniging tot aankoop van lijn koeken, enz. Tot bestuursleden werden gekozen de heeren G. Geerligs, aftredend, en G. Rademaker te Callantsoog, in de plaats van wij Ion den heer Waller. Tot leden der commissie voor het nazien der rekening voor het loopende jaar werden gekozen de heeren E. E. Stoel, D. Rezelman men Hoe zon na Jim de vragen kannen begrijpen, waar mee zooveel denkende geesten zich 't hoofd braken Maar ze voelde zich ellendig. Ze vergat haar thee door de gedachte, hoe Franklin zoo totaal niets begreep van haar bedoelingen, haar vermogens, haar idealen. Hij kon een meisje niet liefhebben, dat zijn misnoegen opwekte Hij hield haar voor eerzuchtig, terwijl zij maar altijd door voor hem Er werd geklopt, en daar Catharina enkel de warme kruik verwachtte, wendde ze het hoofd niet om. Maar een plotseling oplichten van de atmosfeer, een gewaar wording van beweging en frischheid en geur trokken haar aandacht. Met gefronste wenkbrauwen ging ze opzitten. De sombere kamer was in eens vol glans. Ze zag een warmte van roode stoffen welke klenr werd herhaald in de wangen en lippen van 't meisje daar voor haar, een schittering van witte tanden, een von ken van groote donkere oogen, en een lichtschijn van narcissen. Tonina Rossetter ijlde op haar toe met uitgestoken hand, terwijl een uitdrukking van meewarigheid haar gelaat overschadawde. »Och, is u ziek En n heeft geschreid Wat spijt me dat, zeg me toch, wat er is." Ze gooide de narcissen op tafel en knielde naast het rustbed neer. Ze nam Catharina's hand, en zag haar vol medelijden in het gelaat, dat er ingevallen uitzag door vermoeienis en verdriet. »Wilt u niet plaats nemen zeide Catharina, haar hand wegtrekkende. »0, neen" riep Tonina. »Maar wat ik wel won, dat is n troosten wat ik wel wou, dat is, dat u een beetje van mij ging honden Kijk, nw ondeugend briefje heb ik gekregenen n wilt niet bij mij komen, dus kom ik maar bij u. Die groote, domme Mark heeft alles ver keerd gedaan Ze lachte, en bloosde bij het noemen van Mark's naam »En dus" Ze hield weer op, en haar oogen flikkerden, toen ze door de kamer vlo gen »Uw theeboel staat heelemaal klaar, en ik O, ik heb zoo'n dorst

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1901 | | pagina 5