Overleg is het halve werk.
No. 92. Kerste blad. Honderd en derde
jaargang.
1901.
ZONDAG Telefoonnummer 3. 4 AUGUSTUS.
Buiten ia n d.
ALKiUAARSUHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Doiderdsg-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaak 1 O,SOfranco door het
geheel rjjk f 1,
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Pijjs der gewone advertentlen
Per regel fO,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
Waar niet langer twee machtige staatkundige party en
tegenover elkander staan, om in geval van crisis de
leiding der zaken van elkander over te nemen, kan het
lang duren, voordat een nieuw ministerie met een be
hoorlijk regeeringsprogram gereed is. Daar moet in de
Earner een meerderheid gevonden worden door samen
werking van verschillende partijen, die op een voldoend
aantal punten in algemeene richting en practische po
litiek overeenstemmen, om een ministerie te steunen, dat
op dit gemeenschappelijk gebied werkzaam wil zijn, en
wat daarbuiten ligt, onaangeroerd wil laten. Maar daar
dient dan ook vooraf een ministerie samengesteld te
worden, dat bij de samenwerkende partijen voldoende
vertrouwen vindt, en waarin althans de machtigste dier
partgen door onverdachte geestverwanten zijn vertegen
woordigd. Daarom vordert de samenstelling van het mi
nisterie, dat de algemeene richting van de overwinnaars
bij de laatste verkiezingen helder aanduidt, veel tijd
en dit te meeromdat vóór de verkiezingen wel de
noodige samenwerking is verkregen om gemeenschappelijk
de tegenpartij te bestrijden en haar zoo mogelijk in de
Kamers in de minderheid te brengen, maar geen accoord
is getroffen omtrent het gebruik dat van een mogelijke
overwinning zou kunnen worden gemaakt.
De moeilijkheden om onder de vier partijen, die als
medestanders" bij de verkiezingen zonden optreden, na
behaalde overwinning de vereischte overeenstemming te
vinden voor een gemeenschappelijke aanvaarding der re-
geertaak, werden ook destijds niet verzwegen. In het
Openingswoord" ter Deputatie vergadering, waarin Dr.
Kuyper het plan van den gemeenschappeljjken kruistocht
van het «Christelijk volksdeel" tegen de overige Neder
landers uiteenzette, werd als doel alleen voorgesteld het
verkrijgen van de meerderheid in de Stateu-Generaal,
en niet zonder bezorgdheid gewaagd van de mogelijke
verplichting om als raadslieden der Kroon op te treden.
Die zaak moest overgelaten worden aan de vroede
mannen, die daartoe geroepen zouden kannen worden.
Nu die roepstem is vernomen, en de meerderheid der
«medestanders" in de Tweede Kamer en in de Provinciale
Staten, die de leden der Eerste Kamer kiezen, zoo over
wegend is, dat hun leiders zich aan die taak niet kunnen
onttrekken, moet overlegd, wat ter hand zou kuunen
worden geDomen zonder de samenwerking in gevaar te
brengen, maar met gegrond vooruitzicht op algemeenen
bijval bij alle partyen, die tot de overwinning hebben
medegewerkt. Wij kunnen begrijpen, dat dit veel overleg
en bijgevolg veel tijd kost, en wij meenen dat er geen
reden bestaat om van den langen duur der ministerieele
crisis een grief te maken, 's Lands belang wordt door
het verloopen van een paar weken meer of minder niet
geschaad, ea het Nederlandsche volk heeft de benoeming
van het nieuwe Kabinet dan ook met de meest mogelijke
kalmte verbeid.
Dat aan Dr. Kuyper de samenstelling van het nieuwe
Kabinet is opgedragen, is volkomen in den haak. Hij
was het, die tegen het vorige ministerie principieele op
positie voerde, en van wien bij de operation der «me
destanders" de leiding uitging. Merkwaardig is het, dat
noch de Savornin Lohman, noch Mackay van het nieuwe
Kabinet deel uitmaken. Dr. Kuyper zal dus de richting
aangeven, in bondgenootschap met de Katholieken. Wij
kunnen ons voorstellen, dat er heel wat besproken en
overlegd is omtrent hetgeen in het regeeringsprogram
kon worden opgenomen, en vooral ook omtrent hetgeen
tot spijt van hetzij Katholieken, hetzij'antirevolutionairen,
zal moeten blijven rusten. Immers in het «Openings
woord" is het uitdrukkelijk gezegd, dat alleen die maat
regelen van het door de «medestanders" te steunen mi
nisterie zouden kannen uitgaan, waaromtrent bij allen
overeenstemming bestond, en elke party zou moeten afzien
ook van de vervulling harer liefste wenschen, indien
een andere der samenwerkende partijen daartegen over
wegend bezwaar mocht hebben. Tronwens de ondervin
ding, bij een vorige gelegenheid opgedaan, moest wel
aanmanen tot vermijding van deze zoo gevaarlijk gebleten
klippenen het optreden van generaal Bergansins als
minister van oorlogvan denzelfden man wiens voor
stellen eenmaal de eendracht onder «de medestanders"
verstoorde en het «kostelijk kabinet" machteloos maakte,
is wel alleen mogelijk ea verklaarbaar geworden omdat
de dienstvervanging reeds is afgeschaften in die af
schaffing wordt berust ook door die «medestanders"
die er eenmaal zoo heftig tegen waren.
Wat intnsschenbehalve de duidelijke plannen be
treffende het onderwijs het nieuwe Kabinetgesteund
door de nieuwe meerderheid ons brengen zalwaaraa n
wij de nieuws koers zullen leeren kennen en waarin
het «christelijk element" zal bestaan dat geheel ons
staatswezen zal moeten doordringen en vernieuwen, daar
van is ons te weinig geopenbaard, om er over te kunnen
oordeelen. Beter dan zich daaromtrent in gissingen te ver
diepen schijnt ons het kalm afwachten van den dag
waarop in dit opzicht het licht voor ons zal opgaan.
CH tWA. Reeds in een vorig nnmmer wezen wij er
op, dat het gevaar voor een herleving der Boksers
beweging geenszins denkbeeldig is. Thans wordt uit
Hongkong geseind, dat te Kanton een heftig plakkaat
tegen de vreemdelingen is aangeplakt. Daarin wordt ge
protesteerd tegen de dreigende woningbelasting, dit zou
worden opgelegd ten gevolge van de schadevergoelings-
eischen der vreemde mogendheden. Er wordt ve'rder in
verklaard dat het uitbreken van een grooten opstand
zeker is, indien de regeering de eisehen der vreemdelingen
inwilligt en de belasting doordrijft.
EWSKIkAlVD. Terwijl do ieider der oppositie het
reg eringsvoorstel om aan Roberts 100.000 pond sterling
te geven steunde, werd dit bestrede n door Labouchère
en den Ier Dillon. Laatstgenoemde verweet Roberts zijn
onmenschelijke wreedheid, en de weinige waarheidlievend
heid, waarmede hij de Regeering op de hoogte hield van
den waren toestand; Labonchère toonde aan dat het bedrag
buiten alle verhouding hoog is, vergeleken bij wat andere
generaals ontvingen. Zoo ontving Moltke na Sedan
40,000, maar deze som werd niet betaald uit de zakken
vac belastingschuldigen maar v" den krijgsbuit. Met dit.
laatste voorbeeld voor oogen deed spreker, onder veel
gelach, het denkbeeld aan de hand om die 100,000
liever te geven aan weduwen en weezen van Engelsche
soldaten en lord Roberts wat aandeelen te schenken «in
eenige van die vooze Znid-Afrikaansche mijnen."
Twee eigenaardige staaltjes van den toestand van
het Engelsche leger willen wij niet onvermeld laten.
Per «Templemore" is te Southampton uit Zuid-Afrika
teruggekeerd een afdeeling Yeomanry, met het getuigschrift
van lord Kitchener, dat zij geheel ongeschikt waren omdat
zij noch konden paardrijden noch konden schieten.
En tegelijk met dit bericht, maken de bladen molding
van den volgenden brief door teruggekeerde soldaten aan
den Koning gericht
«Wij ondergeteekenden, onderofficieren en manschappen
van U. M.'s leger wenschen ter kennisse te brengen de
gebrekkige wijze, waarop wij ons soldij ontvangen. Wij
verzekeren niettemin U. M. van onze standvastige trouw
aan U en aan het vaderland, en wij verklaren met trots
dat wij bereid zijn, weder ten oorlog te trekken, indien
het noodzakelijk is, doch wij weigeren volstrekt voor U.
M. te paradeeren om een zilverwaarde van vijf shilling
in den vorm van een medaille fe ontvangen; wij weigeren
ons te laten onthalen op lekkernijen en met champagne,
terwijl onze kinderen en onze vrouwen gebrek hebben aan
het geld, dat wij met eere op het slagveld verdiend
hebben in den strijd voor de eer van de kroon en het Rijk.
Wij verzoeken U. M. te bedenken, dat onder ons oude
dienaars zijn van U en Uwe hooge moeder, en elk een
langen diensttijd achter zich heeft. Wij weten, dat ons
een krijgsraad wacht, doch wij zijn tot dezen stap ge
dwongen door de schandelijke wyze waarop het ministerie
van oorlog met ons handelt."
FRANKHUIS.. Iu den avond van 1 Augustas is
door eenige agenten voor de woning van Emile Zola in
de Rue de Bruxelles 22 te Parijs een blikken doosje ge
vonden. Toen het, met veel voorzorgengeopend was,
bleek het een twintigtal geweerpatronen te bevatten ver
bonden men niet een niet aangestoken lont. Men weet
niet, waaraan deze verijdelde misdaad is toe te schrijven.
De «Temps" en de «Paris Nou velles" ontvangen van
hunne correspondenten in Zuid-Afrika brieven, waarin
toestand en stemming van het Engelsche leger in zwarte
kleuren worden afgeschilderd het algemeen gevoelen is,
dat Engeland ten slotte het onderspit zal delven.
ZUID-AFRIKA. Lord Kitchener seint den 1 uit
Pretoria
Op 28 Jnli volgde een officierenpatronille van twintig
Yeomanry en eenige inlandsche scouts twee wagens met
eenige Boeren tot op een afstand van vijftien mijlen van
den spoorweg bij Doornrivier in de Oranje Kolonie. De
pas werd hun afgesneden door ongeveer 200 Boeren na
zich verdedigd te hebben in een klein gebouw, moesten
zij zich overgeventoen hun munitie op wasdrie
Yeomen waren gewond. Na de overgave lieten de Boeren
de inlandsche verkenners de handen opsteken en schoten
hen in koelen bloede doodlater schoten zij ook een
gewonde YeomaD dood, de overigen werden vrijgelaten.
Als reden voor het fusilleeren van den gewonden Yeoman
gaven de Boeren op, dat zij meenden, dat het een Kaapsche
boy was. Een onderzoek zal ingesteld worden en beëedigde
verklaringen omtrent de moorden zullen afgenomen worden.
French rapporteert een brief te hebben ontvangen van
Kritzinger met de mededeeling, dat hij voornemens is
alle inboorlingen in Britscben dienst, hetzij gewapend of
ongewapend, te zullen doodschieten. In de Kaapkolonie
zijn den laatsten tijd vele gevallen voorgekomen, dat in
boorlingen in koelen bloede werden vermoord.
Uit de verliezenlijst leeren wij een gevecht kennen
in oostelijk Transvaal bij Kolfontein, waar de Engelschen
verloren 1 gesneuveld en 3 zwaar gewond bij Leeuw
fontein, bij Kierksdorp, westelijk Transvaal, 1 dood en
3 gewond, onder wie kapitein Hasler bij Dundee, waar
majoor Jervis-Edwards van de Due of Wales infanterie,
en een kanonnier sneuvelden en V man gevangen werden
genomen.
Verder bevat de doodenlijst den naam van luitenant
Rnndle, 6e dragonders, zoon van generaal Rundie.
Benzine-ontplofflng.
Te Bochum in Westfalen brak den 1 in een che
mische fabriek een zwaren brand nit. Toen tengevolge
van de hitte in het groote bekken, waar de teer was op
geslagen, uit elkaar barstte, gaf de politie bevel de be
lendende woningen te ontruimen. Daarop ontplofte de
benzine, welke in de kelders geborgen was. Een ont
zettende uitbarsting had plaats. Drie menschen werden
door neervallende brokken pnin gedood. Het aantal ge
wonden is nog onbekend. Met de uiterste krachtsins
spanning wist de brandweer de petroleum-bewaarplaat-
te beveiligen en aldus verdere rampen te voorkomen.
Het lijden In de Zuid-Afrikaausche
kampen.
Over een van de kampen, en wel dat te Klerksdorp
in het Tranvaalsche district Lichtenborg, zendt de heer
H. J. Emous een stuk aan het «Handelsblad", hem ver
schaf? door oen onderwijzer, dis oriargr, mef zijn vrouw
in Nederland is kunnen terugkomen. Deze heer schrijft
Een namelooze ellende voert in dat Klerkdorpsche
kamp onbeperkte heerschappij. Hier roept de ontferming
niet tegen de ijselijkste hardvochtigheid. Hier woedt het
grnwelijkste terrorisme, dat zelfs de klaagtonen der mis
handelden doet verstommen. De wereld mag niet vernemen,
hoe geniepig het machtige Engeland, dat het niet winnen
kan en tocb niet verliezen wil, zwakken en hulpeloozen
doet lijden. Angst voor erger lot houdt de lippen gesloten,
maar als de man en vrouw, die geëischt hebben te worden
losgelaten, omdat zij Hollanders zijn, van hunne mede
opgebrachte buren en wijkgenooten afscheid nemen, dan
werpen zich de geplaagde moeders handenwringend op de
kniëan en smeeken ach, vertelt het toch in de wereld
en in Holland hoe vreeselijk ons lot is.'
Dat is de toestand. Laten we ons niet laten verblinden
door een huichelachtig voorhangsel of eenigen sporadischen
schijn, Laten we de schanddaden der horden van Noor
mannen, thans over Afrika losgebroken, aan de gansche
wereld vertellen. Al wordt den verdrukten de mond ge
sloten, die mond zal het toch uitschreeuwen. Al zendt
de woesteling de met bajonetsteken gewonde vrouwen,
voortgejanrd door lafaards, die voor Boeren verschrikken,
haastig voorbij het kamp naar Johannesburg, die steken
zullen litteekenen achterlaten.
Yan uit het Lichtenburgsche tot Klerksdorp, waar
William's colonne in Mei j.l. alles «schoonveegde" tee
kenden vlammen en rookzuilen den weg, dien de buit-
makende huurlingen volgden. Alles, alles werd vernield
en geroofd. Tot nit de vlammen harer woning haalde
eene vrouw nog een reeds brandende deken om haar kind
op den open wagen te dekken Met ond-Spaansche woest
heid werd overal het vee en pluimgedierte vermoord en
verminkt en stervende met uitgesneden tong en afgehouwen
pooten achtergelaten.
Holfontein was na een kort bezoek van een Engelsche
patrouille tot 1 Mei dezes jaars vrij gebleven. Onze vreed
zame onderwijzer, de heer A. E. Hofman, die nooit op
commando was geweest arbeidde nog steeds in zijne school
al was hem sinds Januari geen salaris meer betaald. Maar
den lOden Mei j.l. toen hij nog te bod lag, waren de
Engelsehen al in zijne ruime woning gebroken. Het was
zes uur in den morgen. Tien minuten werd hem toege
staan om gereed te zijn. Op een met graanzakken geladen
wagen werd hij met zijne vrouw weggevoerd. Een open
trolley droeg nog 6 vrouwen en 19 kinderen uit den
omtrek. Ze zagen hun eigendom vernielen. Zes dagen
later kwamen ze te Klerksdorp. 's Nachts kwelde hen
de kon, daags de hitte. Zóó behandelt Engeland de bur
gers van bevriende mogendheden.
Maar daarover thans niet meer. We denken aan de
ellende in de kampen. Weer hebben thans ooggetuigen
ze ons geschilderd. Aanzienlijke, voormaals schatrijke vrou
wen. wier eigendom vernield is, staan daar nu in dat kamp,
wachtende aan de tent waar een ruwe Engelschman het
karige voedsel uitdeelt, uren lang, tot hare beurt is, te
wachten.