k
No. 97. Eerste Mad. Honderd en derde jaargang, 1901
VRIJDAG
16 AUGUSTUS.
Zitting van den Gemeenteraad
Woensdag 14 Augustus 1901,
I
CRURA
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het
gebeele rijk f 1,
3 Nummers f 0,öö. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone advertentlën
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON, Yooidam C 9.
Telefoonnummer 3.
VAST ALKMAAR.
's namiddags 1 uur.
Voorzitter: de heer G. Ripping, burgemeester.
Tegenwoordig 10 leden. 1 Vacature.
Afwezig de heeren Preijer, van den Bosch, Rentmees
ter, de Wit, de Groot en Goede.
Secretaris de heer O. D. Donath.
De Voorzitter opent de vergadering waarna de
notulen der vorige vergadering worden gelezen en goed
gekeurd.
Medcdeellngen en Ingekomen stukken.
1. Ingekomen zijn
a. Een adres van P. Groot en 33 andere eigenaars
en bewoners van den Geestersingel met verzoek om op
de begroeting voor 1902 gelden uit te trekken voor de
bestrating van dien singel.
Gesteld in handen van B. en W. om te voegen bjj de
stukken van de begrooting voor 1902.
b. Een adres van het Bestuur der Coöperatieve Bouw-
vereeniging »Kennemerland", waarin aangedrongen wordt
op spoedige verbetering in den toestand vau de Tuin
straat en Tuindwarsstraat.
De Voorzitter stelt voor dit adres in handen te
stellen van B. en W. om bericht en raad.
De heer Kraakman zegt dat reeds herhaaldelijk
adressen met betrekking tot deze zaak in banden van
B. en W. zijn gesteld, doch men is daarmede geen stap
verder gekomen. Thans loopt het tegen den winter en
riet langer mag een der langste straten onzer gemeente
in dergelijkeu onhoudbaren toestand verkeeren. Daarom
vraagt hij zich af, of de raad niet wat meer kan doen,
dan B. en W. voorstellen, en of het niet mogelijk is een
termijn te stellen binnen welken rapport moet worden
uitgebracht van 't geen door B. en W. is gedaan. Waaraan
het hapert, dat de toestand zoo is, wil bij thans in het
midden laten, terwijl hij ook niet durft te beslissen, wat
er aan te doen is. Gaarne zou hij echter van B. en W.
alle mogelijke inlichtingen vernemen, daarna de uitspraak
van den Hoogen Raad in deze kwestie officieel nog niets
is vernomeD.
DeV oorzi tter antwoordt, dat volgens de verordening
alle eigenaren destijds aangeschreven zijn, om te zorgen voor
bestrating, rioleering en verlichting, doch dat door twee
personen, de heeren Potgieser en Stoel, daaraan niet is
voldaan. Dat B. enW. tegenover beide heeren de uiterste
welwillendheid hebben betoond, doch ten laatste hebben
gemeend proces-verbaal te moeten doen opmakon. De
Hooge Raad heeft echter beide heeren van rechtsvervolging
ontslagen, daar de termjjn binnen welken de vervolging
moest zijn ingesteld, was verloopen.
Men zal trachten alsnog de zaak minnelijk te schikken
en anders de verordening opnieuw moeten vaststellen en
opnieuw verbaliseeren.
De heer Kraakman wil do welwillendheid door B.
en W. betoond buiten discussie laten. Hij meent echter,
dat na het arrest van den Hoogen Raad de zaak reeds
op minnelijke wijze had kannen zijn opgelost. Waarom
dat nog niet is geschied, is hem niet opgehelderd. Daar
om vraagt hij, of het niet gewenscht zon zijn, de zaak
in handen te stellen van een raadscommissie, die dan een
zelfstandig voorstel kan doenopdat de toestand zoo
spoedig mogelijk kan verbeterd worden.
De heer Boelmans ter Spill is hot met den
heer Kraakman eens, dat de toestand vóór den winter
verbeterd moet worden. Hij gelooft echter, dat men op
dit oogenbhk genoegen kan nemen met de toezegging
van B. en W., dat zij zoo spoedig mogelijk advies willen
uitbrengen, opdat eene beslissing mogelijk worde en nog
voor den winter de zaak in orde wordt gebracht.
De heer Kraakman kan zich vereenigen met het
geen de heer Boelmans ter Spill zegt, indien B. en W.
het spoedeischende der zaak aanvaarden.
De heer Bosman zou gaarne willen, dat medegedeeld
werd, waarom de heeren Stoel en Potgieser niet hebben
willen medewerken.
De Voorzitter antwoordt daarop, dat dergelijke
mededeelingen een misschieu uren lange disepsie zouden
veroorzaken. De zaak is in 't kort deze, dat B. en W.
zich plaatsen op het standpunt van het algemeen belang
en de beide heeren op het standpunt van het eigenbelang.
De heer Kraakman zegtdat hij volkomen in
staat is alle inlichtingen dienaangaande te geven hij
komt er tegen op, dat de heeren Stoel en Potgieser
alleen hun eigenbelang op den voorgrond stellendie
woorden zijn den Voorzitter wellicht eenigszins
ontsnapt. Op den voorgrond is gesteld dat men de kwes
tie zelve niet ter sprake zon brengen de heer Bosman
had zich daaraan moeten honden.
Het adres wordt daarna gesteld in handen van B.
en W. mat dien verstandedat zoo spoedig mogelijk
advies wordt uitgebracht.
c. Verzoek van de Vereeniging tot verbetering en be
vordering der Zuivelbereiding in N. Holland om wijziging
te brengen in de verordening betreffende de orde op de
kaasmarkt en wel zoo, dat van stapels boven 300 stuks
van fabrieken niet 1 op de 20 doch 1 op de 60 kazen
moet worden aangevoerd.
Gesteld in handen van B. en W. om bericht en raad.
De heer Kraakman meent hierbij met verlof van
den voorzitter, meteen de opmerking te moeten maken,
dat het wensohelijk is, dat in den tijd van den handel
op de kaasmarkt aangewezen geen muziek wordt gemaakt.
Hij hoopt dat de Voorzitter als hoofd der politie daartoe
maatregelen zal nemen.
De V oorzitt er zegt, dat ook hem ter oore is ge
komen dat men soms door een muziekcorps werd ge
hinderd en heeft reeds den commissaris van politie de op
dracht gegeven om zulks te voorkomen.
d. Brief van den heer B. Preyer, waarin hij een afscheids
groet brengt aan den raad en dank zegt voor de welwil
lende bejegening die hij steeds van zijn medeleden heeft
ondervonden.
De Voorzitter zegt dat allen overtuigd zuilen zijn
van de ernstige toewijding waarmede de heer Preyer de
nestor van den Raad, die ruim 20 jaren zitting had, steods
deel nam aan de beraadslagingen. Hij hoopt, dat nog tal
van jaren de heer Preyer een welverdiende rust mag ge
nieten en meent namens den raai een woord van dank
te moeten uitspreken voor hetgeen door hem is gedaan
in het belang van Alkmaar
(Teekenen van instemming).
De brief wordt daarna voor kennisgeving aangenomen.
Onderzoek der geloofsbrieven van de nieuw
benoemde leden van den Raad.
2. Door den Voorzitter worden de heeren de Lange,
Boelmans ter Spill en Kraakman verzocht de commissie
van onderzoek te willen uitmaken.
De vergadering wordt eonige oogenbiikken geschorst,
terwijl de commissie zich afzondert.
Nadat de vergadering is hersteld brengt de heer
Kraakman omtrent dit onderzoek rappor:; uit.
De commissie adviseert toe goedkeuring der geloofs
brieven en derhalve tot toelating van de heeren: Kool,
Cohen Stuart, Bosman MoensLuiting en Uitenbosch.
Bezwaren worden echter geopperd tegen de verkiezing
van den heer Vonk.
(De heer Vonk verlaat de vergadoring.)
De verkiezing van den hoer Vonk geldt niet eene perio
dieke verkiezing, maar het voorzien in de vacature Blum.
De heer Blum zou indien hij niet vertrokken was, nog
raadslid zijn. Met het oog daarop en met het oog op het
tegenwoordige lidmaatschap van den heer Vonk, stelt de
meerderheid der commissie voor, het onderzoek der ge
loofsbrieven aan te honden tot de eerste vergadering in
September.
De heer Kraakman voor zich verzot zich tegen
dat uitstelalleen meent hijdat het van geen invloed
kan zjjn op een latere beslissing.
De Voorzitter zou gaarne de reden weten, waarom
de commissie niet tot toelating van den heer Vonk kan
besluiten.
De heer Kraakman antwoordt daarop omdat de
heer Vonk raadslid is.
Den heer Bosman is de zaak niet duidelijk; de heer
Kraakman stelt het voor of do heer Blum nog raadslid
ismaar deze heeft toch ontslag genomen.
De heer Glinderman meent ook dat het eenige
bezwaar isdat do beer Vonk al zitting heeft.
De heer Kraakman antwoordt den heer Bosman
dat hij wel weetdat de heer Blum geen raadslid meer
isdoch in het wezen der zaak verandert dat niets de
zaak is, dat de heer Vonk in de plaats van den hoer
Blum is gekozen om nog vóór September zitting te
kunnen nemen.
De Voorzitter wijst er op dat indien het voor
stel der commissie om het onderzoek nit te stellen wordt
aangenomen de 3 September de raad niet voltallig kan
zijn en men dus geen wethouder zal kunnen benoemen
wat de heer Kraakman niet toegeefter is dan een
vacature en er zijn op dat oogenblik dus 16 leden.
De leer Bosman meentdat er geen bezwaar is
om de geloofsbrievon goed te kenren. De heir Vonk
kan immers niet worden beëedigd vóór 3 September.
Het bezwaar komt hem voor denkboeldig te zijndat
men 3 September geen wethouder zal kunnen benoemen,
dat is zeer zeker een bezwaar.
Op verzoek van den V oorzitter doet de secretaris
voorlezing van art. 84 der gemeentewet, doch ook dit
kan den heer Kraakman niet overtuigen dat da raad
zonder het toelaten van het lid, gekozen voor de vacature
Blum voltallig zou zijn.
De heer Bosman doet het voorstel tot het goed
keuren der geloofsbrieven te besluiten. Het wordt echter
niet ondersteundwaarna de Voorzitter aanbeveelt,
om het voorstel der commissie in stemming te brengen.
Alvorens daarover te stemmen zou de heer Bosman
nog gaarne het gevoelen van de minderheid dor com
missie willen boorenwaarop de heer Kraakman
zegt, dat de beide andere heeren het voorstel tot uitstel
de en en hij zich daartegen niet heeft verzet.
De heer Stoel begrijpt niets van de zaak; het schijnt
hem toedat de commissie zeer geheimzinnig is.
De heer de Lange merkt op dat de heer Vonk
als nienw gekozen lid zitting neemt voor den heer Blum
en dus vóór September dien zetel kan innemen.
De Voorzitter: Maar voor dien tijd wordt hij
niet beëedigd.
De heer Boelmans ter Spill wil wel een wij
ziging van het voorste) indienenwaartegen de meer
derheid der commissie zeker geen bezwaar zal maken.
Aanvankelijk luidde hetdat men het onderzoek zou
uitstellen tot 3 September doch dat zou hij willen
veranderen in de eerstvolgende vergadering in deze
maand nog te houden. De reden waarom het voorstel
is gedaanis dat in de commissie bezwaren tegen de
goedkeuring werden geopperd. Om nu in de gelegenheid
te zjjn de kwestie ook nader te onderzoekenen de
bezwaren der minderheid zoo mogelijk te ondervangen
achtte do meerderheid het raadzaam het onderhavige
voorstel te doen.
Den heer Bosman is het bezwaar nog volstrekt
niet duidelijk. De heer Vonk kan toch maar één persoon
vertegenwoordigen, 't Is slechts een denkbeeldig bezwaar,
dat in de practijk niet bestaat. Het gewijzigde voorstel
zou het niet opheffen; er blijft dan altijd nog een termijn
over vóór 3 Sept., tenzij de Voorzitter de verzekering
zon kunnen geven dat er vóór dien tijd geen verga
dering zal zijn.
De Voorzitter kan die toezegging niet doen, al
acht hij de waarschijnlijkheid groot.
De heer Boelmans ter Spill zou het niet ver
keerd vinden, indkn door den heer Kraakman de be
zwaren nog 09ns nader werden toegelicht.
De heer Kraakman zegt daarop dat het hem be
droeft, dat hij zich verplicht gevoelt, deze zaak ter sprake
te brengen, doch als de kwestie eenmaal is gemoveerd,
dan is men verplicht haar te onderzoeken. Ware zy
hier niet ter tafel gebracht dan zouden toch Gedepu
teerde Staten ambtshalve verplicht zijn geweest de zaak
te onderzoeken. Op de beslissing van dat college wil hij
niet vooruitloopsn. Zelf heeft hij zich tot op heden geen
bepaalde moeniug kunnen vormen en daarom ook heelt
hij gemeend de zaak ter sprake te moeten brengen. In
de commissie heeft hij de opmerking aemaakt, dat het
hier niet geldt een periodieke aftreding. Gold het dat,
dan zou het gekozen lid geen zitting kunnen nemen
vóór 3 September. Het geldt hier echter de vacature
Blum. Degene die beu emd wordt, treedt op in zijn
plaats, om over 2 of 4 jaar ai te treden. Dat is het be
zwaar. Mot de andere heeren, wil hij het mogelijke doen
om de bezwaren op te lossen en daarom gaat hij met
het voorstel der commissie mee. Het uitstel kan leiden
tot nader onderzoek en wat is daartegen
De Voorzitter vindt dat de zaak nog niet duide
lijker is geworden, hij voor zich is althans nog niet
overtuigd van de bezwaren.
De heer Boelmans ter Spill meent, dat de zaak
beslist kan worden, ais het mogelijk zou zijn het besluit
zoo te formuleeron, dat de goedkeuring iDgaat met 3
September.
De Voorzitter weet niet, of dat mogelijk is, doch
er bestaat bij hem geen bezwaar, om te bepalen, dat de
heer Vonk 3 Sept. zitting neemt.
De heer Bosman blijft de zaak nog van heel weinig
gewicht achten.
Het voorstel om de geloofsbrieven van den heer Vonk
goed te keuren en te bepalen, dat hij 3 Sept. als lid
zal worden toegelaten wordt ten slotte aangenomen met
5 tegen 4 stemmen. Tegen de heeren Kraakman, Glin
derman, Janssen en de Wild.
Tot de toelating der overige nieuwe laden wordt zon
der stemming besloten.
(De heer Vonk komt weer ter vergadering.)
Ret verkrijgen van een beteren toestand
In de richting van de Snaarmanslaan.
3. Bij adres d.d. 8 Mei 1.1. hebben E. Kalverboer en
do weduwe D. Kos zich tot den raad gewend met het
verzoek om modewerking, tot het verkrijgen van een
beteren toestand in de richting van de Snaarmanslaan.
Door de gevraagde medewerking te verleenen kan er
eene inderdaad goede verbetering in het stratenplan te
bedoelder plaatse tot stand komen, waarom B. en W.
gehoord do commissie van bijstand voorstellen te besluiten
voor de gemeente Alkmaar kosteloos in vollen en vrijen
eigendom over te nemen den aan E. Kalverboer en de
weduwe D. Kos toebehoorenden grond, ter grootte van
ongeveer 252 M2, die de bestemming zal verkrijgen van
openbaren weg welke voor rekening der gemeente zal
worden bestraat en van riolen voorzien.
Nadat op verzoek van den heer Kraakman aan de
vergadering eenige nadere aanwijzingen zijn gedaan op
do bij de stukken gevoegde kaartwordt het voorstel
zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Overneming; van een gedeelte Stuartstraat.
4. Iu verband mot puut 3 stellen B. en W., gehoord
de commissie van bijstand voor, bij de gemeente kosteloos
in eigendom en onderhoud over te nemen de door den
heer W. F. Stoel Sr., directeur der Woningmaatschappij
Alkmaar, ontworpen straat (zijnde eene verlengiug der
Stuartstraat), aansluitend aan de Snaaimanslaan.
De straat, die een lengte zal verkrijgen van ongeveer
22 meter, moet ten minste 6 Meter breed zijn en ten
genoegen van B. en W. worden bestraat en van riolen voor-
zieB. De ter plaatse te bonwen huizen moeten een huur
waarde hebben van ten minste f 104.
Goedgekeurd.