IK I Buitenland. Alstanil van een stuk grond, nabij de Stuartstraat. 5. De heer W. F. Stoel Sr., directeur der Woning maatschappij Alkmaar, heeft zich bij adres van 15 Mei 1,1. tot den raad gewend met het verzoek te willen ver klaren, dat de gemeente geen eigendomsrechten zal doen gelden op een stnk grond nabij de Stuartstraat. Deze vraag houdt verband met de beide vorige punten. B. en W. zullen gaarne medewerken, om den heer Stoel q q. in het ongestoord bezit van den grond te stellen. Zij meenen echter, dat het bedoelde stuk ten onrechte door de Woningmaatschappij aan hare perceolen is toegevoegd. Regelmatiger komt het hvn dus voor don grond voor een minimumprijs aan den heer Stoel in eigendom over te dragen. Daar de grond bij verlenging van do SnaarmanslaaD en de verlenging van de Stuartstraat voor de gemeente slechts geringe waarde heeft stellen B. en W. voor den bedoelden grond, zijnde 74.5 M2 aan den heer Stoel qq. af te staan voor den prijs van f 25. Goedgekeurd. Ruiling van grond aan den Oeesterweg. 6. Burg. en Weth. stellen den raad voor in te willigen het verzoek van den heer S. Spruit, om ter verkrijging van een betere rooilijn voor de vier door hem te bouwen woonhuizen aan den Geesterweg een ruiling van grond aan te gaan. De gemeente zal aan den verzoeker afstaan een gedeelte grond, groot 7 M2, terwijl de heer Spruit aan de ge meente afstaat in vollen eigendom een gedeelte, groot ongeveer een halven M2 o.a. onder voorwaarde, dat de heer Spruit voo den meerderen grond, dien hij ontvangt zal betalen f 6 per M2. De heer Kraakman vraagt of het noodig is, dat zooveel grond wordt overgedragen. Do ter tafel gebrachte kaarten schijnen enkele leden niet voldoende te kunnen inlichten omtrent den werkelijken toostand, waarom het zelfs noodig is in een andere zaal een blik te gaan slaan op de kadastrale kaart. Ook de bouwplannen worden gehaald waarna menblijkbaar volkomen op do hoogte, tot de goedkeuring van het voorstel besluit met de op voorstel van den heer Kraakman toegevoegde uitdrukke lijke vooiwaarde, dat de bouw aan de oostzijde ook geschiedt ten genoegen van B. en W. Bezoldiging van den tweeden lecraar aan de inrichting voor gymnasiaal onderwijs. 7. De heer Boelmans ter S p i 11 geeft in overweging dit punt aan te houden tot September. Aanleiding daar toe vindt hij in de lengte der agenda en de weinig tal rijke vergadering. De mogelijkheid bestaat ook dat de oprichting van een gymnasium bij dit punt opnieuw ter sprake wordt gebracht. De Voorzitter heeft daartegen geen bezwaar, waarna de vergadering besluit overeenkomstig het voorstel der heeren Boolmans ter Spill en Kraakman. Verordeningen op het hellen en invorderen van een hooidelijken omslag naar het Inkomen. 8. De heer Boelmans ter Spill zou ook dit punt willen aanhouden tot de volgende maand. Van den V oorzitter heeft hij vernomen dat de termijn van inzending aan den minister van 1 Sept. is verlengd tot 1 Oct., zoodat uitstel mogelijk is. Het is boter, dat over een dergelijke zaak beslist wordt door een meer voltalligen raad. De heeren Glinderman en Stoel ondersteunen dit voorstel. De Voorzitter heeft wel eenig bezwaar. De nieuwe leden zullen zich er dan nog moeten inwerken. De heer Glinderman is voor uitstel en zon in overweging willen geven aftrek voor kinderen in het stelsel op te nomen de belasting wordt dan weer met de draagkracht in overeenstemming gebracht. Ook do heer Kraakman acht dien aftrek wensche lijk en zon uit die overweging uitstel willen. Bovendien is het de vraag of het goed gezien is om f 450 onbelast baar te stellen dan wel f 400. Op dergelijke eventneele wijzigingen kan men zich dan nog voorbereiden. Ook te Zaandam, waar evenals hier de vooruitstrevende richting aan de orde van den dag is, is de belasting op dien voet ingericht. Om deze reden stennt hij gaarne het voor stel om de zaak aan te houden. De Voorzitter wijst op de wenschelijkheid om eventneele amendementen dau spoedig in te dienen en vindt het wel wat vreemd, dat men daarmede eerst nu aankomt. De heer Bosman vreest, dat, als zulke ingrijpende amendementen worden ingediend men niet klaar zal komen. De vergelijking met Zaandam gaat z.i. niet op. Ook don aftrek voor kinderen, die vroeger bestond (in zijn voordeel) acht hij niet wenschelijk. De heer Kraakman zegt, dat men geen evenredige vermindering voor kinderen zou willen. Wat in Zaandam mogelijk is, kan in Alkmaar ook wel. Het amendement acht hij niet zoo belangrijk. De heer Bosman meent, dat de zaak genoeg van alle kanten is bekeken en is er voor om ze thans te behandelen, waarmee de voorzitter het eens is. Nadat de heer Glinderman nog als zijn gevoelen te kennen geeft, dat een aftrek voor kinderen niet zulke belangrijke gevolgen zou hebben en de heer Bosman heeft opgemerkt, dat men, indien dit stelsel van B. en W. niet voldoet, het volgend jaar een wijziging kan voor stellen, wordt het voorstel, om de zaak aan te honden, in stemming gebracht en aangenomen met 6 tegen 3 stemmen. De heer Vonk bleef buiten stemming. Tegen de heeren Bosman, de Lange en de Sonnaville. Rekening stads-apotheek, dienst 1900. 9. De uitgaven door regenten van het mannen- en Vronwen-gasthuis gedaan ten behoeve van de stads apotheek, hebben over 1900 f 7047.62} bedragen, zijnde f 1800.92 boven de oorspronkelijke raming. De ontvangsten, aanvankelijk geraamd op f 5246.70}, werden bij snppletoire begrooting door den Raad goed gekeurd, opgevoerd tot f 7269.38, door daaronder te verantwoorden een bedrag van f 266, tot welk bedrag bij raadsbesluit van 28 Februari 1900 eene toelage in de kosten van herstelling werd verleend, alsmede dooi de vermelding van een bedrag van f 1777.50 wegens vergoeding voor geleden brandschade bij den in de apo theek plaats gehad hebbende brand. De commissie tot de belastingzaken enz. adviseert de rekening goed te keuren in ontvang tot een bedrag van f 7269.38, in uitgaaf tot een bedrag van f 7047.62}, alszoo met een batig saldo van f 221.75}, als eersten post van ontvang te verant woorden op de rekening van 1902. Goedgekeurd, Begrooting d.d. schutterij, dienst 19GO. 10. De ingediende begrooting der d.d. schutterij voor hei jaar 1902 is opgemaakt tot dezelfde bedragen als vervat zijn iu die voor den dienst van het loopendejaar De commissie tot de belastingzaken enz. stelt voor, de begrooting voorloopig vast te stellen op f 2424 in ont vang en in uitgaaf, met eene bijdrage uit de gemeente kas van f 2309. Goedgekeurd. Het geven van namen aan nieuwe straten. 11. De voortgaande uitbreiding der gemeente maakt het in belang der gemeentelijke administratie noodzake lijk, dat aan sommige nieuw aangelegde straten namen worden gegeven. In verband hiermede stellen B. en W. voor aan de hieronder aangeduide straten de volgende namen te geven. 1. De verbindingsweg tusschen Nienwlandersingel en Emmastraat, gaande langs do Huishoud- en Industrie school en het St. Elisabethsgesticht, over de geheele lengte te noemen Emmastraat. 2. De eerste straat, die zich uit de Emmastraat naar het Noordwesten richt en voor het grootste gedeelte aan de eene zijde reeds bebouwd iste noemen T o u s- saintstraat. 3. De straatdie langs het noordwestelijk einde der Toussaintstraat loopende, zich in zuidwestelijke richting met de Emmastraat vereenigtte noemenPrins Hendrikstraat. 4. De ontworpen straat, die van de Emmastraat uit, tegenover het vereenigingspunt van deze straat met de Prius Hendrikstraat, zich in zuid-oostelijke richting uit strekt naar de Bleekersloot, te noemenDr. Herman Costerstraat. 5. De ontworpen straat, die evenwijdig loopt met de Bleekersloot en het einde der Dr. Herman Costerstraat verbindt met de Emmastraat bij de Huishoudschool, te noemenSteijnstraat. 6. De ontworpen straat, nagenoeg parallel loopende met de Steijnstraat, die het midden der Dr. Herman Costerstraat verbindt met de Emmastraat, te noemen Paul K rugerstraat. 7. De verbreede toegangsweg naar het land van mej. de wed. Delver, naast het bouwterrein van mevr. de wed. J. J. Molenaar, te noemen Hofdijkstraat. 8. De verlenging van de Landstraat in westelijke ombuiging te noemen als de bestaande straat: Land- straat. 9. De eerste (oostelijke) straat die zich van de westelijke ombuiging der Landstraat af noordwaarts begeeftte noemen Eerste Landdwarsstraat. 10. Do tweede (westelijke) straat die zich aldaar noord waarts begeeft, te noemen Tweede Landdwars straat. 11. De verlenging der bestaande Overdiestraattot waar deze zich aansluit aan de westelijke straat op «Oost- wijk" te noemen als de bestaande straatOverdie straat. 12. De eerste straat aan het Zeglis na het Baanpad zich ten zuiden uitstrekkende en de verbinding vormende met de Overdiestraat, te noemen Eerste Kanaalstraat. 13. De twtedo straat zich aldaar ton zuidwesten uit strekkende te noemen Tweede Kanaalstraat. 14. De s'raat verbindende de zuidwestelijke einden der sub 12 en i3 genoemde straten te noemen O o s t- w ij k. 15. De oude notweg op Snaarmanslaan aansluitende en zich in noordwestelijke richting daarvan uitstrekkende, te noemen Eendrachtsstraat. De heer Stoel begrijpt nietwaarom men de straat onder no. 4 genoemd heeft naar Dr. Herman Coster, die toevallig in den Transvaalschen oorlog is omgekomen. Hij vindt don naam ook te lang en had liever een plaat- solijken naamzooals Landstraat, Overdiestraat enz. De Voorzitter acht dat een persoonlijke opvatting on vraagt, of iemand dan juist anders moet sterven, opdat eene straat naar hem kan genoemd worden. Do heer Stoel zon Dr. Costerstraat dan nog beter vinden wat de heer Bosman doet opmerken dat er twee docters Coster ziin. De heor Kraakman vindt den naam ook te lang en stelt voor de straat eenvoudig te noemen Costerstraat en in het besluit op te nemen dat ze zoo genoemd is ter eeuwige nagedachtenis van Dr. Herman Coster, die viel in den strijd voor de vrijheid van Transvaal. De Voorzitter heeft daartegen geen bezwaar waarna tot aller tevredenheid Alkmaar een Costerstraat krijgt en geen Dr. Herman-Coster-straat. Een tweede kwestie doet zich voor bij no. 8. Den heer de Wild komt het voor, dat Verlengde Landstraat beter is, wat de heeren Stoel en Kraak man weer te lang vinden. De heor Kraakman noemt als beter den naam Sehipperstraatwaarmede naar de meening van den Voorzitter de heer Stoel zeker geen genoegen zal nemen, daar hij er zeker tegen moet zijn, een straat te noemen naar iemand die nog leeft. (Dat de heeren de zaak niet ornBtig meenden bleek nit de opmerking van den beer Kraakman dat dit laatste niet in de notulen behoefde te worden opgenomen.) Het voorstel - do Wild werd daarna aangenomen. Wijziging van het reglement der Burgeravondschool. 12. De Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs is het in de laatste jaren i erhaaidelijk ge bleken, dat de dag voor de leerlingen der Burgeravond school in de maanden Maart, April en September te lang wordt. In het belang van het onderwijs wendden zij, onder mededeeling dat een te dien opzichte genomen proef nit3tekend voldeed, zich tot den Raad om het re glement zoodanig te wijzigen, dat het onderwijs aan de Burgeravondschool in de maanden Maart, April en Sep tember wordt gegeven tot 9 */4 uur in plaats van tot 10 uur. B. en W. stellen daarom voor het reglement in dien geest te wijzigen. Goedgekeurd. Benoeming van tijdelijke leeraren aan de Burgeravondschool en vaststelling hunner jaarwedden. 13. B. en W,, gezien bet verzoek van deu directeur- der Burgeravondschool, gehoord de commissie van toezicht op het M. O. en den inspecteur van het M. O, stellen voor weder te benoemen tot- tijdelijk leeraar aan de bur geravondschool voor den cursus 1901/1902 voor het geven van onderwijs in Wiskunde en Ned. taal, dm beer F. J. Ankes, op eene belooning van f 250. Vakteekenen, den heer A. van Pagé, op eene G. Tjalkens, belooning P. H. Bronsman, van f 400. Handteekenen, den heer A. A. de Groot, op eene belooning van f 450. Werktnigk. teekenen en stoomwerktuigkunde, den heer A. J. Caspers, op eene belooning van 1 400. Vakteekenen, den heer M. Vasbinder, lop eene belooning M. Koopmanj van f 400. In de vacature, ontstaan door het vertrek van dan heer P. Doorn, is bij besluit van 8 Mei 1.1. reeds voorzien door de benoeming van den heor D. R. Gerhardt. Voor de vacature, ontstaan door het vertrek van den heer A. Plaat, bieden B. en W. de navolgende aanbe velingslijst aan opgemaakt na verhoor van den Inspec teur op het M. O., na ingewonnen advies van den Di recteur der school en do Commissie van Toezicht M. O. 1. K. Boot, ondprw. Ie kl., 2e G.Sch. 2. A. H. Bijleveld, Burgerschool. 3. A. List, le G.Sch. allen te Alkmaar. Teneinde in het vervolg te vermijden dat er geschillen zullen rijzen over de voldoening der bezoldiging, zooals dit jaar het geval was met den heer Doorn, zullen met den aanvang vair den nienwèn cnrsns de betalingen ge schieden per cursnsmaand, telkens voor '/7 gedeelte der bezoldiging, het laatste ]/7 gedeelte na afloop van deu cursus. Zonder hoofdelijke stemming worden herbenoemd de heeren F. J. Aukes, A. van Pagé, G. Tjalkens, P. M. Brunsman, A. A. de Groot, A. J. Caspers, M. Vasbinder, M. Koopman. In plaats van den heer Plaat wordt benoemd de heer K. Boot met 8 st., de heeren Bijleveld en List ver kregen ieder 1 stem. De wijze van uitbetaling der bezoldiging wordt goed gekeurd. Eer de Voorzitter de vergadering sluit herdenkt hij met een enkel woord de leden, die do raad niet meer in zijn midden zal zien en brengt bij hun openlijk dank voor 't geen zij gedaan hebben in het belang der stad en voor de welwillendheid steeds door hen betoond, ook jegens hem als Voorzitter. De heer de Wild spreekt wederkeerig een woord van afschied tot den raad, is erkentelijk voor de wijze, waarop men steeds elkanders gevoelens heeft geëerbiedigd en drukt den wensch nit, dat, waar de kiezers hebben gemeend, zijn mandaat niet weder te moeten hernieuwen, de nieuwe dignitarissen znlien bereiken wat ze wenschelijk zullen achten in het belang der gemeente. De openbare vergadering wordt gesloten. CRISTA. Na eenig debat schijnen do gezanten te Peking het nu ten slotte toch eens geworden te zijn over het vredesprotocol. De bezwaron van den Engelechen gezant schijnen voor een deel als juist erkend, voor een deel door hemzelven teruggenomen te zijn, zoodat, volgens de laatste berichten, spoedige onderteekening door alle n verwacht wordt. MUlTSCilliASTD. Den 15 heeft de bijzetting van Keizerin Frederik plaats gehad in het Mausoleum te Berlijn. De Keizerin, de Koningin van Engeland en de prin- cossen reden in rijtuigen naar het Mausoleum en wachtten daar op do aankomst van den lijkstoet. Generaals droegen de kroon en de verschillende orde- teekenen van de overleden Vorstin. Achter den lijkwagen kwamen de hooge hofbeambten, dan volgden de Keizer en de Koning van Engeland in de uniform van het eerste Garde-Dragonder-regiment, de kroonprins en de andere hooge rouwdragenden. De stoet werd verder gevormd door den Rijkskanselier, het corps diplomatique, de minis ters, generaals, de presidenten der parlementen, en andere hooggeplaatste personen. Toen de lijkkist in de kerk gedragen werd klonk koraal gezang. De Keizer, Koning Edward, de kroonprins, de prinsen en prinsessen volgden de lijkkist in het Mausoleum Dominus Parsins sprak het gebed. Na het gezang van het Berliner Domkoor, en nadat de vorstelijke personen in stilte bij de lijkkist hadden gebeden, verlieten zij het Mau soleum en keerden zij naar het Paleis terug. EUTGMIjAAB. Nog steeds gaan iu Engeland zelf stemmen op tegen Kitchener's laatste proclamatie. Thans vraagt een schrijven van den markies van Queensberry de aandacht. «Optredende, naar ik overtuigd ben, zoo zegt de hooggeplaatste briefschrijver, als tolk van een groot aantal personen, zoowel in Schotland en Engeland, als in de koloniën, wensch ik al den afschuw uit te spreken, die bij ons gewekt is door het joDgste ultimatum van Lord Kitchener aan de Boeren. «Ik acht die proclamatie in strijd met alle denkbeelden over recht en billijkheid, en uitermate geschikt om Groot- Brittannië door de andere mogendheden te doen be schouwen in een slechter daglicht dan thans reeds het geval isen dat alles, zonder dat de proclamatie het doel zal bereiken, dat men zicb er van voorstelt. «Bovendien is de proclamatie van dien aard, dat zij ons de sympathie zal doen verliezen van duizenden onzer kolonisten, die vóór alles hechten aan rechtvaardigheid en aan billijkheid in al onze handelingen." Terwijl aldus de Regiering meer c-n meer tegenstand begint te ondervinden, herleeit te Londen het gerucht, dat de minister van Buiteniandsche Zakeu Lord Salis bury, die, gelijk men weet, hoogbejaard is, zal aftreden. Blijkt dit juist, dan zijn er wellicht wonderlijke verrassingen te verwachten. De Standard-correspondent schrijft, dat de verhou-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1901 | | pagina 2