Ier, aalt of gier en nog wat, mi No. 100. Honderd en derde jaargang. VRIJDAG Telefoonnummer 3. 23 AUGUSTUS. F EU ILL ETON. Buitenland, Annie E. Holdsworth. Schrijfster van „Dolores." Deze Courant wordt Hlnsdag-, Donderdag en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele rijk f 1, 3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. COURANT. Prys der gewone advertentlën Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOONVoordam C 9. Veel op 't gebied van landbouw en veehouderij geschiedt nog verkeerd, hoewel wetenschappelijke mannen op grond van ondervinding, opgedaan bij genomen proevenmeer malen op dat verkeerde gewezen hebben. De landbouwer- veehouder houdt soms met een hardnokkigheid vast aan oude gewoonten, die hem in een tjd, waarin de Re geering zooveel doet ter voorlichting van de niet weten schappelijk ontwikkelden, zeer terecht kwalijk genomen mag worden. Onder do zaken, die met een hardnekkigheid, een betere zaak waardig, op de meeste boerderijen nog alt j i plaats hebben als voor een halve eeuw, behoort de behandeling van de ier gier of aalt en die van den stalmest op het land, waarvoor hij bestemd is. Over ons geheele land be rekend, gaat jaarlijks een eerbiedwekkend kapitaal ver loren, doordat zeer veel ier of gier in slooten wegvloeit en de stalmest aan hoopjes op den akker gereden, hier dikwijls dagen aldus blijft staan. Dit geeft ons aanleiding over da ier, gier of aalt en den stalmest op den akker bij vernieuwing een en ander te zeggen. Ier noemt men de uit den stalmest sijpelende vloeistof. Zij ontstaat uit de urine der dieren, die door rotting min of meer van samenstelling veranderd is. Bij de inwerking van den in do ier aanwezigen ammoniak op het strooisel en de vaste uitwerpselen wordt een deel der hierin aanwezige organische stoffen opgelost, waarbij onder toetreding van lucht de bruine kleurstoffen der ier ontstaan. Do bemestingswaarde der ier is zeer verschillend. In den zomer heeft zij gewoonlijk een andere samenstelling dan in den winter, terwijl oude, gegiste gier anders werkt dan versche. Wordt de ier sterk verdund door regen- of spoelwater, dan bezit zij natuurlijk te minder bemestingswaarde, naarmate de verdunning sterkor heeft plaats gehad. De voornaamste plantenvoedende bestanddeelen der ier zijn stikstof en kali. Het gehalte aan phosphorzuur is van weinig beteekenis, dewijl, althans door het rundvee, het phosphorzuur zoo goed als geheel met de vaste uit werpselen uitgescheiden wordt. De kaii ondergaat gedurende de bewaring der ier geen veranderingen, maar de stikstof des te meer. Door gisting cn rotting gaat een doel ia den vorm van vrije stikstof en vluchtigen ammoniak in den dampkring over. Op een goed ingerichte veeboorderij mag slechts weinig ier aanwezig zijn slee .its zooveel, als gedurende do be waring van den mest in de vaalt uit den mest uit treedt en in de ierput loopt, want deze is bepaald on misbaar. De gierput moet door een ijzeren rooster, liever nog door een ventiel-sluiting van de vaait gescheiden zijn, zoodat er wel ier kan inloopen, doch geen ammoniak ontsnappen kan. De bodem van den ierput moet hoogstens li M. beneden dien der vaalt liggen, terwijl bij de be paling van don inhoud voor ieder stuk volwassen vee op 6 M3 gerekend moet worden. Da muren moeten even m IfEimr TAM 33) Ze stond naar den doode te kijken. Oatharina durlde zich niet bewegen uit vrees de stilte te verbreken, die in de kamer heerschte. Martha, bukte zich en streek lief kozend over Collops lichaam en de schemering hulde levenden en dooden in hare schaduwen. Met zeer zachten tred ging Catharina de trap af. Het vuur was uitgegaan in do keukeu, en die ledige rooster maakte een konden indruk op haar. Ze ging in den tuin en haalde Fanny's jong. Toon stak ze een kaars aan en bij den verlaten haard voelde ze op niouw de huivering en de gewaarwording van medelijden, die het tooceel bo ven in haar had gewekt. Nimmer te voren had zij den dood in het aangezicht gezien. Nimmer had ze geblikt in lichtloozo oogen, en den schok gevoeld, die ons zulk een onzeker gevoel geeft om- tront don band welke ons beide werelden verbindt. Haar hart schreeuwde naar een veilige rustplaats Het jonge hondje in hare armen keek op en likte haar de tranen van 't gelaat. Ze kon hooren hoe Martha boven be zig was, den laatsten dienst aan haar ouden man te bewijzen. Hoe treurig was het, dacht ze, het einde te moeten aan schouwen van een liefde van veertig jarenDoch was het het einde Zou liefde liefde weervinden Er was geen ontkomen aan, op nieuw stond ze voor de groote vraag. Ze had er geen antwoord op, maar deze vraag had een andere gewekt »Wat zal het vervolg zijn van een liefde, die hier op hoog zijn als die der vaalt en zoo deze geen muren bezit, tot iets boven den bodem der vaalt reiken. Bij het maken van een ierput moet rekening gehouden worden met den staod van het grondwater. Vooral als de muren van den ierput niet waterdicht zijn, kan het grondwater in den put tredeu. In dit geval moet de bodem van dezen boven den grondwaterstand liggen. De binnenwanden en do bodem moeten met een ce- mentlaag bedekt worden. Gevoegde muren en het gebruik vau beton zijn af te keuren, daar ook do laatstgenoemde stof geon weerstand biedt aan de inwerking van ammo niak. Zelfs het cemont bezigeen weerstandsvermogen genoeg en moet na eenige jaren vernieuwd worden Met_ de ier uit den put besproeit men dan den mest, waarbij men den ammoniak uit genoemde vloeistof zooveel mogelijk voor vervluchtigen moet bewaren. De vervluch tiging wordt in de hand gewerkt als men de ier in innige aanraking met de lucht brengt, vooral als deze warm is. Om deze redeu pompe men bij voorkeur 's mor gens vroeg de ier over den mest en dan liefst met een dikken straal door een slang. Men moet dus den mest niet met ier besproeien, In dea stal moet zoo gestrooid worden, dat geen ier wegloopt. Men zorge voor een gemetselde, met cement bekleede, diepe goot achter de dieren. Deze wordt met stroohaksel, liever met turfmolm gevuld, zoodat al de ier opgeslorpt wordt. Voor ieder stuk volwassen vee re- kene men op 1 a lj K.G. turfmolm. Neeent deze geen ier meer op, dan wordt ze over da mestvaalt gestrooid en brengt men in de goot nieuw opzuigingsmateriaal; Het is aan te bevelen de bedoelde goot met een ijzeren pa at te dekken. Op deze wijze loopt geen ier uit den stal weg en komt zij, waar ze behoort, dat is in den mest. Het verzamelen der ier uit den stal in den gierput is ondoelmatig, wan dit gaat met groot verlies van stikstof gepaard. Wil men in d n stal conserveermiddelen ge bruiken bijv. superphosphaatgips (in den stal strooit men geen kainiet mot het oog op de klauwen (hoeven) der die ren), dan kan dit mot de turfmolm in de goot gebracht worden. De uitgaven voor turfmolm zijn niet groot en ron deeren goed. Wie liever stroohaksel gebruikt, moet een diepere goot laten maken of deze vaker ledigen, omdat stroohaksel minder gier opzuigt dau turfmolm. Waar het de bewaring der ier en do conserveering van d«n stalmest betreft, maken overigens vooruitstre vende veehouders nog een slecht figuur, zooals wij be gonnen zjn te zeggen. Opdat de stalmest zoo geljkmatig over dan akker ver deeld zal worden rjdt de boer hem aaa kleine hoopjes op het laad, Dat is zeer natuurljk. Als deze hoopjes ongevoor even groot zjn en op regelmatige atstaudeu van elkaar komen te liggen, hebben zj, die met het uit strooien van da hoopjes belast zjn een betrekkoijk ge- makkoljke taak want de mest van ieder hoopje is voor een bepaalde kleine oppervlakte gronds bestemd. Over dat uitstrooien of liever over don tijd waarop dat uitstrooien geschiedtwillen we het even hebben aarde nimmer bevredigd wordt Martha had het beste van het, leven gesmaakt. Doch hoe met het bart, waarmee de liefde enkel haar spel drjft Een schaduw gleed langs het raam, kwam weer terug en bleef staan voor het venster, dat door geen gord ju was bedekt. De kaars wierp haar seh jusel op het meisje, zooals ze daar zat met haar diep-bedroefde oogen en het slaperige hondje tegen haar gelaat aangedrukt. Franklin had Oatharina nog nooit zoo ootmoedig en zacht gezien. E n ongewone teederheid kwam in hem. Hj klopte en trad de keuken binnen. Oatharina sprong mat eon schrik overeind, en een diepe blo3 bedekte baar gelaat. Ze stak de hand uit en toen haar vingers de zjno omvatten, begon zjn bloed onstui mig te jagen. »Ik kwam u eens spreken," zeide hj kalm. »Ze zeidon mj, dat u hier wasWat een aardig diertjeHoe heet jj kleintje, hef" Hj speelde een oogenblik metden hond, trok hom aan zjn ooren, en plaagde hem een beet je. Heeft n een oogeublikje voor me, Miss Oatharina?" Ze trok Collop's leuningstoel naar voren voor Franklin, en ging zelf tegenover hem zitten. »De arme oude Collop is dood," zeide ze, als om haar zenuwachtigheid te vorklaren »en en u verraste mj »U ljdt,," zeide hj bezorgd. »Dat is het niet," antwoordde ze zacht. »Maar alles is zoo moeieljk. Je doet je best en spant je in, en alles is mislukking, 't Leven is eeuzaam, en de dood is eenzaam En we staan hulpeloos tegenover dat alles. Niets kan ons baten We roepen om een eeuwigheid en we kun nen niet eens zeggen, of er een eeuwigheid is." »Het koninkrjk Gods is binnen in u," zeide Franklin beschroomd. »Is dat niet genoeg?" Ze antwoordde niet. »We hebben Woensdag een meeting te Grimple" zeide hj, plotseling een andereu toon aanslaande. Pilchard komt op voor South Hampshire. Zoudt u voor ons willen komen spreken Ze lichtte snel het hoofd op, en hj zag het leven weer Dikwijls staan dia hoopjes dagen lang onaangeroerd op 't land. 't Allerbest is natuurljk den uitgereden mest onmiddellijk uit te strooien en onder te ploegen maar niet alleen de regeling dor werkzaamheden in het bedr jf belet zulks zeer dikwijls maar ook de toestand van den grond kan den denkenden landbouwer hier verhinderen uit te voeren wat h j gaarne zou willen doenvooral kleigrond kan te nat zjn waarvan verzuren van den mest in den bodem het gevolg kan zijn. Kan de mest al niet dadeljk ondergeploegd worden, dan strooia men hem althans onmiddelljk uit. De vluch tige ammoniak, die kostbare stikstofverbinding, wordt dan bjea geheel door den grond geabsorbeerd, terwjl hj als de mest aan hoopjes staat, slechts geabsorbeerd wordt voor zoover de onderste me3tiaag in aanraking met den bodem is. Dat de mest, als hj lang uitgestrooid bljft liggen, wol gedroogt is niet te ontkennen, maar het verlies geldt dan vooral het water, waardoor de waarde van den mest volstrekt niet daalt. Ontbreekt ook de tjd voor hot uitstrooien en is men genoodzaakt den mest uit te rjden, dau brengt men hem aan één hoop op den akker, waarvoor hj bestemd is en bedekke hem met aarde, die den ammoniak absorbeert. Hetzelfde kan ook geschieden met de kleine hoopjes, doch dit brengt veel werk mede. Aan den anderen kant moet men er ook weder op rekenen, dat men den mest, als men hem aan één hoop brengt, tweemaal moet opladen en lossen. Dat de uitgespreide mest natrsgent, hindert volstrekt nietais hot land maar los en niet of slechts weinig hellend is. Wat door het regenwater uitgeloogd wordt, loopt dan niet weg maar trekt met dit water door den grond waardoor een deel van het in den mest aanwe zige plantenvoedsel veel vroeger en meer regelmatig door den grond verdeeld raakt dan bj gewoon onderploegen van den mest in den eersten tjd het geval is. Op zwaa-dere gronden verdient het somtjds aanbeve ling dea uitgespreiden mest met opzet eenigen tjd op den grond te laten liggen waardoor do grond vooral in zjn bovenlaag, wat zjn natuurkundigen toestand betreft, in zjn voordeel verandertén in dien eigenaardiger! toestand komt, die zich moeieljk laat beschrjven, maar die ieder landbouwer bj ervaring kent eu bemint. KKIittlH. Da oud-minister van Arbeid Njssens heeft zich deu 20 door een revolverschot van het leven beroofd; vermoedelijk heeft huiseljk leed hem tot dezen daad ge bracht. Hj behoorde tot de Katholieke rechterzjde en was de vader van het tegenwoordig in België toegepaste meer voudig kiesstelsel. Van 1895 tot 1899 was hj minister van arbeid en njverheid en toonde zich een staatsman van groote werfkracht en hervormingszin. In 1898 trad hj af, omdat hj zjn toestemming niet wilde verleenen tot de besnoeiing van de kiesbevoegdheid een plan van minister Van deu Pcereboom, dat schipbreuk leed. Njssens heeft ook met vrucht, vóór hij de parlementaire loopbaan betrad, aan de Katholieke hoogeschool to Leuven handels- en strafrecht gedoceerd. Hj bereikte deu ouder dom van 56 jaar. vonken uit haar oogen en gelaat. Haar gedruktheid was verdreven door de eerzucht, die aau de Ijneu van haar gestalte wear vastheid gaf. »Weer spreken 1" riep zo uit met een langen diepen zucht vau verrukking. Ja u kunt het gemakkei jk doen. Dus komt u Woens dag middag om 3 uur...." Oatharina's gelaat veranderde. »Ik kan 't niet doen," zeide ze treurig. »Ik moet bj Martha bijven. 't Is Oollop's begrafenis Ook over zjn gelaat lag een schaduw, toen hj sprak. »'t Spjt me erg maar natuurljk kunt u die arme oude vrouw niet verlaten.... Nu, 'tïioet er ook niet toe," zeide hj opgewekter. »'t Gaat ook wel zonder u »Ja, 't gaat ook wel zonder mj," zeide ze bitter. »A1- tjd is 't hetzellde. Ik ben nie; noodig, hier niet en in de Beweging niet." »Hier zijt ge zeer zeker noodig," zeido hj. Bewegin gen kunnen het wel stellen zonder onsvoor geen enkele zaak zja wj onontbeerljk. Zij zullen hun gang wel gaan zonder ons. We zjn enkel noodig mannen en vrouwen zjn enkel noodig voor voor elkaar Hj haalde zjn horloge uit. »Mjn tjd is om. Ik moet haastig weg Hj nam een oogenblik haar hand. Er waa nog iets Maar ik kom u weer eens opzoeken. Ik moet u spoedig nog eens spreken." Catharina bleef in een roes van gewaarwordingen zit ten tot Martha haar riep. Juffie, wilt u me komen helpen om den ouden man af te leggen En terwjl Oatharina's handen met den doode bezig waren, draaiden haar gedachten maar steeds rondom Frank lin en een levende liefde. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1901 | | pagina 1