m LEVESSMi. Honderd en derde jaargang. Vrijdag 18 Oct. 190L No. 124. Tweede blad. I)e voedering van het pluimvee. FEUILLETON. Annie E. HoldswortL Schrijfster van „Dolores." 57) MA B— (V e r v o 1 g.) Gaan wij na eens na, wat het pluimgedierte voor zijn voeding noodig heeft. Hierbij moeten wij aan twee zaken denken onderhoudsvoeder en productievoeder. Volgens den Engelscbman Alex Oomyns heeft een hoen van 2 kilo dagelijks 6.4 gram eiwitstoffen, 2.5 gram vet en 28.5 gram zetmeelachtige stoffen noodig. Een ei be staat uit 74.6 procent water 13.1 procent eiwitstoffen 10.4 procent vet0.5 procent zetmeelachtige stoffen (sui ker), 1.3 procent asch, waarin 0.31 procent phosphorzuur on 0.96 proc. kalk. Opgemerkt dientdat de samenstelling van het ei niet altijd precies dezelfde is; zij hangt af van den aard der voeding. Nemen wij aan dat de hen twee dagen achter elkander legt en dan telkens één dag rustdan is voor die twee eieren waarvan de inhoud gemiddeld 55 gram weegt, in drie dagen noodig: 14.4 gram eiwit en 11.4 gram vet. Een vermeerdering van de hoeveelheid zetmeelachtige stoffen is slechts in zooverre noodig als deze met het oog op de vermeerderde stofwisseling wegens verbruikte warmte in het lichaam onmisbaar is. De hen heeft dus in drie dagen totaal noodig: 3 X 6.49 14.4 gr. 33.6 gr. of per dag 11.2 gr., ineenrond getal 12 gr. eiwitstoffen; 3 X 2,5 gr. -f- 11.4 gr. 18.9 gr. of per dag 6.3 gr., in een rond getal 7 gr. vet. De voedingsverhouding dient 14 te zijn, dus is noodig aan stikstofvrije verbindingen (vet en zetmeelachtige stoffen) 48 gr. per dag. Stellen wij een gram vet gelijk met 2.5 gr. zetmeelachtige stoffen, dan is hiervan noodig 48 - 2.5 x 7 gr. 30.5 gr., in een rond getal 35 gr. Een hen heeft dus in den legtijd voor zich aan onder houd en eierproductie dagelijks noodig 12 gr. eiwit7 gr. vet en 35 gr. zetmeelachtige stoffen. Wij moeten er evenwel nog aan denkendat in den ruitijd vooral veel stikstofverbindingen (eiwit) voor den groei der nieuwe vederen noodig is. Yan alle graanvruchten komt de haver nog beter de havergort, in voedingsverhouding het gewenschte rantsoen het meest nabij. Een hen van 2 kilo verbruikt dagelijks ongeveer 130 gram voeder. Werd dit geheel in den vorm van haver gegevendan zou de voeding van een hen dagelijks 9lt0 cent kosten. Voedert men 1 deel tarwezemelen en 2 deelen aard appels, dan bevatten 130 gram van het mengsel ongeveer 7 gr. eiwit1.4 gr. vet39 gr. zetmeelachtige stoffen dat is niet meer dan een goed onderhoudsvoeder. Als men alleen gerst voedertzooals hier en daar gebeurtzou de hen alleen om het noodige vet binnen te krijgen, hiervan niet 130 gram doch 400 gram moe ten opnemen. Hoe de vetvorming in het dierlijk lichaam plaats heeft, is nog niet volkomen bekend, maar het staat vast, dat het plantaardige vet uit het voedsel het best tot zijn recht komt, als tegelijk wat dierlijk vet gegeven wordt, waaruit de voorliefde van de hoenders voor dierlijk voedsel verklaard kan worden. Ongetwijfeld bestaat er ook een wissolwerking tusschen de stikstof houdende voedselbestanddeelen en de vettenhoewel wij de vet- afzetting en de vetuitscheiding met de melk en in het ei nog niet goed kunnen verklaren. Voor ons doel is 't voldoende te wetenhoeveel deelen der verschillende voedende verbindingen per dag gegeven moeten worden. En daar het er vóór alles om te doen is ook in den winter vorsche eieren te hebben moeten wij onze aan dacht op de wintervoedering en op de voedering gedu rende den ruitijd vestigen, het laatste intusschen alleen, Zij die na deze Stem zich begeven had in de oude al- ledaageche wereld, was een andere Catharina. Hare han den waren ook nu bezig, haar voeten rustten nimmer. Ze maakte plannen en schikkingen evenals vóór dion tijdmaar in do plaats van het zelf, dat toen haar ho rizon had ingenomen, stonden nu drie gestalten moe- dei', broeder en vriend. Mrs. Fleming liep rond met een uitdrukking van pa thetisch geluk op haar gelaat, en vertelde Catharina al lerlei omtrent hare oude liefde, een vertrouwelijkheid, die Catharina met veel hartelijkheid beantwoordde. Tom was lastiger, en Catharina kon niet door do hard nekkige zwaarmoedigheid heen dringen, waarin hij sedert Peggy's dood verkeerd had. Ze wist hem, hoewel on willig, toch belangstelling voor den mooien oogst in te boezemen maar hij vermeed haar gezelschap en liep gemelijk en knorrig door de landerijen. De tegenwoordigheid van Kolonel Jacob op Great Low lands prikkelde hem. Daardoor bleef zijne wonde open liggen voor de oogen der dorpelingen. Hij kon niet velen dat hij wist hoe ze hem beklaagden, en nieuwsgierig toe keken, hoe hij zich houden zou. Peggy's oom, die met veel drukte door het dorp liep, vroolijk en goed gehumeurd, met een grap voor den metselaar, toen hij een steen voor het graf uitkoos, en met een lach bij het betalen van de rekening van den aanspreker, maakte dat ze «don jongenheer" nog te meer beklaagden. Binnensmonds vloekte Tom op den kolonel, die hem won troosten met een soort van vroolijko sym pathie en mot opgewekte verhalen omtrent »die arme Peg." als men de kippen niet mest, alvorens zij voor de eerste maal ruien. Wjj hebben geziendat het gevogelte hoofdzakelijk veel eiwit en vet bevattende stoffen als voeder noodig heelt. Het zou daarom voor de hand liggen de oliezaden of de koeken daarvan ook voor de voedering van het pluimvee te gebruiken. Een bezwaar echter isdat de hoenders het vet ongaarne in dezen vorm opnemen. Wellicht is dit bozwaar te overwinnen maar erger is hetwaar de eieren dikwijls door zulk voeder een onaangenamen smaak krijgen. Eiwit en de daaraan ver wante amiden en vet neemt het hoen liefst op in dierlijk voedsel; daarvoor komen dan vleeschafval en vleeschmeel, melk en de gestremde deelen van afgeroomde melk in aanmerking. Het kweeken van maden (de larven van vliegen) voor de hoenders willen sommigen slechts aanbevelen voor zoover die maden gekweekt worden in de lijken van koudbloedige dierenkikvorschen bijvoorbeeld hoewel zij niet verklaren waarom. Het gevogelte gebruikt echter ook groenvoeder, bijv. leeuwentand, spinazie, salade, brandnetels, selderij, mnnr, klaver- en wortelgewassen, zooals peen- en mangelwortels. De noodige zouten of aschbeBtanddeelen nemen de hoenders op in het groen- en het graanvoeder. Vooral moetwat de aschbestanddeelen betreftde aandacht gevestigd worden op het phosphorzuur en het jjzer. Ontvangen de dieren van het laatste met hun voeder te weinig dan kan men wat ijzervitriool bij het drinkwater voegen. Kalk krijgen de dieren in den regel meer dan genoeg. Is dit niet het gevaldan geve men ze gestampte eierschalen stoffijn beendermeel door het week ochtend voeder of tot poeder gemaakte metselkalk. Sonnemann beveelt aan bij het weekvoeder dagelijks en per dier 5 gram te voegen van een mengselbestaande uit gelijke deelen geslibd krijt en phosphorzure kalk, zooals deze in den handel komt. Aardappels worden nog veel te weinig gevoederd. Ze zijn in vereeniging met eiwitrijk voeder zeer aan te bevelen als men ze maar niet te eenzijdig geeftwant dan worden de kippen evenals van veel maïste vet. Gedroogde spoeling, grondnotenmeel, zemelen, boekweit- grutten tarwe en haver zijn zeer goede voedermiddelen, vooral in vereeniging met elkaar en met het oog op het gewenschte vrij hoog eiwitgehalte van het rantsoen liefst dat gohalte eenigszins aangevuld door vleeschafval of vleeschvoedermeel. Een tekort aan vet kan behalve door vleeschvoeder ook gedeeltelijk door de vruchten van de zonnebloem gedekt worden de meeste hoenders eten ze gaarne. Uit een en ander mag niet afgeleid worden dat alle niet genoemde voedermiddelen niet goed zijn. Wordt vervolgd). Hel Iierltallngsenderwijs. Uit het elfde jaarverslag der Gemengde Commissie voor onderwijsbelangen te Amsterdam, over 1900, nemen wij het volgende over: 't Herhalingsonderwijs treedt met 1 Januari 1901 eene nieuwe phase in dat valt direct in 't oog indien men Jart. 17 der Wet op 't L. O. legt naast" art. 34 van de Wet op den leerplicht, 't Zal thans meer dan tot dusverre, vooral voor de gemeentebesturen, een voorwerp van aanhoudende zorg worden. »De meeste gemeentebesturen", zeide de Minister zullen wel uit eigen aandrang voldoen aan do hun opgelegde ver plichting. Nalatige besturen zullen van Gedeputeerde Staten eene aanschrijving ontvangen, en als er besturen Niets kon de stemming van den kolonel verstoren. Hij had met de vingers geknipt over Mark's boosheid om het engagementmaar nu was Mark zelf gekomen, om kracht bij te zetten aan Tom's stom verzet tegen het hu welijk. De zoons hadden reden voor dit verzot Als Mrs. Fleming weer trouwde, kwam de hoeve aan Catharina. Ze wilden niet toestemmen in het huwelijk, en Mrs. Fle ming wilde niet trouwen zonder hun instemming. «Catharina, wil je niet eens met je broers spreken," vroeg ze weenend. Die stem wekte het meisje uit hare droomerijen, en ze keek op. Ze werd boos op het gezicht van Mark's dic tatoriale houding en Tom's norschhoid de oude hardheid glinsterde weer in hare oogen. «Als moeder nu verkiest te hertrouwen, Mark, waar om moet jij je er dan tegen verzetten riep ze. »'t Is puur egoïsme, dat je daartoe drijft." Jij hebt hier niets mee te maken," zeide Mark kalm »'t is een zaak tusschen moeder en Tom en mjj," «Maar ik kan 't niet zoo lydelijk aanzien, dat je moe der ongelukkig maakt," protesteerde Catharina. «Dan ga je eenvoudig weg," zeide Mark. »0, Catharina, verlaat me niet!" snikte Mrs. Fleming. «Je broer is zoo hardvochtig, hij kan de gevoelens eener vrouw niet begrijpen." Catharina liep naar de sofa en ging naast haar moeder zitten. Ze sloeg den arm om haar heen en keek met bliksemende oogen naar Mark. «Nu, Mark, zeg nu wat je te zeggen hebt, en laat ons een einde maken aan dit tooneel." Mark liep kwaad naar den schoorsteenmantel, en ging mot den rug er tegen aan staaD. Tom lag in een leu ningstoel uitgestrekt, met de beenen recht voor zich uit en de kin op de borst. Hij bewaarde een somber stilzwij gen en nam geen notitie van den woordenstrijd. «Als moeder hertrouwt, dan belast ze eenvoudig de hoeve met nog oen persoon meer," zeide Mark met ge fronste wenkbrauwen. «Natuurlijk zal hij haar inkomen controloeren, en wat zou dat voor vooruitzichten geven voor ons? We hebben hier geen meestees meer noodig En bovendien, moeder is er nu beter aan toe." «Jaren lang heeft ze hem lief gehadbegon Ca tharina. zijn, die zich onwillig toonen, zal het hoogere bestuur tusschenbeide moeten komen om ten te noodzaken aan hun verplichting te voldoen. Maar zooals ik reeds zeidezal wel de groote meerderheid dor ge meenteraden bereid worden bevonden om zonder tusschenkomst van een hooger bestuur, aan de voor schriften van art. 34 gevolg te geven." (Rede Minister, Hand. II, bl. 1329). Weliswaar is 't voorschrift, om hunne kinderen van dit onderwijs gebruik te doen maken, niet bindend voor de ouders, maar het lijdt geen twijfel dat het herhalings onderwijs, mits in de goede richting geleid, zich baan - zal breken in geheel ons land. En ingevolge bedoeld art. 34 is er rnimte, om overal te beginnen, al is 'took aanvankelijk gedurende 96 uren per jaar, d. w. z. 2, 4 of 8 uren per weok, respectievelijk gedurende 48, 24 of 12 weken. Daarbij kan men er op rekenen dat de leerlingen over eenige jaren beter voorbereid zullen zjjn, als ze van 't herhalingsonderwijs gebruik komen makenomdat de wet op den leerplicht ze dwingt, althans een zesjarigen cursus op de lagere school te doorloopen, zal 't mhalingsondorwijs, dat hier en daar den naam van herhalingsonderwijs draagt van lieverlede verdwijnen. Hoofdzaak is, dat men het horhalingsonderwijs in- richte naar de bedoeling van den wetgever. De Minister heeft die bedeeling duidelijk aangegeven in eene Rede, uitgesproken bij de behandeling van art. 34 der Leerplichtwettoen door ZExc. gezegd is»Het voorgedragen artikel is ontworpen mot het oog op den gerechtvaardigden wensch naar praktisch herhalings onderwijs. Volgens het bestaande art. 17 is de ge meenteraad niet bevoegd ook maar eenig vak te kiezen dat niet voorkomt onder de vakken van het lager onderwijs. Volgens het voorstel mogen er van vier vakken twee gekozen worden buiten het kader. En als er bijv. zes vakken gegeven worden, behoeven ook slechts twee genomen te worden uit die van het lager onderwijs. Dus eene groote verbetering. Ook het onderwijs in de kookkunst zal nu bijv. niet zijn uit gesloten." (Handelingen II, bl. 1285.) Praktisch herhalingsonderwijs. Wat is dat anders dan een voortbouwen op de in de lagere school gelegde grondslagen en voorts eene rechtstreekschedegelijke voorbereiding voor het vakonder «vijseen onderwijs voor don aankomenden werkman, nijverheidsman, kan toorbediende tuinderlandbouwer zeeman voor de toekomstige huisvrouw en moeder, waarbij alle kracht wordt gelegd op wat de praktijk van 't leven vraagt. 't Verheugt de Commissie dat zij, wel op slechts weinige plaatsen, maar daar toch in elk opzicht, dien oisch steeds hoog heeft gehoudendat hare cursussen, ook blijkens eene in 't vorige jaar ingestelde enquête door de Vereeniging van Hoofden van scholenvoldoen aan wat goed geregeld herhalingsonderwijs zal moeten zijn, volgens 't oordeel van den Minister. De Commissie hoopt dan ook, dat hare cursussen ter voorbereiding van land- en tuinbouwonderwijs in 't West- land haar cursus voor voorbereidend zeevaartkundig onderwijs te Hollum, voor aanstaande timmerlieden etc. te Wolvega, voor huishouden en koken te Delftweldra door tal van soortgelijke inrichtingou in alle oorden des lands zullen worden gevolgd. Dan zal zich ook de behoefte meer doen gevoelen aan herhalingsonder- wijs voor meisjes waarmee 't tot dusverre nog treuriger is gesteld, dan met dat voor jongens. Men begrijpe toch, dat eene huisvrouw, die de naald goed weet te «Och kom, je praat als een schoolmeisje," viel Mark haar knorrig in de rede. »Ze heeft hem enkel lief, omdat ze hem niet gekregen heeft. Het huwelijk is een remedie voor elke liefde." Hij lachte cynisch en stak de handen in den zak. Toen Catharina een blik op hem wierp, merkte zo een onaan genaam licht in zijn oogen op en zag de minachtende uitdrukking van zijn dunne lippen. Wat was hij hard hoe anders was hij dan de Mark van Goodge Street. Hij verdroeg haar blik met volmaakte onverschilligheid. «Luister eens," zeide hij met beslistheid, «Jullie bent allen voor 't sentimenteele, maar ik neem moeder in be scherming tegen zichzelf; een week na haar huwelijk zou ze weer wenschen vrij te zijn «Ik begrijp niet, hoe je dat zeggen kunt," zoo verhief nu Mrs. Fleming haar stem met een zwakke poging tot verzet. «Dat is de zaak niet," zeide Catharina tot Mark. «Moe der kan wel voor zichzelf oordeelen. Waarvoor toch al dit rumoer Ik voor mij zou blij zijn, als ik wist, dat moeder gelukkig was «Praatjes I" zeide Mark met vuur. «Als er een is, die moeder niet gelukkig heeft gemaakt, dan ben jij het. Se dert jij hier bent, heeft ze haar eigen ziel nog niet eens haar eigendom kunnen noemen," Catharina sloeg .de oogen neerze had den scherpen steek verdiend. «Ik zou dankbaar zijn voor iemand, die mij liefhad," zeide Mrs. Fleming klagelijk, «en kolonel Jacob zou jul lie volstrekt niet in den weg staan. Hij is onafhankelijk, eigenlijk welgesteld; en we zonden in Chester gaan wonen. Bij deze woorden keek Tom op. «Ik bon niet van plan, alleen hier te blijven en de hoeve te beheeren," zeide hij gemelijk. «Maar je zuster is er toch," zeide Mr. Fleming met trillende stem. «Zij zou er niet aan denken, de hoevo te verlaten en die opnieuw te laten te gronde gaan. Zij is hier noodig, maar ik niet; ik werd toch absoluut niet meegeteld." Plotseling begreep Catharina, wat ze gedaan had. De verantwoordelijkheid van het succes rustte op haarze was aan Great Lowlands gebonden, omdat ze het gered had. 't Was haar keuzo geweest alleen het beheer te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1901 | | pagina 5