HAAÏLEVEOOÉL. No. 135. Honderd en derde jaargang. 1901. 13 NOVEMBER. Nederland. FEUILLETON. Annie E. Holdsworth. Schrijfster van „Dolores." ALKMAARSCHÏS COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag en Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 s franco door het rijk f 1, 3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prijs der gewone advertentiën t Per regel f O,IS. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOONVoordam 0 9. Telefoonnummer 3. VU1TSCHL4ND. In ons vorig nummer maakten wij reeds melding van den protestmeeting der Berlijnsche professoren en studenten togen Chamberlain's «macht makende redevoering van eenige weken geleden. Bedoelde meeting nam de volgende motie aan »Meer dan 2000 Berlijnsche akademie-burgers in trouwe gemeenschap met hun hoogleeraren, logenstraffen eenparig de vergelijking welke de Britsche minister van koloniën Chamberlain heeft durven maken tusschen den roemrijken Dnitscben oorlog van 1870-71 en den onrechtvaardigen veroveringsoorlog die Engeland in Zuid*Afrika metschen- ding van het geheele volkenrecht voert. Zij verwerpen haar als een ruwe beleedigiug van onze heiligste herinneringen, als laster tegenover onze dappere gesneuvelden en als aanranding van onze volkseer.' Door de Berlijnsche bevolking worden nu ook betoo- eingen tegen Chamberlain gehouden en hier en daar moet een pop, die den Engelschen minister van oorlog voor stelde, op straat verbrand zijn. Dit gebeurde o. a. ook to Jena- j- l In burgerkringen is men heftig verontwaardigd over een duel tusschen twee officieren, waarin een doodelijk getroffen werd en sedert overleden is. Het treurige van het geval is, dat beide officieren, die vrienden waren, door een »raad van eer" tot het dnel gedwongen werden. Een der officieren was in kennelijken staat door zijn vriend naar huis gebracht en had hem toen mishandeld. Hij herinnerde zich van het gebeurde niets, maar omdat de mishandelde officier het gebeurde had meenen te moeten rapporteeren, eindigde het incident met een gedwongen duel, waarin de zoogenaamde »b8lee- diger" den dood vond. EMEEIiAMI». Lord Salisbury heeft den 9 te Londen do redevoering gehouden, waarnaar men sedert eenige weken met do meeste spanning wachtende was, en heeft in veel woordenniets gezegd Reden tot bezorgdheid over Engeland's naaste toekomst of tot klachten over de wijze van oorlogvoeren bestaat er, volgens den premier, absoluut niet. Wat den oorlog betreftzoo zeide hij moet men alle pessimisme vermijden, waarvoor geen enkele reden is. Wij hebben voortdurend en aanhoudend vorderingen gemaakt naar een definitief succes. Het einde is wel niet zoo nabij als wij gehoopt hadden, maar de zorgen, die wij hebben ondervonden, zijn grootendeels het gevolg van de omstandigheid, dat wij het karaker van den oorlog, die geen gewone oorlog is, niet juist hebben begrepen. Het is zeer dikwijls gebeurd in Europeesche oorlogen, dat een g u e r i 11 a-oorlog langer duurt dan men veronder steld had. Wij mogen herhalen, dat wij elke week eene flinke vordering maken. Onze politiek blijft onveranderd wij wenschen niets liever dan het gebied, waar thans de oorlog woedt, te zien in een toestand van vrede en vrijheid, en zoo spoedig mogelijk de weldaden der zelfstandigheid genietende maar de onafhankelijkheid der Boeren is niet overeen te brengen met onze veiligheid. Het Engelsche volk heett vast besloten, dat deze oorlog nooit zich zal herhalen. »Ik weet zeer wel, dat de zaken sedert een jaar ver anderd zijn, dat de oorlog niet meer zulk eene vurige opgewondenheid wekt als verleden jaar, maar dit schijnt niet veel uitwerking te zullen hebben op de voortzetting van den oorlog, op de uitkomsten welke wij verwachten. Het land zal begrijpen hoe innig de belangen voor t Britsche Rijk aan 't slagen onzer onderneming verbonden zijn en 't zal zich door tijdelijke moeilijkheden en denk beeldige n oedeloosheden niet van de wijs laten brengen. «Eogeland's macht, de invloed welke het op de toekomst der wereld hebben zal, de positie welke het onder de natiën zal innemen, hangen niet alleen af van een qnaestie van hartstocht en geestdrift. Eene veel kostelijker en veel atdoender hoedanigheid is de vastberadenheid waardoor een volk, eenmaal besloten tot hetgeen plicht en belang vereischt, dien plicht volbrengt zonder dat ontmoediging en voorbijgaande moeielijkheden het ook maar een oogen- blik weerhouden in den gestadigen,langzameu voortgang, vereischt tot het toepassen van een beleid dat het t be leid des Rijks acht te zijn." Dat klinkt even fraai als de optimistische beschou wingen van Chamberlain, maar het Engelsche volk, dat eindelijk wakker begint te worden, zal hierdoor niet weder in slaap gesust worden en het einde van den oorlog is geen stap naderbij. Uit Londen wordt van den 11 geseind, dat sir John Ardagh in de bijeenkomst der vergoedingscommissie mededeelde, dat de Nederlaudsche Regeering een bedrag van 37,500 als vergoeding voor de door onderdanen geleden schade goedkeurde. Enkele kleine punten zijn nog niet geregeld. De Nederlandeche gezant zond een aanvullingslijst van namen van personen, die schade hebben geleden doch daarvan kwamen er reeds drie voor do commissie. De heer Milvain noemde het bedrag verbazend edel moedig" en schreef dit toe aan politieke overwegingen. Bij Astakos in de Griekscho wateren is een groot kanon ontploft, aan boord van een Engelschen kruiser, die in den omtrek van de haven manoeuvreerde. Een officier en zes man zijn gedood en de machinist en 13 matrozen werden ernstig gewond. De Engelsche marine is den laatsten tijd bijzonder ongelukkig, bijna iedere week heeft zij een min of meer ernstigen ramp te boeken. KUID-AFBIKA. De laatste dagen brachten geen oorlogsnieuws van eenige beteekenis, daarentegen steeds nadere toelichtingen op Benson's nederlaag bij Baken- In vele omzichten aannemelijk is het verhaal, dat Laffan seint. De Boeren, zevenhonderd ruiters, renden met lossen tengel, luid schreeuwende en van het paard af vurende en ladende, op den vijand in. Op het hooren der eerste schoten galoppeerde de Engelsche kolonel vliegensvlug van de hoofd macht die twee mijl verder was gemarcheerdnaar de bedreigde achterhoede. Hij liet zijn soldaten afzitten en schaarde ze op een heuvelrug, rechts de Schotsche ruiterij, links de Yorkshires. De commandant en zijnstaf stonden met een compagnie van de Bnffs in het midden bij de stnkken. Intusschen stormden de Boeren onweerstaanbaar aan, wierpen het escorte van de stokken overhoop, bereikten een hollen weg, vermoedelijk das dwars door de Engelsche slagorde heenbrekend en overstelpten de verdedigers der kanonnen met een moordend vnnr. Dezen waren 160 in getalvan wie er slechts 37 ongedeerd bleven. Alleen het Schotsche cavalerie-detachement verloor 73 man van de 80. In het vuur waren nagenoeg alle Oost-Trans- vaalsche commando's, de mannen van Pretoria, Johannes burg, Heidelberg, Carolina, Ermelo, Bethel en Standerton. De correspondent geelt toe, dat vterwijl onze bereden manschap en artillerie met heldenmoed vochten, deBoeren een buitengewone dapperheid aan de dag legden Behalve de stukken namen de Boeren, gelgk »Oentrai News" bekent, ook een aantal Engelschen gevangen, die zij naar gewoonte, eerst van hun overtollige mtrusting ontlastten en toen lieten loopen. Op de gezegden van deze losgelaten gevangenen berusten de m omloop ge brachte verhalen omtrent de Boerenverhezen. FRMHRIJK. De sultan heeft te elfder ure al Frankrijks eischen ingewilligd en onverwijld een iradé (een beslnit) uitgevaardigd, waarbij al de betreffende punten zijn geregeld. Admiraal Caillard heeft orders gekregen dadelijk naar Tonlon terug te keeren. Dit laatste klinkt, oppervlakkig beschouwd, natuurlijk genoeg, maar de Fransche pers, de Oostersche kunst van uitstellen bij ervaring kennende maakt er der Regeering een verwijt van, dat zij zich op deze wijze met een kluitje in 't riet laat sturen. Interpellaties in de Kamer zijn zeker te wachten. TWEEDE KAMER. De Tweede Kamer is thans opgeroepen tegen Dins dag 19 November te 2 unr. Een loffelijk besluit. De gemeenteraad van Purmerend heeft in de laatste jaren f 500 toegestaan voor bevordering van ge trouw schoolbezoek. Niettegenstaande de invoering van de Leerplichtwet heeft de Raad voor 1902 toch weder f 400 op de be grooting gebrachtom die som ter beschikking te stel len van de hoofden der openbare en bijzondere scholen ten einde een uitstapje te kannen bereiden aan de leer lingen, die het minst gebruik maken van de bij de Leer plichtwet toegestane verzuimen of prijzen nit te deeien voor goed gedrag, betoonde vlijt en gemaakte vorderin gen. De kenze is aan de hoofden der scholen overgelaten, «lagen. Op een zoogenaamde klopjacht te Hensden werden door 9 jagers geschoten 109 hazen, 47 fazanten, 1 patrijs, 4 eenden 3 roofvogels, 4 visohotters en 1 bnnsing, on zulks op een jachtveld van ongeveer 250 hectaren. VAM Het gezang sleepte zich voort tot het eind van den sloot, waar de kleintjes nog voortlispelden >om haar te halen," zonder te weten dat de onderen zwegen, De jongens hadden Catharina. in 't oog gekregen dat was duideljjk te zien. Ze trokken grinnekend aan hun knit de meisjes maakten een dienaresse en knikten haar met vriendelijke oogen toe. Over het hek geleund onder de gele bloemen der gouden rogens wierp Catharina haar kushanden toe. »Lieve scbatjes 1 God zegen jeGod zegen je 1" Toen ze allen verdwenen waren achter het dnn gor dijn van stofkeek Catharina den ledigen weg af. Er lag iets eigenaardigs in haar blik, een vrijheid, een edele overgavedie haar waardigheid verleenden. De jonge gezichtjes, vrij en big de toekomst tegengaande goden, die geen vrees koesterden hadden haar gedachten weer gericht op de kinderen in de stad die slaafden en sloof den en leden niet wetend of er wel een God wa3. Een groot verlangen kwam in Catharina's harttot dezen te gaan met haar bigde boodschap en met de hoop, dat leven en bezit het jaar zonden kronen. Zij ook zon noten zamelen in Meiopdat er voedsel zon zjjn voor de arme zielen Martha", riep ze uit, »ik moet je verlaten, ik ga in Lon den wonen. Ik moet de noten meenemen, die ik hier verzameld heb voor hen, die hongerig zijn." Haar stem brak. Ze keerde zich af van Martha. »Och, kom, schaam je wat! Schreien en roode oogen brijgen voor zulke nonsens! Wat heeft nu iemand aan on'de noten, die zont Doodig hebben om ze smakelijk te maken Wacht tot de jonge rijp zijn." Catharina veegde de tranen weg en keerde zich naar de onde vrouw met een stem, die ze in 't geheel niet meer in haar macht had, riep ze schel »Ach, maar hebben ze dan het zout niet epgegeten Ze hebben het zont opgegeten ze hebben het zont opge geten, en van de noten niets geproefd 1" Ze nam haar goed en ging heen, om alleen haar beslnit te overdenken. Haar oogen waren rnstig en zeker en vertrouwend. Geen beschuldiging, geen onzekerheid in hunne diepten; zij hielden de vruchten van den herfst in den schoot van des zomers rjjpheid. Vastberadenheid richtte hare gestalte op maar de sterke stok was met bloemen bekranst. Haar gelaat was met gelnk getooid als met een guirlande. Ten laatste was zy vrij, zich geheel aan den dienst van 't volk te wijden. Ze zou haar werk be ginnen, en indien ze het waardig was, zon de Liefde daar naa?t haar wandelen. Onbewnst had ze den weg naar het station ingeslagen. Haar gepeinzen plaatsten een scherm tusschen haar en de buitenwereld ze zag den ïhan niet, die moeizaam den heuvel beklom. Franklin's liefde was dood maar hij kon niet heengaan zonder de plaats te zien, waar men haar had neergelegd.... Toen ze nog zeer ver af was, zag hij haar, en wist hij ook, dat zijn liefde niet dood was. Hij had haar wel te gemoet willen ijlen, maar hij was nog te zwak; alleen zijn oogen spoedden zich vooit en omhelsden haar. Ze genoten van de bevalligheid en losheid van haar gang. Haar hoed zwaaide ze in de hand en haar haren vormden als een stralenkrans om haar hoofd. Het bon- qnetje, dat ze in haar ceintuur had, kon hij niet zien de salie en veronica en klaver waren verborgen, maar de wind droeg den sterken geur van het takje citroen- krnid naar hem toe. Vreugde en kracht waren als goden, die met haar wandelen. Ze kwam naderbij. Een glans van geluk in zijn oogen ontstak een toorts om haar te begroeten. »Want deze mijne geliefde begon hij. Maar nu was ze vlak bij. Ze moest hem zien, als ze die dwalende oogen terngriep Wat zag ze er ernstig nit!... Had hij ooit aan dat gelaat getwijfeld Zijn eer zelve kon hij aan haar toevertrouwenNa had ze hem gezien!... Neen, haar blik gleed langs hem af Catharina's geest was nog achter het gordijn, in het verleden. Dit was dezelfde weg, die haar drie jaren ge leden, naar Great Lowlands gebracht had. Ze herinnerde zich dien morgen toen ze den heuvel op was ge zwoegd, dragende den last en de hitte des daags, toen haar°hurt verbitterd was, haar vreugde dood, de tempel harer hoop in painPeggy had haar voortgeholpen. Daar was het witte hek; het was de poort des doodB en de poort des levens geweest Ze had een anderen tempel opgericht en voor de goden gebouwd Maar ze waren niet naar haar tempel toe gekomenEéne gestalte was binnengetreden. Zijn geesel van touwtjes had verjaagd wie daar kochten en verkochten. De tafeis der wisselaars had hij omgekeerd. Hij had geen gestalte noch uiterlijk gelaat zijn aange zicht was gehavend, meer dan dat der meDschenkinderen. Zg had hem Dood genoemd, daar ze den sterken Zoon Gods niet kende En na stond het hnis, dat ze ge bouwd had ledig van gasten. Ze zon gaan naar de wegen en heggen en hen dwingen in te gaan, opdat haar huis werd gevnld. Ze zon de plaats vullen met kreupelen en lammen en blinden. De tempel, dien ze gebouwd had, zou een huis zijn voor het Volk Een groot licht schitterde op baar gelaat. Franklm stond stilZe had hem herkend Neen, nog niet. Haar oogen zagen over hem heen als aanschonwden zg een visioen van engelen. EINDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1901 | | pagina 1