Nederland.
Commissie gebonden is. De vraag van den hoer Uitenbosch
is echter zeer goed vatbaar voor een toestemmende be
antwoording. De raad kan ten dien opzichte wel alge-
meene voorschriften aan de commissie geve", zooals reeds
eenige jaren geleden getracht werd te doen door spreker
en y.ijne medeleden, de heeren de Groot, Stoel en Goede.
Hnn voorstel heeft toen bjjv. aanleiding gegeven tot het
gebruik van muntgasmeters. De desbetreffende discussiën
beveelt hij den heer Uitenbosch aan eens na te zien,
misschien geven zij aanleiding tot de indiening van een
nieuw voorstel.
De begrooting wordt thans goedgekeurd, en het schrij
ven der Kamer van Koophandel gesteld in handen van
B. en W. om advies.
De heer de Wit dringt nog met een enkel woord
aan op het aanschaffen van meer muntgasmeters.
Terordening op de wik- en wceglooncn.
9. Burg. en "Weth. stellen voor om de verordeningen
op het heffen en invorderen van wik- en weegloonen
zooals die het laatst bij Raadsbesluit van 14 Novem
ber 1900, zijn vastgesteld en goedgekeurd bij Koninklijk
besluit van 10 Januari 1901 tot 1 Januari 1902 opnieuw
en onveranderd vast te stellen.
Aangenomen met de uitnoodiging aan B. en W. om
daarbij de noodige toelichting te geven.
Verordeningen op het heften en invorderen
van een hoofdeHJken omslag naar het inkomen.
10. Door Gedeputeerde Staten zijn enkele opmer
kingen gemaakt ten aanzien van de in de vorige ver
gadering vastgestelde verordeningen op het heffen en
invorderen van een hoofdelijken omslag naar het inkomen.
B. en W. stellen voor aan deze opmerkingen, die
grootendeels van redactioneelen aard zijn, zooveel mogelijk
tegemoet te komen, en stellen daarom voor, enkele wij
zigingen aan te brengen. Tengevolge daarvan zal ver
vallen, dat tot het inkomen zal worden gerekend 4/5
van het vruchtgebruik van de goederen van minderjarigen
beneden den leeftijd van 20 jaar, terwijl tevens bij het
bepalen van het zuiver inkomen ook wordt afgetrokken
de personeele belasting in haar geheel genomen.
Naar aanleiding van het voorstel om te laten vervallen
dat tot het inkomen ook gerekend zal worden het vrucht
gebruik van minderjarigen beneden den leeftijd van 20
jaar en zulks voor 4/5 ontstaat nog een vry langdurige
discussie.
De heer Kraakman heeft geen bezwaar het artikel
te laten vervallen alleen door vruchtgebruik te veran
deren in vruchtgenot zal het artikel misscoien gehand
haafd kunnen blijven, doch dan zou hij de woordeo »voor
4/6 gedeelte" willen schrappen. Hij wijst er ook op, dat
mogelijk bezwaar is gemaakt, omdat in een der afschriften
voorkwam 12jarigen in plaats van 20jarigen leeftijd
een vergissing van den eopiïst.
De heer Boelmans ter Spill acht de bepaling
niet noodig, er is duidelijk opgegeven wat onder inkom
sten wordt verstaan en daaronder valt het vruchtgenot.
De bepaling 20jarigen leeftijd acht hij niet gewenscht,
omdat dan niet zou worden getroffen het vruchtgenot
van goederen behoorende aan kinderen van 20 tot 23 jaar.
Na eenige gedachtenwisseling tusschen de heeren Cohen
Stuart Kraakman en Boelmans ter Spill is de laatste
het ten slotte eens dat de bepaling kan blijven waar
van vruchtgenot gesproken wordt. In dien zin wordt
het artikel thans gewijzigd.
Aangaande den aftrek van de personeele belasting
wordt door den heer Glinderman opgemerkt, dat
deze alleen de hoogste klassen ten goede zal komen, daarom
beveelt hij evenals vroeger aan den aftrek voor kinderen
een volgend jaar te overwegen, als tegemoetkoming voor
de lagere klassen.
De wijzigingen worden daarna alle goedgekeurd,
©emeentefoegroollng, dienst 1902.
11. Wordt overgegaan tot behandeling der gemeente-
begrooting voor 1902.
Algemeene Reschonwingeu.
In de le sectie is de opmerking gemaakt, dat,
waar het batig saldo van den dienst 1901 ad ruim t 15000
bij deze begrooting versmelt tot een post van onvoorzien
van slechts bijna f 4000, de hoofdelijke omslag is ver
hoogd met f 2500 en voorgesteld wordt een geldleening
aan te gaan van f 7000, terwijl verscheidene noodzakelijke
posten op de begrooting worden gemist de financieele
toestand der gemeente niet boven alle bedenking gunstig
mog worden genoemd.
Over de algemeene beschouwingen verlangt niemand
het woord.
Uitgaven.
Hoofdstuk I, hosten van huishoudelijk bestuur.
Bij artikel 5 Bureaukosten van den ontvangerwaar
voor is uitgetrokken f 1000heeft de le sectie de
wenschehjkheid uitgedrukt, om den klerk van den ont
vanger tot gemeente-ambtenaar aan te stellen zij achten
dat in het belang der gemeente, zoowel als in dat van
dien persoon zelf.
B. en W. antwoorden, dat zij aan deze zaak de noodige
aandacht zullen schenken bij de door hen toegezegde in
structie van den ontvanger.
De heer Vonk acht het rationeel thans in principe
nit te maken of de klerk gemeenteambtenaar zal worden,
dan behoeft men daarover later niet weer te spreken.
De heeren de Groot, de Wit en Kraakman ondersteu
nen dit denkbeeld.
De heer Bosman vraagt, of, indien de bedoeldo
persoon gemeenteambtenaar wordt, dit niet zal schaden
aan de verantwoordelijkheid van den ontvanger. Als
gemeenteambtenaar is de klerk meer zelfstandigdan
wanneer hij benoemd wordt door den raad.
De Voorzitter meent, dat hut volstrekt niet zeker
is of de raad den klerk zal benoemen. De benoeming
zal eerdei door B. en W. geschieden en mogelijk even
goed door den ontvanger.
De heer Vonk vindt, dat de tegenwoordige toestand
dit bezwaar heeft, vooral voor den betiokken persoon,,
dat de gemeente ontvanger niet aan hem is gebonden.
Bij een aanstelling tot gemeenteambtenaar verandert dit
niets aan den toestand van den ontvan.er, derhalve is
er geen bezwaar tegen.
De heer Glinderman is het met dit laatste vol
komen eens, do ontvanger is een comptabel persoon, de
klerk niet. Voor den klerk wordt de positie vaster, da
gemeente heeft de zekerheid, dat hij, wanneer er een
ander ontvanger komt, zal bljjven, en dat is een voordoe^
terwijl hot geen verandering brengt in den feitelijken
toestand.
De heer Bosman heeft geen bezwaar, als de ver
antwoordelijkheid van den ontvanger niet wordt verzwakt.
De heer Kraakman meent, dat de poitée van het
thans te nemen besluit is, dat de gemeenteraad in principe
besluit den klerk tot gemeenteambtenaar te maken. Hoe
de benoeming geschieden zal, wordt thans niet uitge
maakt, dat komt later ter sprake bij de behandeling
der instructie.
Zonder hoofdelijke stemming wordt thans dit besluit
goedgekeurd.
Omtrent art. 7, presentiegelden der leden van den Raad,
waarvoor op de ontwerp-begrooting geen gelden zijn uit
getrokken, vermeldt het algemeen rapport, dat de le
sectie eenstemmig van oordeel is, dat voortaan presen
tiegeld gegeven moet worden, dat zij zou willen be
palen op f 2.50 per zitting. Daarom stelt zij voor dit
volgnummer te brengen op f 450.
B. en W. vereenigen zich met dit denkbeeld, het
bedrag zal echter, op aanvraag van den gemeenteraad,
door Ged. Staten moeten worden vastgesteld. De post
moet echter, als men rekent op 12 vergaderingen, min
stens op f 510 worden gebracht.
Met algemeene stemmen wordt deze post goedgekeurd
tot eon bedrag van f 510. De le sectie had niet mede-
gerekend hot presentiegeld voor de wethouders.
Bij art. 16 onderhoud en aankoop van meubelen komt
voor een post van f 300 voor 20 nieuwe stoelen in
de trouwkamer 2e klasse, welke post de le sectie met
f 200 zon willen verminderen, daar zij de stoelen nog
alleszins voldoende acht. f 100 zou men willen beste
den aan het meubilair in de andere localen. B. en W.
handhaven echter hun voorstel.
De Voorzitter merkt bij dit artikel op, dat bij
het trouwen gewoonlijk uit alle hoeken stoelen bij elkaar
moeten worden gebracht. Daarom vooral handhaven B.
en W. hnn voorstel.
De heer Staart en Kraakman verdedigen het
govoelen der le sectie, dat de stoelen voldoende zijn en
dat met f 100 in gebrek aan stoelen wel kan worden
voorzien.
De Voorzitter acht het wenschelijk het meubilair
ook weer in overeenstemming te brengen met de kamer
in haar geheel.
De heer Stoel stelt een middenweg voor en
zou f 200 willen toestaan.
Het voorstel van de le sectie wordt in stemming gebracht
en verworpen. Vóór stemden de heeren Kraakman,
Glinderman, V ouk, Janssen, Uitenbosch
en Cohen Stuart.
De post wordt daarna goedgekeurd.
Voor art. 22 abonnement op het Staatsblad, provinciaal blad
en dagbladen is uitgetrokken f 80. Op de vraag van een
lid der le sectie, waarom die post weer f 30 hooger is
dan in 1900, antwoorden B. en W., dat meerdere abon
nementen op vakbladen misschien wenschelijk worden geacht.
Bij do post voor aankoop van boekwerken, wordt, naar
aanleiding van een vraag in de eerste sectie gedaan over
een het vorig jaar gedane toezegging door B. en W.
geantwoord, dat de lijst der voorhanden zijnde boekwerkon
voor de raadsleden in bewerking is. Goedgekeurd.
Hoofdstuk II. Kosten van invordering der plaat-
selvike belasting.
De post kosten der kleine veemarkten is f 100 hooger
uitgetrokken, met het doel de jaarwedden der markt
meesters elk mot f 25 te verhoogen.
Uit het sectierapport en de memorie van antwoord
blijkt, dat de post onkosten van de Waag met f 200 moet
worden verminderd, zooals B. en W. ook voorstellen, daar
op den staat van den architect tweemaal die som voor
dezelfde post is uitgetrokken. Verder herinneren B. en W.
bij dit volgnummer er aan, dat de jaarwedden der schrijvers
aan de Waag bij de begrooting voor 1901 met f 25 zijn
verhoogd, zij verklaren zich bereid, en dit dient als ant
woord op een vraag der 1 sectie, of er termen zijn om
tot verboogiug dier jaarwedden over te gaan, om znlks
bij een volgende begrooting te overwegen. De jaarwedde
van den marktmeester der groentenmarkt is vorhoogd met
f 35 en alzoo gebracht op f 185.
De 1 sectie noodigt B. on W. uit te overwegen, of de
marktmeester der Vischmarkt niet evenzeer in aanmer
king komt voor verhooging en zegt ten slotte, dat zij bij
de behandeling van dit hoofdstuk van oordeel is, dat de
controle op de markten, de stadsreiniging enz. niet vol
doende is. Van B. en W. zou zij gaarne willen weten,
hoe hun college denkt over het aanstellen van een ambte
naar, met de controle belast, die thans deels op onvol
doende wijze door de agenten van politie, deels niet of
zoo goed als niet wordt gehouden.
B. en W. zijn van meening dat de jaarwedde van den
marktmeester der Vischmarkt niet behoort te worden
verhoogd het aanstellen van een ambtenaar, als de sectie
bedoelt, zullen zij gaarne overwegen.
De heer Vonk neemt genoegen met de toezegging
aangaande de jaarwedden van de schrijvers aan de waag.
Hij voegt er echter aan toe, dat de verhooging van
f25 in 1901 werd toegekend voor de werkzaamheden op
maandag.
De Voorzitter zegt dat de heer Vonk slechts be
trekkelijk gelijk heeft. De instructie luidt, dat meerdere
diensten van hen kunnen worden gevorderd, feitelijk zou
den dus ook zonder verhooging meer werkzaamheden van
hen kunnen worden gevorderd.
Den heor Kraakman schijnt het toe, dat B. enW.
instemmon met het denkbeeld in de le sectie geopperd
om een ambtenaar aan te stellen belast met de contrólo
op de marktgelden. Hij hooptdat het onderzoek naar
de mogelijkheid een nader rapport teugevolge zal hebben.
De Voorzitter zegt dit toe, waarna het hoofdstuk
wordt goedgekeurd.
Hoofdstuk III. Kosten van onderhoud van ge
meenteeigendommen. Totaal bedrag vau dit hoofdstuk
51202,30.
Atd. I. Jaarwedden, geraamd op f 4642.
Afd, II. Onderhoud van gebouwen, dag en weekgelden
van werklieden en bedienden.
Als buitengewone werken zijn hieronder begrepen:
eenige herstellingen aan het stadhuis nieuwe gordijnen
voor het ijkkantoor, verven en vergulden van het voet
stuk en hek van hot monument in het Victoriepark
benevens herstellingen aan de Nieuwe Doelen een een
ander tot een bedrag van 727.
De 3e sectie vraagtof het noodig is jalousiën aan
te schaffen voor Prinsenzaal en Besognekamer en of de
gemeente verplicht is te zorgen voor nieuwe gordijnen
voor het ijkkantoor.
B. en W. kunnen met het denkbeeld om geen jalousiën
aan te brengen in genoemde zalen zich vereenigen, zoodat
de post met 152 verminderd kan worden. Volgens
contract van verhuring moet de gemeente zorgen voor
gordijnen in het ijkkantoor. Goedgekeurd,
Bij art. 2, dag en weekgelden, wordt door de le sectie
verzocht de jaarwedden der opzichters voortaan onder
art. 1 te brengen en gevraagd of B. en W. kunnen
meegaan met het voorstel van den architect om de
jaarwedden der beide opziehters te verhoogen en zoo ja,
tot welk bedrag, tegen de post van 200 voor een teo-
kenaar heeft men geen bezwaar.
De 2e en 3e sectie wenschen het salaris van de
opzichters de Vries en Tromp met 100 te verhoogen,
daar men van meening is, dat dezen ambtenaren, evenals
den architect verboden is voor particulieren werk te
verrichten.
De 3e sectie verondersteltdat het niet de bedoeling
is den aan te stellen teekenaar als ambtenaar te be
schouwen.
B. en W. vereenigen zieh met het gevoelen der le
sectie wat het overbrengen van de post betreft. Ten
aanzien der jaarwedden van de beide opzichters merken
zij op dat deze in 1900 elk met 100 zijn verhoogd
onder verbod van het werken voor particulieren. Vindt
de Raad het wenschelijk weer tot verhooging te moeten
overgaan, dan zullen zij zich daar niet tegen verklaren.
De heer Kraakman zegt, dat de le sectie de reden
om verhoogÏDg van de jaarwedden der beide opzichters
ter sprake te brengen heeft geput uit het verslag van
den architect. Zij is daarop geenszins voornitgeloopen
en heeft bescheidenlijk aan B. en W. gevraagd of B. en
W. met het advies van den architect mee knnnen gaan
en zoo ja tot welk bedrag. Hij acht het in het algemeen
wenschelijk dat bij de verhooging van jaarwedden van
ondergeschikte ambtenaren steeds het advies van den
boven hen geplaatsten ambtenaar in aanmerking moet
worden genomen. Met genoegen zal hij vernemen dat
B. en W. geen bezwaar maken beide salarissen met
f 100 te verhoogen.
B. en W. hebben daartegen geen bezwaar, waarna de
verhooging wordt goedgekeurd.
De heer Bosman vestigt nog eens de aandacht op
de bepaling dat de opzichters geen werk voor particu
lieren verrichtenhij meent dat dit verbod wel eens
overtreden is.
De Voorzitter deelt mede, dat dit ook aan B. en
W. was gebleken waarom zij de beide ambtenaren nog
eens aan het bestaan dier bepaling hebben herinnerd.
Afd. III. Wegen straten pleinen enz.
Art 1. Onderhoud straten. De 3e sectie vraagt of
het niet gewenscht is te onderzoeken of de Ben-Ahin-
keien geschikt door ijzerkeien Iron-Bricks vervangen
kunnen wordenwaarop B. en W. antwoorden bereid te
zijn een proef te nemen met Scoriae-Bricksais goed
gevonden wordt de geraamde f 770 voor Ben-Ahin-keien
daarvoor te gebruiken.
De Voorzitter meent dat de 3e sectie bedoelt de
Scoriae-Bricks die beter zijn. De andere worden meer
gebruikt voor trottoirs, de eerste zijn van boven effen,
niet geruit.
De heer van den Bosch bevestigt dit.
Nadat de heer de Groot heeft opgemerkt, dat de
Scoriae-Bricks bij het Rijk veel worden gebruikt en goed
voldoen en de Voorzitter erop heelt gewezen, dat
de Ben-Ahin keien door uitputting der groeven duurder
zullen worden, wordt besloten vóór het stadhuis een
proef te nemen; het geraas der rijtuigen zal dan ook
zeker verminderen.
Het artikel wordt goedgekeurd.
Wordt vervolgd.
Toor de Boeren.
Wie zijnen vrienden een schoon en uniek St. Nicolaas-
of Kerstgeschenk geven wil en daardoor tevens iets voor
de vrouwen en kinderen in de moordkampen offeren,
koope het boekwerk darmen pro Invictis door movr.
Waszklewicz-van Schilfgaarde uitgegeven ter eere der
gevangen Boerengezinnen.
Het werk, dat fraai gedrukt is op Oud Hollandsch
papier, bevat gedichten o.a.van Sully Prudhomme,
Ja- n Aioard, Paul H. Loyson, Björnson, de Bozis, Romilly,
Biedma, den bij Elandslaagte gesneuvelde M. Scham r,etc.
etc. De handteekeningen der schrijvers zijn geautogra-
pheerd. De prijs is ingenaaid f 2.90, geb. in een door
Toorop ontworpen band f 4.50.
Hengstenkeurlng.
Te Schagen is den 12, vanwege de vereeniging
»Het Nederlandsch Paardenstamboek" de verplichte heng-
stenkeuring gehouden, ingevolge de wet op de paarden
fokkerij. Ter keuring werden aangeboden 18 twee en een
halt-jarige en oudere hengsten waarvan goedgekeurd
werden Haiduk, Adalbert, Adolf en Bilsteiu, van de
vereeniging Hollands Noorderkwartier Sultan, van den
heer N. D. Kaan, te Anna-PaulownaWilhelm, van den
heer P. Clay, te Obdam Felix Faure, van de heeren K.
A. Kaan Co. te Anna Paulowna Frank, van den heer
N. D. Kaan te Anna Paulowna en Labori, van de heeren
Jn. Breebaart Kz. Co. te Winkel. Aangehouden werden
Batir, van den heer J. Smit te Spanbroek Joubert, van
den hear H. Waiboer Az. te WinkelChristiaan van den
heer N. D. Kaan te Anna Paulowna.
Drie hengsten werden atgekeurd op cornage en drio
op bouw, stand en gang.
De commissie voor bouw, stand en gang bestond uit
de heeren majoor Punt te 's-Gravenhage, C. Oudijk te
Waddinxveen en H. Costermans te Eist, plaatsvervangers
de heeren G. C. Hulst te Zijpe en Job. Plet, rijksveearts
te Heerenveen. De keuringscommissie op cornage bestond
uit de heeren P. Brouwerluitenant-paardenarts te
's-Gravenhage, C. Taueirijksveearts te Rotterdam en
A. W. Heidema, rijksveearts te Groningen. Als militair
lid der regelingscommissie van rijkswege was aanwezig
de heer de Jonge van der Halen, kapitein der veldartil
lerie te 's-Gravenhage. De longeer-manege heeft eene
vaste plaats voor de keuringen gekregen op een terrein
van den heer van der Horst alhier.