WINTERDIENST.
Buitenland.
Advertentiën.
alle dienstregelingen van
den TRAM n. h. STATION,
TRAMS, BOOTEN en SPOOR,
~üitg.HEfclMs.COSTER k ZOON, Alkmaar.
van Alkmaar naar elders.
De Voorzitter kan in geen geval meegaan met
een uniforme verhooging volgens het advies van den
directeur zijn er personen onder, die niet voor verhoo
ging in aanmerking knnnen komen.
De heer Uitenboseh merkt op, dat waar de direc
teur bij een vorige begrooting zijn loon zag stijgen met
f 200hij er toch niet tegen kan zijn dat dat der
werklieden verhoogd wordt met f 25 per jaar. Die ver
hooging zal ook voor hen een aansporing zijn tot meer
deren ijver.
De heer d e W i t heeft wel zooveel vertrouwen in den
directeur dat hij een nader advies aan B. en W. zou
willen aanbevelen waar van den Ende het noodzakelijk
oordeelt zal hij daar zeker op wijzen. B. en W. kunnen
dan een volledige herziening ter hand nemen en tevens
regelen de uitkeering bij ziekte.
Met een enkel woord wijst de heer Uitenboseh
ook op de nitkeering bij ziekte aan de werklieden der
gasfabriekwaarnaar de Voorzitter hem aanbeveelt
eens een onderzoek te doen.
De heer Kraakman is van gevoelen, dat de arbeiders
moeten weten onder wie zij staan. Waar de raad wil
treden in een onderzoek der loonen gaat men te ver
waar de arbeiders een loon ontvangen dat hij billjjk en
rechtvaardig acht is er dunkt hem reden tot tevredenheid.
Boven hen staat de directeurdiens advies moet worden
gevolgd het eindoordeel moet blijvon aan B. en W.
Men moet hnn geen andere regeling opdringen men
wachte een nader rapport af en hij hoopt, .dat dat ook
voor den heer Uitenboseh bevredigend zal zpn.
De heer Borman zegt, dat de stelling: geef den
arbeider een goed loon en zij zullen ijveriger worden
verkeerd is. Men moet ze een hooger loon geven als
zij ijverig zijn.
De heer Moens heeft straks het idéé van den heer
Uitenboseh ondersteund, omdat bij deze begrooting ook
het loon voor de plantsoenarbeiders, die veei lichter werk
hebben, verhoogd is. Daarom komt het hem billijk voor,
eene verhooging van f 0,50 toe te staan de loonstandaard
vordert dat naar zijn meening.
De Voorzitter meent tochdat men niet allen
over één kam kan scheren er zyn er onder deze arbeiders
ook, die volstrekt geen zwaar wsrk doen, bijv. een sor
teerder van lompen. De stelling van den heer Uitenboseh
gaat volgens hem alleen op voor goede werklieden.
De heer Moens zou dan toch nu maar vast die werk
lieden willen verhoogendie het volgens den directeur
wel zouden verdienen.
Nadat de Voorzitter heeft beloofd, dat B. en W.
een nader overleg zullen plegen met den directeur, wordt
de discussie over dit punt gesloten.
De heer Uitenboseh beveelt ten slotte nog aan om
het onderhond voor den reinigingsdienst, b.v. dat der
paarden, waar dit mogelijk is pnbliek aan te besteden
of althans meerdere ingezetenen daarmede te begunstigen.
De Voorzitter' zegtdat dat laatste gebeurt. Wat
het beslaan der paarden betreft, dat doet bij voorkeur één
hoefsmid die de paarden ééamaal kent.
De heer Kraakman meent, dat de raad zich met het
beslaan der paarden niet moet bemoeien, men kan daar
over niet oordeelen en moet dat aan den directeur overlaten.
De Voorzitter belooft, dat op den wensch van den
heer Uitenboseh waar bet kan, zal worden gelet, waarna
de post wordt goedgekeurd.
Hoofdstuk VI. Kosten van het onderwijs.
Afd. I. Lager onderwije.
Art. I. Jaarwedden der onderwijzers.
Op de begrooting is voor jaarwedden f 100 meer uit
getrokken voor een salarisverhooging van twee onder
wijzers met verplichte acte wiskunde. Opgemerkt wordt
voorts, dat een nieuwe vaststelling der jaarwedden krach
tens art. 26 al. 8 der Wet zal moeten plaats hebben.
De le sect'e stelt voor de post met f 100 te vermin
deren, in afwachting der ophanden zijnde herziening der
salarisregeling ingevolgde de Wet van 24 Juni 1,1.
Bij deze afdeeling vraagt de sectie, of het wenschelijk
is een bedrag uit te trekken voor schoolartsen, ter wijl
bovendien twee leden voorstellen een memoriepoBt nit te
trekken ter oventneele snbsidieering van de particuliere
commissie voor schoolvoeding en bleeding.
Met het eerste voorstel kunnen B. en W. zich niet
vereenigen. Zij zijn verder niet voornemens een voorstel
te doen tot aanstelling van schoolartsen en achten hot
alvorens een memor epost uit te trekken voor school-
voeding en kleedingwonschelijk af te wachten of de
commissie aan subsidie behoefte zal blijken te hebben.
De heer Oohen Staart achtte het beter de f 100
te schrappen, omdat men in moeielrjkheden zou kunnen
komen, wanneer de salarisregeling der onderwijzers wordt
herzien. Daar dit toch binnen heel korten tijd zal moe
ten gebeuren vond hij dat meer practisch.
De V oorzitter meent, dat waar van die onderwijzers
de acte wiskunde is geëischt eene verhooging moet wor
den toegekend, moeielg li heden voorziet hij niet.
De heer Oohen Stuart heeft dan ook geen be
zwaar de f 100 te voteeren. Verder merkt hij op dat B.
en W. een onbevredigend antwoord gaven inzake de aan
stelling van schoolartsen. Waar autoriteiten op het ge
bied der schoolhygiene die aanstelling noodig achten,
meende hijdat men toch wel een onderzoek naar de
wenBchelijbheid en mogelijkheid kon doun.
De heer Boelmans ter Spill herinnert er aan,
dat reeds vroeger deze zaak ter sprake is geweest, doch
afgestuit is op financieele bezwaren.
De heer Cohen Stuart noemt dat een zwak pnnt,
de kosten hadden geen bezwaar mogen zijn.
De heer Boelmans ter Spill beveelt den vo-
rigen spreker aan eens na te lezen wat er vroeger over
die zaak is gezegd.
De heer Bosman meent, dat er ook bezwaren aan
de uitvoering waren verbonden wat de heer Kraak
man bevestigt.
Nadat de beer Cohen Staart een nader onderzoek
heeft in overweging gegeven en de heer Uitenboseh
heeft medegedeeld dat te Purmerend, naar hem werd
verzekerd, een schoolarts is aangesteld, werd de zaak als
afgehandeld beschouwd.
Omtrent de f 100 die meer uitgetrokken zijn, zegt de
heer Kraakman, dat de verhooging niet kan worden
toegekend dan na wijziging der verordening op de jaar
wedden. Als credietpost, die eerst na de wijziging wordt
uitgekeerd, kan zij er, meent hij, alleen op blijven.
De V o o r z i 11 e r zegt, dat er dns geen bezwaar is
de post nit te trekken, waarna ze wordt goedgekeurd.
Omtrent het antwoord van B, en W. op de vraag of
het gewenscht is een memoriepost uit te trekken voor
schoolvoeding en -kleeding zegt da heer Vonk, dat de
twee leden der sectie in tegenstelling met B. en W. niet
wenschen af te wachten of de commissie om subsidie
komt vragen. In verband met de leerplichtwet beschouwt
hij de zaak niet als publieke liefdadigheid, maar als iets
waarin ook door de gemeente moet worden voorzien.
Uit principiëele redenen kan, wanneer het zaak van
particuliere liefdadigheid is, iemand niot wenschen er toe
bij te dragen en wordt er dus een zwaarder plicht gelegd
op de overige burgers. Waar het gaat uit de gemeente
kas draagt de geheeln burgerij er toe bij.
De heer Boelmans ter Spill erkent, dat enkele
menschen de plicht der liefdadigheid liefst van zich af-
schniven. Toch zon hij het verkeerd vinden, als nn op
het denkbeeld van den heer Vonk werd ingegaan, zeker
zonden de bjjdragen niet zoo ruim vloeien. Mocht het
blijken, dat subsidie noodig is, dan zal de raad, naar hij
u eent, niet achterblijven.
De heer Uitenboseh vereenigt zich geheel met
hetgeen de heer Vonk gezegd heeft en doet mededeeling
van verschillende plaatsen, o.a. Hoorn, Arnhem, Tietjerk-
steradeel e. a., dio f 100 of meer uittrokken.
De heer Moens verklaart zich ook voor het voorstel,
de heer van den Bosch gaat met den heer Boelmans
te Spill geheel mede.
De heer Vonk betoogt nog, dat het uittrekken van
een memoriepost de commissie de verzekering geeft, dat
men niet vergeefs bij den raad zal komen. Men verbindt
zich verder tot niets.
Het practisch resultaat daarvan acht de heer Boel
mans ter Spill nihilde stemmiug over het voorstel
zal onzuiver zijn daar men wel voor het beginsel kan
zijn en niet voor de memoriepost.
Nadat de beer Kraakman heeft verklaard de mee
ning van den wethouder te deelen en geconstateerd is
dat de stemming niet betreft het beginsel om subsidie
te verleenen, wordt het voorstel van den heer Vonk in
stemming gebracht en met 4 stemmen vóór verworpen.
Vóór stemden de heerenUitenboseh, Moens, Vonk
en Kool.
Afd. II. Middelbaar en Hooger onderwijs.
Art. 1. Hooger onderwijs.
De le sectie beveelt de inrichting voor Hooger on
derwijs in de bijzondere aandacht aan.
De heer Cohen Staart heeft de opmerking om
trent de inrichting voor hooger onderwijs gemaakt naar
aanleiding van het artikel van den heer Holwerda in de
Alkm. Courant. Daarin is gezegddat de inrichting
meer kwaad dan goed doet. Dit oordeel is niet tegen
gesproken daarom zou hij B. en W. willen opdragen
de opinie van dr. Moltzer te vragen, en indien deze van
hetzelfde gevoelen isin 1903 de subsidie niet meer
willen toestaan.
De heer Kraakman meentdat de zaak eerst
nauwgezet dient te worden overwogen. Er is bij de
benoeming van oen tweeden leeraar op aangedrongen
dat er een commissie van toezicht zon zijn of dat B.
en W. dat toezicht zouden op zich nemen. Dat acht hij
aan te bevelen. Over den aard der inrichting kan verder
met dr. Moltzer geconfereerd worden. Hij blijkt ook
van oordeel, dat de inrichting niet zoo is, als de raad
zich die voorstelde. Zijn verlangen isdat B. en W.
nader tapport znllen uitbrengen.
Het artikel wordt daarna goedgekeurd.
Art. 5. Subsidie Huishoud- en Industrieschool.
De le sectie herinnert B. en W. er aan, dat de ver
hoogde subsidie is toegestaau onder nader vast te stellen
voorwaarden en verzocht daartoe een voorstel in te dienen.
Met deze opmerkingen znllen B. en W. rekening honden.
Goedgekeurd.
Hoofdstuk IX. A t. 2. Wachtgelden.
Voorgesteld is door B. en W. aan de gemeente-werk-
liedeu J. GrootJ. KeijsperJ. Koop A. Blom en
A. Haker wachtgeld toe te kennen respectievelijk van
f 226,44, 268,92, f 182 41, f 182,54 en f 278.
Goedgekeurd met de bepaling dat dit voor een jaar geldt.
Inkomsten.
Hoofdstak I. Ontvangsten wegens vroegere diensten.
Art. 1. Batig slot der laatste gemeenterekening ad f 10116 77,
Bij nadere missive is deze post verhoogd met f 5259.
zijnde het bedrag, dat van het Rijk moest worden ont
vangen voor afgestanen grond nabij het Rijks-Opvoedings
gesticht. Dit bedrag was geraamd op de begrooting voor
1901 als gedeelte van het batig saldo van 1900. De
gelden kwamen echter in Maart 1901, zoodat de ont
vanger dat bedrag boekte onder de ontvangsten voor
dat jaar. Het was aan de aandacht van B. en W. ont
gaan. Derhalve wordt de post van art. 1 gebracht op
1 15375,77.
Hoofdstak III. Ogbrengst van belastingen en heffingen.
Afd. II. Plaatselijke betastingen.
Art. 1. Hoofdelijke omslag.
B. en W. stellen in verband met hetgeen bij Hoofdstuk
I is opgemerkt voor, de post te verminderen met f 2500
en terng te brengen op f 50000.
De 3e sectie kan zich daarmede zeer goed vereenigen.
Art. 21. Belasting op tooneel- en andere vertooningen.
Dj le sectie ziet gaarne eene spoedige herziening der
verordening op deze belasting tegemoet.
Afd. III. Heffingen voor gebruik van openbare plaatsen, enz.
Art. 6. Begrafenisrechten. De le sectie verzoekt B.
en W. te overwegen in hoeverre het wenscbelijk en uit
voerbaar is de verordening zoodanig te wijzigen, dat zij,
die slechts een geringe nitkeering nit een begrafenis- of
uitkeeringsfonds genieten van de betaling der begrafe-
nisgelden worden vrijgesteld.
Boide zaken zullen B. en W. gaarne in overweging
nemen een voorstel als bij art. 6 wordt bedoeld is van
hen te verwachten.
Goedgekeurd nadat de post hoofdelijke omslag van
f 52,500 is gebracht op f 50,000.
De begrooting wordt daarna vastgesteld in ontvaug
en nitgaaf op f 873,748,35I/2 met een post voor onvoor
ziene uitgaven van J 278l,7y1/2.
Jaarwedde directeur der gasfabriek.
Door den V oorzitter wordt medegedeeld dat het
salaris van den direeteur der gasfabriek met f 200,is
verhoogd, op motieven door de commissie der gasfabriek
en B. en W. in geheime zitting medegedeeld.
De heer Kraakman verklaart met het voorstel zich
te hebben knnnen vereenigen om redenen, die niet dan
tot eer strekken van den heer Ken ens.
Hij merkt op dat het request van den beer Kenens
dateert van medio Mei en stelt daarom voor, de verhooging
te doen ingaan op 1 Jnli 1901.
Alzoo wordt besloten.
Ontslag onderwijzer.
Nog deelt de Voorzitter mede, dat vóór de avond
zitting is ingekomen een verzoek om ontslag van den
heer J. Faberonderwijzer aan de le gemeenteschool
wegens benoeming te Amsterdam.
Adressant vraagt dat ontslag te doen ingaan op 1 Jan.
a.s.; bet hoofd der school bericht geen bezwaar daartegen
te hebben.
Het ontslag wordt tegen geraelden datum eervol verleend.
Niets meer aan de orde zijnde, wordt de openbare ver
gadering te ongeveer elf nnr gesloten en gaat men over
in een geheime zitting, ter behandeling van het le sup-
pletoire kohier van den hoofdelijken omslag, dienst 1901
en eenige belastingreclames.
DUITSCHIi&Hr». Wij hebben reeds eenige malen
melding gemaakt van den tragiscben dood van den luite
nant Blaskowitz, die gedwongen werd met een zijner
vrienden te duelleeren, dien hij in zijn dronkenschap een
slag gegeven had. De minister van oorlog, dc algemeenc
verontwaardiging over dit ergerlijke feit duchtende, heeft
den luitenant H ldebrand (die met Blaskowitz duelleerde)
eenigen tijd verlof gegeven.
De verloofde van Blaskowitz is uit smart waanzinnig
geworden.
Om vijandige volksbetoogingen te voorkomen tegen
het regiment infanterie no. 45, waartoe Hildebrand be
hoorde, is dit regiment uit Insterburg naar Lyek verlegd.
HWGHLANID. Thans heeft ook Brodrick, de minister
van oorlog, een redevoering gehouden, waarvan de quint
essence precies dezelfde is als van die van Chamberlain
en Salisbury. De oorlog was onvermijdelijk, het ging om
bet Engelscbe gezag in Zuid-Afrika, geen krijg werd ooit
humaner gevoerd en de sterfte onder vrouwen en kinderen
is geenszins te wijten aan minder goede behandeling,
doch aan de domheid en koppigheid der vrouwen, die de
raad der doctoren niet inroepen, althans niet opvolgen.
De minister eindigde zijn rede aldus
»De regeering is zoozeer overtuigd van de noodzakelijk
heid om vol te houden en den tegenstand der Boeren
uit te putten, dat zij voornemens is Kitchener versche
troepen toe te zenden om de vermoeide troepen, die hij
nn heeft, af te lossen. Zelfs heeft een onzer koloniën ons
haar hnlp aangeboden.
Intnssehen is te Camberwell een radicaien-meeting
gehouden, gepresideerd door een kolonel van den geue-
ralen staf van het Engelsch Indische leger, Hier werd een
ganseh niet ministerieele toon aangeslagen. De voorzitter
wees op de noodzakelijkheid om een eind te maken aan
het stelsel van coneentratiek impen anders zon eenmaal
Engeland zelf om recht roepen en niet gehoord worden.
Er werden brieven voorgelezen, o.a. van den heer G.
W. E. Rnssell, die schreef
Altijd, sinds Jnli 1899, te pas en te onpas, bij goed
of bij slecht nieuws, heb ik van den oorlog in Zuid-
Afrika hetzelfde getuigd: Het is een reusachtige misdaad.
Eu een van de ergste elementen daarvan is het afmaken
van onschuldigen in de concentratiekampen.''
En de heer Frederic Harrison schreef
»De afgrijselijkheden van deze kampen voor vrouwn
en kinderen vormen een tragedie die sinds een eeuw of
wellicht nog ranger zonder weerga is. Het is een officieel
erkende en goedgekeurde moordpartij, waardigljjk gevolgd
door de huichelarij, waarmee dat een maatregel van
humaniteit wordt genoemd."
Er werd, met algemeene stemmen op één na, een motie
van William Crook aangenomen, waarbij de vergadering
haar afschuw uitsprak over de concentratiekampen en
de Regeering, als verantwoordelijk voor de kampen, ver
oordeelde.
De Engelsche torpedoboot »Ariel" is door het pant-
serdekschip .Formidable" op sleeptouw genomen naar
Malta, daar ze aanzienlijke schade had geleden op een
onlangs ondernomen vaart in zwaar weer.
FKt\'KEi. Den 13 is te Nantes een redevoering
gehouden door jhr. Sandberg, gewezen adjudant van Botha.
Hij hing een droevig tafereel op van de martelingen
waaraan de vrouwen en kinderen in de concentratiekampen
blootstaan. De Engelschen zetten alle non combattanten
gevangen in de hoop van den moed der Boeren te doen
zakken. Zij trachtten de vrouwen en kinderen uit te roeien,
daar zij de Boeren niet door wapengeweld kannen over*
winnen.
De spreker las stukken voor nit Engelsche bron waarin
de treurige tooneelen in de concentratiekampen worden
beschreven. Hg werd door de talrijke aanwezigen zeer
toegejuicht.
Da voorzitter van de vereeniging deelde mede, dat een
comité zou worden gevormd om bijstand te verleenen
aan de slachtoffers van de concentratiekampen.
PHIJS 3 CHITS,
bezattende