Honderd en derde jaargang.
1901.
VRIJDAG
29 NOVEMBER.
Amsterdamsche Brieven.
De voedering van het pluimvee.
NO. 143. Eerste blad.S
AlkNAARSCIii; COIRAVT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f O,SOfranco door het
geheele rijk f 1,
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone advertentiën t
Per regel f 0,15. Groote letters^naar plaatsruimte.J
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON, Vooidim 0 9.
Telefoonnummer 3.
XXIV.
Dit is almee de aardigste tijd van het jaar in Amsterdam.
De winkels zijn op 't mooist uitgestald, de drukte van
koopende en kijkende menschen is zeer groot, de gezichten
stralen zoowel van hen die het geld uitgeven als
van hen die 't ontvangen. Amsterdam is in de mid
daguren wel niet het Haagje met zjjn kearige equipages
en met zijn damesdie in haar houding en haar op
treden dat geheimzinnig-imponeerende van de aristocratie
aan den dag leggen, maar in dezen tijd ziet men in de
winkelstraten toch verscheidene gezichtjes, die daar anders
maar zelden zich vertoonen. Als de Benrs uitgaat en
's avonds vinden de meisjes uit betere kringen 't niet
oorbaar door de Kalverstraat te gaan en zij hebben
gelijk, want waar dit terrein op dien tijd dag aan dag
wordt in beslag genomen door de demi-monde heeft de
jongelingschap z;ch aan een brutaliteit gewend, die een
echte dame een gruwel is. Tegen St. Nlcolaas wordt
die alles echter anders, dan is 't een bont dooreengekrioel
van menschen met pakjes, allen hebben 't op hun manier
druk en voor de gewone Kalverstraat-amnsementen is
er geen tijd. Wie Amsterdam als bedrijvige stad dan ook
op z'n voordeeligst wil zioc moet komen in het laatst
van November of het begin van December.
Zondag met bet mooie weer was 't ook ongewoon
levendig op straat. Vele winkels waren open en er werd
druk verkocht. Nu is zoo'n Zondagsdrukte gewoonlijk
niet van de aangenaamste en daarom zou 't misplaatst
zijn al te veei medelijden te hebben met de dames en
heerendie een groot deel van den rnstdig in »Oos
Huis" doorbrachten met de loffeljjke bedoeling bet derde
congres van het Landelijk Onderwijs-Comlté
aan de volksontwikkeling ten goede te doen komen. Wij
zullen dit congres, dat in hoofdzaak gewijd was aan de
bespreking van het Herhalingsonderwijs, niet in details
volgen maar alleen enkele uitingen releveeren naar
aanleiding van het vraagpunt, wat door het Comité zou
kunnen worden gedaan voor een ruimere verbreiding
onder het volk van gezonder begrippen over het onderwijs
en de taak der onderwijzers. In de discussies over deze
aangelegenheid was 't de sociaal-democraat J. W. Gerhard,
die onder applaus der vergadering zijn verbazing erover
te kennen gaf, dat men van de onderwijzers verlangde,
dat zij bij de ouders liefde voor het onderwijs zouden
opwekken. Spr. achtte dit onmogelijk, omdat de onder wijzeis
zelf geen liefde voor het ouderwijs konden hebben wegens
hnnnen over het geheel slechteu maatscnappelijken toestand
en omdat zij ambtelijk niets in de school te zeggen hadden.
De heer Gerhard meende dan ook, dat voor een volgend
jaar op de agenda dit pnut moest voorkomen: Wat kan
het Landelijk Onderwiis-Oomité doen om de positie van
den onderwijzer stoffelijk en ambtelijk zoo te verheffen,
dat hij liefde voor 't onderwijs krijgt eD liefde voor de
school kan opwekken.
Meende de heer Gerhard werkelijk, dat hjj, toen hij
deze woorden sprak, werkzaam was in de richting van
het vraagpunt, hoe men gezondere begrippen over het
onderwjjs en de taak der onderwijzers onder het volk
zou kunnen brengen Een zoo brnut materialisme uls
door hem werd verkondigd kan met weergeven het gevoelen
van de meerderheid der. onderwijzers en 't deed ols dan
ook goed uit den mond van den heer Th. M. Ketelaa
een der populairste leden van het Bestuur vau den Boud
van Nederlandsche Onderwijzers, daartegen een ernstig
protest te hooren.
Dat de onderwjjzers en onderwijzeressen hun best doen
onder betere sociale omstandigheden te komen is hnn
recht en zij zullen niet kannen zeggen, dat zij door hiervan
gebruik te maken niets hebben verkregen. Maar 't is
voor hen beleedigend, dat zij zich aan deze studie met
tegenzin zouden hebben gewijd en hunne liefde voor den
dagelijksehen arbeid alleen door meer geld zou kunnen
komen. Voor de ouders zon 't ook wel wanhopig zpn,
wanneer zij wisten, dat zij de vorming en leiding nnuner
kinderen toevertrouwden aan mannen, die na het behalen
der acte niets deden dan mokken en niets voelden voor
het toch vrijwillig door hen gekozen beroep. Werkelijk,
als de congressen van het Landelijk Onderwrjs-comitó
dienstbaar gemaakt worden aan uitingen als van den
heer Gerhard, dan stichten zij veel meer kwaad dan goed.
Een ander congres, maar van oneiadig grooter betee-
kenis, wacht ons tegen den 16en December. Op dien
datum toch zullen te Amsterdam samenkomen de verte
genwoordigers van de organisaties van transport
arbeiders nit alle voorname havens van Europa en zij
zullen moeten beslissen, of de kansen voor den boycot
der Engelsche scheepvaart gunstig genoeg zijn om aan
Engeland den economischen oorlog te verklaren, ten einde
het gemartelde Boerenvolk van het juk van den over
weldiger te ontheffen. In de drie weken, die ons nog
van dien dag scheiden, zal het Nederlandsche volk nog
heolwat te doen hebben, zal 't de overtuiging bij zich
mogen omdragen, dat 't zynerzijds niets onbeproefd heeft
gelaten om het grootsche plan te doen slageD. Wanneer
men naast elkaar zal leggen den arbeid der werklieden
tijdens de periode van voorbereiding en dien van de be
zittende klasse in diezelfde periodedan staat 't te
vreezen, dat het verschil pijnlijk groot zal zijn en de
bootwerkers weinig vertrouwen zullen hebben op verdere
samenwerking voor een taak, waartegen zij alleen toch
niet zullen zjjn opgewassen. In drie weken kan intusschen
nog veel gebeuren en 't is een feit, dat do heilzame ge
volgen van den boycot meer eu meer beseft worden.
Misschien, als er een jiar vau voorbereiding was, zon
heel Nederland zieb kannen ontworstelen aan de schrik
beelden, die de tegenstanders daarvan hebben opgehangen,
maar zooveel tijd is er nietgaat do boycot op 1 Januari
in, dan is er nog kans op redding van het ongelukkige
restantje vrouwen en kinderen in de moordkampen, maar
langer mag de hulp niet, uitblijven, want als wij nog
eenige maanden verder zjjn, zullen ook zij den dood
door uitputting en outbsring gevonden hebben. Is er
geen vrouw en geen kind meer in Afrika, dan zullen
de tot wanhoop gebrachte vaders, eehtgenooten en zonen
naar alle waarschijnlijkheid geen hulp meer van Europa
begeerendan zullen zij vechten als mannen, die door
niets meer aan de aarde worden gebonden en dan zullen
zij Afrika zeker verlossen van den Eugelschmau. Maar
wee dau Nederland, als 't eenmaal komt te staan tegen
over den overwinnaar en moet stamelen, dat 't terug
gedeinsd is voor een middel, dat den Afrikaner in het
bezit had kunnen laten van wat hem dierbaar is boven
allesAls hot boycot-plan niet doorgevoerd
mocht kannen worden, moge 't dan zijn door gemis aan
solidariteit ondor de builenlandsche arbeiders en niet,
omdat Nederland in gebreke is gebleven alles te doen,
wat het initiatief van zjjn kloeke bootwerkers kon doen
slagen.
Wat er zoo nn en dan nit Afrika, dikwijls langs al
lerlei omwegen, tot ons komt, blijft er op wijzen, dat de
Boeren 't nog best geruimeu tijd knnnen volhouden.
Dezer dagen had ik het buitenkansje een Afrikaansche
vrouw te ontmoeten, die op zeer wonderlijke wijze aan
een concentratie-kamp was ontsnapt en op nog vreemder
wijze plaats op een schip naar Europa had weteu te
krijgen. Zij schrok, toen zij naderhand hoorde, dat zij
met een journalist had gesproken en ik heb baar plechtig
moeten beloven haar naam en haar avonturen te ver
zwijgen over het algemeen is 't toch een eigenschap
van de Afrikaners, dat zij o»u hekel hebben aan alle
conrantengeschrjjf. Ik had gaarne van haar geweten, hoe
werd gehandeld met het geld, dat nit Holland voor de
kampen werd gezonden. Dit mag ik wel zeggen, dat zij,
hoewel zes maanden opgesloten, nooit iets daarvan ge
merkt had. En tot straf voor mijne nieuwsgierigheid
kreeg ik deze bittere opmerking, dat ik de Eugelschen
in al hnn gemeenheid nog lang nie'; kende, want dat ik
anders zulk een naïeve vraag niet zou hebben gedaan.
't Wordt tijd, dat er eens iemand van Enropa wordt
uitgezonden om over üen waren stand van zaken in
Zuid-Afrika te rapporteeren. Onmogelijk is dit niet; via
Duilsch-Afrika hebben zich reeds velen bij de commando's
aangesloten. Doch daar deze dingeu niet behooren tot
het terrein van een Amsterdamschen briefschrijver, zullen
wij daarop maar niet verder ingaan.
(Slot.)
Eendenkuikens kunnen op dezelfde wijze gevoederd
worden als hoenderkuikens. Zij hebben echter een
grootere hoeveelheid noodig en daarom geeft men ze
hij het andere voeder meer groen, vooral klaver en
fijngehakte jonge brandnetels. De laatste worden met
het weekvoeder vermengd.
Een uitmuntend weekvoeder voor jonge eendjes be
staat uit gedroogde spoeling of versche bierdraf, waarbij
men '/io van bet gewicht aan vleesch- of vischmeel,
l/6 maïsmeel, en '/15 beendermeel voegt.
Wil men spoedig verkoopbare eenden hebben, dan
neemt men gelijke deelen maïsmeel, tarwezemelen en
gerstemeel. met kokend water tot een deeg gemaakt,
waar.iit bij drukking met de hand geen vocht meer
vloeit en waarmede men 1 deel gehakt groen '/10
deel vischmeel en i-venveel beendermeel vermengt.
De eendjes, die voor de fokkerij bestemd zijn, geve
men na 4 weken ook gekookte aardappels en na 8
weken hetzelfde voeder als de oude eenden.
Jonge ganzen voedert men oudbakken tarwebrood,
dat in afgeroomde melk geweekt is, met zooveel maïs-
en gerstemeel vermengddat alles een kruimelige
massa vormt. Vanaf den derden dag voegt men er
gehakte bnndnetels en klaver bij of wel men laat ze
op een grasveld vrij rondloopen
Als ze vier weken oud zijn, k ijgen ze gekookte
aardappels met zemelen en maïsmeel met veel groen.
Na 8 weken kunnen ze met de volwassen ganzen me-
deëteu.
Jonge kalkoenen moeten gevoederd worden als hoen
derkiekens, maar ze moeten meer groen ontvangen.
Gehakte uien en de scheuten daarvan zijn zeer aan
te bevelen. Nu en dan wat poeder van gedroogde je
neverbessen bij het weekvoeder te doen, is aan te raden.
Op vele boerierijen is 't gedurende den oogsttijd
niet noodig het pluimgedierte te voederen, daar het dan
op het erf en in de schuur genoeg kan vinden. Of
voederen al of niet noodig is, kan men des avonds aan
den krop der dieren zien. Is deze alsdan gevuld dan
behoeven zij niets te ontvangen
Volwassen hoendersdie vrij rondloopenhebben
genoeg aan 30 tot 50 gram graanvoeder per dag.
Hierbij moet tekening gehouden worden met de om
standigheid, dat haver lichter dan maïs, gerst lichter
dan tarwe is. Aangenomen, dat 1 Liter gerst 650 gram
weegt en 1 L. voldoende is voor 17 hoenders, dan is
1 L. haver van 500 gram slechts genoeg voor 13 A
14 stuks.
Hieruit is wellicht ook te verklaren, dat hoenders
bij maïs- en tarwevoediog spoediger vet zijn dan bij
voedering met haver of gerst.
In 't voorjaar geven sommige fokkers de voorkeur
aan haver en gerst, in den rni aan haver en tarwe en
in den winter aan eer, mengsel van haver, tarwe, maïs
en gerst. In den winter kan men voor groenvoeder ook
de blaadjes geven, die van het klaverhooi vallen. Deze
afval moet dan daags te voren gebroeid en vervolgens
bij 't weekvoeder gevoegd worden. Mangelwortels of
peen tot moes gemaakt, is ook goed men geve den
hoenders hiervan pl.m. 60 gram per dag en per stuk.
Eindelijk mag 15 gram versoh gemalen beenderen per
dag en per stuk niet vergeten worden.
Het weekvoeder kan, met of zonder aardappels, op
zeer verschillende wijzen samengesteld worden.
Hier volgt opgave van eenige goede mengsels.
I. I deel vleescbmeel,
2 deelen maïs of gerstemeel,
4 tarwezemelen,
10 aardappels,
Het vleeschmeel te voren in kokend water te
broeien.
II. 1 deel vleeschmeel,
2 deelen maïsm' el,
4 gebroeide bladeren van klaverhooi.
III. 1 deel vetkanen,
2 deelen zemelen,
4 aardappels,
IY. 1 deel vetkanen,
2 deelen gerstemeel,
4 gerstemeel.
Het mengsel gebroeid.
Y. 1 deel vischmeel,
1 vleeschmeel,
4 deelen gedroogde spoeling,
10 zemelen.
Het mengsel gebroeid.
YI, 1 deel vischmeel,
1 maïs- of gerstemeel,
2 deelen zemelen,
4 aardappels.
Wij bedoelen niet gewogen, doch gemeten deelen.
Sommige meelsoorten kunnen door andere van on
geveer dezelfde samenstelling vervangen worden
Volwassen kalkoenen kunnen met de kippen medeëten.
Fokeenden krijgen 's morgens gekook e aardappels
met zemelen, 10 gram vischmeel en 5 gram beender
meel en 's avonds wat haver. In den loop van den dag
geeft men ze wat geraspte of gehakte peen of man-
gelwortel.
Wij zijn aan 't eind van onze mededeelingen gekomen.
Ten overvloede wijzen we er nogmaals op, dat de
pluimvee-fokkerij op de bierderij onze aandacht ten
volle waard is.
Wij voeren aan eieren en gevogelte toch nog voor
een ontzaggelijke som meer in dan uit.
Velen zijn met ons daarvan overtuigd. Zij hebben
opgericht de „Yereeniging ter bevordering der Pluim
veehouderij in Nederland", waarvan de zetel gevestigd
is te Amersfoort. In de meeste provinciën zijn daarvan
reeds afdeelingen opgerichtwaarbij de plaatselijke
vereenigingen zich kunnen aansluiten.
Wij hopen van ganscher harte, dat dit vele zullen zijn.
De resultaten van het voederen worden dikwijls in
hooge mate benadeeld, doordat het pluimgedierte ge
plaagd wordt door parasieten Het gevogelte heeft des
nachts geen rust, waarvan het gevolg is, dat meer
van de voedende bestanddeelen dan noodig is in ar
beidsvermogen in plaats van in vleesch, vet en eieren
omgezet wordt.
Een Fransch vakblad, het journal d' agriculture
pratique, schrijft omtrent het ongedierte en de mid
delen daartegen ongeveer het volgende
Zelfs de best verzorgde hoenders hebben vaak nog
van huidongedierte te lijden. Hoa ze hiervan te be
vrijden
Indien men de hoenders één voor één in de hand
neemt om ze met een of ander preparaat tusschen
de vederen te bespuiten of te besmeren, maakt men
ze bang. Nu kan men het 's avonds doen, als ze op
stok zijn, doch dan brengt men het geheele hoenderhok in
opschudding. En ieder hevige schrik, ieder hevige
angst, welke het dier uit; zijn gewone doen brengt,
werkt eenige dagen lang nadeelig op vleesch- ea eitr-
productie.
H t zou 't best zijn als men de dieren kon bewegen
een beproefd middel vrijwillig op zichzelf toe te passen.
Welnu, een Franschman heeft het zoover gebracht
en beveelt zijn methode op grond van ondervinding aan.
In een schuur, waarin de morgenzon schijnt, graaft
men in den hoek, die aan de zonnestralen blootgesteld