Mi bi mli Militieraad. Onderwijzer, No. 142. Tweede blad. Honderd en derde jaargang. Vrijdag 29 Nov. 190 L Adjunct-Directeur der Gemeente-Reiniging. Nationale Militie. Stadsberichten. Hoe een Engelsche dame over den oorlog in Zuid-Arika denkt ALKM Naar de betrekking van Adjunct-Directeur der Gemeente-Reinigingwaaraan verbonden is eene jaarwedde van f 800, worden sollicitanten opgeroepen, niet ouder dan dertig jaar. Eenige administratieve kennis is vereischte. Eigenhandig geschreven adres (op zegel) in te zenden aan het Gemeentebestuur van Alkmaar, vóór of op 16 December a.s. Aan de EERSTE GEMEENTESCHOOL te ALKMAAR (hoofd de heer H. van t>en Berg) wordt gevraagd een bevoegd tot het geven van onderwijs in vak j. De jaarwedde bedraagt f 699, die na 2, 4 en 9 dienst jaren telkens met f kan worden verhoogd, terwijl het bezit der hoofdakte aanspraak geeft op eene ver hooging met f ÏOO. Stokken (adres op zegel) in te zenden aan het Ge meentebestunr voor 11 December a. s. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente ALKMAAR, brengen ter kennis van belanghebbende lotelingen dezer gemeente van de lichting 1902 dat de zitting van den Militieraad in het 3e district van Noordholland zal worden gehouden ten raadhuize te ALKMAAR en wel voor zooveel de gemeente Alkmaar betreft op maandag 9 December 1901 des voor middags ten 1© nre. Volgens art. 88 der Militiewet moet in die zitting persoonlijk verschijnen de lot.eling die vrijstelling verlangt wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken of gemis van de gevorderde lenqte. De loteling, die wegens ziekte of gebreken bniten staat is voor den Militieraad te verschijnen wordt onderzocht op de plaats waar bij zich bevindt. Hij die buiten de provincie waarin hij voor de Mi litie heeft gelootverblijf houdtkan met goedvinden van den heer Commissaris der Koningin in de provincie, verschijnen voor den Militieraad onder wiens rechtge bied hij verblijf hondt. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 27 Nov. 1901. C. D. DONATH, Secretaris. Ijsbond Hollands Noorderkwartier. Algemeene vergadering op Zondag 24 Nov. 1901, in 't Café-restaurant Proot. Deze jaarlgksche vergadering mocht, evenals de beide vorige, flink bezocht^ heeten. Ruim 80 personen als Bestuursleden of Afgevaardigden van aangesloten afdee- lingen gaven door hunne tegenwoordigheid blijk van be (Slot.) Overgenomen uit het Handelsblad.) »Wat zon dat Laat z' ons voor den gek houden. Wij zijn 't Engeische volk hebben een grooten en roem rijken oorlog gevoerd en wij hebben overwonnen nu ja, nóg niet maar we zullen overwinnen nog een dag, Dog een week, nog een maand en de oorlog zal nit zijn. We zijn tot nog toe welwillend geweest de En ge sche natie was altjjd te zachtzinnig en te medelijdend. We moeten ons tegen die zwakheid verzetten. We kunnen de mannen niet te pakken krijgen welnu dan, laten we de vrouwen pakken en de kinderen, dat zullen onze «krijgsgevangenen" zijn, laten we de huizen ver branden. Begin maar met dat huis dóór op dien heuvel het huis van den «wildeman Daar was Piet's vrouw en daar was Piet's jeugdig dochtertje. Wat was 't er vredig en gezelli Gauw geef op 'n lucifer, een brandend stuk hout 1 Kijk 't eons branden Het dak valt in de wanden zijn vernield de tuin is'n warboel welkeen gezicht! Piet's vrouw drukt de handen op haar oogen ze kan 't niet aanzien. Piet's jeugdige dochter klemt zich sid derend aan haar vast. De wagen van den Jaggernaut is gekomen. De Engelsche officier trekt aan haar schort. »Komt", zegt hij »je hnis is verbrand je bent een daklooze zwerveling op het aangezicht der aarde. Maar de Engelsche natie is edelmoedig de Engelsche natie is menschlievend. Kom we zullen je voedsel geven en een dak." »Ik wil niet", zegt ze»'k wil liever sterven van honger ik en m'n kind. Ik wi! niet met u méé!" Arme wilde vrouw Wat kan z' er tegen doen Ze is zwak en de Engelsche natie is sterk. Ze wordt voort- gesleurd in 't spoor van Jaggernaut's wagen. Zij en haar kind en 't kleintje dat nog niet geboren is. Waarheen Is dit 'n dak Moet ik in 'n hok als 'n wild beest Of moet ik in zoo'n drassig kamp Is dit de woning die «beschaving" aanbiedt P' «En waar is 't voedsel P Is dit eten voor een mensch Dit?!" Piet is dood. Piet's beide jongens zijn doodgescho ten. Piet's vrouw gaat dood van honger en ellende. Piet's pasgeboren kleintje gaat óók dood. langstelling en bewezen die door hunne deelneming aan de werkzaamheden, die van half twaalf tot ongeveer half vijf allen onverpoosd bezig hielden. Na de opening, met een hartelijk welkom en enkele herinneringen door den voorzitter, den heer Minnema wordt de vergadering geopend. De heer Stadt vraagt daarna even 't woord en overhandigt, zeker als to!k der vergadering, met een woord van erkentelijkheid voor diens vele verdansten, den Eere-voorzitter het onderseheidings- teeken, n.l. een keurig bewerkt insigne van den Bond. Na lez:ng der notulen, die onder dankzegging aan den secretaris worden goedgekeurd, is aan de orde stemming over 12 aan te sluiten afdeelingen, n.l. Oterleek, Hens broek, Schelliukhout, Petten en Z.-Zijpe, Grootschermer Schoorldam Hoogkarspel Obdam de 3 Egmondeu Bergen, Opmeer en Spanbroek en Koedijk, die, op voor stel van den voorzitter, hij acclamatie worden aange nomen, terwijl van de beide als gast aanwezigen, Dirks hom en Heiloo, de laatste nog tijdens de vergadering op dezelfde wijze als afdeeling wordt voorgesteld en aan genaam verklaard. De voorzitter maakt van dit oogenblik gebruik om er op te wijzen, dat iedere vereenioing moet zorgen le. alles in eigen kring in orde te hebben en 2e. ook nog pro paganda naar buiten te maken. Hij heet de nieuw aan gesloten vereenigingen hartelijk welkom en hoopt, dat zij ten aanzien van den Bond en omgekeerd de Bond over hen steeds tevreden mogen zijn. Verder spoort de voorzitter nog aan, met de gedachte aan onze Z.-A stamverwanten, van hen over te nemen den moed en taaie volharding, die mag doen zeggen: «alles zal recht kom." Een vraag van Heiloo, of men op de baan 't recht heeft nog aan 't begin of einde iets extra's te heffen zal volgens den voorzitter in den loop der vergadering wel worden beantwoord, en aldus wordt de agenda ver volgd Uit het jaarverslag, door den secretaris, den heer H. S de Vries van Hoorn, uitgebracht, bleek 't volgende: Met meer genoegen dan vorige jaren was 't uitgebracht omdat de winter van 19011902 meer gelegenheid gaf tot schaatsenrijden. Een tiental dagen toch kon men van 't ijs profiteeren en de natuur had, door vriezend stil weder en dientengevolge gladde banen, zonder sneenw veel medegewerkt, zoodat, op plaatsen waar weinig stoom- bootverkeer is, de banen prachtig mochten heeten. Wel was 't ijs, misschien wat vroeger, b.v. met Kerstfeest meer welkom geweest, maar de vrij goede kleine winter in Januari had medegewerkt voor de liefhebbers van ijs vermaak en aan de verschillende vereenigingen tevens over bet algemeen al zeer weinig klachten gebracht. Op enkele plaatsen bleet nog wel wat te wenschen over, wat be treft de organisatie, de ijsbanen enz. doch door de be> moeïngen van het Hoofdbestuur zullen die, nu nog maar sporadisch, zeker hoe langer hoe zeldzamer worden. De Ijsbond Hollands Noorderkwartier mag zich dan ook in voortdurenden vooruitgang verheugen. Waren er een jaar geleden 27 vereenigingen aangesloten, den winter van '01 op '2 mag men met een 39 tal zeker bigde tegemoet gaan. De behoefte aan een goed georga niseerd geheel blijkt steeds meer en mee'", want daar waar nog geen vereenigingen waren vormen ze zich of anderen, die reeds bestonden sluiten zich aan en opmer- «MelkEr is geen melk. Laat het maar dood gaan. Moet het dan opgroeien om te vechten tegen de groote Engelsche natie, net als zijn vader? Neen, duizendmaal neen «Veegt ze weg van 't aangezicht der aarde delgt ze uit die wilden. «Hen en hun vrouwen en hun kinderen en hun kinds kinderen. 't Zijn rebellen verraders 1" Verraders! Hoe zoo? «Wat?! Ze verraden de groote Engelsche natie!" Waren 't dan Engelscben «Neen Waren 't dan Kolonisten «Neen Wat had Engeland dan met ze te maken «Niets." Wat had Engeland dan over hen te zeggen «Niets." Maar toch zei Engeland iets en deed hot iets «Ja!" En daarom zijn zij verraders «Ja Hoe vreemd En Piet's jeugdig dochtertje wat wordt er van haar De «wilden" zijn dood do huizen van de «wilde mannen" zijn tot den grond toe afgebrand het land is een woestenij. De rivieren zijn rood rood van bloed. Is de oorlog dan uitdie oorlog voor beschaving Staat Jaggernaut's wagen stil Nog niet. Er zjjn nog een paar van die «wildemannen" over een handjevol. Wat heeft de groote Engelsche natie nu te doen «De oorlog moet uit!" Zeker maar hoe «Verbiedt hen om langer te vechten 1" Hoe «Wat komt er dat op aan We nemen hunne eigendommen hunne huizen, hun velden hun goed. Ja maar dat is al gebeurd. «Dwingt hen dan om te betalen voor 't onderhoud van hunne vrouwen en kindoren in de kampen De krijgsgevangenen »Ja". Wat zonder huizen zonder landen zonder goed Hoe dan »'t Komt er niet op aanhoe verbant ze maar uit Zuid-Afrika voor altijd". keljjk is, dat dit vaak geschiedt uit eigen beweging, zonder pressie of aanzoek van 't Hoofdbestuur of andere afdeelingen, wel een bewijs, dat men zich van 't nut en de goede resultaten rekenschap geeft en ze waardeert. De toestand van de kas gaat ook vooruit en toonde einde 1901 een saldo van f 165,56. In de richting Purmerend Amsterdam begint reeds leven te komen, tussehen HoornEnkhuizen breidt zich 't getal uit en evenzoo rondom Alkmaar, zoodat de beste verwachtingen voor den IJsbond mogen worden uitge sproken. De ijskaart, reeds lang beloofd, kwam gereed en werd ter goedkeuring aan de afdeelingen verzonden met verzoek om aanbeveling en uitbreiding wat betreft goede of te exploiteeren banen. Met de bondskaarten kon men tot nog toe niet slagen, omdat nog geen metaal was gevonden, waarop men kon schrijven, zonder dat dit gemakkelijk was uit te wisschen; nu echter was den secre taris zulk een metaal geworden en zou dit voor 't aan gewezen doel nog tijdig worden aangewend. In het bestuur kwam eene verandering door het aftre den van den heer J. Lauwers Gz. te Koog a/d Zaan, in wiens plaats werd benoemd de heer J. G. Eshuijs te Wormerveer. In de hoop, dat de a.s. winter den Bond gelegenheid zou worden gegeven, weder flink uit te komen, werd het ver slag geëindigd. Om zooveel mogelijk voor de pauze af te handelen stelt de voorzitter voor nota te nemen van eenige op merkingen omtrent de ijskaart b.v. van Bangerd die voorstelt ook aan te geven welke waterwegen ter aan sluiting nog ontbreken en van de verklaring van de Egmonden, die verzekeren, dat ze niet uit eigen beweging zijn toegetreden maar op aansporing van den ijverigen secretaris P. H. M. Ibink Meienbrink, die door applaus daarvoor deu dank der vergadering ontvangten nu over te gaan tot punt 7 van de agenda en wel de inlei ding door den heer O. Grandadam over b.«hoe de ijsclub te Purmerend is samengesteld en werkt." Op den 7 Januari gingen volgens spr. eenige afdeelingen van den Bond aan 't werk om de resnltaten te doen zien hetzij goede of kwade. Z. i. kan de Bond bij samensmelting tot één goed geheel, veel, ja zeer veel, en daarvoor zou spr. in de eerste plaats willen, dat's winters op de baan de loonen voor allen hetzelide waren. Hoe dit te beslechten Spr. zou zeggen 50 ets. per dag is wel geen hoog loon maar daarbij heeft men toch ook het recht niet-leden beleefd te vragen dan wordt nog menige cent ontvangen en zoo _toch nog een tamelijke daghuur verdiend. Ook worden de niet-leden door deze handelwijzo z. i. middelijk aangespoord toch lid te wor den. Dit laatste vooral zon spr. als een gewichtig punt tot aansporing willen handhaven. Om onder hen die zichzelf na loting verbonden hebben de baan schoon te bonden en naar hun vermogen te zorgen voor goed ijs zou hg willen laten loten en dan elk volgend nummer by dagelgksche verwisseling doen plaats uemen op een vorig, wellicht beter of misschien slecuter nummer. Dan is niemand stabiel en kan dus geen pretentie uitoefenen en elk krijgt na den slechtsten post een betere of omge- Ja maar hoe Twee jongens worstelen samen de kleinste is er niet best aan toe maar hg is handig hg is vlug hg houdt vol. De grootste is vermoeid. «Schei uit met vechten" zegt hg »'t heeft lang geduurd en ik raak bniten adem. Schei er uit, zeg ik je hebt 't verloren." »'tls niet" zegt de kleine handige rakker. »'t Is wél". »'tls niet". «Schei d'r nit of ik draai je den nek om". «Toe dan je kan niet 1" Heeft nu de groote 't gewonnen? De groote Engelsche natie zegt, ja de oorlog is uit Vreemd 9> En de andere groote en kleine naties wat zeggen die? Zoo'n troepje van blgkbaar onverschillige toekgkers? Ze zeggen dat ze 't houden met den kleinen jongen. «Och god K(jk is an Ja, hg zal wel volhouden, tot ie d'r bg neervalt Jawèl Eo de groote jongen «Non dat 's een goffert kgk is naar z'n kleeren z'n mooie Zondagsebe kleeren 't benne lorre en z'n gezicht zit vol builen hg heit 'n blauw oog mooi zoo lekker lekker «Tusschenbeie komme?l Beneenik laat ze 't maar samen uitvechten wat raakt het ons wat ken i k d'er an doen «Als die groote 't wint, dan hebben we nog wat au 'm en als die kleine d'er bg doodvalt nou,.kan ik et helpen Laten we wèg gaan op zij langs den anderen kant En een zeker mensch kwam af van Jeruzalem naar Jericho eu viel onder de moordenaars welke, hem ook uitgetogen en daartoe zware slagen gegeven hebbende heengingen en lieten hem halfdood liggen. En bij geval kwam een zeker priester den weg af en hem ziende ging hg tegenover hem voorbg. En desgelgks ook een Levietals hg was bg die plaatskwam hg en zag hem en ging tegenover hem voorbg. Maar een zeker Samaritaan Ach watwe zijn in de twintigste eeuw er zgn geen Samaritanen meer 1 Wg zgn allemaal priesters en Levieten en we gaan voorbg gaan voorbg OMBRA.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1901 | | pagina 5