Op de Waterhoeve
No. 144.
Honderd en derde
jaargang.
1901
WOENSDAG
4 DECEMBER.
FEUILLETON
W. II eimburg.
Vertaling van HERMINA.
A I MI AAItSCIII, COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f O,MOfranco door het
geheele rijk f 1,
3 Nnmmers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,15. Groote lefcters^naar plaatsruimte. J
Brieven jf r a n c o aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON, Yoordam 0*9.
Telefoonnummer 3.
Hollands Noorderkwartier.
Den 27 werd te Pnrmerend eene goed bezochte
vergadering gehouden van bovengenoemde vereeniging,
onder leiding van den voorzitterden heer G. Wonder.
Na voorlezing en goedkeuring der notulen deelt de
Voorzitter mede, dat het ledental thans 170 telt en 1
zoon van een lid
dat de verschillende verslagen zijn gedrukt en reeds
aan de leden zijn toegezonden
en nog eenige mededeelingen van verschillenden aard
meer.
Vervolgens geeft de heer D. Brander rapport omtrent
de prijsvraag kaasfabriek. Vier personen zonden een ant
woord in, doch geen hunner voldeed aan de eischen.
Ieder der 4 inzendingen werd in 't kort besproken, en
men was besloten aan den inzender van het antwoord
onder motto «Prijsvraag" eene prijs van f 150 uit te
reiken, mits de schrijver op aanwijzing der commissie hier
iets aan toe voegde, en daar iets veranderde. De vergade
ring kon met deze uitspraak medegaan.
De heer Dr. K. H. M. van der Zande besprak ver
volgens de voederproeven welke bij mestvee genomen
waren.
De heer A. J. Peeck was bereid gevonden om met 14
stuks van zijn vee de proeven te nemen.
Alle beesten kregen hetzelfde voeder n.l. hooi en lijn
koek (Zaansche- en Vereenigingskoek). Van 14 Nov.24
Dec. bleven ze op 't zelfde voeder en werden ze eens per
week gewogen. De laatste week werd 4 maal het gewicht
genomen. Twee boeien vielen af, zoodat m;t 12 stuks de
proef werd doorgezet en deze in twee groepen werden
verdeeld. De le groep werd alleen gevoerd met Zaansche
koek, terwijl de 2e groep alleen Vereenigingskoek te con-
sumeeren kreeg; terwijl beiden hetzelfde- en evenveel
hooi werd bijgevoerd. Voederen met koek en hooi, is
volgens inleider de rationeele manier van voedering voor
mestvee.
Bij het begin van de proef wogen de koeion der le groep
2868 K.G. en die der 2e groep 2874 K.G. en bij het slachten
was het gewicht respectievelijk 3095 K.G. en 3078 K.G.
De Voorzitter deelde mede, dat deze proeven natuurlijk
nog voor veel uitbreiding vatbaar waren.
De verdrijving van unjer was in het voorjaar van
1900 begonnen en in 1901 voortgezet. De bevindingen
hieromtrent werden aan de vergadering medegedeeld door
den heer O. Nobel. Het doel der proefnemingen was
na te gaan welke manier de beste was om dit lastige
goedje te verdrijven of door vergiftiging óf door ver
stikking, óf door kort honden.
Tot nog toe vond men sterke bemesting wel d e manier
om nnjer te verdrijven.
De verschillende opbrengsten van het hooi werden be
paald door van elk gedeelte dat verschillend behandeld
was een hoopje te nemen en dit te wegen. De resultaten
waren zeer bevredigend. Alleen met superfosfaat groeide
de unjer nog zeer dik. De proeven zijn echter nog niet
lang genoeg doorgezet om te knnnen pnbliceeren waar
mede men het gewas totaal kan vernietigen.
DOOR
2)
Er is bijna niemand te zien in de kromme straat. Op
het hobbelig plaveisel van den rijweg liggen nog de sporen
van de oogstwagenskorenhalmen, hooisprieten, paarden-
mesteen paar vuile kleine jongens zoeken ijverig die
verloren kostbaarheden bijeen en hebben al zulke dikke
bundels korenaren, dat de brnine vuistjes ze nauwelijks
knnnen omspannen. Een wat grooter bengel verzamelt den
paardenmest in een kist op wielen, die hij aan een tonw
voorttrekt; een schop heeft hij niet, naar zoó gaat't ook.
Een troep musschen, die zich hierdoor in haar rechten
benadeeld acht, schimpt en schettert van de omgelegen
daken op de roovers van den haar toekomenden buit. De
goot ruikt dien dag nog afschuwelijker dan anders, wat de
oude vronw Selle, de grootmoeder van Hanne Heidlich,
als een voorteeken beschonwt dat er een onweer op til is.
De lucht is zwaar en zit vol bacillen, volgens onze tegen
woordige begrippen, maar toen dachten de menschen daaraan
nog niet en in geen geval de twee jonge kinderen, die na
het huis van den schoenmaker Selle bereikt hebbeD, waar
Hanne met hare moeder boven woont. Haar vader slaapt
in de schaapskooi op het veld.
De meisjes kijken met onmiskenbare belangstelling een
voorbijrijdenden jonkman na, die even groetend de hand
aan de pet brengt en naar het kleine venster opziet, waar
voor Hanne's grootmoeder zit en hem toeknikt. Ook zij
wisselen een groet met hem en Hanne zegt zelfs: «Goeden-
dag, mijnheer Baldanl 1''
Over de proef, welke graad van rijpheid de gewensehte is
bij den oogst van onze landbouwgewassen, gaf de heer R.
Breebaart Jz. verslag.
Rapporteur deelde mede, dat granen waarmede proeven
zoudon genomen worden door één hagelslag vernield zijn
geworden. Spreker verkoos wind en storm boven hagel.
Op een ander veld werden proeven genomen. In drie
verschillende stadinms werd gesneden bijna rijp, volrijp
en doodrijp. Om ook deze proef mot zekerheid te knnnen
bekendmaken is nog eens een jaar proef noodig. Gerst,
haver, tarwe en karwei zijn wel de gewassen die bij vol
rijpheid het beste zijn om te snjjden.
Da heer 0. Nobel bracht rapport uit omtrent de uit
komsten van de pootgoedproefvelden. Te Andijk begon
men de proeven en men kwam tot de conclusie dat slechte
zoowel als goede opbrengst geheel en al lag aan de af
komst. De grond had hiermede niets te maken.
De heer J. Koopman rapporteur van het onderzoek
naar het gebruik vau éénjarige stieren zal in zijn rapport
zeer kort zijn. Het is van algemeene bekendheid dat
dit onderzoek over eenige jaren loopt. Tot nogtoe loopt
de zaak goed en de commissie kwijt zich naar haar beste
weten van de haar opgelegde taak. Vooral wordt er gelet
op de vraag: »Is het gebruik van éénjarige stieren na-
deelig Uit naam der commissie wordt om tijd gevraagd
tot het nog nader onderzoeken.
Als plaats waar de algemeene vergadering in Maart
1902 zal gehouden worden, is Hoogwoud gekozen.
De rekening over dit en de begroeting voor het volgend
jaar zal onderzocht worden door de heeren Jb. Halff, G.
Groot en S. de Heer.
Het voorstel tot het steunen van fokvereenigingen
werd ingeleid door den heer P. Schenk Dz. Iuleidor
was er zeer sterk voor, doch wenschte tevens dat ook
rekening werd gebonden met de vrouwelijke dieren. De
kwaliteit en kwantiteit van de melk moest onderzocht
worden om afstammelingen aan te hoaden. Spr. stelde
voor nogmaals op de begrooting 1902 eene subsidie toe
te staap. Aangenomen.
Daar de genomen proeven nog niet volkomen zijn ge
lakt, doch de hoop levendig Luaaen, ue geschikte midde
len zallen worden gevonden om nnjer te bestrijden, stelt
de inleider de beer O. Nobel voor de proeven nog
maals te herbalen.
De heer Hartog zag gaarne de proeven ook op bouw
land genomeD.
De heer Nobel antwoordt, dat hij het beter vindt eerst
het grasland te behandelen en daarna op het bouwland
de verkregen resultaten toetepassen.
De heer Teunissen wilde wanneer in Maart of April
de sporen met zaadkorrels te voorschijn komen, deze weg
nemen.
Het Bestnnr had zulks ook j list besproken.
De heer Breebaart vindt het treurig als er voort
durend proeven genomen worden eo de menschen doen
zelf hieraan niet mede, om het op grooter schaal te doen.
De heer Nobel vindt dat men van niemand kan
eischen de proeven op grootere schalen te nemenwan
neer de tot nog toe genomen proeven niets hebben uit-
't Is een lange, knappe verschijning, die tweeëntwintig-
jarige jonkman op zijn stevigon vos, met zijn kaplaarzen,
leeren broek, lichtgrijs wambuis, hooge pet met breede
klepHij heeft blond haar, een blonden knevel, een
paar goedaardige oogen, en is verbrand door do zon. De
kinderen zien hem na zoolang als hij in het gezicht is.
«Karei bevalt mij beter,'' zegt Hanne, »Karel is
«chiquer". Grootmoeder zegt., hij is een ondeugd, en alle
laarzen laat hij ook niet meer bij ons maken; maar groot
vader zegt dat hij geen verlakt leer heeft, omdat hij
't hier niet zon kannen kwijtraken."
»Ja, Karei is knapper, maar op het gymnasium heeft
hij altijd geluierd," merkt Eva aan met iets bedroefds in
haar toon «dat weet ik van Robert."
«Nu, hij hoeft ook niet te leeien, zijn moeder is rijk
genoeg."
»0 ho 1 Alle mannen moeten veel leeren, zegt papa",
antwoordt Eva.
t Is ook volstrekt niet noodig dat gij met hem op-
hebt; mij bevalt hij best!" herneemt Hanne. «Gij kant
misschien met Manrits tronwen."
Eva lacht lnid. «Trouwer. ik Met Manrits
En denkt ge soms, dat Karei Baldanf met jon jou,
Hanne Zij lacht opnieuw een geluid als van
zilveren klokjes.
«Wel, ik ben ook niet van de straat opgeraapt," zegt
Hanne bleedigd, »en 't is nog de vraag wie voornamer
is, gij of ik Op school in ons gezangboek staat een
vers, dat begint«Wat kan schooner zijn Wat kan
edeler wezen, Dan van herders af te stammen De her
ders hebben het toch maar het allereerst geweten, dat
Jezus was geboren En," gaat zij voort, als Eva onthutst
het antwoord schuldig blijft op dezen afdoenden commen
taar, »als ik ook aan Karei beval, dan neemt hij mij
Moeder zajt, dat als een meisje mooi is, ze zelfs
prinses kan worden, als ze 't maar slim aanlegt."
Deze wijsheid wordt druk breiende verkondigd, daar
Hanne wel weet, dat haar grootmoeder haar al lang in
het oog heeft gekregen. Ze is op den dorpel neergehurkt
en kijkt ai pratende onafgewend op haar kleine, door de
gebracht. Wanneer het middel gevonden isdan
zullen velen dit wel navolgen.
De heer Groen heeft de proef genomen, en met heel
goed resultaat. Toegestaan wordt de proeven te her
halen. Zonder vele besprekingen wordt ook toegestaan
het volgend jaar weder proeven te nemen, tot onderzoek
welke graad van rijpheid de meest gewensehte is bij den
oogst van landgebouwgewassen.
Met het aanleggen van aardappelproefvelden moet nog
een jaar door worden gegaan, wil men gedetailleerde uit
komsten kannen toonen.
Dit jaar waren de proeven reeds voldoende, blijkens
een lijst, welke door den heer C. Nobel, als inleider,
werd voorgelozen.
Nog eenige discussie werd gevoerd omtrent de beste
manier van publiciteit geven aan deze zaak. De heer
Nobel gaf gaarne opgave aan verschillende couranten,
zooals hij tot nog toe deed, doch voor het houden van
lezingen had hij geen tijd.
De heer O. Wijdenes, welke vervolgens als inleider
het woord verzocht tot het subsidieeren van een te
Schagen te hond n Hoefsmidcursns, raadde dit zeer aan.
Echter wenschte hij, dat ieder zijn paarden liet beslaan
by hen, die gediplomeerd hoefsmid zijn.
Verleden jaar namen 21 leerlingen deel aan de cursus,
waarvan 12 examen deden en 8 slaagden. Inleider stelt
voor f 100.crediet too te staan. Dit voorstel wordt
aangenomen.
De heer A. Zijp Hz. leidde in het onderzoekeu van
verschillende soorten lijnzaadkoeken. Opmerkelijk vond
hij het, dat bij inschrijvingen zelden door vereenigingen
mede wordt gedaan.
Door invoerrechten voor de artikelen kunnen de in-
landsche nooit tegen de bnitenlandsche concnrreeren.
Kannen deze koeken de contróle niet doorstaan
Er zallen monsters ter onderzoeking genomen worden
en de resultaten gepubliceerd.
Den heer Breebaart Sr. is het gebleken, dat lijnkoeken
die onderwet8ch gemaakt worden hoewel met minder
eiwittoch beter zijn voor het vetmesten.
Do Voorzitter, is van oordeel, dat dergelijke onder
zoekingen met ten doel hebben deze of gene koek in dis-
crediet te brengen doeh om he^, die inlérieure koeken
voedert, te waarschuwen.
De practische voederproef bij mestvee werd door den
heer Dr. K. H. M. van der Zande ingeleid.
Het eiwit in de koeken aanwezig is voor voeding van
mestvee voldoende. Voegt men meer eiwit aan het voeder
toe zal dit niets geven en gaat het er weder zoo nit,
als het er in gekomen is.
Hat voeder wordt dan natuurlijk duurder en de uit
komsten niet beter.
Daar de onderzoekingen veel geld kosten stelt spreker
voor Rijkssubsidie aan te vragen. Aldus goedgevonden.
De heer P. Olij vond het honden van voordrachten
over bijenteelt en conserveeren van groenten uitstekend.
Het conserveeren van groenten is zeer noodig en het
beste is hiervoor fabrieken op te richten.
Een der gasten op de vergadering, bestuurslid vaD de
zon verbrande handen, die zich ijverig bewegen Een paar
reusachtig groote, blaawwollen kousen breit zij voor
haar vader.
Eva staart haar nog altijd verbaasd aan. 't Is de eerste
maal, dat Hanna op znlk een stelligen toon over tronwen
spreekt, en als buurkinderen spelen ze toch al sedert haar
vijfde jaar met elkander, znlke heerlijke spelletjes als geen
barer vriendinnen van de Middelbare Meisjesschool, die aan
niets anders denken dan aan opschik en gymnasiasten
zoodat ze met deze nooit eens springen en roezemoezen
kan, wat de liefhebberij van Eva Ahrens is.
«En Eva laat Hanne er na nog op volgen, »als gij
denktdat ik later bij jon kindermeid word, zooals wij
dat altijd met de poppen gespeeld hebben, dan vergist gij
je, hoor 1 Ik ga niet dienen dat's volstrekt niet noodig
moeder zegtik kan naaister worden natuurlijk als
ik geen rijken man krijg. Maar ik krijg er een, de waar
zegster heeft 't moeder voorspeld een mooien en rijken
man en niet ver hier vandaan 1"
Naast de huisdeur wordt nu een venster geopend en
een oude vrouw met een schoone witte muts op steekt het
hoofd naar huis.
»Eefje, ga na naar huis zegt zij vriendelijk »Hanne
moet straks de straat vegen en het varken voeren, omdat
haar moeder bij Madam Baldanf helpt strijken."
«Goedendag, Hanne roept Eva. «Goedendag, vrouw
Selle 1" Daarop loopt zij in gedachten verdiept de Water
straat nit en slaat do Ridderstraat in, waar het hnis ligt,
dat door hare ouders bewoond wordt.
't Is een kwade dag voor die onde, lang beproefde
vriendschap! Als Eva het smalle ouderlijke huis betreedt,
dat beneden slechts twee ramen en een denr breed is, maar
bovendien nog drie verdiepingen heeft, ieder met drie
vensters, gaat zij de spreekkamer voorbij naar de bijkeuken,
waar Dora, de dienstbode, de overhemden van den heer des
huizes in het zweet baars aanschijns strjjkt.
Zoodra zij Eva ziet, zet zij het strijkijzer neer en zegt,
zich het voorhoofd afwisschend
Wordt vervolgd).