a I I f*» if m Amsterdamsche Brieven. Buitenland. Nederland. 'li H Ml«fi1: B .- het 18de levensjaar volbracht en vóór het, intreden van het 2l8te levensjaar zjjo verblijf binnen het Rijk, in bet Dnitsche Rijk of in het Koninkrijk Belgie gevestigd heeft 2°. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens vader, moeder of voogd na den 1 Januari van het jaar, volgende op dat, waarin de minderjarige het 18de levens jaar volbracht en voor bet intreden van diens 21ste levens- j ar zijne of hare woonplaats binnen het Rijk, in bet Dnitsche Rijk of in h. t Koninkrijk Belgie gevestigd heeft 3°. ieder mannelijk minderjarige, die rit den 1 Jan van bet jaar, volgende op dat, waarin bij bet 18de levens jaar volbracht en vóór het intreden van het 21ste levens jaar Nederlander of opnieuw Nederlander is geworden, zoo hij in een der hierboven onder 1°. omschreven ge vallen verkeert, of wiens vader, moeder of voogd ver keert in een der gevallen, hierboven onder 2° omschreven 4°. ieder meerderjarig mannelyk N^erlauder, die na den 1 Jannari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht en vóór het intreden van het 21ste levensjaar zijne woonplaats binnen het Rijk, in het Dnitsche Rijk of in het Koninkrijk Belgie geves tigd of er woonplaats gekregen heeft 5°. ieder mannelijk meerderjarige, die nè den 1 Jan. van bet jaar, volgende op dat, waarin bij het 18de levens jaar volbracht en vóór het intreden van het 21ste levens jaar Nederlander of opnieuw Nederlander is geworden, zoo hij in een der hierboven onder 4° omschreven ge vallen verkeert 6°, ieder mannelijk niet-Nederlander, die nè, den Jan. van bet jaar, volgende op dat, waarin het 18de levensjaar volbracht en vóór het intr-den van het 21ste levensjaar ingezetene of opnieuw ingezetene is geworden in den zin der tweede zinsnede van art. 13. Hierbij gelden de laatste zinsnede van dat artikel en art. 15. Ten aanzien van de gemeente, waar de inschrijving of de inschrijving opnieuw moet geschieden en van de verplichting tot het doen van aangifte ter inschrijving of ter inschrijving opnieuw, gelden de eerste zinsnede van art 14 en de laatste vijf zinsneden van art. 16. De aangifte ter inschrijving of ter inschrijving op nieuw van hem, di9 volgens de eerste zinsnede van dit artikel moet worden in escbreven, geschiedt binnen dertig dagen na hut verkrijgen of, we d hjj reeus vroeger ingeschreven, doch van het register afgevoerd, na het terug erlangen van het Nederlanderschap of van het in gezetenschap, of na de vestiging van verblijf of de ves tiging of bet verkrijgen van woonplaats binnen het Rijk, in het Dnitsche Rijk of in et Koninkrijk Belgie. De inschrijving geschiedt in bet register betreffende de lichting van het jaar, waartoe de in de eerste zinsnede van dit artikel bedoelde persoon volgens zijnen leeftijd behoort. Strafbepalingen. Art. 166. Met boete van ten minste 50 cents en ten hoogste f 100 wordt gestraft de overtrediug van deartt. 16, 18 en 22. Zij noodigen hen, wieu dit mocht aangaat), uit, zoo mogelijk In eigen persoon, de aaDgifte te doen en daarmede niet tot het einde van Januari te wachten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 7 Dec. 1901. C. D. DONATH, Secretaris. XXVI. Terwijl het begin van het tooneelselzoen zich dit jaar kenmerkte door een overstelpende drukte en nauwe lijks de eene beroemde artist was verdwenen of een andere verscheen beerscht er in de laatste weken op schouw burg-gebied een buitengewone stilte. BuiteDlandsche grootheden zijn er niet meer en belangrijke premières zijn zeldzame verschijningen. Daarom te meer werd met - root verlangen uitgezien naar het nieuwe stuk van Heijerniansdat ge titeld is „Het Pantser" en door hem gequalificeerd wordt als »romantiscb soldatenspel''. Heijermans is wel een zeer bizondere fi uur iu onze letterkundige wereld. Er zijn er honderden en duizenden in ons land, die met zijn werk dwepen; hij is voor bende man, die nu eens als Falkland de meester is in het schetsen van interieurs dan als redacteur van »Do Jonge Gids'' een eigen Jitera tuur heeft geschapen en eindelijk als tooneelschrijver zich krachtig propagandist toont vooi socialistische denk beelden. Dit zijn degenen die hem slechts kennen uit zijn werken en wier oordeel over zijn beteekenis als knnste- groote dwaasheden behoed jong getrouwd heeft nooit berouwd, maar toch Eensklaps staat zij op uit haar fauteuil, want de per soon, aan wien zij juist denkt, komt binnen, glimlachend, onbezorgd en gaat een paar malen de kamer op en neer, zooals hij altijd doet, als hij haar iets te vragen heeft en niet weet hoe te beginnen. Zij volgt hem met de oogen. In geheel Hohenburg is geen knapper jongen dan hij, zoo rank en slank, met zulke mooie blauwe oogen en kastanjebruine haren Eindelijk bljjft by vóór zijn moeder stilstaan en zegt met een guitigen lach »Moeder, ik zou zoo graag een beetje meer zakgeld hebben. Na de oogst zich zoo schit terend laat aanzien, zal 't u zeker niet bezwaren. Maurits zegt »Neeu, Karei, ge krijgt al genoeg," valt zij hem kortaf in de rede, terwijl ze hem ernstig aanziet. »Ik geef je zelfs geen stuiver meer. Onlaags heb ik je dit ook al voorgehouden." Moedertje, dat meent ge toch nietherneemt hij, altijd even vrooljjk. »Kjjk eens Maurits zegt »Maurits heeft zijn inkomen als opziener. Daarmee kan hij doen wat hij wil." »Maar ik kan 't immers niet helpen, dat ik mij nog niet als werkezel moet afbeulen, 't Is op uw verlangen dat ik op de academie ben en daór heeft men geld noodig. Ge kunt niet begrijpen hoe duur het leven daar is 1" »Ge behoeft ook niet altijd in de kroeg te zitten Ga toch eens bij deze of gene familie Hebt ge in het geheel geen conversatie van dien aard, Karei vraagt zij, zon der de oogen één moment van hem af te wenden. Wat zal bij daarop antwoorden {Wordt vervolgd). naar dus ook 't meest onbevangen is. Maar daarnaast staan anderen die met Heijermans hebben omgegaan als vriend of als kennis en het meerendeel honner is hem zeer vijandig gezind zij laten geen gelegenheid voorbijgaan, wanneer zy aan zijn sncces kunnen tornen. Ten deele zal dat wel voortspruiten uit jaloeziemaar voor een ander deel is dit tocb ontegenz ggelijk hiervan een ge- volg dat Heijermans als menscb heel veel onaangename eigenschappen heeft. Bij de eerste opvoeringen van »Het Pantser", waren blijkbaar de vereerders door-dik-en-dun opgekomen. Zij zaten er met de bedoeling om toe te juichen en als er dan ook maar iets op het tooneel vertoond werd, dat tot handgeklap aanleiding kon geven, bleven zij niet in gebreke. Indien men bet succes van een stuk mag voor spellen uit de geestdrift op deu première-avond, dan kan de Nederlandseha Tooneelvereeniging den verderen winter zonder zorg tegemoet gaan. De kritiek is intusechen een andere meening toegedaan Met ODgewone eenstemmigheid hebben alle tooneel- recensenteD in »Het Pantser' groote gebreken ontdekt en geen hunner gelooft, dat aan het nieuwe werk van Heijermans een zoo lange levensduur zal beschoren wor den als aan zijn vorige stukken. Men zou evenwel verkeerd doen, ook daaruit al te veel gevolgtrekkingen te maken. Ook reeds bij de eerste opvoering van »Op Hoop van Zegen waren er referenten, die verkondigden, dat de schrijver er sinds »Ghetto" en »Het Zevende Gebod" niet op vooruitgegaan was, maar toch heeft de uitkomst be wezeu, dat dit stuk even repertoire-houdend is als zijn voorgangers. Wat een onmiskenbare font van Heyermans is te noemen, is dat hij in zijn propaganda Btnkken soms zoo gruweljjk onbillijk is. Wij hebben dat indertijd bij de bespreking van »Het Zevende Gebod" in dit blad uitvoerig aange toond ten aanzien van den vader, die het gedrag van zijn in de Pijp met een vrouw samenhokkende vrouw niet had kunnen en mogen billijken. In »Het Panteer" treedt die font wel zeer sterk op den voorgrond. Heyermans vecht hier tegen hetgeen in de werkelijkheid niet bestaat Zeker, ook in het militaire leven ontbreekt 't niet aan onrechtvaardigheden en vooral ten aanzien van de straffen kon wel eens grootere humaniteit betracht worden. M ar dat wij hier zouden hebben een militairisme met al zijn ondeugden, die buiten het bereik van de openbare gerechtigheid zonden vallen is eenvoudig niet waar Over de waarde van ons leger als waarborg voor de onaf hankelijkheid van ons land kan men van meening verschillen maar als leerschool is dat leger een voor treffelijke instelling. Men leert er ten minste tucht die anders maar el te vaak ontbree.it. Kom maar eens op een werkplaats nog geen uur hebt ge er te zijn en reeds zult ge de mannen ontdekt hebben die onder de wapenen zijn geweest. Zij staan er evenzeer als de anderen op, dal men de verplichtingon nakomt, die men te hunnen aanzien op zich genomen heeftmaar daar voor erkennen zij dat ook de superieur rechten heeft die geëerbiedigd moeten worden, 't Kan wel zijn dat zulk besef bij enkelen alleen te verkrijgen is langs den weg van gestrengheid maar voor het leed caarvan vin den zij in hnn verder leven ruimschoots vergoeding, want de lessen nit den tijd van het militaire leven geven later bij den strijd om het bestaan in de burger maatschappij een flinkeu voorsprong. Men moet al zeer eenzijdig zijn, wanneer men daarvoor geen oog heeft. Op deze aanmerkingen moeten wij echter onmiddellijk laten volgen dat Heyermans ook in »Het Pantser'' weer merkwaardige staaltjes heift gesevea van zijn zeld zaam talent. Er komen daarin tafereelen voor zóó teekenachtig zoo subliem, dat de bekorrng ervan blijft, ook als men reeds lang den schouwburg heeft verlaten. Men kan dat op hautaine manierzooals is gedaan noemen een speculeeren op de zwakke zijde der menschen, doch laat men maar eens andere Nederlandsche tooneel- schrijvers noemen, die zoo voo treffelijk deze kunst ver staan. Waar Heijermans zich steekt in het pak van Falkland daar weet hij ook op de planken een in druk te wekken die maar zeer weinig anderen kunnen bereiken. Zij zijn bij tientallen ta tellen, die hem hierbij willen imiteeren maar ik zou niemand weten te noemeD, die hem nabij komt. Wat Israëls doet met het penseel vermag Heijermans met het woord zijn manier is wel aan te leeren maar zijn oorspronkelijkheid blijft zijn speciaal bezit. Daarom geelt het bijwonen van eene opvoering van »Het Pantser", ook al acht men den ttndenz mislukt, toch een interessanten avond. Het jubileum van Louis Bouwmeester op don I9en December begint nn ook te naderen. De commissie, die zich heeft gevormd om hem op zijn feestavond te huldigen ondervindt veel medeweikmg, zoodat ons een inderdaad grootsche ovatie te wachten staat. Nn, dat heeft Bouwmeester dan ook ten voile verdiend. De kunst is bij hem een aangeboren gave, zij is niet door hem aangeleerd zij zit hem in het bloed, Misschien heeft Bouwmeester daarop wel eens wat al te veel vertrouwd en heeft hij studie versmaad waar die veel goeds had kunnen tot stand brengen. Doch waar hij aan duizenden en nog eens duizenden 25 jaar achtereen zoo ontzaglijk veel genot heeft geschonkendaar zijn dergelijke be schouwingen met dankbaar en niet gepast; op zulk een jubileum mag geen andere toon spreken dan die van erkentelijkheid. Minder gunstige berichten komen van het gezelschap van «ebrs. A. van JUler in de Amstelstraat. De tijden van welvaart schijnen daar maar niet te willen tcrugkeeren en zoo nu en dan achten artisten zich ver plicht aan de bladen mee te deelen dat zy hun congé hebben genomen. Op die manier wordt 't voor de over- blij venden nog maar weer moeielijker om het hoofd boven water te houden. He is voor de oude, wakkere tooueel- directeuren, die hier den scbepter zwaaien, een heel hard geval. Zij staan in de artisten-wereld niet slecht aange schreven, wat wel iets zegt bij het aan ervaring zoo rijke leven, dat zij aehter den rug hebben. Gebrs. Van Lier zijn de Amsterdamsche toonuel-veteranen en zij hebben ook tijden van grooten voorspoed gekend. Hun gezelschap behoorde vroeger tot het beste wat er in de hoofdstad op dit gebied te vinden is. Ook komt hnn de verdienste toe, dat zij ons in de gelegenheid heb ben gesteld met een groot aantal bmteulandsche sterren kennis te maken er is een tijd geweest, dat de grootste beiOBindheden gaarne in de Amstelstraat op traden. Nu komen er ook nog wel vreemdelingen, inden laatsten tijd o. a. nog de Tonrnée Vast en Bernardi, maar dc flenr is er toch af en de requisiten kunnen niet vol doen aan de moderne eischen. Als een Maecenas van Lier eens wilde bedenken, dan zon bij zelf verbaasd zijn over de wonderen, die daarmee de geroutineerde directeur wist tot stand te brengen. BELCrlli;. Den 10 heeft het socialistische Kamerlid van der Velde de Regeering geïnterpelleerd over decon centratiekampen. Hjj stelde de vraag welke houding de Regeering zonde aannemen indien andere regeeringen een gemeenschappelijke pogint» bij Engeland deden om een beteie behandeling te verkrijgen in de Zuid-Afrikaan- sche concentratiekampen; hij deed een beroep op de sym- pafhit ën van de Kamer voor de grijsaards, vrouwen en kinderen. Hij hing een aangrijpend tafereel op van den toestand in de kampen en van de gruwelen als nasleep vau den Znid-Afrikaansehen oorloghij haalde onthul» lingen aan nit Engelsche bladen en van miss Hobbonse en legde den nadruk op het verschrikkelijke sterftecjjfer iu de kampen. In naam van het menschenrecht en van de menschlievendheid vroeg hij den minister van bniten- landsche zaken of bij niets kan doen voor de martelaren van den Zn d-Afrikaanschen oorlog. Ten slotte stelde hij eene motie voor, verklarende dat de Kamer diep geroerd is door de sterfte in de kampen in Transvaal en den Oranje-Vrijstaat, voornamelijk door de kindersterfte en dat zij hoopt, dat de Engelsche regee ring de noodige maatregelen zal nemen om de sterfte te doen verminderen. De minister van buiteulandsche zaken antwoordde dat de Regeering niet tusschenbeide kan komen aangezien Engeland geen enkele interventie toelaathij kon niet zeS80n België mee zal doen aan een gemeenschappelijke poging en gelooft niet, dat die gedaan zal worden. Oor- logen zijn betreurenswaardig en de gevolgen hartbrekend, maar wij mogen niet de sympathie voor Engeland ver geten, dat onze trouwe bondgenoot is De motie, die door verscheidene leden gesteund werd, zal op een lateren dag in stemming gebracht worden. Mevrouw Steyu en mevrouw Botha woonden de zit ting bij. BUIÏSCHIiAAD. De Poolsche afgevaardigde prins Radziwill heeft in den Rijksdag geïnterpelleerd over de ops'ootjes te Warschau; hij stelde der Regeering de vraag, of de gebeurtenissen het aanzien van het Rijk in het buitenland niet hadden geschaaden welke honding de Rijkskanselier daartegenover aannam. Graaf von Büiow antwoordde dat de betrokkingen met het bnitenland met die quaestie niets te doen hebben. Doch afgescheiden daarvan, kan Pruisen zich in zijn binnen- Jandsche staatkunde niet laten leiden door de meeniogen van het buitenland. Loen de Rijksdag besloot, na dit antwoord de inter pellatie toch te bespreken, verlieten alle ministers de zaal. Menig scherp woord werd daarop nog over de behande ling der Polen van verschillende zijden gesproken. KABKIiAAO. Wederom heeft de leider der liberalen Campbell Bannermann een redevoering geboodon, waarin hjj o.a. zeide, dat de wensch van bet Engelsche volk niet is verovering en roem, maar een veilige en edel moedige vrede. Niet door steeds strenger te werk te gaan, zal de vrede bereikt worden, noch uitsluitend door militaire successen. Hoe langer het vechten voortduurt op den tegenwoor- digen voet hoe verder een gezonde regeling is, want deze moet gebaseerd zijn op verzoening en samenwerking. Hij veroordeelde ten sterkste de manier waarop de staat van beleg wordt toegepast. Hij erkende, dat het onmogelijk was, het verlangen van een deel der Boeren naar volkomen onafhankelijk heid in te willigen, maar hjj geloofde stellig, dat zij iets zeer veel minder dan dat onder Britsche vlag zonden acceptoeron, als zij bun eigen nationale identiteit, gebrui ken en rechten konden behouden. 'ïUIM-AFBIKA. Alle berichten wijzen er op, dat de Boeren groote activiteit ontwikkelen en dat eerstdaags belangrijks nieuws te wachten is. Zoo laat de ^Standard" zich van 8 Dec. nit Heilbron seinen, dat, de Wet zijn nienwe concentratie heeft voltooid. Het bericht dat hjj 2000 man bij zich heeft is mogelijk overdreven, doch zyn troepenmacht is zeker 1400 man sterk. Zijn eerste beweging tegen kolonel Wilson's colonne had een eenigszins ernstig gevecht ten gevolge. Na dien eersten aanval hadden de Engelschen drie dagen om veertien mijlen af te leggen. Op den derden dag was Wilson hopeloos omsingeld, doch werd hjj ontzet door Remington, zooals reeds word gemold. Toen de beide colonnes op Heilbron terngtrokken, om zwermden do Boeren in grooten getale den rechtervleugel en de achtei hoede en maakten zij zelfs een deel van het convooi bait, hoewel zij spoedig genoodzaakt waren dit weder te veriaten. Toch bleef de Wet voortdurend de colonnes beschieten, zoodat zij slechts langzaam konden voortrukken. De Engelsche verliezen waren klein die der Boeren onbekend. Kitchener seint van don 10 nit Standertoii, dat de coionnes onder bevel van generaal Brnce Hamilton na een nachtmarsch het geheele Bethal-commando hebben verrast en gevangen genomen bij Trichardfontein. Zeven Boeren werden gedood, 131 gevangen genomen. Tegenover deze nederlaag der Boeren, staat echter het bericht van de Daily Mail", dat meldt dat een Engelsch convooi v n 30 wagens, onder commando van luitenant Decock, tnsschen Lambert's Bay en Clanwillsam door de door de Repnbliekeinen is genomen. Na een verwoed ge vecht van meer dan twee uren, waarin luitenant Dveock gedood en verschillende Engelschen gewond werden moest het detachement zich aan de Boeren overgeven. President Hruger. Het vertrek van President Kroger nit Hilversum heeft aen 10 plaats gehad. Daags to voor had du Pre sident bezoeken ontvangen van dan Burgemeester en verschillende autoriteiten aan wien hjj zijn hartolijken dank uitsprak voor de welwillende wijze waarop men

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1901 | | pagina 2