Nieuwj aarswenschen.
Op de Waterhoeve
No, 150. fierste blad.
Honderd en derde jaargang,
1901
WOENSDAG
18 DECEMBER.
NIEUWJAARSWENSCIIEN,
h 25 ets. ;i contant
BRANDWEER.
Amsterdamsche Brieven.
In het nummer van ons blad, dat op den
Oudejaarsavond
(DINSDAG 31 DECEMBER) verschijntzal
wederom gelegenheid bestaan tot het plaat
sen van
van 1 tot 5 regels.
De manschappen der brandweer aan de
spuiten 1, 2 en 5 kunnen de hun over 1901
toekomende belooning in ontvangst nemen
ten kantore van den gemeente-ontvanger
op Maandag en Dinsdag 23 en 24 December
a s. van 9—2 ure.
De COMMISSARIS VAN POLITIE te ALKMAAR
brengt in herinnering
FEU1LLEÏO IV
W. 11 eimburg1.
Vertaling van HER MINA.
ALkKlAABSCIll'! COURANT.
Deze Courant wordt Blnsd» g-, Donderdag-
en Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar ff ©,8©franco door het
rijk f 1,—.
3 Nummers f O,©6. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven ,]f rja n cjo aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOONVooidam C 9.
Telefoonnummer 3.
Artikel 188 van de Algemeene Poli'tie-Verordening
dezer gemeente, luidende:
»Elk hoofdbewoner van een perceelof als dit onbe
woond of ongebiuikt is de eigenaar van het perceel
is verplicht zorg te dragen dat bij gladde straten
uiterlijk een half uur na het luiden van het klokje van
het stadhuis en de kapelkerk, de straat ter breedte van
ten minste een halve meter vóór langs en achter zijn
perceelalsmede de stoep voor den ingang met zand
aBeh turtmolm zaagsel of sintels best ooid wordt."
Overtreding van deze bepaling wordt gestraft met
geldboete van ton hoogste vijl gnLea.
Alkmaar De Commissaris van Politie voornd.,
17 December 1901. S. M. S. MODDERMAN Jr.
XXVII.
Van den treurigen afl ,op der boycot-plannen is
reeds eenige dagen geled»n in dit bLd melding gemaakt.
»Met bloedend hart", zoo se reef Wessels, de flinke voor
man en ontwerper der plannen, «hebben wij ervan moeten
afzien",; met bloedend hart hebben honderden warme
vrienden van Zuid-Afrika vau dit besluit kennis genomen
Onder de gegeven omstandigheden zon 't onzinnig ge
weest zijn vol te houden. Te harder viel echter het terug
trekken, waar inderdaad de kansen voor de uitvoering
van het plan een tijdlang zoo bij/onder mooi hebben ge
staan. De afgevaardigden van het Comité, die naar de
voornaamste Europeesche havens reisden, hadden daar aan-
ankelijk, behoudens een enkele uitzondering, meer succes
dan zij hadden kunnen verwachten. Een tactische fout
werd begaan door do twee overigens zoo kranige mannen,
die naar Hamburg werden gecommitteerd. Hun woord
vond er luide weerklank en eeuigebestunrderen van Ham-
bnrgsche vereenigiogen van transport-arbeiders verklaarden
zich zelfs bereid, de verdere propaganda voor Duitschland
op zich te nemen. Dit succes had het gevolg, dat de
afgevaardigden spoedig naar Amsterdam terngkeerden in
de vaste overtuiging, dat Hamburg verder gerust aan zijn
eigen lot kon worden overgelaten. Zoo stellig werd dit
geloofd, dat men er niet aan dacht ook nog een onder
houd te hebben met Paul Miiller, den voorzitter van den
Duitschen Zeemansbond, die zich daardoor zeer gepas
seerd achtte en weldra als tegenstander nit den hoek kwam.
Men zal misschien meenen, dat waar 't een reuzentaak
geldt als de verlossing van Afrika en de redding van de
nog overgebleven vrouwen en kinderen, niemand door
kleine gevoeligheden zich aan samenwerking zal onttrekken.
Dan kent hij echter de arbeiders niet. Zij zijn uiterst ge
voelig voor miskenning van hnnne positie. Zoo ging't ook
Mtiller, in gewone omstandigheden zou hij zeker niet zijn
afgeweken van het gevoelen van andere uestnurderen van
vakvereenigingen, maar nu men hem had overgeslagen
schreef hij een stuk aan de Vorwflt'ts'', waarin bij krachtig
tegen den boycot waarschuwde. Er is daarna wel moeite
gedaan om Paai Miiller tot andere gedachten te brengen
maar wanneer naen pas een artikel geschreven heeft, dat
zeer de aandacht trekt, verandert men niet zoo licht
van opinie.
Dit bezwaar zou intusschen nog wel te overwiunen
zijn geweest. Doch geheel onverwacht deed zich een ander
voor. De georganiseerde Hambatgsche dokarbeiders hadden
zich buiten het Amsterdamsche comité gewend tot be
stuurderen van de sociaal-democratische arbeiderspartij
Engeland en van hen ten antwoord gekregen, dat
een ntopie was te meenen, dat de Engelschen door een
boycot zouden worden gedwongen toe te geven. Of dit
aUvies geheel partijdig en belangeloos was is moeielijk
mol zekerheid te zeggen. Eau feit was echter, dat het
eerste enthonsiasme der Hamourgers er door tot beneden
het viiespunt haalde en zij naar Amsterdam schreven,
dat zij zich aan de beweging moesten onttrekken. Toen
reeds is er ernstig over gedacht om een proclamatie de
wereld in te zenden ter verklaring van de onuitvoerbaar
heid van den boycot, 't Was weer Wessels, die dit wist
te verhinderen. Eerst moest Hamburg opnieuw en met
nog grooter inspanning bewerkt worden; leverde dit geen
resoltaat op, dan ee.st was er reden voor wanhoop,
Wessels met een vakgenoot gingen naar Duitschland
maar zy moesten weldra constateeren dat er met de
Hamburgers niets meer te beginnen is.
Hier in Nederland gingen de zaken ook nietzooals
men wenscüte. Iedereen heette wel-is-waar te gruwen
van de moorden in Zuid-Atrika, maar van geld geven
opdat de arbeiders niet het slachtoffer zouden worden
van hun nobel initiatief, was men niet thuis. Het eerste
geld beuoodigd voor de propoganda vloeide al dadelijk
DOOR
traag slechts door de bemoeiingen van het dagblad
De Telegraaf, dat als Pro-Boer-Orgaan ook deze
beweging steunde kwam het vereischte bedrag bijeen.
Daarna had men geld noodig voor het te houden congres.
De Telegraaf, die waarschijnlijk de mislukking
in het verschiet zag deed hiervoor geen beroep op haar
lezers, met het gevolg dat er nog geen f 100 aan het
Comité werd toegezonden. Iets beter ging 't met toezeggen
van steun voor het geval de boycot doorging maar toch
hadden die cijfers tweemaal grooter moeten zijn, hadden
de arbeiders daaruit de overtuiging kunnen patten dat
men hnn niet de kastanjes nit het vnnr zou laten halen,
maar achter hen fondsen waren die hnune gezinnen
voor gebrek vrijwaarden.
In den kring der werklieden was 't het Nationaal Ar
beiders Secretariaatdat voor de zooveelste maal ver
deeldheid bracht. Dit had de beweging geheel onder zijne
vleugelen willen nemen, doch het Comité mocht dat niet
doen omdat bet den boycot vrij wilde houden van de
politiek en het N. A. S. daarvan een social stisch agita
tie-middel wilde maken. In plaats van vereenigd werd
toen in twee linies gestreeld naar het doelwaarbij het
N. A. S., getrouw aan zijne richting den oorlog ver
klaarde niet alleen aan den strijd in Znid-Afrifea maar
aan alle oorlogen ter wereld met name op Atjeh en de
Philippijnen. Het publiek kwam daardoor op een dwaal
spoor; inderdaad dachten velen dat de socialisten zich
ten eigen bate van bet plan hadden meester gemaakt
wat toch feitelijk niet het geval is geweest. Intnsschen
is ook daardoor veel financiëele bijstand weggebleven, die
anders verleend ware geworden.
Wesse s en zijne mede-Comitéleden achtten 'tonder deze
omstandigheden niet veiantwoord het internationaal con
gres van transportarbeiders te laten doorgaan. Men zou
daar toch niet hebben kunnen besluiten tot bet procla-
meeren van den boycotwant op alle plaatsen w >ar
men zich solidair had verklaard, was dit geschied onder
voorwaarde dat ook in geon andere gioote haven En-
geische schepen zonden worden g lost of geladen. Waren
de Hamburgers aan hnn woord trouw gebleven dan zou
men ook te Autwepen hebben mee edaan en van de
houding dezer stad hing weer groo-.endoels Rotterdam af.
Liever dan als dolleman door te zetten wat men zich
eenmaal in het hoofd had gebaald werd afstand geiaati
van een plan, dat waarschijnlijk te mooi was om wer
kelijkheid te worden.
Na zijn er natuurlijk een aantal menscheu, die erg
jammeren en spreken van dnizeuden, waarop het comité
had kunnen rekenen. Toen ovenwei het noemen van der-
gelyke bedragen iuvloed bad kunnen oefenen werd ge
zwegen. Met-dat al schijnt 't mij, dat de werklieden geen
reden hebben om berouw over hnn daad te gevoelen. Zij
heb "en iets gepoogd dat heilzaam bad kunnen zijn en al
mislukt zoo iets, dan moet men toch z ch moer bevredigd
gevoelen dan een ander, die maar heeft afgebroken wat
nog niet eens goed was opgebouwd. De daad der arbeiders
8)
Zij staat nog een oogenblik rond te kijken, als in ge
dachten verdiept. Eindelijk blijven hare oogen op de beeltem
van haar man rosten. »Wit zondt gij zeggen, oudje?
vraagt zij halflnid, het poitret toeknikkend, dat met den
gedraniden lok op het voorhoofd, den hoogen rokskraag en
den geplooiden jabot haar zoo kalm nit de lijst aankijkt
»Toen ik jong was, hadt gij zou iets niet gedaan 1 Hoe
komt bij er toch aan? Hij heelt zich van avond tns-scben
de meisjes bewogen, alsot hij niets op zijn consciëntie ha
en toch weet hij, dat er eone is, die zich de oogen om
hem nit het hoofd schreit en een goed woord van hem
afbedelt. Dat is meer dan jengdige lichtzinnigheiddat
is slechtEn hij was altijd zoo'n goed kind, zoo eerljjk
en oprecht, en hij beeft mij altijd alles gezegd Dan sloeg
hij de armpjes om mijn bals en stamelde «Karei altoos
zoet wezeD, Karei nooit jokken."
Hij jokte dan nn ook niet, eigenlijk niet. Hij ver
zweeg alleen.
Peinzend gaat zij op en neer. Zij is nauwelijks te her
kennen, zoo bleek zijn baar bolle wangen. Zij zet haar hoed
met de gele rozen en linten af en drukt de hand werk
tuiglijk tegen het voorhoofd. De melodie van een wals
klinkt haar nog in de ooren, een zachte, weemoedige
melodie. Ze ziet alles weer zoo du delijk vóór zich op
het pleiD voor het kleine hontvestershnis draaien en zwenken
de paren, de pupieren lampions zijn aangestoken, het bosch
op den achtergrond lijkt een zwarte mnnr. »Op vleugels
van den nacht,'' heet de wals juist een geschikte titel
Al dat gewoel heeft zij een poos aangestaard gelach, ge
praat, gt ümster <e; mengden zich met de tonen van de mu
ziek onafgewend volgt zy haar zoon met de oogen. Hij
huuüt een jong, slank meisje in de armen Eva Aürens
zij trekt zich eenigszins preutsch terng, zooals een Kind dat
doei. Nu, dat vijhieujarige kind is zeKer nog niet gevaarlijk
voor hém, maar Manama Baldauf heeft een gevoel, alsof
ze het jonge meisje bij de hand nemen en zeggen moet
»Kom mee, Entje, dat 's niets voor jon 1" Ook mevrouw
Aniens, die naast haar zit, schijnt 't maar half goed te
vinden, dat Eva met de groote menschen danst.
«Maar, mevrouw An.ens, op zoo n buitenpartij 't is
immers geen bal," had zij weikltugJijk geantwoord, «andere
heeren nalen haar ook nog niet at, mijn Karei alleen, en
zoo eens mee in het rond
«Maar lot eens op, adame Baldauf, hoe opgewonden
Eva er uitziet 1 Ze heeft een kleur als vuur. Nu zal't haa
op school niet meer bevallen Gisteren nog een wild
kind, nu een jonge dame 1
uat komt soms op eens, mevrouwtje, al net als met
de rozen gisteren nog een groene knop en vandaag in
vellen bloei 1 Ze wordt toch ook al gauw vijftien, niet waar
Mijn grootmoeder was niet veel onder, toen ze al ging
trouwen." Dit alles zeiden hare lippen, maar ze denkt er an
ders over en wacht ongeduldig, dat hij er genoeg van heeft
om het kind te laten ronddraaien. Het lieve schepseltj
schijnt echter in ziju smaak te vallen, hij danst maar
ailyd met haar.
Zoodra de wals nit is, rjjden zij naar hnis Madame
Baldanf en mevrouw Ahrens met Eva en juffrouw Bentner
De doktersvrouw en de onde juffronw doen elkaar allerlei
lange verhalen, maar zij en Eva zwijgen. Mot groote,
dwepende oogen kijkt het kind naar den helderen sterren
hemel op een glimlach speelt haar om de lippen.
Zon die Eefje zich ook eens de oogen uit het hoofd
moeten schreien over zóó iemand denkt de ontroerde vrouw
Als die onbekende Lina daar in de verte na ouk zoo'i
lief, omchnldig ding is? 't Zon toch schandelyk zijn van
Karei Heelt zoo'n bengel dan het recht zich aan te stellen
als een kapel, die van de eene bloem naar de andere vliegt?
O, ze zal hem eens onder handen nemen, hem kapittelen,
dat 't hem geel en groen voor de oogen wordt.
Maar bij nader inzien geeft ze het denkbeeld op hem ter
verantwoording te roepen éen punt is er, waar het ver
trouwen tusscben zoon en moeder ophoudt. Zuchtend legt
zij zich te ras en en bidt voor den ondeagenden bengel,
dat hij niet lichtziuuig, niet slecht moge worden 1
Eva is half dronken van verrukking t,hu s gekomen
ze kan 't niet verkroppen, ze moet baar geluk in woorden
brengen, en ze heelt niemand anders dan Dora, dan de
onbeschaafde, onverstandige Dora, die afgodisch veel van
het kind houdt.
Dora brandt natuurlijk van verlangen om het een en
ander te hooren, en ze is ook trotsch, dat hare mevrouw
en Eva door Madame Baldauf in haar rijtuig zijn afge
haald. Zij helpt het bevende, gloeiende kind met het uit-
kleeden en zegt telkens: «Ge hebt er beelderig uitgezien,
Eefje Ik zou wel eens wllen weteD, ol een van de an eren
zoo keurig was als gij 1 En hebt ge ook gedanst
En nu kan zij zich niet langer inhouden «Driemaal
heeft hij met mij gedanst, Dora Driemaal En zoo
ernstig heeft hij met mij gesproken O, en dat vond
mama niet goed en was er boos over «Juffrouw Eva" en
»u" heeft hij tegen my gezegd O, Door, Door, hoe
vindt ge 't toch Met open mond haalt zy diep en zwaar
adem. «He, ik bad 't mij nooit zoo heerlijk voorgesteld
«Wat niet vraagt Dora arglistig.
Zy aarzelt een oogenblik met haar antwoord. «Als
als men iemand liefheeft, Door 1" fluistert zij «maar
zeg 't toch in 's hemels naam niet aau mama't is
toch ook eigenljjk niet waar I"
Dora lacht «Wel neen, ik zal 't niet zeggen, Eva. Ik
zal wel oppassen Maar nn ziet ga wel, dat als ik iets
merk, ik 't nog niet zoo mis heb. Nn, droom maar
prettig en vergeet niet aan mij te denken, als gij de jonge
Madame Baldauf zijt."
«Neen, Door, dat zal ik nooit vergeten, daar knnt ge
op aau," verzekert het kind plechtig, het meisje de hand
toestekend. «En gij verraadt mij niet, niet waar Zeg eens
«Waarachtig
«Waarachtig herhaalt Dora, terwijl ze het licht
uitdoet.
(Wordt vervolgd).