Op de Waterhoeve No. 5. XXonderd en vierde jaargang. 1902. V R IJ D A G 10 JANUARI. PAIUJSCHE BRIEAEX. Buitenland. i. FJtCU ILLET O I\. VV. II eimburg. Vertaling van HERMINA. AtKMAARSCHE OOIRAAT. Deze Coarant wordt Dlnsda g-, Donderdag en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele rijk f 1, 3 Nummers f ©,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiBn Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. OOSTER ZOONVoordam C 9. Parijs, 4 Januari 1902. Alweder een nieuw jaar wensehen wij dus allen lezers en lezeressen, veel heil en zegen. Veel hebbea wij in het afgeloopen jaar niet geschreven in d s Alkmaarsche Coarant, dit spijt ons, maar konden het niet helpen, want liefhebber van de fiets, werd schrijver in de maand Juli met rijwiel en al overreden door een melkwagen. Intusschen had dit ongelukje toch ook weder eene goede keerzjjde, tot nog toe hadden wij nooit iets met rechters en rechtbanken te doen gehad, en een «krantenman'', zooals eene bejaarde juffer ons eens noemde, moet toch van alles op de hoogte zijn. En thans zijn wij op de hoogte, helaas! wij zeggen het met een zacht. Niet, dat wij dit kleine procesje verloren hebben, beware neen, zoover zijn wij in lang niet. Op 19 Jnli 1901 vielen wij met fiets en al op straat, thans schrijven wjj 4 Jannari 1902, dus na bijna zes maanden weten wij nog niets, ja toch, wij weten thans, begrijpen iets beter, hoe het mogelijk ia, dat de rechtspraak hier zooveel te wensehen overlaat. Denkt eens aan die ongelukkige zaak van Brière, den man, veroordeeld wegens moord op zijne eigene vijf kinderen, en wilt gij dan wel gelooven, dat hier weder eene beweging op tonw wordt gezet, geheel in denzellden geest als de Dreyfus-affaire. Men heeft hier do Brierards en de Anti- Brierards, evenals wij de Dreyfnsards en de Anti-Drey- fnsards hadden, en dezelfde bladen, die het heftigst streden voor Dreyfns, nemen nn de verded ging van Brière ter hand. Is het niet een ongelukkig verschijnsel, wanneer men telkens weer in een land twisten moet over de uitspraken der vei schillende rechtbanken. Wij oefenen niet gaarne kritiek nit, Parijs is en blijft eene prachtige stad, waarin het in vele opzichtan aangenaam is te wonen. Huurprijzen heeft men voor alle beurzen, alleen wanneer het op verhuizen aankomt, kan ons hier iets overkomen, waarvan wij niet gelooven, dat in Holland een voorbeeld bestaat. Laten wij U dat eens vertellen. Verondersteld, dat gij eene woning huurt, dan teekeneu hnnrder en eigenaar samen een huurcontract, en in dit contract staat steeds een artikeltje, dat de hnnrder de woning moet teruggeven »en bon état de réparations locatives", dat wil zeggen, hij moet er voor zorgen, dat huis of vertrekken in goeden staat zijn, zooals hij ze vond, toen hij de woning betrok. In een zeker opzicht is dit artikeltje zoo kwaad niethet ziet er doodonschuldig nit, en de geest der wet is dan ook, de hnisheeren te waarborgen tegen opzettelijke vernieling, tegen het scheuren van behangsel, het stukslaan van denren en vensters, het beschadigen van marmeren schoorsteenen, euz. In al den tijd, dat wij hier wonen, en dat is reeds meer dan achttien jaren, haddeu wij steeds het huurcontract, geteekend, maar nog nooit behoefden wij iets te betalen voor herstelling onzer woning. Er zyn echter eigenaren die in dat ééne artikel een aardig middel vinden om dikwijls hunne vertrekken, ja zelfs het geheele huis in staat van vernieuwing te brengen ten koste der ongelukkige huurders. Wij zagen DOOR 17) Ze gaat heen. De heeren zitten o» de sofa dicht bij de ijzeren kachel. Robert heeft een aangebroken fiesch punch op tafel gezet; en hier ligt ook nog Eva's stra mienwerkhet half voltooide rngknssen voor haar moeder. Ze heeft in den laatsten tijd dikwijls 's nachts in de kamer van haar broer daaraan gewerkt, wijl papa boven in de huishoudkamer 't niet langer dan tot tien nur toestaat en er op haar zolderkamertje met gestookt kan worden. Zij krijgt een kleur tot achter de ooren, terwijl zjj deu groet van Karei Baldauf beantwoordt, die bij baar Binnenkomen opspringt. «Vergeef mijn laten inval, juffrouw Ahrens," zegt hij, «Robert «Zij heeft niets te vergeven," mei kt haar broeder lachend aan «dit is m ij n kamer. Hadt ge soms weer plan, cara sorella, een paar nachtelijke uren in mijn schommelstoel met kerstgeheimenissen door te brengen Zuilen we dat toestaan, Karei Of zullen we haar ex zetten «Neen, zeker niet dan ga ik dadelijk weer heen," komt Karei hiertegen op. «Laat ik u niet storen, juffrouw Eva. Werk gerust door 1" «Zou ik wezenlijk hier blijven, Robert vraagt zij bedeesd en ziet er bij die vraag zóó verlegen en tocb zóó gelukkig uit, dat Karei Baldauf haar inwendig «ver duiveld aardig" vindt. «Wel z> ker luidt het antwoord, «maar tegen rook moet ge kunnen «O, die kan mij niet schelen roept zij lachend, het tabakskistje krijgende. daarvan verschillende staaltjes, de eigenaar zendt U vóór den verhuisdag zijnen architect, en deze heer gaat alles nauwkeurig na, schrijft alles op, en overhandigt dan zijne memorie aan den verbaasden huurder, die op eens ziet, dat hij er leelijk is ingeloopen. De hulsheer van een onzer vrienden maakte het nog erger, deze liet den vriend ver huizen, en daar komt voor korten tijd geleden die kameraad ons bezoeker, vreeselijk boos, en een klein boekdeel in de lucht zwaaiend. Dit boek-ieel was de memorie van den architect, acht bladzijden, elk grooter dan eene bladzijde der Alkmaarsche Courant. De woning bestond nit een appartement van vijf zes kamers, cabinet en keuken, en de lectuur van die memorie was bepaald der moeite waard. Kik stukje behangselpapier, elk gaatje, veroorzaakt door spijkers, iu de muren geslagen om lijstjes of wat ook op te hangen, elke vlek op den vloer, alle zwarte plekken aan den zolder, het wasschen zelfs der vensterruiten, niets was vergeten, de architect was g gaan in het cabinet de toilette, in kamers en keuken, ieder gaatje in den muur kostte van af 25 centimes tot eenige fraDken, het wasschen van elke vensterruit word berekend 4 centimes, zegge 2 centen, maar acht bladzijden vol centimes maakte tezamen de som van 132 fr. 15, honderd twee-en-dortig francs en 15 centimes. Onze vriend was boos, maar dat hielp niet veel, want toen hij niet betalen wilde, werd hij voor den vrederechter of «Juge de Paix" geroepen. Toen nam bij dus ook een architect en deze kon slechts vaststellen, dat intusschen de eigenaar de geheele woning in orde had gemaakt. De vrederechter benoemde eenen «expert", zooveel als een scheidsrechter, en toen gingen de twee architecten, da haisheer, de vriend, do expert, schrijver dezes, de concierge en twee huurders als getuigen, allen naar die woning, die, zooals wij zeiden, geheel vernieuwd en dus uiterst fraai en zindelijk was. Da export kon niets vaststellen, de eigenaar en zijn architect, de coneierge en een der huurders bezwoeren bij hoog en bij laag, dat de woning was verlaten in een toestand van verval, vuil enz De tegen party bezwoer even heilig, dat de woning als nieuw was, toen de huurder die verliet, men twistte anderhalf aur lang met veel geschreeuw en nog levendige! gebaieu en kou het niet eens Worden. Intusschen bel-epen de kosten van dien twist reeds 47 franken, de heer expert, hoewel hij feiteljjk mets gezien had, verklaarde eene week later, dat de architect van den eigenaar wel wat had overdreven, maar dat aan den anderen kant de huurder toch moest toegeven, dat in vijf jaren, dat hij daar gewoond had, zolder, vloer, behangsel enz. wel iets hadden geleden. Kortom, hij raadde de- huurder aan twee derden te betalen en twee derden van de kosten. Wat zon de man doen? nret betalen, dan moest de expert een rapport indienen, vervolgens komt de zaak weder voor den vrederechter, deze spreekt een vonnis uit, dit alles vermeerdert de onkosten met nieuwe 40 ol 50 franken. De vriend dus betaalde, en toen wij samen opmaakten, wat hem dat kostte aan memorie, expert, deurwaarder en architect, en toeu ook uitrekenden, dat de huisheer wel 84 franken kreeg, maar hjj daarvan betalen moest zijueu architect en verder zijn deel der onkosten, toen dachten wij aan de fabel »1' huitre et les «Laat de pijpen staan, Robeit en neem een sigaar van mij. Een goede zegt Karei, terwijl hij zijn vriend een welgevulden sigarenkoker voorhoudt. Deze is versierd met een krans van viooltjes, keurig met den petit point ge werkt. Eva bewondert dien in stilte en vraagt bij zich- zelve, van wie hij dien zou gekregen hebben De ge dach'e aan de onbekende geefster pijnigt haar. «Van waar hebt gij je sigaren, Karei vraagt de jonge dokter, de blauwe wolkjes voor zich uit blazende. «Van het Berlijnsche hnis graif St-inhaus liet ze altijd da rvan komen," antwoordt Karei Baldauf achteloos, ofschoon men 't hem kan aanzien, dat bij 't heerlijk vindt met den naam van graal Steinhans te bluff-m. «Nu, zusje," roept Robert, «schenk ons nu als dank voor dien wierook het warme water op onsen punch zool Die dunne, slappe kost is voor jou. Gezondheii, menschen Wél bekome 't je 1" Zij klinken met de glazen en nu neemt Eva haar werk ter hand en beginnen de heeren over allerlei onderwer pen te praten. Oude hennueringon van school worden opgehaald, anecdotes van de leermeesters, de eerste ge schoten haas, de eerste sigaar, het eerste hofmakerijtje als kinderen zitten zij alle drie te lachen. »'t Was toch prettig," zegt Robert eindelijk. «Feitelijk geniet men zijn jeugd het meest in een kleine stad maar dat men hier levenslang moet aarden hij zucht even «dat's h.ird «Wel, waarom?" vraagt Karei. «Ik moet 't ook wel." «Ja, gij 1 Gij zit later op jeigen erfgrond als een leenheer nit den ouden tijd 1" «Mijn moeder rust niet, eer ze mij aan het werk heelt gezet," herneemt hij met een bitterzoeten glimlach. «Da 's goed ook Geef den mensch een ambt, dan komt ook het verstand!" «Nu ziet ge eens, juffrouw Eva, hoe hij mij behandelt zóó was hij altijd," wendt Karei zich lachend tot het jonge meisje, dat haar broeder een verbaasden, af keurenden blik toewerpt. «En eigenlijk," laat hij er op volgen, «ie 't wezenlyk niet veel maer dan een ambt en plardeurs", twee mannen, die een proeeS voerden om een oester, rechter, deurwaarder, architecten aten den oester op, huisheer en huurder kregen elk eene leege schulp. Dat Parijs eene groote stad is, behoeven wij U niet te vertellen, en ook zal ieder begrijpen, dat voor het onderhoud dezer wereldstad verbazend veel geld noodig is. Toch komt de som', vastgesteld voor het budget van dit jaar 1902, ons nog al hoog voor, meer dan 300 millioen, in juiste cijfers 334.129.549 francs en 43 centimes. Een volgend maal willen wij dit eens meer van nabjj bekijken. J. M. T. CHIAA. Hef Hof is den 7 te Peking teruggekeerd. Duizend edellieden ia schitterende kleeding o;> niet minder schitterend uitgedoste paarden wachtten H.H. M.M. op. De Keizer, zijne alvermogende Tante, prins Tsjoen, de jonge Keizerin, en een aantal prinsen, waren in allerprachtigste draagstoelen gezeten en het geleide droeg honderden kleurige banieren en zyden zonn scher men. Joean-sji-Kai's troepen trokken voor den Keizer uit en een dubbele rij geknielde soldaten waren langs den weg geschaard een afstand van bijna anderhalf uur gaans. De Keizer en zijne Tante begaven zich in deu tempel binnen de poort en ontstaken er wierook. Bij 't ver laten van 't gebouw maakte oe laatste een buiging voor de buitenlanders die van boven de poort den intocht aanzagen. BOTSCliliAAI». Den 8 is te Berlijn bij de ope ning der zitting van den Landdag door den minister president von Bülow de troonrede voorgelezen. Daarin wordt gewezen op den algemeen ongnnstigen toestand in het bedrijf. Voor 1901 is geen gunstige afsluiting meer denkbaar. De spoorweg-ontvangsten zullen belangrijk beneden de raming blijven. Op de begrooting voor 1902 zijn de ontvangsten lager geraamd dan het vorig jaar. Toch zijn zij met de uiccaven in evenwicht zonder dat een beroep op het crediet noodig zal zijn. Wetsontwerpen worden aangekondigd tot verbetering der woningen voor arbeiders, in dienst van den Staat en laag bezoïdigde beambten. Voor de uitbreiding van het spoorweguet en de onder steuning van den aanleg van kleinere spoorwegen, zullen aanzienlijke middelen worden vereischt. Te zijner tijd zal eene nieuwe voordracht worden inge diend tot verbetering van de waterverhoudingen, in het belang van handel en verkeer. Ten opzichte der Oost lijke dealen des lands, waar twee talen worden gesproken, verklaart de Troonrede, dat het voor den Pruisischen Staat en voor het Duitsch9 volks bestaan een vraag is van zelfoehoud dair zjjn staatkun dige en maatschappelijke stellin? te behouden. In dat Oostelijk gedeelte des lands zal het Du'tsche wezen der halve worden aangekweekt en aan eenig daartegen ge- zal ik daar maar een soort van rentmeester zijn, die van eiken penning rekenschap moet afleggen." «Welnu, aan wie?' troost Robert hem. «Natuurlijk aan je moeder, en dat is even goed alsof gy jo eigen baas zijt." «Hm zegt Karei en zwijgt. Robert lacht en vult opnieuw de glazen. «Wat zie ik, Eefje, is je glas ook al leeg vraagt hij, om een andere richtiog aan het gesprek te geven. «Wel, 't smaakt net dils water," antwoordt het meisje lachend, terwijl haar groote, doorgaans zoo kalme oogen glinsteren. «Nu dan nóg slapper anders moet ik je straks de trap ophelpen Gij denkt misschien, dat «de brandewijn na miüderuacht niet kwaad kaD zgn" Maar dat gaat hier niet op dit glas is je laatste." Karei Baldauf zit haar aan te kijken. Ze lacht zoo vroolijk en dan is ze zoo mooi zoo'n lief mondje met blinkend witte tanden, de bovenlip even vooruitstekend boveu de onderste, een mond als geschapen om te kussen de blozende wangen zoorond en zacht die kleine Eva is waarlijk allerliefst zjjn broer Manrrts heeft nog niet zoo n slechten smaak Die pedante vent liep haar op het oogstfeest als betooverd na; dit had Karei wel gemerkt en juist die oaverholen bewondering van zijn bioer had hem toen aangedreven, haar tot zija buurvrouw aan tafel te kiezen en zooveel zoethout voor te raspen als hij slechts in voorraad had. Hanne had hem dit. toen terstond met die jeu op Eva's japon betaal i gezet. Die jaloersche heks en toch zoo preutsch prentsch om razend te worden I De manier, waarop ze hem zoo straks heeft afgescheept, staat hem weer levendig voor den geest en hij staart nu verdrietig voor zich uit. «Koma.n, je punch wordt koud," zegt de jonge dokter lacht-nd, «laten we nog eens op onze guitenstukken van vroeger drinken!" Op eens wordt er in de slaapkamer daarnaast, zoo luid en heftig gescheld, dat alle drie verschrikt opkijken. «Mijn nacbtbel roept Robert. «Wie heeft 't nu weer in zijn hoofd of ziju beenen gekregen Excuseert mij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1902 | | pagina 1