Op de Waterhoeve
No. 6. tweede blad.
Honderd en vierde jaargang,
1902.
ZONDAG
12 JANUARI.
MISVERSTA1VD
FEUILLETON
W. Heimburg-.
Vertaling van HERMINA
UMlUHSfiiH <01 BW.
Deze Courant wordt Wins da g-, Donderdag'
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het
geheele rijk f 1,
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentlën
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON Voordam C 9.
Er zijn hij de behandeling der Staatsbegrooting in
onze Tweede Kamer woorden gesproken tusschen de
leiders dor politieke partgen die van heel wat meer
onderlinge waardeering en een krachtiger geest van toe
nadering getuigden dan zich bij de voorafgegane ver
kiezingen openbaarde. Dit zal nu uit den aard der zaak
wel altijd min of meer het geval zijn als de strijd ge
ëindigd is en de partijleider als bewindsman moet op
treden maar zelden of nooit is het verschil zoo groot
geweest als thans, nadat we zooveel hadden moeten hoo-
ren over de ondermijning van de Christelijke grondslagen
onzer maatschappij door het bestuur der liberalen en
een geheel nieuwe koers als volstrekt noodzakelijk was
aangekondigd. Allengs is men van de zijde der rogeering
tot de erkentenis gekomendat er op de Christelijke
grondslagen tot nog toe ook door de liberale Kabinetten
was gebouwd maar dat zich in de laatste vier jaren
eenige bedenkelijke teekenen hadden voorgedaan, die het
»Christelijk volksdeel" hadden verontrast. Het was nog
maar bij ontwerpen en voorstullen gebleven doch dit
was genoeg om den geest te doen kennen, die het vorige
liberale ministerie had bezield.
Toen de voorgestelde wetsbepalingen van zoo bedanke-
lijken aard werden genoemd, heeft men van liberale zijde
er zich over verbaasd dat deze zooveel aanstoot hadden
kunnen geven en Antirevolutionairen en Kat tolleken
er zooveel gevaar in konden zien. Hunnerzijds werd
daarop geantwoord, dat hierin juist het bedenkelijke van
den toestand was gelegen, dat de liberalen de bezwaren
van hunne politieke tegenstanders ni't gevoelden, en
zich niet in hun toestand konden verplaatsen. Zoo iets
moet werkelijk in het algemeen niet onmogeljjk worden
geacht. Men kan te goeder trouw meenen iets voor te
stellen, waartegen personen van een andere godsdienstige
of staatkundige richting geen overwegende bezwaren
zullen hebben en zich toch schromelijk vergissen. Het is
mogelijk, dat men dit niet dadelijk inziet, en het eerst
goed begrijpt, wanneer het van andere zijde duidelijk
wordt gemaakt. Komt men dan aan de bezwaren te
gemoet, zooals van de liberale ministeriëa der laatste
jaren ook door hun bestrijders erkend wordt, dan, zonden
wij meenen, is het kwaad nog niet zoo ernstig. Juist om
elkander in te lichten, dient de schriftelijke en monde
linge gedachtenwisseling in de Kamers en als men nu
maar naar elkander wil luisteren, kan alles nog in orde
komen. Toch zou het ook mogelijk kunnen zijn, dat een
meerderheid in haar verblinding de geopperde bezwaren
DOOR
18)
Het volgend moment wordt de klink van de deur op
gelicht en treedt Robert binnen, die zonder op het tweetal
te letten, naar zijn schrijftafel gaat om een recept te krab
beien. Eefje heeft tijd om zich te herstallen. Karei Bal-
danf gaat bedaard weer op zijn plaats zitten. Ais de
jonge dokter bij de tafel terugkomt, vindt hij alles evenals
straks.
»Zóo gaat 't," zegt hij »terwjjl zoo'n hengel al dagen
lang koorts heeft, wordt men 's nachts om twaalf uur nog
naar Ostendorf geroepen. Dat's weer echt Hohenburgsch
Eerst als de dood er mee gemoeid is, komen zij je halen
en als men dan niet meer helpen kan, heeten zij je een
beunhaas. Cora amico, lig daar maar niet zoo lui op de
sofa, maar neem hoed en stok, ik moet nog uit, en buiten
is 't een sneeuwjacht, dat men geen hand voor oogen
kan zien. 't Zal een lange winter geven, al i vronw Holle
al den tienden November de veeren schudt. Eva, maak
je nuttig in dienst der lijdende menschheid en haal mijn
waterlaarzen eensDora heeft ze ingesmeerd."
Als een pijl uit den boog is het meisje de deur uitge
sneld. Zij voelt de blikken van Karei Baldanf, die haar
lachend naziet. Als in een droom en bevend staat zij in
de keuken. Dora is over de bretels, die zij voor haar
vrijer breit, zacht ingeslapende blikken olielamp is
half uitgegaan, een walmende renk vervult het kleine
vertrek.
»Door Door Word toch wakker, Door Eva schndt
de slaapster bij den schouder. »Breng mijn broer zijn
niet inzag, of ze van zoo weinig beteekenis oordeelde
dat zij er zich niet om bekommerde en dan zou in
derdaad het onvermogen om de grieven van anderen in
haar volle beteekenis te gevoelen en er al den ernst van
te beseffen het onvermogen om zich in hun toestand
en op hun standpunt te verplaatsen een zeer beden
kelijk verschijnsel mogen heeten. Wat hebben wij daar
omtrent na onlangs gehoord
Het was de minister van binnonlandsche zaken, Dr. A.
Knijper, de kabinetsformeerder en minister-president
die in de zitting der 2e Kamer van 5 December 1.1. dit
onvermogen aan de liberalen verweet. Als voorbeeld
daarvan haalde hij aan art. 38 vau het wetsontwerp tot
herziening der Armenwet ingediend onder hel vorige
ministerie en onder het tegenwoordige ingetrokken. Laat
ons, om de gegrondheid van het verwijt te kunnen be-
oordeelenzien, wat dit artikel bepaalten wat de
minister er in veroordeelde.
Volgens bet bedoelde ontwerp zoa in elke gemeente
tweeërlei centraal register worden aaugelegd van onder
stand genietende armen één van schamele armen
en één van erkende armen. Het eerste register zou
door den secretaris van het burgerlijk armbestuur per
soonlijk worden beheerd en bijgehouden en verder voor
ieder geheim blijven behalve voor de inspecteurs van het
armwezen. Op dit geheime register der schamele
armen zouden gebracht wordeu de namen der armen die
verzorgd worden door de kerkelijke of bijzondere instellin
gen van weldadigheid op het andere, niet geheime register
der erkende armen zonden voorkomen de namen der
armen die onderstand ontvangen vau de burgerlijke armbe
sturen of armbesturen van gemengden aard, een en aade r
met opgave van leeftijd, woonplaats, tijd van vestiging in de
gemeente, kerkgnnoofschap .beroep, en vaa den vorm, het
bedrag en den duur der ondersteuning (dat is of de
ondersteuning was verleend in kleedingstukken, kostelooze
woning, levensmiddelen, geld, enz., hoeveel de ondersteuning
bedroeg en hoelang zij duurde). Voedsel en kleoding aan
schoolkinderen, uitreiking van brandstoffen of eetwaren op
zoogenaamde boos en verstrekking van voedingsmiddelen
die op de plaats zelve worden gebruikt, zouden niet ver
meld behoeven te worden. De opgaven der namen enz.
voor deze registers zouden moeten geschieden door de
besturen van alle instellingen van weldadigheid.
Nu zonden in twee gevallen de namen van armen nit
bet geheime register naar het openbare kannen worden
overgebracht, namelijk 1°. wanneer het bestuur der ker
kelijke of bijzondere installing van weldadigheid, die den
arme verzorgt, dit zelf verlangt; 2°. wanneer dp arme
groote waterlaarzen, hij moet naar Ostendorf maar
gauw, gauw Zij valt op den stoel neer, waarzan Dora
dommelig is opgestaan, en zit daar oubeweeglijk met de
handen gevouwen haar jong gelaat drnkt groote, stille
zaligheid nit. Zij hoort, hoe de heeren het huis ver-
la en en Dora terugkon-1, ziet, hoe deze de lamp weer
vult en de pit met een haarspeld uithaalt, zoodat de von
ken op den grond vallen, en hoort nu de oude, verroeste
klok één slaan.
»Maak toch dat ge in bed komt, juffrouw Eva," knort
de meld. »Ge zijt zoo moe als een hond. Ik ga ook naar
mijn mandjo. Morgenochtend zal ik de punchglazen wel
hal»n."
Langzaam staat Eva op. Zij haalt haar zakdoek uit en
wischt een paar dikke tranen af, die aan haar wimpers
hangen.
»Wat zie ik?" vraagt Dora, nn op eens wakker gewor
den. »Schreit ge wat is er dan gehemd Wel, nu dacht
ik ner dat gij van avond eens pleizier zondt hebben
Heeft Robert je wat gedaan?''
»Neen, Door Goedennacut, ik ben maar wat mee."
En boven op haar kleine kamer knielt zij voor den eersten
den besten stoel met een stomme dankzegging evenals
in de kerk. In haar binnenste is't als m bloeiende lente-
gaarde bij onbewolkte luchtalles is zonneschijn in haar
levenaarde en hemel lachen haar toe.
Madame Baldanf heeft in de week vóór Kerstmis een
lichten aanval van griep gekregen en ligt nog twee dagen
voor het feest te bed, uiterst ongeduldig, wijl zij maar
al te goed weet, dat zij in zulke drukke tijden minder
dan ooit kan gemist worden. Dokter Robert An ens is
haar dien dag wat later dan gewoonlijk komen bezoeken
en heelt er daaiom geducht laugs gehad.
»Nean, Robert, al zijt ge nu ook een geleerd dokter ge
worden, iets weet ge toch nog niet zieke menschen
wachten niet graag en maken zich daarbij vreeselijk drif
tig. En dus, als 't erger met mij wordt, is't jouw schuld."
»'t Spyt mij, Madame Baldanf, maar vandaag moei ge
behalve van deze instelling van weldadigheid nog van
een andere instelling onderstand heeft ontvangen, of de
beheerder van het register nit een aanvrage om inlich
tingen te weten komt, dat de arme zich nog bij een
andere instelling of bij een particulier om onderstand
heeft aangemeld.
Ziedaar de bepalingen van het wetsontwerp die de
verontwaardiging van den minister hebben opgewekt.
Weten dan de heeren niet, riep hij nit, dat »in de
Kerk van Christus armenzorg als armenzorg en Jamtlle
wordt beschouwd vau broeders en zusters onder elkan
der Zouden de heeren meenen, dat, het niet algemeene
verontwaardiging ook onder de liberalen, zon te weeg
brengen, wanneer er een wetsontwerp werd voorgedragen,
waarbij ieder verplicht werddie geld uitbetaalde tot
ondersteuning van zijn broeder zuster of moeder het
cijfer van het bedrag en den duur van den tijd aan een
anderdoor de Regeering aan te wijzen persoon moest
opgeven
Die dit leest heeft toch wel eenige reden om zich
te verbazen over zoo groote verontwaardiging, te meer
daar de minister vroeger als Kamerlid nooit bezwaar
had gemaakt tegen de bepaling in de Kieswet die de
besturen zoowel der kerkelijke en bijzondere instellingen
van weldadigheid als der andere verplichtaan den
burgemeester op te geven of er onder de personen die
voorloopig op de kiezerslijsten zijn geplaatst, ook be
deelden voorkomen zelfs niet toen in het ont,werp-Tak
de bepaling voorkwam, dat de namen van deze bedeelden
publiek zouden worden gemaakt. Het hielp niet toen
de minister daaraan werd herinnerd, en hy er bovendien
op werd gewezen dat hij dwaaldetoen bij beweerde
dat men het recht had de namen der schamele
armen uit bet geheime register over te brengen in
het niet-geheime register der erkende armen
daarbjj voorbij ziendedat dit alleen kon geschieden
wanneer bet bestuur van de kerkelijke instelling van
weldadigheid dit zelf verlangdeof wanneer de arme
behalve bij dit bestuur ook nog elders om onderstand
aanklopte. De minister trad in geen verdere discussie
maar bleef er eenvoudig bijdat deze bepaling was
»een aanranding van de vrijheid der Ohristelgke Kerk".
Een aanranding van de vrijheid der
Christelijke Kerk in niets anders bestaande
aan in een verplichting der Kerkelijke armbesturen om
de namen hunner bedeelden met eenige andere opgaven
mede te deelen ter opneming in een geheim register
Men kan toegeven, dat de antirevolutionairen fijner gevoel
hebben voor de Christelijke grondslagen onzer maat-
nog te bed blijven," antwoordt Robert, die haar den pols
heelt gevoeld. »Met zoo'n ongeregeldeu polsslag laat ik
geen zieke opslaan."
»Dat is 't jnist ik maak mij zoo driftig over mijn
ongesteldheid ik kan 't niet langer nitbonden B -
neden in huis loopt alles in 't honderd. Had ik ten
minste maar een dochter, die mij kon helpen I"
»Maar ge hebt immers goede dienstboden
»Och wat Dienstboden zijn dienstboden dat be
grijpt ge zoo niet, Robert! Ge kunt zeggen wat ge wilt
-- ik sta op."
Op uw eigen verantwoord ng 1"
»Wel zeker, waarde en hooggeleerde dokter ik zal 't
u niet verwijten als ik morgen erger in plaats van beter
ben."
»Best Goedenmorgen Madame Baldanf!"
Zijt gij nu boos Kom eens hier Robertgeei mij
de hand en vertel mij eens doe 't thuis gaat en hoe mijn
kleine Eva 't maakt? Weet ge wel, dat z\j sinds vier
weken geen enkele maal hier bij mjj is geweest
Het voorhoofd van den jongen arts betrekt min of
meer. »Eva?" herhaalt hij: »ja, wg allen maken ons
ongerust over haar, Madame Baldanf. Stellig mank eit
haar iets. Ze ziet bleek, wil niet eten en krijgt tiauen in
de oogen als men haar maar van ter zijde aanziet. We
willen hopen dat 't gauw terechtkomt."
»Weldat spijt mijStuui uei kind eens hierheen
zoo tegen halt elf, Roberten Lal zij er op rekenen
een poos bij mij te blijveu ik heb kerstmisgebe.men
met haar te behandelen mijn ziekte is toch n.et m er
aanstekelijk, ui X waar Nu ziet ge wel laat haar
dus tegen half elf hier komen."
sik zal haar de boodschap overbrengen, Madame Bal
danf, maar sta er niet voor in, dat ze komen zal. Ze is
zoo eigenzinnig als een jonge bok en heeft tot dusver
voor alle koffie- en theesaletjes bedanktde jonge dames
hebben letterlijk ons hms bestormd om haar over te halen."
»Ha 1 Ha!" lacht Madame met het hoofd ia de witte
kussens, »Eva is ook niet dom Ze weet best dat haar
persoontje bijzaak is. »Ora der wille van het smeer Lekt