Honderd en vierde jaargang. 1902. ZONDAG Internationale handelingen van Engeland. 16 FEBRUARI. Buitenland. N e d e r 1 an d. NO» 21» Berate blad. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag en Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f O,SOj franco door het geheele rijk f 1, 3 Nummers t O,O0. Afzonderlijke nummers 3 ets. In drieërlei opzicht komt in deze dagen Engelands verhouding tot de overige mogendheden ter sprake. De eerste zaak betreft het verledene. Engelsche en Duitsche dagbladen hebben getwist over de vraag of voor den aanvang van den oorlog tusschen de Vereenigde Staten en Spanjedie Cuba en de Philippijnen in het bezit der Noord-Amerikaanscbe Unie bracht door Eu- ropeesche mogendheden pogingen waren aangewend om de Unie van haar tusschenkomst op Cuba terug te houden Engeland had getracht andere staten tot een gemeen schappelijken stap met dat doel over te halen, werd van Duitsche zijde beweerd. Juist andersom werd geant woord, het was Duitschland, dat deze voor Noord-Amerika minder aangename poging deedmaar Engeland wist haar te verijdelen. Zoo werd er getwistom de Noord- Amerikanen te laten zien wie hun ware vrienden waren, en wie hun geheime vijanden. Van de dagbladen kwam de vraag in het Engelsche Parlement. Heeft Engeland ooit door zijn gezant aan andere mogendheden een gemeenschappelijke nota voor gesteld werd door een lid in het Lagerhuis gevraagd waarin zij zonden verklaren, dat een gewapende tusschen komst van de Vereenigde Staten op Cuba niet te recht vaardigen was en heeft men dat plan moeten opgeven tengevolge van Duitschlands weigering Of wat kan de Regeering omtrent deze zaak mededeelen Wat de regeering mededeelde, scheen afdoende. Neen, antwoordde de Engelsche minister, Engeland heeft nooit door zijn gezant of op andere wijze eenige verklaring voorgesleld tegen de Vereenigde Staten omtrent hun tusschenkomst op Cuba; maar wel heeft de Engelsche regeering geweigerd zich met eenig voorstel van dien aard in te laten. Daarmee was do zaak uit, zou men zeggen. Nu kan men zien juichte de Engelsche pers hoe Duitschland dat nu zoo groote vriendschap voor Noord-Amerika toont en het door 's keizers broeder prins Heinrich laat bezoeken, er op uit is geweest om het tegen te werken maar aan Engelands vriendschap heeft de Unie bet te danken dat dit booze plannetje is mislukt. En inderdaad zou men meenen dat de zaak nu uit was, en de Unie reden had om Engeland dankbaar te zijn en Duitschland te wantrouwen. Als een minister officieel in het Parlement zulke ondubbelzinnige mede- deelingen doet, is geen tegenspraak te verwachten. Maar wat gebeurt? Enkele dagen later maakt de officieele Reichs Anzeiger een telegram openbaar van den Duitschen gezant te Washington van 14 April 1898, waarin hij bericht dat de Engelsche gezant aldaar een opzienbarenden stap heeft gedaao, door aan de gezanten der overige groote mogendheden te Washington een gezamenlijk optreden voor te stellen in den geest eener gemeenschappelijke nota waarin zou worden te kennen gegeven, dat een gewapendo tusschenkomst van de Ver eenigde Staten op Cuba haar niet gerechtvaardigd scheen. De Duitsche gezant heeft er onmiddellijk bijgevoegd dat deze stap van den Engelschen gezant werd vermoed een gevolg te zijn van een beroep van de Koningin- Regentes van Spanje op de hulp van Koningin Victoria, maar dat hij voor zich er geen heil in ziet. Tevens wordt gepubliceerd de kantteekening van den Duitschen Keizer»Ik houd het voor glad verkeerddoelloos en alzoo nadeelig. Ik ben tegen zulk oen stap." Het is te begrijpen, dat men zich afvraagt, hoe de verklaring van den Engelschen minister, dat Engeland niets van dien aard had voorgesteld, maar integendeel had geweigerd aan zulk een stap deel te nemen, met dezen telegram van den Duitschen gezant is overeen te brengen. Men zou zoo zeggendat dit onmogelijk is maar er dient in elk geval afgewacht te wordeD, welke verklaring door Engeland van de zaak zal worden gegeven. Tot zoolang zal men veilig doen, hoe vreemd deze ge schiedenis er uit moge zien, zijn oordeel op te schorten. De tweede opzienbarende handeling van Engeland is het opgeven van Wei-hai-Wei in China. Dezelfde plaats die in 1899 met grooten aandrang van China werd afge perst, als een tegenwicht voor Port-Arthur, dat aan Rus land was afgestaan en voor Shan-toeng, dat aan Duitsch land was ten deel gevallen, dat punt van groot strate gisch belang, over welks bemachtiging het geheele volk had gejuicht, wordt thans als volkomen waardeloos prijs- Prijs der gewone advertentlen i) Per regel f 0,13. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOONVoordam C 9. Telefoonnummer 3. gegeven, ondanks alle kosten die reeds aan zijn inrichting en versterking zijn besteed. De meest aannemelijke ver klaring, die van deze jammerlijke ve -ssing kan gegeven worden, schijnt wel deze te zijn, dat Engelsche regee- ring geen weerstand heeft kunnen bitden aan het ge schreeuw van de jingo's, dat Engeland, ofschoon in het Chineesche rijk reeds in het bezit van een zoogenaamaen invloedskring met een bevolking van ongeveer 120 milli- oen, nadat Rusland en Dnitschland Chineesche landstreken hadden .gepacht," toch ook weor iets moest hebben. Zonder behoorlijk onderzoek beoft het toen in der haast aan China afgedwongen, wat het meest voor de hand scheen te liggen, een stak land tegenover de Russische bezittingen en nu geeft het zijn fel begeerde prooi, des tijds geroemd als een tweede Gibraltar, weer op, als geheel ongeschikt om ooit een bruikbare oorlogshaven te worden. De vergissing is wat duur betaald; maar wat beteekent zij in vergelijking met de treurige ver gissing in Znid-Afrika! De derde daad van Engeland, en zeker wel de be langrijkste, is zijn verbond met Japan. In Europa staat Engeland alleen ook met de Amerikaansche broeders, hoe hoog de eenheid van het Angel-Saksische ras ook wordt verheven, kwam geen verbond tot stand. Groot- Brittanie kon trotsch wezen op zyn .schitterend alleen- staan Maar ziet, eensklaps wordt het verbood met een oosterschen, Diet christelijken staat wereldkundig ge maakt. En welk een verbond Zijn doel is handhaving van den algemeenen vrede en den bestaanden toestand in het verre oosten, meer in 't bijzonder de onschend baarheid van China en Korea en het verwerven van gelijke behandeling van den handel en de njjveibeid vau alle natiën in die beide rijken. Dit laatste, het toepassen van de leer der zoogenaamde .open deur" voor allo vol keD, al zal wel gezoigd worden dat men zelf niet ach teraan komt, heeft in de tegenwoordige omstandigheden inzonderheid voor de kleine staten eenige waarde. Tot dat doel verbinden elk der beide staten zich om, wanneer één van beiden, bij de verdediging van die gemeenschap pelijke belangen, met een anderen staat in oorbg komt, volstrekte onzijdigheid te bewaren en pogingen aan té wenden om te voorkomen, dat andere staten aan de vij andelijkheden tegen den boudgenoot deelnemen. Mocht in weerwil daarvan een andere mogendheid zich in den strijd tegen één der bondgenooten mengen, dan zal de andero bondgenoot hem bijstaan en zullen zjj den oorlog gemeenschappelijk voeren en later gemeenschappelijk vrede sluiten. Ofschoon de belangou van Engeland hoofd zakelijk in China liggen, en die van Japan in Korea, hebben beide mogendheden ingezien, dat die belangen samen knnnen gaan en door beide gemeenschappelijk verdedigd knnnen worden, indien ze worden bedreigd hetzij door ongeregeldheden in China of Korea, hetzij door de handelingen van een andere mogendheid, waar door de tusschenkomst van een der bondgenooten nood zakelijk wordt. Steeds zullen zij daarbij met elkander overleg plegen, en geen der bondgenooten zal, zonder den ander te raadplegen, met eenige andere mogendheid een overeenkomst aangaan, waardoor voor zijn belangen in China of Korea nadeel zou kannen ontstaan. Ziedaar wel een bondgenootschap van groote beteekeais. De algemeene opvatting is, dat het inzonderheid tegen de plannen van Rostand in Mantsjoerije of Korea ge richt is. En dit is de uitkomst van het eendrachtig en gemeenschappelijk optreden der mogendheden in China. n werd Chamberlain te Londen in de Gmldhalf door zijn trouwe Jingo's gehuldigd een gouden kistje met een adres van dankbetuiging voor ziin bewezen diensten werd hem aangeboden. In zijn antwoord verklaarde hij, dat de regeering twee groote oogmerken had, het Britsche gezag in Znid-Afrika te vestigen en de eenheid van het ryk te handnaven Beide waren diep geworteld in den Zuid-Afrikaanschen oorloghij wees op de onuitputtelijke kracht, welke ge bleken was dat het Rijk in de koloniën bezat. Hij sprak over het onvermijdelijk einde van den oorlog en zeide geen enkel staatsman te benijden, die bij de onderhande lingen wegwierp wat met de wapens was verkregen De Engelschen waren niet wraakzuchtig de vhaéden van gisteien zouden, wanneer zy zich onderwierpen morgen verwelkomd worden als vrienden, doch om aan dé onverzoenlijken, die zich er op beroemden, dat zij Engelsch Amd-Alnka zouden schoonvegen van zee tot zee te wei geren naar hnn woonplaatsen terng te keeren, was noen wraakzucht, maar zelfbehoud. De Engelsche regeering en het volk verlangden ernstig naar een eervollen vrede, doch die vrede moet eea duurzame zijn, die ons de resul taten geeft, waarvoor wij zoo veel opofferden. Wanneer de vrede gesloten zal zijn, zullen wij aan de wereld toonen, dat Zuid-Afrika even sterk, bloeiend en vry is als eenig ander deel van 's Konings gewesten. Terloops bij zijn redevoering wijzende op de gevoelens van het vasteland, zeide Chamberlain, dat het onmogelijk cchijDt de genegenheid te winnen van de vreemde mogend heden .doch wij zijn in staats ons hun eerbied te ver zekeren". In het Hoogerhuis verklaards lord Lansdowne den 13 bij de behandeling van het tractaat met Japan Wh' wenschen Japan te beschermen tegen het ernstigste gevaar dat net kan bedreigen, namelijk tegen een coalitie van mogendheden. Met vertrouwen mogen wij verwachten, dat Japan zich zou kannen staande houden tegen een enkele mogendheid. Doch als het wordt bedreigd door meer dan een mogendheid, zoa het in groot en dreigend gevaar verkeeren, en in dat gevaar wenschen wij het te hulp te komen. Het verbond zal ons dus dwingen om ter hnlp te snellen een vriendschappelijk gezinde mogendheid, wier ondergang wij onder geen enkele omstandigheid zonden kunnen dulden. Indien de vrede ongelukkiger wy ze mocht worden verstoord, zal het tractaat str kken om het ge bied waarbinnen de vijandelijkheden voorvallen te be- perken. Lord Rosebey wenschte lord Lansdowne geluk met het sluiten van het tractaat. KUID-AFRIKA.. Wil men zich eenige voorstelling maken, hoe groot de krachtsinspanning geweest om de Wet te vangen en tevens welk een teleurstelling het negatieve resnltaat voor Kitchener moet zijn, dan leze men onderstaand telegram van Renter's correspondent .Kitchener s plan was het grootste, dat ooit in den oorlog werd mtgovo rd het bostond uit het afzetten vau een gebied van meer dan 50 mijlen lang, waar dag en nacht, de nauwste verbinding moest bewaard blijven. .Vier colonnes, ieder gemiddeld 2500 strijdbare mannen sterk, waren geconcentreerd aan de Liebenbergsprnit in den nacbt van 5 Febrnariiedere mijl was bezet door 200 man, terwyl de blokhuizeulinie krachtig was versterkt .De geheele linie rukte te 6 uur in den morgen van' 6 Februari vooruit. Van verschillende hoogten, waar men het terrein kon overzien, zag men lange rijen stippen dat waren de verkenners. De hojfdtroepen zag men daar-' achter zich uitstrekken over het golvende veld. De troepen hielden zoo bewonderenswaardig voeling, dat het onmogelijk scheen zelfs voor een haas om ongemerkt te blijven liggen. »In dien nacht, rustte de rechtervleugel op de blok- bnizenlmie twaalf mijlen oostelijk van Heilbron- de linkervleugel raakte Doornkloof, 60 mijlen oostelijk'van Kroonstad. J .Ondertusschen had De Wet, na krijgsraad gehouden te hebben, zyn geheele macht in drie groepen gesplitst hij zond de eene uit om te pogen de noordelijke linie' de andere om de zuidelijke linie door te breken. De Wet' zelf was van plan, om den spoorw g over te trekken westelpk van het noordelijke deel. .De Boerencommandanten Van der Merwe en Van Collom dreven om elf unr in den nacht van 9 Februari een aantal runderen tegen onze linie. De Boeren laag over de paarden gebogen, reden tusschen het veej'maar overal stieten zij op een vreesehjk vuur. Wy schatten dat slechts 30 Boeren van de 200 er in slaagden dooi de linie te breken. Na de vooruitgaande beweging van 7 Februari was de Engelsche linie dichter geworden, ongeveer 300 man per mijl in plaats van 200. Kort na het aanbreken van den nacht werd een hevig geweervuur gehoord aan den Brit- schen linkervleugel. Een lange vlammenlijn, knetterend als een brandend bosch, laaide op en neer de linie was ongeveer dertig mijlen lang. Gepantserde treinen verlichtten met zoeklichten mijlen van het terrein, snelvunrkanonnen langs de lyn der opgeworpen versterkingen, veldgeschut en pompoms wierpen diepe basnoten tnsschen het hoo^e geknetter der geweren, en van het fort bij Heilbron kloSk het zware gelaid van een scheepskanon." Al deze krachtsinspanning bleek echter ten slotte te vergeefs, opnieuw was het net ledig, toeD man het met ontzettende moeite had ingehaald Luchtscheepvaart. Santos Dnmont is te Monaco opnieuw met zijn bestuurbaar luchtschip opgestegen. Hy is over de Middél- landscbe Zee gegaan tot halt weg Kaap Martin en hij voerde alle bewegingen met groote gemakkelijkheid uit. De Vorst van Monaco woonde de proefn ming bij welke thans meer dan ooit te voren eon belangstellende toeschouwersmen igte trok. ISar singer hor n. Alhoewel te Kol horn, op voorsloot en haven reeds een week wordt schaatsengere- den zoo is het ijs toch nog te on ertronwbaarom aan de voorgenomen hnrdrijderij met hindernissen uit voering te kunnen geven. In de Zuiderzee is hoegenaamd geen ijs. Reeds twee weken aaneen werd van Wieringen hoornvee voor de Schageru arkt aangevoerd, wat buiten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1902 | | pagina 1