No. 28. Honderd en vierde jaargang 1902. WOENSDAG 5 MAART. Amsterdamsche Brieyen. Buitenlaud. Laatste Berichten. Nederland. l)e Oorlog in Zuid-Airika. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt 1 n s d g-, Donderdag en Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80j franco door het >ele rijk f 1, 3 Nummers f O,©8. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prys der gewone advertentlën i] Per regel f ©,13. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOONVoordam C 9. Telefoonnummer 3. VII. Toen eenige weken geleden de quaostie bij den juwelier Asscher leidde tot een ernstig conflict in de wereld der diamantbewerkers, werd door mij voorspeld, dat 't hier hard om hard zou gaan en eene toenadering tusschen de beide partijen vooreerst niet te wachten was. Dit is maar al te goed uitgekomen. Men zal zich het geschil herinneren en dus ook weten, dat de meeste juweliers hebben geweigerd werk uit te geven, zoolang de A. N. D. B., de organisatie der werk lieden niet de bepaling intrektdat niet door georga niseerde werklieden met ongeorganiseerde mag worden samengewerkt in hetzelfde personeel. De A. N. D. B. heeft tot hiertoe hardnekkig geweigerd aan dien eiseh te voldoen omdat hij vreestdat bij inwilliging velen voor hun lidmaatschap zullen bedankenwaardoor de organisatie zoodanig zou verzwakken dat successievelijk alle met zooveel moeite behaalde voordeelen zouden moe ten worden prijs gegeven. Hoe wordt geredeneerd door de leden der Amster damsche Juweliersvereenigingwant alleen de bij haar aangeslotenen zijn tot de uitsluiting overgegaan? Zij zeggen.: het eenige, dat wij begeeren is rustige arbeid voor degenendie voor ons werken. Wat zij onder elkaar willen doen, is ons onverschillig, maar de werk plaats moet daarbuiten blijven. Gedraagt de A. N. D. B. zich uitsluitend als vakvereeniging wjj zullen hem daarbjj geen stroo in den weg leggen. Maar hij doet dat niethij wordt beheerscht door de politiekhaar voormannen zjjn de vurigste sociaal-democraten en hun streven is om over ons baas te worden. Dit nu kunnen wjj niet toelaten. Wij willen niet zjjn het konijntje waarop de heeren Polak c. s. allerlei politiek-economische proeven uitvoeren. Daarom moet in 's hemels naam de strijd maar uitgevochten worden't moet nu maar blij ken wie de sterkste is. Deze voorstelling van zaken heeft iets verleidelijks voor den niet-ingewijden toehoorder. Maar de diamant industrie is een zeer eigenaardige, 't Is eenvoudig niet waar elk eerlijk juwelier moet 't toegeven dat de hervormingen, door den A. N. D. B. tot stand gebracht, alleen aan de werklieden zijn ten goede gekomen. Door den Bond is gekomen een practische loonstandaard waarvan de strenge handhaving stabiliteit heeft gebracht in het geslepen. Door hem is feitelijk de opvoeding der werklieden ter hand genomen vroeger was het woord »diamantslijper" vrijwel synoniem met brasser en nu is het moreeie gehalte zoo goed als van de besten van andere werklieden wat aan den bloei der nijverheid in hooge mate ten goede komt. Aan den Bond is 't ook te dankendat een einde is gekomen aan het bedrijf van insoliede werkgevers, die door hun willekeur 't aan hun vakgenooten zeer moeilijk maakten hunne beters principes toe te passen. Wanneer morgen de A. N. D. B. zou ophouden te bestaan, dan zou dat voor de juweliers zijn de aanvang van een periode van chaotische wanorde waarin zij door ouderlingen twist en najjver een nog veel zuurder leven zouden krijgen. Want mon vergete niet, dat 't alleen de vrees voor de goed-georganiseerde macht der werklieden is, die de juweliers bijeenhoudt en hen doet handelen als droegen zij elkaar vriendschappelijke gevoelens toe. Inmiddels staat een groot doel der industrie stil en lijden duizenden onnoemelijke schade. De Bond wordt flink gesteund door de werklieden die aan den arbeid zijn voor niet bij de Amsterdamsche Jaweliers-Vereeni ging aangesloten werkgevers en ook op andere wijze worden fondsen bijeengebracht. Of echter die eerste en voornaamste bron nog lang zal blijven vloeien is zetr de vraag. Doordat maar enkele molens zjjn bezet werken de eigenaren van diamantslijperijen op het oogenblik met schade en er is onder hen want ook zij zijn georganiseerd een krachtige beweging om alle slij perpen stop te zettenzoodat de heele industrie zou stilstaan en er nog meer armoede zou worden geleden In de jongste vergadering van fabriekseigenaren ver klaarden reeds 86 stemmen zich daarvoor j wanneer dit aantal klimt tot 42 a. i. het vereischte 7/8 der leden dan wordt de sluiting geproclameerd. 't Is te hopendat 't niet zoover zal komen. Onder de juweliers zijn er verscheidene die op het oogenblik hun lidmaatschap van de Juweliers-Vereeniging hartgrondig verwenschen, omdat zij daardoor met handen en voeten gebonden zjjn en niet mog-n laten werken En men kan vrjj gelooven dat er ook onder de werk lieden velen zijn die hunkeren naar het einde van den strijd. Er is op het oogenblik ontzaglijk veel ruw goed te Amsterdam er is dus materiaal om prachtige ioonen te maken en niet ieder voelt genoeg voor een beginsel om ter wille daarvan met een betrekkelijk sobere uit keering genoegen te nemen. De tijd schijnt dan ook rijp voor bemiddeling. Van geen der beide partpen is een eerste stap ter verzoening te wachten omdat deze altijd zal worden opgevat als een uiting van zwakheid aan anderen is 't om ze geleidelijk naar elkaar toe te trekken. Van den Bond is niet te vergen, dat hij maar in den steek laatwat na zooveel jaren is opgebouwd. Zou niet mogelijk zijn dat de bepaalde slijperijen werden aangewezen voor georganiseerden en voor niet georgani- seerdenwier aantal men toch vrij nauwkeurig kent. En kunnen de juweliers van hun kant geen waarborgen geven dat niet zal worden getornd aan hetgeen thans bestaat. Er is toch wal iets te vinden waardoor de georganiseerden voelen de kracht van aaneensluiting in hun verhouding tot den werkgever, zoodat zij zich zullen blijven vastklemmen aan het lidmaatschap hunner vak vereeniging zonder dat nu juist cp de werkplaatsen de vrede wordt verstoord. Enorme sommen gaan op het oogenblik voor Amsterdam verloren en het grootste gevaar is nog, dat de diamant industrie hoe krachtig ook op zichzelften slotte door alle stagnatie er ook niet beter op wordt. De nering doenden hebben ernstig er onder te lijden; 't ia nu weer een tijd van zware zorg voor velen. Moet dat zoo maar voortgaan? Dr. Knijper bood wel zijn bemiddeling aan te Enschedé is er dan te Amsterdam geen algemeen gerespecteerd man naar wien beide partpen willen luisteren die in de bres springt Er is hier toch wer kelijk iets goeds tot stand te brengen. DUITSCHXiAST». In de zitting van den Rijksdag van den 27 zijn, bij de beraadslaging over de petities betreffende het openen van vredesonderhandelingen iu don Zuid-Afrikaanschen oorlog, woorden g sproken, die aan de overzijde der Noordzee ongetwijfeld niet best zullen worden opgenomen. De afgevaardigde Hasse zeide, dat hij beschaamd was, dat een groote mogendheid als Daitschland, er niet in geslaagd is een bevriende mogendheid over te halen, waar toe zij eigenlijk door internationale overeenkomsten ge dwongen is om afdeelingen van het Roode Kruis, ambu lances enz. toegang te verleenen tot het terrein van den strijd. Dit is alleen te verklaren, doordat Engeland zich schaamt, dat de wereld een blik zal kunnen werpen in de schandelijke toestanden, die in Znid-Afrika hesrschen De afgevaardigde Schrempf zeide, dat hij niet schroomde te verklaren, dat aan de rechterzijde van den Rijksdag alle sympathie bestaat voor de Boeren. De petities werden, op voorstel van den afgevaardigde Arendt, aan den Rijkskanselier om advies toegezonden EWGEIiA-KTD. Niet slechts de buitenlandsche bladen hechten weinig geloof aan de door Kitchener als zoo be langrijk voorgestelde overwinning, waarvan het bericht angstvallig volgt op de bijna niet minder groote neder laag bij Klerksdorp (een Fransch blad zegthadden de Engelschen bij Klerksdorp 1000 man verloren, dan zou ook het verlies der Boeren naar verhouding verhoogd zijn), maar ook de Engelsche bladen zelf, blijken op dit punt, het vroegere kinderlijke en zoo vaak misbruikte vertrouwen verloren te hebben. Zelfs een regeeringsgezind blad als de >Staudard" is niet gerust en teekent krachtig verzet aan tegen eenige verkleining van Donop's neder laag. »Het is, zoo zegt dit blad, geen geringe schok voor Engelands trots dat in deze periode van den veldtocht eene afdeeling van 16 officieren en 451 man gevangen wordt genomen. Het feit, dat reeds honderd namen van gewonden ge publiceerd zijn, toont dat het leven niet goedkoop ge kocht werd. Het is onmogelijk aan te nemen, dat de doodenlijst niet evengroot zal zijn. Er zjjn te veel gevallen voorgekomen, waarin een ver rassing bijna werd uitgelokt, door het zorgeloos miskennen van de allereerste beginselen van den verkenningsdienst en waarin een soort van paniek een stelling in gevaar braebt, die door vastberadenheid zon kannen behouden zijn." Naar aanleiding van lord Kitchener's verwijzing naar Majoeba maakt de »Morning Leader" de zeer juiste op merking »Wjj hebben Majoeba zoo dikwijls grwroken en de Boeren hebben ons zooveel nieuwe Majoeba's te wreken gegeven ook nog dat laatste zaakje met het convooi dat het nu hoog tijd wordt dat wij dit betrenrens waardig incident vergeten." Terwijl de meeste bladen eigenlijk nog in het duister tasten naar Roseberry's doel met het oprichten der nieuwe liberale partij, blijkt het meer en meer, dat er onder de liberale kopstukken" zeer weinig animo bestaat dezen nieuwen leider op zjjn ongewisse paden te volgen. Vol gens de laatste berichten, kannen de liberalen te Glasgow zich niet vereenigen met het denkbeeld, dat zelfregeering voor Ierland van het program zoude worden geschrapt geljjk Roseberry te Chesterfield voorstelde. KUID-AFRIKA. Een telegram van lord Kitchener uit Volksrust van den 1 meldtdat de verliezen der Boeren hebben bedragen 50 gesneuvelden 10 gewonden en 759 ongewonde gevangenen. Behalve deze zijn nog een groot aantal dooden en gewonden men zegt meer dan 100 weggevoerd toen de Boeren den 24 Februari door de linie braken, 160 doode paarden op het slagveld achterlatende. Behalve de verliezen der Nieuw-Zeelanders bij deze gelegenheid, waren de Britsche verliezen zeer gering, officier werd gewond en 4 man sneuvelden. Omtrent de Britsche nederlaag bij Klerksdorp seint bij den 3 nit Pretoria Kolonel Anderson, die van Donop's konvooi aanvoerde, is volgens ontvangen on-offfeieele berichten met 9 offi cieren en 245 man te Kraaipan aangekomen. Het konvooi begon zjjn marsch den 25 en werd omstreeks tien mijlen van Klerksdorp met geweervuur en een pompon aange vallen. De infanterie aan 't hoofd der kolonne dreef den vijand terug en na een hevig gevecht hervatte het kon vooi zijnen marsch, toen een tweede aanval gedaan werd. De vijand binnen een honderd yard genaderd wist de bespanningen van eenige vrachtwagens op hol te jagen, maar de infanterie dreef hem terug. Deze gevechten duurden twee uren. Het konvooi zette zich langzaam wederom in beweging toen de achterhoede door eene aanzienlijke macht aangevallen werd. Op dit oogenblik voerde de vijandelijke macht een stoute charge uit en kwam tusschen het geleide aan de linkerflank en het konvooi, de muildieren in alle richtingen uiteendrijvende, hetgeen de infanterie in verwarring bracht. De vijand maakte hiervan gebruik om de verstrooide manschappen van 't geleide overhoop te rijden. Volgens alle be richten hebben de troepen meer dan twee nren lang dapper gestreden gedurende welken tijd de Boeren het grootste gedeelte hunner munitie verschoten. Luidens een tweede bericht van Kitchener trokken 200 man bereden troepen uit Kierksdorp, maar werden door de vijandelijke macht tegengehouden, wier geheeie sterkte geschat wordt op tusschen de 1200 en 1700 man in allerijl samengetrokken uit bjjna alle commando's in West-Transvaal. Dolarey Kemp Colliers en Lemmer waren er bij. Naar men verzekertis de laatste ge sneuveld. LONDEN, 3 Maart. In het Lagerhuis stelde de heer Black de vraag: Is de regeering bereid de proclamatie in te trekken waarbij de Boerenleiders werden verbannen, of wil zij van die bepaling vrijstellen de leiders, die zich vrijwillig overgeven. Chamberlain antwoordde ontkennend. LONDEN, 4 Maart. Kitchener seint uit Pretoria, dat de resultaten van de operaties der afgeloopen week zijn geweest69 Boeren gedood, 15 gewond, 903 gevangen genomen, terwijl 105 zich hebben overgegeven, en 1034 geweren werden buitgemaakt. De colonnes van Kekewich on Grenfell achtervolgen de strijdmacht van De la Rey, die naar gemeld wordt uiteengegaan is. Lord Methuen vertrok met een colonne uit Vrjjburg naar Lichtenburg om te pogen den vijand af te snijden. ülnlster Van Asch van Wijck. De heer van Asch van Wijck werd naar het Diaconessen- hnis te Utrecht vervoerd, om door prof. Narath te worden geopereerd. Hiertoe was besloten na een consult van prof. Pel en dr. Rosssingh. Volgens latere berichten is de operatie goed geslaagd, en de toestand van den patient bevredigend. I. D. Fransen van de Putte, f Na korten doodstrijd is deze kloeke veteraan den 3 aan zijn land ontvallen. Isaaek Dignus Fransen van de Pntte werd geboren te Goesden 22 Maart 1822en was oorspronkelijk bestemd voor de Marine. Na "tweejarigen dienst als adelborst ging hij over tot de koopvaardij deed vele reizen naar Oost-Indie en terng en f bleef vervolgens verscheidene jaren in Indië. Na zijne terogkomst in Nederland werd hij in April 1862 door Rotterdam tot lid van de Tweede Kamer gekozen. Al spoedig trok hij de aandacht door zijne adviezen in Indische aangelegenheden, en toen in het begin van 1863 de Minister van Koloniën, aftrad, werd Fransen van de Putte zijn opvolger. Gedurende zijn Ministerschapdat ruim 3 jaren geduurd heeftonderscheidde hij zich door een krachtig streven voor koloniale hervorming, inkrimping van het cul tuurstelsel en van de consignatie van producten bevor dering van maatregelen in het belang van de Indische bevolking, enz. Van den aanvang af jjverde hjj voor vaststelling van de Indische Begrooting bij de wet, en 't gelakte hem daarvoor instemming te vinden bij de Kamerszoodat zijne Comptabiliteits-wet in 1866 in werking kon treden. Eenige maanden later, bij eene tusschontijdscbe vacature te Rotterdam, trad Fransen van de Putte wederom in de Kamer op, waar bij weldra beschouwd werd als een der leiders van diegenen onder de liberalen, die zich niet meer, zooals vroeger, bij Thorbecke aansloten. In Jnli 1872 (na Tborbecke's dood) trad Fransen van de Pntte wederom als Minister van Koloniën op in het Ministerie-De Vries, met o. a. Geertsema, van Delden, Gerieke van Herwijnen en van Limburg Stiram als ambt- genooten. Hij bleef zitting honden tot aan het aftreden van het geheeie Kabinet in Augustus 1874, op grond van verwerping van een Kieswetontwerp. Uit den tijd van dit tweede Ministerschap dagteekent het begin van den Atjeh-oorlog.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1902 | | pagina 1