Op de Waterhoeve
No. 32
Honderd en vierde jaargang.
1902.
VRIJ DAG
14 MAART.
Amsterdamsche Brieven.
Buitenland.
FEUILLETON.
W. II eimburg.
Vertaling van HERMINA.
ALKIHAARSCHË COURANT.
Deze Courant wordt 1 n s d g-, Donderdag
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f O,SOfranco door het
geheele rijk f 1,
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
PrQs der gewone advertentiën t
Per regel f O,IS. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco ,'aan de Uitgevers HERMs. COSTER
k ZOONVoordam 0 9.
Telefoonnummer 3.
KADASTER.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
brengt ter algemeene kennis dat hij ter Secretarie der
Gemeente, gedurende 30 dagen, ter inzage van belang
hebbenden heeft nedergelegd eene opgave van uitkomsten,
bedoeld in de artt. 15, 23 en 43 der Wet van 26 Mei 1870
(Staatsblad No. 82), waarvan, ter voldoening aan art. 15,
2e lid der Wet, bjj deze afkondiging geschiedt.
Alkmaar De Burgemeester voornoemd
13 Maart 1902. G. RIPPING.
VIII.
Zal de Koningin dit jaar Haar gewone bezoek aan
de hoofdstad brengen of znllen wij daarvan verstoken
blijven
Ziedaar een vraag, die in Amsterdam druk besproken
wordt. Met blijdschap heett men de afdoende tegenspraak
vernomen van de ongunstige geruchten die in de bni-
tenlandsche bladen zijn verspreid omtrent den gezond
heidstoestand van H. M. en toen is bij velen de hoop
herleefd, dat het Koninklijk Echtpaar zou komen. Maar
aan den anderen kant is 't een niet te miskennen feit
dat onze Koningin zich zeer moet ontzien en zich voor
groote vermoeienissen moet in acht nemen, zoodat Haar
doctoren Haar zeer ongaarne zonden blootstellen aan al
de drnktendie het noodzakelijke gevolg zjjn van een
bezoek aan de Hoofdstad. Zoo slingert men heen en
weer en 't is een feitdat menigeen niet gerost is
voordat uit den Haag de opgave komt van de data
voor de komst bepaald. Tegelijkertijd zal echter die
onzekerheid ten gevolge hebbendatals wij het Ko
ninklijk Echtpaar in ons midden mochten krijgende
ontvangst dnbbel hartelijk zal zijn. Reeds nu is er een
vergadering gehouden om dit jaar een grootsche hulde-
betooging te organiseereumede als protest tegen de
zonderlinge verhalenwaarvan de bnitenlandsche pers
maar niet genoeg schijnt te kunnen krijgen.
De komst van het Hof is voor Amsterdam een zaak
van niet gering belang. Ik neem grif aan, dat daarnaar
in de eerste plaats gehunkerd wordtomdat men ver
langt naar onze Koningin als naar een geliefde gast.
H. M. is in de hoofdstad zeer populair en de Prins zal,
wanneer hij dit ernstig wildit mettertijd ook zeker
worden. Doch daarnevens komen nog andere overwe-
wegingen die men bij de zorg van onze winkeliers om
met een batig saldo de jaarrekening te sluiten ook niet
over het hoofd mag zien. Als de Koningin in de stad
komt zijn verscheidene industriëelen er zeker van dat
zij in één week een omzet hebben die verscheidene
kwade posten goed maakt. Er heerscht dan een ongewone
bedrijvigheid in de stad en meerendeels door rueuschen
die een volle beurs hebben meegenomen. Als de Koningin
er is brengen de treinen eiken dag honderden feestgangers;
de logeerkamers van families worden bezet en de hotels
zijn tot het dakkamertje gevuld. Er heerscht dan een
opgewekte stemming en er wordt veel geld verteerd. De
stalhouders moeten 't hebben van de audiëntie en het
Hof balop die dagen stroomt het g'ld hun toe. De
kleermakers hebben 't druk met rokken en andor gala
toilet te maken en op te frissehen de mode-magazijnen
en naaisters weten wel, dat geen dame naar het bal wil
gaan in een reeds vroeger gedra?eu japon. Alleen maar
de witte handschoenen de witte dassen en de mooie
laarzen die voor het feest ten Hove verkocht worden
vormen een aardig sommetje. Om dan nog maar niet
eens te spreken van de leverantiën van allerlei levens
middelen aan het Paleis en van al de bloemen die
worden aangeboden. Amsterdam kan zoo'n buitenkansje
best gebruiken want zoo florissant is 't met do meeste
winkeliers en magazijnhouders niet gesteld. Bovendien
zijn er geen tentoonstellingen in zicht of andere bijzondere
attracties om de vreemdelingen ie lokken.
Des te meer hoort men van allerlei schadelijke toe
standen. Een crisis als de diamant-industrie thans
weer doorleeft is noodlottig voor duizenden. Bekende
kooplieden die het volle vertronwen genoten hebben
tekorten; twee hunner zitten in voorarrest wegens frau
duleus bankroet. Wie weetwat de eerstvolgende dagen
ons zullen brengenwant waar men staat tegenover
passiva van tonnen worden meestal door een val anderen
meegesleurd. Ten overvloede is er nog niets dat wijst
op een compromis tnsscben de Juweliers-Vereeniging en
den A. N. D B. Men zal gezien hebben dat mijne
voorspelling omtrent hot sluiten der fabrieken door de
Vereeniging van Eigenaren van Diamantslijperijen maar
al te goed is uitgekomen uit een journalistiek oogpunt
was 't wel aardig dat de Alkmaarsche Courant dezen
primeur had maar toch zou 't mij nog liever geweest
zijn, wanneer ik geen reden had gehad dit te releveeren.
Want de verbittering der Bondsleden is daardoor ont
zettend toegenomen en 't is alleen aan hnn krachtige
organisatie te danken dat deze nog in bedwang wordt
gehouden. De Bond verzekert, dat er nog genoeg molens
overblijven, waar het werk kan worden geslepen van de
niet-georganisearde juwelierszoodat een deel van het
aldns verdiende" loon ook verder kan worden gestort in
de Weerstandskas. De uitkomst zal moeten leeren in
hoaverx-e deze afdracht niet verruinuert. Maar ai zou die
veel geringer zijn, dan nog geloof ik niet, Jat Polak
en zijne vrienden zullen adviseeren om het hoofd in den
schoot te leggen. De fondsen van dan Bond moeten eerst
totaal zijn uitgeput voordat wordt gecapituleerd; zou dit
geschiedendan kan men eï zeker van zijn dat de
periode san rust die volgen zoq niets anders zon
wezen dan een toerusting voor den nieuwen strijd. Een
loonsgeschil kan uit den weg geruimd worden door van
beide kanten wat toe te geven maar waar 't een be
ginsel geldt is schipperen oneindig veel moeilijker. En
toch zal er iets moeten gevonden worden want als het
conflict maar blijft voortduren, krijgt da nijverheid een
knak, waarvan zij zich niet zoo gemakkelijk zal herstellen.
In de bouwwereld is 't ook nog verre van vredig.
Maar hier ontberen de stakers en uitgeslotenen de sym
pathie van het grootste deel van het publiek. Ieder
voorjaar zoodra er volop werk is komt dezelfde stag
natie voor menig gezin brengt op die manier de beste
iMM'WHIlilliMia—BH—g—WI—H—3ülÏD Hl W
tijd van het jaar niet anders dan een zich nog dieper
steken in schulden. Gelukkig, dat ten minste het haven
bedrijf thans ongestoord zija gang gaat; Amsterdam heeft
op het oogenblik al meer dan genoeg stakingen. De
Kamers van Arbeid hebben al heel weinig gedaan om
geschillen tot een vreedzame oplossing te brengen.
Niettemin worden er nog voortdurend mannen ge
vonden, die ook deze week nog weer een ganschen
avond staan te oreeren over het nut van deze
instellingen. Zoo'n betoog laat zich wel aanhooren, maar
ach, de bittere werkelijkheid. Te Amsterdam ten minste
brengt het geld daarvoor uitgegeven al heel weinig
rente op.
DU1TSCHEiASTD. Wij vermeldden onlangs het ver
zoek van de Duitsche Boeren-hulpbond door bemiddeling
der Rogeering tot de Eegelsche Regeering gericht, om
de goederen voor de concentratie-kampen bestemd, vrij
van rechten en vrachtvrij te mogen verzenden. Den 11
deelde de minister van bnitenlandsche zaken von Richt
hoven in het hnis van afgevaardigden het telegraphisch
ingekomen antwoord mede. De Engelsohe Regeering zal
beide wenschen zooveel mogelijk inwilligen, doch behoudt
zich het recht voor de zendingen te doen onderzoeken.
Minister von Richthoven greep deze gelegenheid aan om
gematigdheid jegens de Engelsche verwanten'' te prediken.
Hij zeide:
«De offers die Engeland aan goed en bloed veil heeft,
maken het begrijpelijk en menschelij dat Engeland's
prikkelbaarheid wordt verhoogd, waardoor elk hard woord
dnbbel hard wordt gevoeld, doch ook elke vriendschappe
lijke toenadering dubbel dankbaar wordt aanvaard.
Uw wenBch is niet alleen om de Boerenvrouwen en
kindoren te helpen, maar ook de gewonden en zieken
dit nu is onmogelijk zonder den steun van het Engel
sche volk.
Om ons dien te verzekeren moesten wij ons ontbonden
van het opwekken der prikkelbaarheid dat is geen flik-
flooierij. Deze staatkunde willen wij slechts handhaven
ter wille van het Duitsche volk, en ten gunste van de
Duitsche belangen.
Daarom is een beetje rechtvaardiger beoordeeÜBg, wat
betere verdeeling van licht en schaduw noodzakeljjk.
Dan zal in de toekomst ook het zenden van ambu
lances naar Zuid-Afrika mogelijk worden (Toejuichingen).
Zoo wij ons meer voelen en gedragen als verwanten
en neven van Engeland znllen wij onze gemeenschappelijke
bloedve wanten in Zuid-Afrika ook des te beter en af
doende kunnen helpen."
EllSGiüLlMD. De indrnk van De la Rey's over
winning is in geheel Engeland verpletterend. En dat is
waarlijk geen wonder Niet slechts was de bevolking
dank zij de geruststellende verzekeringen van regee-
ringswegein de laatste weken meer en meer in den
va9ten waan gebrachtdat het einde vau den oorlog te
voorzien was, dat binnenkort een groot deel der troepen
gezegd heb, wat zij doen moet en Madame beter is, dan
natuurlijk ik kan toch ook de school niet opgeven. Ik
beloof je," gaat zij voort, als bij zonder antwoord wil ver
trekken »aan Hanne te schrjjven tn haar te verzoeken
zoo gauw mogelijk thuis te komen maar na hier weggaan
neen
Hjj is echter al in de ziekenkamer verdwenen en Eva
hoort hem en Manrits fluisterend spreken, Tegen den avond
rijdt hij weg.
Eva heeft hare plaats naast het bed weer ingenomen.
Door de ijskompressen is de zieke wat kalmer geworden,
Manrits, die blijven wil totdat Karei terugkomt niemand
weet waar hij is s'aat in de woonkamer van zijne moeder
aan het venster en ziet naar den somberen avondhemel op,
donkergeel gekleurd, waar de wolken zich verdeelen. In het
geheele huis heerscht eon bijna huiveringwekkende stilte.
Plotseling klinken voetstappen op de trap, zachte voet
stappen, de deur van de woonkamer wordt behoedzaam
geopend en Karel's stem vraagt haastig: »Hoe is 't met
mama Hoe staat 't er mee
«Slecht genoog 1" is het antwoord.
»'t Spijt mij vreeselijk, maar zie, Maurits, ik kan die
eeuwige zedenpreeken wezenlijk niet langer aanhooren I De
drommel weet hoe 't is gekomen ik ben anders nog al
geduldig van aard, maar ééns is't daarmee gedaan. Ik heb
haar indertijd zonder tegenstreven dom en welhaar
zin gegeven maar un moet ze mij ook niet langer plagen
't is nu eens zóo en wie zich brandt, moet op de blaren
zitten.''
«Die zaak is afgedaan, Karei. Misschien komt moeder
gauw wat bij. Ik hoop 't voor ons allen, vooral voor jon."
«Als ik dat had kunnen voorzien! Maar üoe kon ik
weten, dat zij ju st aanleg had voor zoo'n toeval Ik vind
't vreeselijk. Wat zegt de dokter
Maurits antwoordt slechts met een zwijgend gebaar en
Karei zegt gemelijk »Nn, maak mij nog maar niet ang
stiger dan ik al btn Moeder heeft Goddank een krach
tige natnnr Wie past haar op
»Voorloopig Eva Ahrens. Wanneer komt je vrouw thuis?"
»Wel, allemachtig dat weet ik nietroept hij met
DOOR
43)
«Mag ik je verzoeken een oogenblik hiernaast te gaan,"
zegt de dokter tot zijne zuster en Maurits.
Eva en Maurits staan in de zitkamer van de onde dame.
»Vertel mij toch hoe 't is gekomen, juffrouw Eva vraagt
hij, zich het zweet van het voorhoofd wisschende. «Lanrens
zegt, dat moeder met Karei heeft getwist Maar waar
zit Karei dan na?"
»Ik weet 't niet," antwoordt Eva. «Hij is het hnis
uitgegaan
»Hebben ze dan wezenlijk getwist
Ja, erg
«En waar is mijn schoonzuster
»Te Berljjn."
»Te Berlijn Weet ge haar adres
Eva schudt zwijgend en ontkennend het hoofd.
«Weet ge ook niet, wanneer zjj terugkomt
»Neen
't Zou zeker het beste zijn, als we moeder naar huis
konden transporteeren," zegt hij eigenlijk, meer tot zichzelf
dan tot haar, daar het joDge meisje zich alweer van hem
heeft afgewend. Zo staat daar, de handen in elkander
drukkend en blozend van verlegenheid.
«Daaraan is geen denken, Maurits 1" antwoordt in hare
plaats de geneesheer, die juist binnentreedt, »'t is hier een
geval van volbloedigheid, een sterke aandrang van bloed
naar het hoofd en wel voornamelijk naar de hersenen, die
licht tot hersenontsteking kan leiden. Rust, de allergrootste,
de absulnutste rust, en zorgvuldige oppassing
Maurits valt hem verschrikt in de rede: «Mijn schoon-
zuster is niet thuis, en Karei
«Er zijn genoeg vrouwspersonen hier," troost Robert
hem. «Ik zag daar iemand met zoo'n langen neus, laat
die
«Noen, niet Amalie," komt Eva hiertegen op. «Tante
Baldanf kan haar niet uitstaan. Zeg mij maar wat ik doen
moet, Robert. Ik blijf natuurlijk hier."
«Eu je scnoolkinderen vraagt hij koel en kortaf.
«Die moet Dora maar gaan afzeggen. De paaschvacantie
is toch op handen, en al was dit niet het geval, kan en
wil ik de zieke niet alleen laten."
Hij trekt een knorrig gezicht, maar antwoordt niet en
wendt zich tot Manrits, zeggende«Onmiddellijk ijs Er
is hier zeker een ijskelder
Manrits knikt toestemmend, en bij ontstentenis van den
heer en de vrouw des huizes, gaat hij heen om ijs te
bestellen.
«Aanstonds neemt Robert nu zijne zuster -mder handen
«Wat is hier eigenlijk voorgevallen? Is 't waar, dat Karei
zijn moeder om zoo te zeggen de deur heeft gewezen, omdat
zij zich te veel met zijn zaüen bemoeide
«Ik weet 'c wezenlijk niet. Ik weet alleen, dat ze erg
getwist hebben. Madame was boos, dat Hanne alleen naar
Berlijn is gegaan, geloof ik."
«'tis een dwaas ides van de oude dame, om het karretje,
dat zjj in de modder heeft gereden, nu weer daaruit te willen
halen en propos hiervan moet ik je zeggen 't past
niet dat gij hier blijft."
«Laat dat maa' aan mij over, Robert dat kan ik alleen
beoordeelen 1 ik verlaat de onde vrouw nietzij heeft ons
in onzen nood ook nooit aan ons lot overgelaten."
«Dat's waar, maar zij liep daarbij geen gevaar in netelige
posities te geraken of haar goeden naam op het spel te
zetten."
Eva haalt verstoord de schouders op. «Mjjn goeden
naaui Wie denkt aan zulke oogenblikken daaraan 1 Ik
niet! Maar ik zal dien trouwens wel weten op te honden.
Nn de vrouw des huizes ontbreekt, kan ik Madame niet
aan huurlingen overlaten. Als Hanne terng is en ik haar