Op de Waterhoeve
PALJAS,
LE GBA.LET (I MNHto MD,
J. A. NETTEN,
Honderd .en vierde jaargang.
20 April 1902.
Advertentièn.
JsfO» 48. Tweede blad.
FEUILLETON.
W. Heimbnrg.
Vertaling van HERMINA.
MAANDAGr 21 APRIL's avonds 8 unr,
Buitengewone Voorstelling
der Opera
BANKETBAKKER en KOK
Verdronkenoord over de R. 0. Kerk
ukMunsciiii coi KAvr.
Toen de heer Marchant in zijn rede over den tegen-
woordigen politieken toestand op 10 April 1.1. hier ter
stede gehouden ons de beginselen van den Vrijzinnig-
demoeratischen Bond ging schetsen begon hij met te
zeggen dat die Bond een standpunt inneemt tusschen
de liberalen en de sociaal-democraten; maar onmiddellijk
liet hij er op volgendat de grenzen die de liberale
partij van den Bond scheiden moeilijk zijn te trekken,
omdat de liberalen in de praktijk zoo dikwijls afwijken
van hun beginselen.
Men zal moeten erkennen dat hut volgen van deze
methode voor de liberalen al heel lastig en minder aan
genaam is. Als Groen van Prinsterer vóór een halve
eeuw Thorbecke naar zijn beginselen vroeg placht deze
te antwoorden wacht op onze daden. Naar die daden
wenschte hij beoordeeld te worden; en dat was, meenen
wij zijn recht. Niet alleen z ij n rechtmaar het recht
van iedereen en van elke partij. Het schijnt niet meer
dan billijk zouden wij meenen dat iemand beoordeeld
wordt naar zijn dadenen het is christelijk ook. De
barmhartige Samaritaan wordt hooger gesteld dan de
priester en de Levietom zijn daden. Gaat het nu aan,
van de liberalen te zeggen wat gij goeds hebt gedaan,
komt niet in aanmerking want dat deadt ge in strijd
met uw beginselen
In het verslag der rede van den heer Marchant lezen
wjj, dat volgens liberale beginselen de Staat zich moet
onthouden van in te grijpen in de onderlinge verhouding
der burgers en zich zoo weinig mogelijk moet bemoeien
met hun stoffelijke belangen dat hij voor de orde heeft
te zorgen en als politie-agent op te treden, maar daarmee
dan ook zijn plicht heeft gedaan. Volgens de liberale
beginselen, lezen wij, behoort de ontwikkeling van het
economische leven aan den natuurlijken loop der dingen
te worden overgelaten, en is uaarvan bet grootst mogelijk
geluk te verwachten. Maar zoo lezen wij verdor, in de
praktijk is van die beginselen weinig te bespeuren.
Dat is dan toch een vreemde party, mag deze of gene
onder de toehoorders gedacht hebben een partij, in wier
handelingen van haar beginselen zoo weinig valt te ont
dekken 1 De vraag lag zelfs voor de handmaar zijn
ons haar beginselen dan wel juist geschetst Als een
party, zooals ons hier wordt voorgesteld, slechts nu en
dan blijkt te handelen volgens hetgeen men haar begin
selen noemt, maar dikwijls zoo geheel anders, heeft men
dan wel" recht hiar als beginselen toe te schrijven, wat
men uit haar handelingen niet zou opmaken
Als voorbeeld werd genoemd Het Vaderland, »het
orgaan der liberalen". Die dit leest, zeide de spreker, zal
opmerken, dat de staat volgons dit blad wel dient fn te
grijpen door wettelijke maatregelen, dat niet alles mag
overgelaten worden aan den natunrlyken loop der dingen,
En, voegde hij er by, wordt nu door u niet de conclusie
gemaakt, dat deze liberalen niet getrouw zijn aan hun
beginselen, dat zij daarmee transigeeren
Maar deze conclusie zou veel te zwak wezen zij zou
DOOR
moeten luidendeze liberalen transigeeren niet met die
beginselen, zijn daaraan niet meer of min ontrouw, maar
zij verkondigen rondweg geheel audere begiuselen dan
ons als de hunne werden voorgesteld. Als dat vroeger hun
beginselen geweest zijn, dan hebben zij die overboord
geworpen en andere beginselen aangenomen. Een derge
lijke conclusie zouden wij ons kunnen voorstellen, ofschoon
we haar niet juist zouden kunnen noemen.
Er is een tijd geweest, toen de liberalen inderdaad voor
eerst niets beters wisten te doen dan op allerlei gebied de
staatsbemoeiing zooveel mogolijk terug te dringen. Dat zij
destijds in hoofdzaak daaraan v>rkeerd hebben gedaan
zullen zelfs warme vooratanders van uitbreiding der
staatsbemoeiing vermoedelijk uiot beweren; miar de
meesten hunner, en daaronder in vloedetij k i woordvoer
ders hebben, inderdaad de onthouding van den staat te
veel tot een stelsel verheven en als de eenig gezonde
en bruikbare loer verkondigd. Thorbecke heeft haar zoo
veel mogelijk gehandhaafddoch ook al niet zonder
opmerkelijke toevoegselen van voorwaarden eu denkbeelden,
die er niet mee te veroenigen waren, waardoor het
mogelijk is geworden, dat voor- en tegenstanders beiden
zich met sneces op zija woerden kunnen beroepen. Hij
is bestreden niet alleen ais voorstander van den rechts
staat in beperkten zin, maar evenzeer, schoon met minder
recht, als voorstander van den voogdijstaat en het staatsal-
vermogen. Waarheid is, dat reeds vóór tien'allen van
jaren in den boezem der liberale partij over de grenzen
der staatsbemoeiing verschillend is geoordeeld, maar als
beginsel dor liberale party is principiöele onthou
ding nooit aangenomen.
Hij althans die gelezen heeft wat Opzoomer reeds in
1873 over De grenzen der Staatsmacht schreef, wee', dat
reeds destijds de leer der Staatsonthouding of vau den
zuiveren politie-staat niet gold als beginsel der
liberale partij. Mbd was van uitbreiding der staatsbe
moeiing afkeerig, of er een meer of minder warm voor
stander van en zochtdoch vruchteloosnaar oen
Vast stelsel of beginsel. »Met tweo stelsels' aldus
trekt Opzoomer zijn beschouwingen samen »hielden
wij ons bezig, dat van den voogdijstaat en dat vaa den
rechtsstaat. Geen van beide kon ons bevredigen. Niet
alleen omdat ze niet voldeden aan de ware volksbe»
hoeften maar ook omdat ze aiet in staat bleken wat
ze beloofden ook te geven. Ze zonden ons voorzien van
een vast beginsel en telkens kwam het uit, dat wat
ze met dien naam versierden, inderdaad niet verdiende
hem te dragen. Lijnrecht stonden ze tegenover elkander,
en toch op het eind wisten ze boide zich niet anders
nit de verlegenheid te helpen dan door hetzelfde red
middel een beroep op de omstandigheden van ieder
bepaald gevaldat zich mocht voordoen een beroep
waarin de erkenning lag opgeslotendat er inderdaad
geen vast beginsel verkregen was." Zijn slotsom was
>Er is voor den Staat maar één groot beginsel. Het is
de bevordering van het ware volksbelang. Al het andere
is nooit meer dan regel richtsnoer voor de gewone
praktijk."
55)
Zij laat het papier in den schoot zinken, vouwt, de
handen en staart met betraande oogen voor zich nit. Toen
het testament indertijd, kort vóór de begrafenis, bij de open
kist van den overledene aan de weduwe en hare zonen
doodden notaris Sahlman werd voorgelezen, had zij zich onder
deze woorden uit hare door droefheid gebogen houding
opgericht en een laatsten dankbaren blik op dec braven
man geworpen, die haar door dit onbegrensd vertronwen
zoo bijzonder eerde.
»Onder alle leed en verdriet voelde ik mij op dót
oogenblik als een koningin," heeft zij dikwijls gezegd
»Een heerlyker afscheid had hij niet van mij kunnen
nemen."
Ze heeft gedaaD, wat hij gewenscht heeft, zoo goed als t
in haar vermogen stond, en Diet gedacht dat er ooit een
dag als deze zou aanbreken 1 De een en ander heeft inder
tijd wel gezegd, dat 't hard voor de zoons was dat ze
eerst zoo laat, misschien wel nooit hun eigen baas zouden
worden, daar Madame nog een jonge vronw was, toen de
jongens al flink uit de kluit n groeiden maar de notaris
kwam hiertegen op: Vader Baldauf heeft altijd best ge
weten wat hij deed hij zal 't ook nu wel bij het rechte
eind hebben. En Mina Baldanf is een verstandige vrouw,
die best weet te mennen, zonder dat iemand de leidsels
voelt."
Maar ze heeft die kunst toch niet verstaan, hoewel ze
voortdurend slechts het goede, het beste heeft gewildze
heefteen lichtzinnige, een speler grootgebracht, een geweten
loozen klant, wien niets heilig is, niets Eu deze was haar
trots, haar lieveling geweest, wien ze veel meer liefde had
betoond dan dien ander, dien stillen, beschroomden jongen
Ze zal 't nooit te boven komen
Manrits treedt binnen, door den advocaat Knorr vergezeld,
een ouden heer met gnjs haar en scherpe wezenstrekken,
die als getuige het testament destijds mee heeft onder'
teekena.
»Goedenmorgen, Madame Baldauf!" zegt de rechts
geleerde, veeleer verlegen dan opgeruimd. »Wel, hoe
gaat 't Erg ziek geweest niet waar EiEi 1 Neen,
maakt 't u nu niet druk wij spreken daarover wel eens
samen in alle bedaardheid 1 Manrits heeft mij al den stand
van zaken medegeeld. Dat geval is schielijk in orde te
brengen."
Hy gaat zitten en drukt haar geruststellend de hand.
»Ge gaat dus van het denkbeeld uit," ver volgt hij, als zij
blijft zwijgen en bedrukt vóór zich ziet, dat God iemand
mét een ambt ook het verstand geeft wat hier zooveel
beteekent, als dat hij 't dan aan zijn eigen verantwoording
overlaat."
sik beschouw dit als het eenige middel mynheer
Knorr, om mijn jongsten zoon te redden. Begrijp my
wél: als hij nu niet uitkomt en allerlei dwaasheden doet,
kan hij zoo gemakkelijk zeggen »Dat's moeder's schuld 1
»Ja, ja," zegt zij, bedroefd met het hoofd knikkende, >dit
heeft hij mij al in het aangezicht verweten, en niets ter
wereld heeft mij ooit zooveel verdriet gedaan Na moet
hij 't dan maar zonder zijn moeder probeeren."
»Ik begrijp nw bedoeling, Madame Baldauf I Ge wilt
hem op zijn eigen beenen laten staan en hem daarvoor
een steuntje in den rug geven »Ziedaar, dit is voor
jou Maakt go 't op, dan zijt ge een bedelaar." Ge
gooit hem in het water en zegt»Zwem nu maar Kunt
ge dit niet, dan verdrink! Ik red je niet!"
Ja," antwoordt zij, »zoo ongeveer. Breng hem dit
als 't n belieft aan het verstand, mijnheer Knorr."
»Nu, en ingeval hij gevaar loopt van te verdrinken
kan de moeder nog altijd een helpende hand uitsteken
merkt de onde heer goedaardig aan.
Als nn reeds vóór omstreeks dertig jaren een man als
Opzoomer onder grooten bijval onder de liberalen zoo
sprak is het zeker moeilijk te rechtvaardigen na een
liberale praktijk die met deze woorden meer en meer
in overeenstemming wasin den jare 1902 staatsont
houding eenvoudig voor te stellen als het beginsel
der liberale partij.
liOHAAh „HABIOSIB".
voor den Bureaulist
ter herinnering aan het 28-jarig Bureaulistschap.
beroemd drama in twee bedrijven en een proloog
van LEON GAVALLO. Begie van A, LEEUWIN,
Nieuw decoratief, hiervoor vervaardigd
door den heer GIJSWIJD "an Amsterdam.
Muzikale leider J. M. VALENCA.
Personen:
Canio hoofd van een dorpstooneel-
troep, Paljasde Hr. Phllppeau
Nedda, zijne vronw, s Oolombine Mej. Fransman.
Touio, tooneelspeler, 8 Taddeo de Hr. Leeuwin.
de Leeuw.
Beppo Harlekijn Strien.
Silvio een jonge boerde Hr. Albers.
Een boer
Boeren en landlieden.
Tijd en plaats der ware gebeurtenis bij Montalto in
Calabrië den 15 Augustus (feestdag) 1865.
Gevolgd door
Komische Opera in één bedrijf.
Muziek van. A. ADAM.
Personen:
BetlyMej. Stommerik.
Danielde Hr. Phlippean.
Max 1 A. Leeuwin.
Soldaten.
Gntrée f 1,96, bij inteeken.ng f 1, 2e rang f 0,60,
3e rang f 0,4©.
Plaatsbespreking ten 12 ure precies.
Tekstboekjes verkrijgbaar.
Bureaulist II. IlfilJË» A KOMEHV.
beveelt zich aan voor de levering van Dejeuners,
Diners en Soupers, koude en warme Schotels,
Pastelen, Puddings, Taarten en Gebakjes,
eu alles wat tot het vak behoort.
Prijscourant wordt op aanvraag franco toegezonden.
Zij zwijgt een oogenblik, maar antwoordt vervolgens
met vaste stem Als 't zoover komt, heeft hij den vasten
wil om boven water te blijven ook niet gehad dóaraan
wil ik nu nog niet denken."
»Hoe wilt ge met uw vermogen handelen vraagt de
oude heer met een korte toestemmende buiging.
»Elke cent wordt hem aangerekend, dien hij mij heeft
afgeperst om zijn schulden te Berlijn en nu later zijn
speelschulden to betalen. Mijn zoon Manrits moet althans
in d i t opzicht niet onder de lichtzinnigheid van zijn broeder
lijden."
Manrits fronst het voorhoofd en ziet zijne moeder van
ter zyde aan. Weet zij dan, wat hij bovendien en nog
oneindig veel zwaarder üeeft geleden V
De onde dame ontwijkt zijn vragenden blik. »Manrits
heeft u de rekeningen voorgelegd, niet waar, mijnheer
Knorr
Ja 1"
»En hebt gij mij alles gezegd, wat gij voor Karei be
taald hebt, Manrits?''
»AUeB, moeder, op een paar kleinigheden na, die al
lang zijn vergeten die zullen we laten rusten 1"
»Kom er maar mee voor den dag 1" herneemt de oude
heer. »Ge weet immers wel: in geldzaken houdt alle
teergevoeligheid op."
»Dat's waar, en op moeder's uitdrukkelijk verzoek heb
ik het voornaamste dan ook opgegeven de bagatellen
heb ik vergeten."
,Nn zooals ge wilt!" zegt de oude heer. »'t Is
me een sommetje van belang, dat de jonge heer bovendien
al zoek heeft gemaakt 1 Misschien zal de schrik hem 'om
het hart staan, als hij het totale bedrag ziet, en hij daardoor
tot inzicht gebracht worden."
»Daar komen ze 1" zegt Manrits, als het geratel van
een rijtuig van beneden tot hen doordringt. Hij wordt
nog een tintje bleeker en staat op. »Ge zijt niet boos,
moeder, als ik die pijnlijke onderhandelingen hier niet
bijwoon Hij geeft den advocaat de hand, knikt zijne moe
der toe en begeeft zich naar de aangrenzende zaal, waardoor
hij, zonder dat Karei hem ziet, zijn eigen kamer kan bereiken.