Op de Waterhoeve
No. 50.
Honderd en vierde jaargang.
1902.
5 R IJ D A
25 APRIL.
Leer-wandelingen.
FEUILLETON
W. Heimburg.
Vertaling van HERMINA.
ALKIAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80? franco door het
geheele rijk f 1.
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnummer 3.
Pr(Js der gewone advertentiën
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOONYoordam C 9.
Paedagogische schoolreizenis de titel van een in
1900 verschenen werkje door Dr. J. H. Gunning. Ge
noemde reisjes worden daarin genoemd een samenvatting
van al de opvoedingsmiddelen, waarover de school buiten
het schoolgebouw kan beschikken. Duidelijk wordt aan
getoond, hoe die reisjes, mits deze goed worden voorbereid
en geleid, niet alleen de gemeenschapszin aankweeken,
karakters en lichamen stalen, den band tusschen leeraren
en leerlingen versterken, maar ook den gezichtskring
uitbreiden en de kennis verrijken. In Dnitschland heeft
men op dit gebied reeds heel wat ervaring en 't voor
beeld van onze oostelijke naburen heeft men 't vorig
jaar en vroeger in Nederland hier en daar gevolgd. Deze
opvoedkundige reisjes voor leerlingen van het middelbaar
onderwijs, waarop de schrijver vooral het oog had, waren
toen intusschen voor kinderen op tal van lagere scholen
sinds een tiental jaren niet meer geheel vreemd zij zijn
eigenlijk niets anders dan een uitbreiding en voortzetting
van de op dezen trap te maken school-wandelingen, waarbij
men dichter bij honk blijft en gewoonljjk geen gebruik
maakt van andere middelen van vervoer, dan welke ieder,
die flink ter been is, voortdurend bij do hand heelt.
Hetis hier niet de plaats om in het breede 't nut
aan te toonen van school-wandelingen in 't algemeen,
van die opzettelijk voorbereide en met een vooraf bepaald
doel gemaakte tochtjes in den omtrek door een school
klasse en haar onderwijzer of onderwijzeres. Het zal ook
onnoodig zijn want het groote nut ligt vrij wel voor
de hand. Wij weten allen, dat wij datgene het best ont
houden, wat wij hebben gezien en ter dege bekeken
we weten ook dat we zeer dikwijls het schoone of het
doelmatige van iets alleen dan waarnemen, indien wij
daarop worden attent gemaakt. En niemand zal ont
kennen, dat vergelijken en nog eens vergelijken het meeste
bijdraagt tot het verkrijgen van zuivere en volledige be
grippen, tot vermeerdering van onze kennis alzoo. Doch
bedenkt men dan, dat geen begripsvorming mogelijk is,
zonder tal van voorstellingen, en dat heldere voorstellingen
van voorwerpen, verschijnselen, toestanden enz. slechts te
verkrijgen zyn door eigen waarneming dan springt
tevens in het oog, dat diegene het gemakkelijkst ziju
weten vermeerdert en het meest geniet bij alles, wat hij
ziet, die heeft leeren opmerken en aanschouwen.
Leeren opmerken want het juist en zoo volledig mo
gelijk waarnemen is een kunst die de kinderen slechts
bij hooge uitzondering is aangeboren. Leiding hierbij is
dus niet slechts nuttig, zelfs noodzakelijk. Er zou heel
wat minder oppervlakkigheid spreken uit menig oordeel
van vele volwassenen, indien dezen in hun jeugd hadden
leeren zien.
Bovendien zij nog herinnerd aan het feit, dat niemand
onbewusto belangstelling (de factor, die tot vermeerdering
van kennis dringt) voor het een of ander bezit, als zich
niet reeds in zijn geest aanknoopingspunten bevinden
voorstellingen die door het nieuwe wederom worden
opgewekt en die mogelijk maken, dat dit nieuwe goed
wordt opgevat of begrepen en daardoor in het geheugen
DOOR
57)
In Hanne's gemoed heeft echter in dit laatste uur een
groote verandering plaats gegrepen. Ze ziet zich bedreigd
in datgene, wat zij met alle listen en kunsten meende be
reikt te hebben, bedreigd in wat zij bezit door dengeen,
van wien dat bezit afhan elijk is. Wat geeft ze om Karei
Baldauf zonder geld en goed P En plotseling ontwaken
al de oude instincten, die zij ter wille van haar deftige
kennissen heeft trachten te onderdrukken, weer in haar
binnenste, de goede zoowel als de kwade de zucht om
zooveel mogeljjk van alles te profiteeren, het ziekelijk
verlangen om haar bezittingen te vermeerderen, en de
verachting van de vrouw uit het volk voor de brood
dronkenheid van de rijken, die in éón nacht sommen ver
kwisten, waarvan een groot gezin een jaar lang zon kun
nen bestaan. Bovenal bekruipt haar de vrees, dat die man
daar vóór haar, wiens gezwollen aangezicht nog duidelijk
de teekenen van ziju laatste buitensporigheid vertoont, dat
die man zijn have en goed vroeg of laat zal opmaken en
zij, om dien dronkaard te onderhouden, weer voor den
kost zal moeten werken. Al deze overwegingen dringen
zich samen tot een alles beheerschend verlangen i k moet
hem aan m ij n wil onderwerpen en hem voortaan on
schadelijk maken I
»Ik zal 't doen", zegt zij bij zichzelve, «ik z a 1 't
doen 1" en ze werpt hem zijdelings een dier blikken toe,
waarin zich soms al de hardvochtigheid en achterhoudend
heid van haar karakter weerspiegelen. En als hij blijft
zwijgen en met steeds somberder voorkomen op één en
bewaard blijfteen grondslag derhalve, die een vereischte
is voor alle verder onderwijs en zelfontwikkeling. Het
is dus een zaak van belang, bij de kinderen heldere voor
stellingen te doen ontstaan, die bij het opzettelijk onder
richt in de school en bij het meer toevallige in het
practische leven aanknoopingspunten kunnen leveren.
Pestalozzi, de groote opvoedkundige, die het onderwijs
in beter spoor leidde, heeft gezegd: «Als gij over een
kalf spreekt, breng dan een kalf in de school.'' Maar
is het in vele gevallen niet heel wat gemakkelijker, wan
neer men de school brengt bij het kalf Met andere
woorden indien de onderwijzers om heldere voorstel
lingen bij zijn leerlingen aan te brengen aanschouwings
middelen noodig heeft, die niet in de school aanwezig
zijn en waarvan afbeeldingen zoo zij al voorhanden
zijn verre beneden de voorwerpen zelf blijven, dan is
niets eenvoudiger en meer doeltreffend, dan het lokaal
te verlaten om het beuoodigde met zijn omgeving te
doen zien I
Waarneming in de natuur; het bezoeken van werk
plaatsen het bespreken van het waargenomenehet
ordenen dor verkregen voorstellingen en het bewerken
dier stof in de school, ziedaar, wat schoolwandelingen
bedoelen."
Nog pas kort geleden werden de hoofden der openb.
scholen te Amsterdam door B. en W. en den Districts-
Schoolopz. gemachtigd om minstens acht keer per jaar
en per klasse te gaan «schoolwandelen." Het was daar
trouwens volstrekt geen vreemd verschijnsel meer, een
klasse te zien uitgaan om kennis te maken met een
droogmakerij, een sluis enz. of om bepaalde planten en
dieren op te zoeken en na te gaan in hun levensgemeenschap.
In Alkmaar is men nog niet zoo ver. Zijn de autori-
riteiten niet overtuigd van het groote nut is men nog
van meening, dat kinderen, indien ze onderwezen zullen
worden, vooraf noodzakelijk dienen te worden opgesloten
tusschen de vier muren van schoolvertrek of huiskamer
Of zien de onderwijzers naast de voordeelen overwegende
bezwaren Te groote klassen bijv.
Wat ook de oorzaak moge zijn, een feit is het, dat
zeer veel leer-materiaal in Alka.aa" en zijn naasten
omtrek voor de schooljeugd nagenoeg onbenut blijft.
Jammer genoeg, want er zijn zeker weinig plaatsen in
ons land, waar men buiten de school zooveel kan aan
schouwen, dat het onderwijs in aardrijkskunde en konnis
der natuur ten goede kan komen, waardoor het inzicht
in de vaderlandscho historie zou kunnen worden ver
helderd of waardoor de algemeene ontwikkeling zou
kunnen worden gesteund. Welken kant men uitgaat
overal is al wandelende voor kinderen op eiken leeftijd
veel te leeren. Gaaf men bijv. den Helderschen Weg uit
of de Berger brug over dan heeft men o.a. gelegenheid
begrip aan te brengen van een kanaal (verschillende
vaartuigen wellicht een zeeschip) schier-eiland en eiland,
fabrieken, verschillende bruggon, uitwateringsluis, spoor-
en tramweg station, weide (vee, hooi), watertoren (wa
terleiding), overweg, seinwachtershuis, vaart, buurt (ge
hucht), boerderij, driesprong, wegwijzer, grenspaal (grens
wapen), tolhuis, zand en duinen. Naar de Zes Wielen
dezelfde plek staart, zegt zij luid: »Dat zullen we in
het vervolg dan eens een beetje anders aanpakken."
«Anders 1 Wat anders vraagt hij door haar toon
opgewekt.
Wel, alles ge zult wel eens zien 1 We moeten toch
inhalen wat gij hebt verspeeld 1"
«Dat gaat jou niets ter wereld aan, kind zegt hij uit
de hoogte.
»Wet zeker gaat mij dat aan! Ik ben je vrouw!"
»Ik laat mij door jou niet de wet stellen, hoe ik mijn
leven moet inrichten antwoordt hij zoo kwaadaardig
als een spin.
»'t Zal zich wel schikken Karei. Ik heb geen zin op
mijn ouden dag honger te lijden
«Bespottelijk I"
«Of als rentmeestersvrouw mjjn leven te eindigen.
Neen, nu richten we alles op een andere manier in."
«Praat toch niet zulke onzin 1"
Hanne's mond zwijgt, maar hare oogen dreigen «Pro
beer 't eens «Is ge durft 1" Boos op elkander, verlaten
zij de kamer en het ouderlijk huis. Op de markt schei
den zij.
«Waar blijft ge zoolang, terwijl ik op het kantoor
ben?" vraagt hij.
«Ik ga naar Riekje Bierman om een zijden japon af
te bestellen die ze voor mij zou maken."
«Hij haalt do schouders op. «En dan verder 1"
«Naar grootvader. Daór kunt ge mij straks komen
afhalen. Hij moet mij schoenen aanmeten."
«Je grootvader
«Ja, dikke, stevige om mee in den koestal te gaan,"
zegt zij ernstig, zich half omkeerende.
«Ge zult misschien lang moeten wachten herneemt
hij «rijd maar naar huis en stuur in den namiddag het
rijtuig terug."
«O neen," antwoordt zij «ik zal niet lang moeten
wachten. Van middag om drie uur zult gjj alles hebben
afgedaan,"
Op eens is 't hem duidelijk geworden dat hij van nu
af aan de zijde van een spion zal leven, van een helleveeg
o. a. draaibrug, houtzagerij, meelmolen, watermolen,
schutsluis, overtoom, bouwland. Naar den Omval stoom
tram. Schermerpoort, Kalkovens aan de overzijde, ring-
sloot en ringdijk, droogmakerij (rechte vaarten en wegen)
klei. Naar Heilo de Hout (bosch), plantsoen, verschil
lende boomen, allerlei vogels, bloembollen, lanen, villa,
vijvers, dorp, Willebrorduspnt enz.
Voor hoeveel wandelingen, voor hoeveel schootijden
daarna is hier al niet de stof aangegeven En nu hebben
we nog slechts grepen sedaan en ons grootendeels be
paald tot het gebied der aanvankelijke aardrijkskunde
Veel hiervan kan echter ook meewerken om den bodem
voor het later geschiedenisonderwijs meer geschikt te maken.
Hoe nu van dit alles profijt kan worden getrokken
weet elk onderwijzer en ieder, die van aanschouwelijk
en elementair onderwijs eenig begrip heeft. En daarom
zuilen dan ook vele vaders en moeders, als ze toevallig
met hun jongens of meisjes al wandelende iets passeeren,
dat hen opmerkenswaard schijnt, niet nalaten om het
nuttige zooveel mogelijk met het aangename te vereenigen.
Reeds in 1824 werd in een antwoord op een prijsvraag
der Maatsch. tot Nut van 't Algemeen gezegd: «Bij ge
legenheid, dat men met zijn kinderen of leerlingen klei
nere of groolera wandelingen doet, moet men alle gele
genheden waarnemen, om hun zolven datgene te laten
zien, wat slechts op eene plaats te zien is. en vooral
niet dat, hetwelk bij volwassen menschen overbekend en
gemeenzaam is, ook bij kinderen als zoodanig veronder
stellen."
Maar weinigen gaan zeker geregeld uit met het opzet
telijk doel de jongens of meisjes iets, waaraan zij op hun
trap van ontwikkeling behoefte hebben en dat vooraf
bepaald en dus voorbereid is, te leeren. Menigeen heeft
daarvoor geen tijd, enkelen missen daarvoor wellicht de
lust en de noodige belangstelling om die bij anderen op
te wekkenterwijl zeer dikwijls, helaas, ook de geschikt
heid zal ontbreken, de tact en ook de kennis om uit het
onderwerp te halen, wat er in zit. Hiermede bedoelen
we niet een verkleining der waarde van de opvoeding
door tal van ouders, doch eenvoudig een aanwijzing van
eeD tekortkoming, die velen zich bewust zijn.
Laten dan anderen, onderwijzers die daarvoor geschikt
zijn en daartoe roeping gevoelen, het wandeluur maken
tot een aangenaam leeruur 1 Dat dezen binnen de school
muren de taak der ouders hebben overgenomen, daarin
vindt niemand meer iets vreemds. Dat zij ook daarbuiten
een handje helpen, wie zal 't onnatuurlijk vinden Het
nut van zoo'n leer wandeluur zal stellig wel opwegen
tegen een uurtje privaat-les in rekenen, Ned. taal of
Fransch. Vreemd, daarvoor betaalt menig ouder het les
geld als iets, dat van zelf spreekt; terwijl men er tegen
op zou zien, den ouderwijzer voor geregelde leer-wande
lingen te betalen. En toch zouden de resultaten hiervan,
ook voor nietdeskundigen, binnen niet al te langen tijd
merkbaar zijn, en niet uitsluitend aan de verhoogde rap-
port-cijfers op school voor geschiedenis, aardrijkskunde,
kennis der natuur en lezen 1
Wanneer het kind met zijn geleider zich bevindt tus
schen de drooggelegde Egmonder en Berger meren, waar
wier streven 't is eiken cent te coutrolearen en hem, zoo
dra ze er kans toe zietzakgeld te geven, van een feeks,
die door onafgebroken speldeprikken ziju wil ondermijnen
en breken wiltotdat ze hem voor goed onder de pan
toffel heeft gekregen. Maar hij zal wel oppassen 1 Hij zal
zich tot het uiterste verzetten neemt hij zich voor
met haar zal hij het wel klaar spelen Van het be
gin af krachtig daartegen opkomeu, zoodat de lust daartoe
haar allengs vergaat 1
Hanne wacht van vier uur af bij hare grootouders op
haar man maar te vergeefs, 't Is zoo stil en rustig in de
kleine kamer met de witte murende oude vrouw heeft
koffie gekookt voor haar kleindochter en het van ouds
bekende grove wittebrood en een schaaltje met beetwortel
suiker daarnaast gezet. In lang heeft Hanne iets niet zóo
goed gesmaakt en ze zit dan ook zoo vertrouwelijk met
de oude vrouw te praten als ze in tijden niet gedaan heeft.
Ze hebben over Hanne's ouders gesproken, die schielijk na
het huwelijk van hunne dochter naar Amerika zjjn vertrok
ken, een feit, dat Hanne destijds weinig heeft getroffen
en haar integendeel een zekere rust gaf, daar «moeder"
zoo in het geheel niet in haar chique omgeving paste.
Met haar eigen spaarpenningen stelde zij hen zelfs daartoe
in de gelegenheid. Hanne heeft er later weinig over ge
dacht haar vader is altijd van zins geweest eens naar
Amerika te verhuizen 't schijnt hen daar ook goed te
gaan. Dien dag komt weer voor het eerst het gevoel, dat
zij daar oorspronkelijk thuis behoort, iets als verlangen
naar vader en moeder bij haar op. Zij informeert bij groot
moeder met meer belangstelling naar hare ouders, laat
zich de weinige briev n geven, die zij naar het vaderland
geschreven hebben, en vertelt aan de oude vrouw open
hartiger dan anders wat ze al zoo mogen weten, ook dat
Gharlottenhof van nu af Karel's eigendom is, en dat zij
zich verheugt het geheele bestuur op zich te nemen en
ook plan heeft de huishoudster te laten gaan.Van vijf
uur af wordt zij onrustig. Het eene kwartier vóór en het
andere nó verloopt Karei komt niet, Eindeljjk kan ze
zich niet langer inhouden en begint op Karei af te geven
en zegt, dat ze nog heel wat met hem te stellen heeft