Op de Waterhoeve,
No. 52.
Honderd en vierde jaargang.
1902.
WOENSDAG
30 APRIL.
„UTieuw Leven."
FEUILLETON
W. Heimburg.
Vertaling van HERMINA.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag
en Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het
rijk f 1,—
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnummer 3.
Prys der gewone advertenties» s
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. OOSTER
ZOONVoordam C 9.
Te A&KRIAAR worden gevraagd
1°. aan de MEISJESSCHOOL (Hoofd Mej. J. H. Pruim)
eene Onderwijzeres, in 't bezit der akte voor de
Pran8che taal en bevoegd tot het geven van onder -
wjjs in de vakken j en k
2°. aan de BURGERSCHOOL (Hoofd de heer P. J. Aukes)
een Onderwijzer, in 't bezit der akte Pransche
taal en eene Onderwijzeres, bevoegd tot het geven
van onderwijs in vak kterwijl beiden de bevoegd
heid voor vak j moeten bezitten.
De jaarwedde bedraagt, behoudens goedkeuring van
Ged. Staten, voor elk f 700.
Deze kan na 5-, 10, |15 en 20 dienstjaren in de
gemeente telkens met f 50 worden verhoogd. Het bezit
der hoofdakte geeft aanspraak op eene verhooging met
f 100. Voor de verplichte akte Fransch wordt f 50 meer
toegekend (voor middelbare akte f 100). De onderwijze
ressen belast met het onderwijs in vak k hebben daar
voor aanspraak op eene verhooging met f 25, wanneer
het gegeven wordt invan f 50 wanneer het gegeven
wordt buiten de gewone schooluren.
Stukken (adres op zegel) in te zenden aan het Ge
meentebestuur vóór 11 Mei a.s.
KENNISGEVING.
Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te Alkmaar
brengtop grond van artikel 1 der wet van 22 Mei
1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der ingezetenen
dat bij hem ingekomen en aan den Ontvanger der Rijks
directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering
is overgegeven
het kohier der perBoneele belasting No. 6 voor het
dienstjaar 1902 executoir verklaard door den Directeur
der directe belastingen in Noordholland te Amsterdam
den 26 April 1902
dat ieder verplicht is zijn aanslag op de bij de Wet
bepaalde wijze, te voldoon en dat heden ingaat de termijn
van zes weken, binneu welken daartegen bezwaarschriften
kunnen worden ingediend.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd
Alkmaar, den 28 April 1902. G. RIPPING.
Weer rolt natunr het lentekleed
langs dal en heuv'len uit
en tooit het groenend veldtapeet
met duizend vervig kruit.
Weer heft de kelk zich uit den spriet
de donzen bloesem geurt
de witte lelie zoomt den vliet
de roode doorn kleurt.
Aldus zong Tollens en wij verstaan zijn lied dat
weerklank vindt in aller gemoed. Komt niet telken
jare de lente tot ons als een bekoorlijke bruid die blijde
de toekomst tegenlacht en wier van hoop en gelnk stra
lend gelaat allen die haar begroeten weldadig aandoet
DOOR
59)
De advertenties in de couranten hebben geen of
althans geen bevredigend gevolg. Verschillende antwoor
den bomen daarop in, maar overal worden Eva groote
eischen gesteld, waaraan zij niet kan voldoen ze heeft
geen verstand van muziek, in zoovei zij nooit muziekles
heeft gehad, en overal wordt bennis van muziek verlaDgd.
Een enkel aanbod slechts maakt hierop een uitzondering
doch daar moet Eva het toezicht houden over zeven kinderen
tusschen de dertien en éen jaar. 't Is in de familie van
een rijken molenaar, wiens vrouw verlamd is, die zij zoo
veel mogelijk moet bijstaan en verplegen, terwijl zij boven
dien een wakend oog over de dienstboden moet laten gaan
Deze eischen schrikken haar afzij begrijpt, dat zij daartegen
niet is opgewassen en de lieden slechts teleurstellen zou.
Radeloos eD neergedrukt loopt zij door het huis. De
twee kinderen, die evenals anders op de breischool komen,
heeft zij weggestuurd, hoewel Tony, die haar uit naam
van haar broeder die brieven gebracht heeftrecht boos
daarover is.
»Ja, als men 't ook zóo aanlegt knort z(j.»Maarik
heb 't dadelijk tegen Robert gezegd, dat ge niet in staat
zijt voor jezelve te zorgen.''
't Is mijn schuld niet, dat papa geen geld had om mij
iets te laten leeren," antwoordt Eva, haar best doende om be
daard te blijven; »'t viel hem moeilijk genoeg om Robert
te laten studeeren."
»Robert had beurzen," antwoordt mevrouw Tony. «Groo-
tendeels heeft hij daarvan gestudeerd."
Komt zij niet als een profetes van nj^uwe beloften De
nog zwellende knoppen van boomen eu planten de
schijndoode levenskiemen in akkers en weiden kust zij
wakker. Een schoone lentedag werkt verfrisschend. Het
dartele vee den stal outweken de boomen straks wit
van bloesems; de vogels juichend in de struiken; de
bloemen bloeiend en geurend dat alles bekoort ons.
Hoe de menschen ook veranderen mogen haar toover-
macht op de harten zal de lente nimmer verliezen, baar
schoonheid immer in verrukking brengen. Voor vele
dingen vermindert 's menschen belangstelling bij het
ouder wordenmaar zietdaar komt dit jaargetij en
nu wordt hij des bewondereas niet moede, 't Voorjaar
is altijd nieuw als een lied van nieuw leven. In hot
losbreken der knoppon in het zingen der vogelen komt
ons het leven tegemoet. Der lentetaal dringt door tot
het kind dat bloemetjes plakt en naar buiten holt; naar
haar luistert de grijsaard; haar zonnestralen herscheppen
het ziekonvertrek. Der leuteinvloed ondergaat de onder
zorg en leed gebogene zoo goed ala de bitter gestemde.
En terwijl het aardrijk wordt herboren gaan mensehen
voort te poinzen over vernieuwing der maatschappij te
droomen van de vrachten welke nieuwe wotten en maat
regelen zullen afwerpen. VerfrisschingAan menige
woning wordt in deze dagen des arbeiders hand gelegd
ter barer herstelling of verhaaiing. En treedt ge de
huizen binnenwelk 'u bedrijvigheidwelk een
tijdelijke wanorde als voorbode van nieuwe orde Welk
een tijd van herinneringen tevens Allerlei dingen, nietige
en kostbarekomen ons in de handen en hoe kunnen
deze tot ons spreken van vervlogen dagen als stomme
en toch zoo welsprekende getuigen van wat eens doorleefd
werd. Ge ziet weer geschenken uit de dagen uwer jeugd.
Wat al geschiedenissen zjjn misschien verbonden aan dit
en aan dat. Voor anderen waaidelooze voorwerpen krjj-
gen allengs voor u de hoogste beteekenis 't Is alsof
die brieven, die portretten u een groet brengen. Dooden
spreken andermaal en levenden treden u rader. Wien de
voorwerpen in huis niets zeggen zij moeten wel een
dor bestaan achter zich hebben. Vernieuwd worde onze
geest! Wat al verouderds ontsiert dien. Hoe tal van
dwaalbegrippen en valsche voorstellingen en onhoudbare
denkbeelden kleven hem aan. In wat ai valstrikken zit
hij gevangen. Stellingen worden beleden welke goed
onderzocht alle innerlijke waarde missen. Hoe grof
is veler bijgeloof; boe velen leven met hnn geest in het
verleden eu blijven vreemd aan de bewegingen van het
heden Dat wjj den moed hebben dien te ontworstelen
aan de boeien waarin hjj ligt gekluisterd. Dat wij
»Ja wel," herneemt Eva, »maar de rest die ging
ook nog papa's krachten te boven en hij moest toch
daarin voorzien, en zoo bleef er niets voor mjj over.'
»Des te dwazer is 't, dat gij je dan nog zoo trotsch
aanstelt en geschikte partijen afslaat. Op die manier blijft
ge de familie tot last."
»Ik zal jou nooit tot last zijn," zegt Eva, bevend van
inwendige ontroering. «Ja, dat klinkt heel mooi 1"
»Ik kan naaiwerk zien te krijgen of bij een modiste
in de leer gaan of
«Dat ontbreekt er maar aan I Zoudtgesoms met Riekje
Bierman bij onze kennissen gaan naaien of passen Hoe
kunt ge zoo spreken
»'t Behoeft niet juist hier te zijn!"
»Dat zou ik je dan ook vriendelijk verzoeken
«Eigenlijk gaat 't jou niets aan, Tony I"
«Jawel niets aan 1 Zoodat alle mensehen kunnen
zeggen, dat wij ons niets over je bekommerden en je be
neden je stand lieten werken
«Arbeid adelt altijd, hetzij ik kinderen onderwijs of
hoeden opmaak I"
«Voor mijn part, ga je gang, maar als gij je verbeeldt,
dat wij je dan nog met anderen bij ons kunnen verzoeken
«Neen, dat denk ik z e k e r niet I"
«Nu, doe dan maar je eigen zin ge weet toch alles
beter."
Met een bitteren glimlach staart Eva voor zich uit
Helpen willen ze haar niet, maar toch moet ze haar leven
naar den zin van hare familie inrichten of ze wordt niet
meer als een lid daarvan beschouwd 1 Een wonderlijke
wereld 1 Een onweerstaanbaar verlangen naar iemand,
die haar begrijpt, naar een deelnemend, verstandig woord
maa-t zich van haar meester; 't is, alsof zij zich nog nooit
zóo verlaten gevoeld, de toekomst zoo duister ingezien heeft,
Kon ze maar naar tante Baldauf vluchten h&ir alles
zeggen wat ze op het hart heeftMaar dat gaat niet
onmogeljjk om Manrits I Ze hield 't niet uit, zijn bedroefde
oogen dag op dag op zich gevestigd te zien, die onophou
delijk vragen; «Wat hebt ge toch tegen mjj Waarom
kunt en wilt ge mij niet vertrouwen
afleggen alle geesteljjke traagheid, alle laffe en bekrompen
behoudzuchtalle vrees voor het doen doorschijnen van
het volle licht. Dat wij durven zoeken, vragen, twij
felen om te komen tot steeds hooger ontwikkeling. Ver-
nienwd worde ons hart van hetwelk's levens uitgangen
zijn, waarin de bron Ï3 van alle gedachten, gezindheden,
neigingen en hartstochten. Den strijd aangebonden tegen
zooveel wat ontadelt, ons beter-ik beleedigt. Niet terug
gedeinsd voor ernstigvolhardeud zelfonderzoek al zal
dit wel vaak bittere pijn veroorzaken. Afgeworpen het
masker waarmee we ons tooien en waardoor we zoowel
ons zei ven als de onzen misleiden. Gestreefd naar eerljjk
en oprecht omgaan met ons zeiven opdat w'ons zien
zooals we zijn en dan schrede na schrede gebroken met
den ouden mensch in ons. Wat baat het of wij de
dingen buiten ons in een nieuw gewaad steken als wij
innerlijk dezellden de ouden van weleer blijven Alzoo
arbeidend aan de herschepping van geest en gemoed
werken wij tevens aan die van ons leven. Ons spreken
en ons zwijgen, ons doen en ons laten, de wijze waarop
wij genieten en lijden ontvangen en afstaan onze ge
dragingen en onze handelingen zij zullen den stempel
dragen welke er op gedrukt wordt door onzen geest
door de stemming onzer ziel. 01 ons leven waarlijk goed
heeten mag d. i. een voortdurend «worstelen en over
winnen" of wjj de onzen zullen doen klimmen dan wel
doen dalen, het zal afhangen, niet van een enkel woord,
noch van een enkele daad, maar van de geziniheden
welke wij doorloopend openbaren van het hart dat er
zich in uitspreekt.
Innerljjke vernieuwing is de bron van krachtsopenbaring.
Aan haar gearbeid in naam van onzen eerbied jegens ons
zeiven in naam der verantwoordelijkheid jegens onze
omgeving, want middelijk of onmiddeljjk, aanwijsbaar
of onnaspeurlijk van ons allen gaat invloed uit, meer
dan wij vermoeden. Terwjjl wij dan in deze dagen ons
verlustigen in den wonderschoonen altoos zich telkens
vernieuwenden aanblik der natuur leve kraebtig in ons
het verlangen, dat wij afschudden wat ons ontsiert en
onzen invloed ten goede verzwakt. Ons moge het wezen
alsof bloem en blad ons toefluisteren nw roeping o
mer sch isu zeiven te herzien."
Naar buiten gij allengij bigden en bekommerden
gij zwakken en herstellenden, gij pruttelenden en eenwig
murmnreerenden Opent oogen en oorenopdat gij
ziende en luisterendevolop genieten moogt I Naar bui
ten gij fijn ge voelen den en gij onaandoenlijken gij killen
en onverschilligengij werkers en tobbers en uw ziel
ontvankelijk gemaakt voor de sprake der lente 1
Zijne moeder weet nu waarom. Eva voelt, hoe het
bloed haar bij deze gedachte weer in de aderen begint
te koken. En als zijn moeder 't hem eens vertelt Eva
schaamt zich, schaamt zich zoo ontzettend, dat ze op eens
niets vnriger verlangt dan daar ginds op het kerkhof naast
hare ouders te liggen. Ze k a n immers niet naar tante
Baldauf gaan Eens, verleden nacht, is de gedachte bij haar
opgerezen, tanto Baldauf te vragen haar een kapitaaltje te
leenen om zich voor het een of ander vak te bekwamen
maar dat's ook onmogelijk totaal onmogelijk 't Zou
immers den schijn hebben, alsof ze een vergoeding wenschte
voor de groote teleurstelling, die ze door Karei heeft geleden.
Zou ze naar die molenaarsfamilie gaan Of zou jze
juffrouw Bierman maar verzoeken bij haar het naaien
te mogen leeren Het een of ander moet gebeuren
want de enkele guldens, die Robert haar gaf, zijn bijna
op eu opnieuw bij hem aankloppen düt kan ze niet.
Liever wil ze de tweehonderd galden aansprekendie
voor haar in de spaarbank staan haar eenige spaar
penning die ze hare moeder beloofd heeft slechts in
den uitersten nood te gebruiken.
Waarom leeft men toch? Waarom moet men toch
loven denkt zij met een diapen zucht.
«Ja met zuchten komt men niet verder", zegt Tony
spottend eindelijk opstaande om heen te gaan. »'t Is
zaak om te handelen weet ge
Op dit oogenblik wordt er gebeld, en Tony, die door
het raampje van de voordeur kijkt, roept op gesmoorden
toon: «Wat beteekent dat? Daar is Frans, de knecht
van Finkendorp met een brief hoe komt die er toe
om jon te schrijven Ze komt weer binnen en gaat
terstond weer zitten, vast besloten oru niet geen te gaan,
eer ze het fijne van de zaak weet.
Men hoort Dora in de gang spreken met Frans. Hjj
is de lakei van den ritmeester en door de geheele stad
even bekend en berucht als zijn meester diens hnlp en
vertrouwde bij alle loszinnige en brave ondernemingen
met dezelfde onverschilligheid bezorgt hij geparfumeerde
briefjes en bouqnetten aan schoone dames als gevulde
hengselmanden aan een halfverhougerde vrouw. Dora