Laatste Berichten.
Nederland.
100 millioen francs zijn gerechtigd. Daarop maakten echter
evenzeer aanspraak twee heeren Crawford, de neven des
erflaters, die bij testament, dat op denzelfden dag als dat
ten bate van mevronw Humbert gemaakt, was gepas
seerd, tot eeuige erfgenamen waren gesteld. Tallooze en
eindelooze processen werdtn daarover gevoerd, terwijl de
gelden, krachtens rechterlijke beslissing bij de Humberts
in bewaring bleven. Dezen, die op den weelderigsten voet
leefden, kasteelen, en wijnbergen bezaten en bovendien
een lijfrentebank oprichtten, maakten rechts en links
schulden en wisten hun croditeuren 20 jaar lang met het
vooruitzicht op de reuzenerfenis aan het lijntje te houden.
Den laatsten tijd begon men echter lont te ruiken, op
rechterlijk bevel werd de fameuse brandkast geopend
entotaal ledig bevonden
De schuldigen zijn voortvluchtig, maar eenige inhech
tenisnemingen van notarissen en advocaten (allen met tot
dusver uitnemende reputaties) hebben plaats gehad en
verzegelingen worden nog voortdurend gedaan. Met ieder
uur wint het vermoeden in waarschijnlijkheid dat nóch
de eiflater, nóch de erfenis, ooit hebben bestaan, en dat
mevrouw Humbert (want zij schijnt de drijvende kracht
te zijn geweest) door een mystificatie even geniaal be
dacht als gedurende 20 jaar volgehouden, de geheele
wereld om den tuin heeft geleid.
Men verdenkt den oud-notaris Langlois, thans in
hechtenis, de voornaamste handlanger der bedriegers
te zijn geweest; bij zou de man zijn die de brieven
schreef welke van de neven Crawford afkomstig heetten
te zijn.
SPAW«fI3. Te Madrid zijn de feestelijkheden aan
gevangen ter eere van de kroning van koning Alfonsus.
Den 17 heeft de plechtige inhuldiging plaats, met den
grooten optocht van het koninklijk paleis naar het paleis
van het Congres.
Voor de vereenigde zitting van het Congres legt de
koning den eed afin art. 45 der Grondwet voorge
schreven
»Ik zweer de Grondwet en de wetten der monarchie
te zullen handhaven, voor hare handhaving te znllen zorg
dragen en mij bij al mijne handelingen slechts door het
welzijn van het volk te laten leiden."
Van het Congres begeeft zich de koning naar de San
Franciscokerk waar hij door een der hooge kerkvorsten
plechtig zal worden ingezegend.
I1JID-AFBIHA. Een telegram van lord Kitchener
van den 13 nit Pretoria meldtdat verleden week 19
Boeren gedood, 6 gewond, 802 gevangen genomen zijn,
580 geweren, 5420 patroneD, 157 wagens, 400 paarden,
4800 stuks vee werden buit gemaakt.
De colonnes van Bruce Hamilton rukten 9 Mei weder
ten noorden van de Lindley-lijn uit. Ian Hamilton
veegde het centrale gebied oostelijk van de Hartsrivier
schoon en rukte den 7 Mei op in westelijke richting, in
samenwerking met Rochfort, van Bloemhof.
Allen kwamen den 11 Mei aan de westelijke spoor
weglijn aan met 357 gevangenen en bijna alle wagens
en deu geheelen veestapel der commando's. In dit district
was De la Rey's strijdmacht sedert zyn met zooveel
succes ondernomen aanval op majoor Paris voor twee
maanden, met 86 man verminderd.
Be vredesbesprekingen.
LONDEN 14 Mei. Renter's Agentschap verneemt
dat lord Kitchener met de Boerenleiders is overeenge
komen dat aan de bijeenkomst te Vereenigingwelke
morgen begint, zullen deelnemen vertegenwoordigers van
alle Boerencommando's in de beide koloniën. De bijeen
komst zal dus een zuivere vertegenwoordiging zijn. Op
de vergaderingen zullen alleen Boeren verschijnen.
Men verwacht dat, ingeval de conferentie leidt tot
het vaststellen van voorwaarden voor een regeling, welke
aan lord Kitchener zullen worden medegedeeld daartoe
gedelegeerden zullen worden gezonden naar Pretoria.
PRETORIA 14 Mei. Uit alle deelen van het land
komen Boerengtdelegeerden aan voor de bijeenkomst te
Vereeniging. Hedenavond zullen de meesten aankomen
en morgenochtend vroeg znllen alle gedelegeerden te
Vereeniging zijn. Men verwacht dat morgen de eerste
bijeenkomst zal plaats hebben.
President Koubet naar Rusland.
BREST, 14 Mei. President Lonbet is te Brest aange
komen, waar hij zich heden naar Rusland inscheept.
In antwoord op een heildronk van den burgemeester
zeide de heer Lonbet
»Ik acht mij gelukkig te worden vergezeld door een
minister-presidentdie nu drie jaren lang met onge
ëvenaarde kranigheid met zelfverloochening en moed
Frankrijk en de Republiek dient, door een minister van
buiteniandsche zaken die vier jaar lang zijn naam grooter
heeft zien worden in Frankrijk en daar buiten, door een
minister van marine, die zich geheel heeft gegeven voor
de ontwikkeling van onze zeemacht.
De president wees er op dat bij de jongste verkiezingen
geen enkele candidaat het koningschap of het keizerschap
tot leuze heelt genomen en constateerde dat de Republiek
Frankrjjk dertig jaren vrede heeft gegeven.
De heer Lonbet eindigde zyn zeer toegejuichte rede
met een beroep op eendrachtige samenwerking.
dat ge aan mjjn verzoek wilt voldoen, en denk nog eens
aan mij als nu ja, men kan niet weten, en dat's ook
niet het ergste Vaarwel I" Hy grijpt nog eens hare hand
drukt deze een oogenblik in de zijne, slaat op militaire
wys aan en buigt.
»Vaarwelstamelt Eva. »Kom gezond en gelukkig
weer I"
Hij buigt nogmaals en gaat heen. Zjj ziet hem na, ter
wijl hij onder de druipende hoornen voortsnelt, Zijn roode
uniform flikkert tusschen de lichtgroene struiken als bloed.
Zij hnivert en buigt het hoofd.
Oorlog 1" zegt zij zacht, »en hij moet mee! Goede
God, hoe zal 't afloopen en hoe zal ik 't verdragen,
als het ergste eens gebeurt, als
Wordt vervolg
Be ramp op de Antillen.
LONDEN, 14 Mei. De gouverneur van Sint Vincent
seintdat de toestand veel erger is dan uit de vorige
rapporten bleek. Het land aan de oostkust tusschen
Robin rock en Georgetown is blijkbaar verwoest juist als
Sint Pierre de vrees bestaat dat alles wat levend was
in dit gebied gedood is waarschijnlijk te zamen 1600
mensehen. Het juiste getal zal nooit bekend worden. De
administrateurs en eigenaars der plantages zijn gedood
met hun gezinnen. Duizend lijken werden begraven
160 mensehen zijn naar het hospitaal van Georgetown
overgebracht. De bijzonderheden zijn te afschuwelijk om
beschreven te worden.
Be ramp op de Antillen.
- Omtrent de uitbarsting van de .Soufrière" op St.
Vincent wordt het volgende medegedeeld:
Na een reéks aardbevingen gedurende veertien dagen,
gepaard met een luid onderaardsch gerommel, volgde
Maandag een ontploffing.
Uit het water in het kratermeer werden onder luide
knallen wolken stoom omhoog geblazen. Het gerommel
nam gestadig in kracht toe tot Woensdagmorgen. Toen
begonnen de oude krater, die drie mijlen wijd is en een
nieuwe krater rook en steenen uit te werpen. Het ge
rommel kon toen 200 mijlen ver worden gehoord. Tegen
den middag bliezen de kraters kolommen damp op tot
een hoogte van acht mjjlen, die zich volgden tot grillige
wolken, verlicht door vlammentongen. Zes stroomeu lava
liepen uit de kraters. Dit verschijnsel hield onafgebroken
aan tot Donderdagmorgen van tijd tot tijd viel een stof-
on steenenregen neer.
Vrijdagmorgen had een nieuwe uitbarsting plaats.
Gloeiende voorwerpen en fceete asch overdekten het eiland,
op sommige plaatsen tot een hoogte van twee voet. De
lava heeft geheele dstrieten verwoestvee en inwoners
vluchiten naar de steden. Rivieren en beken zijn opge
droogd en er dreigt hongersnood.
Volgens latere telegrammen zijn bij deze ramp 1600
mensehen omgekomen. Een Deensch schip redde 500
vluchtelingenhet Fransche schip »Snchet", dat 2000
mensehen heeft geredheeft ook een detachement aan
land kunnen zetten, waarvan de volgende berichten zijn
ontvangen
.De kust en de oppervlakte van de zee zijn over een
mijl afstand bedekt met wrakhout.
Het is moeilijk te St. Pierre te lauden. De hitte is
overweldigend en de straten zijn bezaaid met lijken. In
de geheele stad staan nog slechts een paar muren. De
klok van het hospitaal is ongedeerd gebleven, zij stond
op tien minuten over zevenen. In de straten ontdekt
men geen levend wezen en er is geen druppel water te
krijgen. Da aschwolken verduisteren nog altijd den hemel,
en het onderaardsch gerommel voltooit den afgrijselijken
indruk''.
'Waar eenmaal de bedrijvige havenstraten waren en
de centrale pleinen, bevindt zich nu een vlakte rookend
puin. Op een plek vond men negen kinderen in elkanders
~~men."
De lijken worden door soldaten en gendarmen verbrand.
Verder is bij onderzoek gebleken dat de terreinsge
steldheid in den omtrek geheel is veranderd Ten noorden
van de stad zijn diepe kloven gevormd elders zijn breede
dalen ontstaat).
Reeds den tweeden dag van de werking van den Mont
Pelée, den 4en Mei, was de ascbregen zoo dicht geworden
dat de lucht schier niet langer was in te ademen. Een
troepje moedige bewoners van St. Pierre besloot daarop
den volgenden dag den vulkaan te beklimmen ten einde
den krater te onderzoeken, doch de heftige uitbarsting
van den 5e verijdelde het plan. De kalmte, die daarna
intrad, deed de bezorgdheid wijken, zoodat ondanks de
voorteekenen de bevolking nog werd overvallen door het
onheil.
Een bewoner van St. Pierre die zich te Parijs bevindt,
heeft een verklaring gegeven van de snelle uitbreiding
van het vuur over de geheele stad. In de distilleerderijen
en langs het strand stonden groote ketels met rum, deze
zijn door de hitte gesprongen of door den lavastroom
vernield, en het brandende vocht heeft ongetwijfeld de
vlammen zich met bliksemsnelheid doen verspreiden.
Behalve de 30,000 dooden, zijn er nog 50,000 mensehen
dakloos en hongeiig.
Van 't wedervaren der .Roddam'' wordt de volgende
beschrijving gegeven
In den namiddag van den 8sten zag men een onher,
kenbare stoomboot zeer langzaam de haven van Castries,
St.-Lucia binnenkomen, een soort van spookachtig wrak,
grauw, met asch overdekt. Het want, de zeilen, de zon
netenten, alles hing aan verkoolde lappen. Het was de
Roddam."
De kapitein verhaalde, dat na den ganschen nacht een
scbrikkelijken storm met onweer te hebben doorstaan,
hij te acht uur 's ochtends bij prachtig weer in 't gezicht
van St.-Pierre ter reede geankerd was. Hij stond te
praten met den agent zijner reeders, die in een sloep
langs scheeps stond. Eensklaps viel een onmetelijke wolk
rook, doorzaaid met gloeiende slakken, met onbegrijpelijke
snelheid op stad en haven neer. Reeds stond de gansehe
stad in vlam overdekt met een gordijn van vuur
en 't regende vuur op de »Roddam." De agent had
slechts even tijd om aan boord te klimmenzijn sloep
zonk als een steen. Verscheidenen van de bemanning
waren dood neergevallen, levend verbrand. Met boven-
menschelijke inspanning werden de kabels gekapt en daar
't schip nog onder stoom lag, kon de .Roddam" zee
kiezen, om negen uur later Castries te bereiken.
In de zes duim dikke laag zwartige asch op het dek
lagen tien groote vormelooze voorwerpen lijken. Sedert
zijn nog twee man aan brandwonden bezweken. Zes mylen
ver werd de »Roddam" in hare vlucht door den regen
van gloeiende slakken vervolgd. De overige schepen, die
op de reede van St. Pieire lagen, zijn vernietigd.
De »Grappler" zonk het eerst, daarop de »Roraïma.'
Op 't oogenblik, dat deze laatste onder een geweldige
uitbarsting in de diepte verdweeD, zond de kapitein aan
dien der >Roddam'' met een gebaar een laatst vaarwel.
De bemanning der .Roddam'' is niet uitgesproken over
den heldenmoed van hnn gezagvoerder, die met gebrande
handen in 't uiterste gevaar zelf het roer bestuurde.
De ramp op Martinique wekt natuurlijk algameene
deelneming.
1 resident Loubet heeft 20.000 frs. ter beschikking ge
steld van 't Parijsch comité tot onderstand aan de nood
lijdenden van St. Pierre en het Fransche ministerie 5500 fr.
Te Parijs bracht de inschrijving reeds 100,000 fr op
De Koning van Italië gaf 25,000 francs.
Het stoomschip »Solent" is te St. Pierre aangekomen
met 13 doctoren en ziekenverplegers aan boord, medica-
inenten en 700 ton levensmiddelen.
Koning Edward zond 25000 francs, de koning van
Zweden 5000. Keizer Wilhelm 10.000 mark.
De volgende »Algemeene Kennisgeving" der Boe-
ren-Regeering, hier te lande nog niet bekend, wordt door
mr. H. ver-Loren van Themaat, die onlangs hier in het
land is teruggekeerd, nadat hij een groot deel van den
oorlog in Zuid-Afrika had medegemaakt, medegedeeld in
de »N. Rott. Cfc."
Waterval, distr. Standerton, Z. A. R.,
20 Juni 1901.
Daar zijn Hoog Ed. Staatspresident Kruger en de De
putatie in Europa niets direct van onze Regeering ver
nomen hebben sedert de Conferentie tnsschen Comdt.-
Generaal Louis Botha en Lord Kitchener te Middelburg
gehouden en de Regeering der Z. A. R. het raadzaam
achtte, dat zij in kennis gesteld en op de hoogte gebracht
werden van den toestand van zaken alhier, zoo werd op
verzoek van den Comdt.-Generaal en met de welwillende
toestemming van Lord Kitchener een geheim telegram
naar hen verzonden, waarin de geheele toestand onzer
zaak volledig werd uiteengezet en opzettelijk in het don
kerste licht gesteld ten einde het advies van Zijn Hoog
Ed. en de Deputatie van des te meer gewicht te doen zijn.
Hierop deelde Zijn Hoog Ed. ons mede, dat hij en de
Deputatie nog volle hoop op een goedgonstigen uitslag
van onzen strijd koesterden, dat na de gedane stoffelijke
en persoonlijke opofferingen wij den strijd moesten blijven
voortzetten en dat van hun kant alle maatregelen reeds
genomen waren en nog zouden genomen worden voor de
goede verzorging der gevangen vrouwen en kinderen en
de krijgsgevangenen in den vreemde.
Ter bespreking en overweging van dit antwoord van
Zijn iloog Ed. werd een Conferentie van de Regeeringen
der beide Republieken bepaald, waarbij ook aauwezig
waren HoofdOomdt. C. H. de Wet, Comdt.-Generaal Louis
Botha en Adst.-Comdt.-Generaal J. H. de la Rey.
Na een volledige uiteenzetting van den toestand in de
krijgsafdeelingen, vertegenwoordigd dooi' de hoofdofficieren
en eene grondige bespreking onzer geheele zaak, door
beide Regoeringen, weid met advies van gemelde hoofd
officieren het volgende besluit door beide Regeeringen
genomen
De Regeeringen van de Z.-A. R. en den O.-V. S. met
advies van gemelde hoofdofficieren en in aanmerking ne
mende het gunstig rapport van Zijn Hoog Ed. Staats
president Kruger, en de Deputatie in het buitenland, en
lettende verder op den goeden vooruitgang onzer zaak
in de kolonies, alwaar onze broeders zich meer en meer
verzetten tegen het gruwelijke onrecht, dat de Republieken
wordt aangedaan en het ontnemen hunner onafhankelijk
heid, lettende verder op de onschatbare persoonlijke en
stoffelyke opofferingen, reeds gedaan voor onze zaak, welke
alle waardeloos en ijdel zonden gemaakt worden door een
vrede, waarbij de onafhankelijkheid der Republieken wordt
prijsgegeven, lettende verder op de zekerheid, dat het
verlies onzer onafhankelijkheid na de reeds verrichte
verwoestingen en geleden verliezen den Nationalen
en stoiïelijken ondergang van ons geheele volk met zich
zon slepen en lettende vooral op den geest van onwrik
bare volharding, waardoor nog de overgroote meerderheid
van ons Volk, vrouwen en kinderen zoowel als mannen
bezield is en waarin wij met dankbare erkenning de hand
van den Almaehtigen Beschermer zien besluit:
*Da,t er geen vrede zal gemaakt en dat geen Vredesvoor
waarden zullen aangenomen wordenwaarbij onze onafhan
kelijkheid en zelfstandig volksbestaanof de belangen onzer
koloniale broeders zouden worden prijsgegeven en dat de
oorlog krachtdadig zal worden voortgezet met aanwendig van
alle maatregelenwelke ter handhaving dier onafhankelijkheid
en belangen berekend zijn,''
M. T. STEYN,
Staatspresident O. V S.
S. BURGE R,
Wd. Staatspresident Z. A. R.
Toestand der Koningin.
Het ochtendbnletin van den 14 luidde:
Do toestatd van H. M. de Koningin blijft, geheel naar
wensch.
Van heden af zullen de bulletins niet meer geregeld
verschijnen.
Men schrijft van Het Loo
Dr. Roessing, die den 14 raar den Haag is terug
gekeerd, zal ook na zijn veitrek nog geregeld H. M. de
Koningin bezoeken.
Het ligt echter niet in de bedoeling bij elk bezoek
van den lijfarts een officieel bulletin uit te geven, vooral
niet wanneer de toestand van de Koningin steeds gunstig
blyft.
De verpleegsters bljjven voorloopig nog ten paleize.
Hoewel de ziekte, waaraan H. M. aanvankelijk lijdende
was, geweken is, zullen de officieele biljetten met de
aanduiding der besmettelijke ziekte eerst van de Paleis
muren verwijdei d worden nadat de ontsmetting der ver
trekken beeft plaats gehad.
Aan H.M. de Koningin zijn de eerste nienwe aard
appelen aangeboden ze waren gerooid door deu bouwer
P. G. de Jong te Eiutjebroek.
Hulp aan Martinique.
H. M. de Koningin heeft de aangevraagde mach-
LffiBg verleend tot uitzending van het pantserschip .Ko
ningin Regentes commandant de kapitein ter zee Van
Woerden, van Curayao naar Martinique. In afwachting
dat de koninklijke toestemming zon worden verleend, was
aan den commandant reeds geseind zich voor de afreis
gereed te honden. St. Pierre is van nit Curasao na een
reis van drie dagen te bereiken. Het vertrek van Curasao
hangt af van den tijd die noodig is tot het laden van
de levensmiddelen enz. die het schip tot het' verleenen
van hnlp naar het geteisterde eiland zal medenemen.
ie Amsterdam heeft zich een comité gevormd
om gelden in te zamelen voor de slachtoffers van den
ramp op Martinique.