Nederland. houdelijk zigzagden, een vettige, geelwitte, dwarrelende wolk opstijgen, die snel hooger kwam en diehter en dich ter bjj ons. Al meer en meer bedekte zij den geheelen hemel, terwijl de lncht in het noorden een steeds som berder tint aannam. Plotseling hoorden we een getikkel op de tent en merkten we dat er een dichte asch en steentjesregen viel. De meeste brokjes hadden de grootte van erwten en knikkers, maar we raapten er ook e6n paar op zoo groot als kievitseieren. Het dnnrde een half nnrtje en werd toen langzamerhand minder, hoewel er den geheelen ochtend nog een fijne aschregen bleef vallen, tot een regenbuitje er een eind aan maakte. Dinsdag gaven we onze goederen af, en waarschijnlijk zouden we verder niets van de verwoesting hebben gezien, als onze commandant niet van zijn collega van den Amerik. kruiser »Cincinnati" een uitnoodiging had gekregen om met zjjn officieren per stoomer »Potomac" (van de Amerik. marine) een tochtje naar St. Pierre te maken. Er gingen ook verscheidene Amerikaansche officieren mee, en een 30-tal reporters van Amerikaansche bladen, die den och tend meegekomon waren met den oorlogstransportkruiser »Dixie", ook geladen met levensmiddelen en andere hulp, Na een uurtje stoomen langs de Westkust van het eiland, die hier en daar wel wat onder de asch zat, maar overigens weinig geleden scheen te hebben zagen we plotseling om een hoek de stad St. Pierre liggen. Ik heb nog nooit zoo iets absoluut doodsch gezien. Alles één grijze kleur, de geheele heuvelhelling achter de stad grijs, zonder het minste teeken van leven of beweging. Het was als een luguber winterlandschap, met asch in plaats van sneeuw. Up de helling achter de stad staken nog eenige bladerlooze boomen hun kale takken hemelwaarts, maar in de stad zelf ook dat niet, de dikste boomen waren omvergerukt. Het noordelijk deel der stad was geheel verdwenen. Van het fort dat daar lag, noch van een groote kerk en van het theater was iets meer te zien, geen puntje stak er boven uit. Spoedig waren de sloepen gestreken en gingen we aan land. Dadeljjk was je te midden van de ruïnes, een chaos van steenbrokken. De straten waren geheel opgevuld en alleen aan de brokjes muur, die nog over waren kon men zien hoe de straten geloopen hadden. Soms wist je niet of je in een huis stond of op straat. En over dat alles heen had de vulkaan een laag asch en steenen ge worpen, met een gloeiend dekkleed al die ellende nivel- leerend. Blijkbaar was de geheele bovenlaag den vorigen dag gevallen, want de asch was nog warm en de groo- tere steenen nog zoo heetdat men ze niet in de hand kon houden. Een warme, benauwonde aschlueht hing er als in een ijzergieterij de atmosfeer was bezwangerd met stof. Weinig was er zichtbaar gebleven van de be woners en hun huisraad. Hier en daar zeg men een ledi kant, tafel of stoelpoot, dik en grijs uit de massa opsteken, maar het meeste lag bedolven onder eigen pnin of onder de vulkaanasch en steenen. De groote Mouillagekerk was ook één puinhoop. Een stukje toren stond nog, een groot heiligenbeeld lag met het hoofd naar beneden, half in de asch bedolven. Van de zijmuren was niets meer over, men kwam zoo van het naaste huis (of van de straat in de kerkruimte waar de groote klok te midden van een massa stangen lag tot een kluwen ineengedraaid. Het altaar was nog vrij gaaf, maar verder lag alles be dolven. En zoo was het overal, eentonig grijs, steenbrok ken naast steenbrokken, ruïne naast ruïne en daaronder de tienduizenden dooden. Het was als een nachtmerrie die doode stad, waarin geen geluid was te hooren en geen schepsel zich bewoog. Het beklemde je, ieder was onder den indruk. Maar toch was alle leven nog niet uitgeroeid, hier en daar zagen wij uit de warme asch reeds weer groene sprietjes te voorschiju komen, de natuur begon reeds de wonden te heelen. Wij stoomden nog een eind verder de kust langs en zagen toen nog beter den kolossalen modderstroom die het geheele noordelijk gedeelte van de stad had ver woest. Overal stegen er nog wolken damp uit op, vooral waar de modder in zee kwam. Het dorpje Pröcheur zat geheel onder de asch, er lag zeker wel IJ M., maar vernield scheen er niets. Wij zagen er ook nog eenige bewoners. Toen wij terugstoomende uit de aschwolk kwamen, zagen wij voor het eerst den krater van den Mont Pelée zelf. Aan de Z.W. zijde was er een geweldig brok uit, dit was dus blijkbaar de plaats vanwaar de modderuitstortingen plaats gehad hebben. Dikke rookwolken stegen uit den krater op't onge lukkige eiland nog steeds in spanning houdend. Lava- uitstorting scheen nog niet te hebben plaats gehad, waar schijnlijk is de uitbarstingsweg dus nog verstopt en mit- schien zijn nog uitbarstingen te wachten. We bleven nu terugstoomend wat verder uit de kust en zagen nu ook meer van het binnenland, dat zoover te zien was niets geleden had. Het doodsche van St. Pierre kwam nu nog meer uit tegen den groenen achtergrond. De Koningin-Regentes" vertrok nog dien zelfden avond weer naar Cura9ao. Ken geredde. Tot de enkele geredden in Saint-Pierre op Martini que behoort een neger, die zijn behoud aan zijn slecht heid te danken had. Hij zat wegens misdrijf in de ge vangenis en gedroeg zich daar zoo woest dat hij in een onderaardsche cel werd opgesloten. Daar hoorde hij met ontzetting boven zich de verwoesting der geheelo stad en van bijna al hare inwoners. Zijn cel bleef geBpaard, ofschoon de vreeselijke hitte daarin doordrong. Hij wist de traliön los te rukken en kwam toen in een andere celwaaruit echter de heete asch hem naar zijn vorig verblijf terugdreef. Eerst vier dagen later hoorde de reddingsmanschappen zjjn geroep om hulp en bevrijdden hem nog levend en niet ernstig gewond. Ken kazengevecht. In de Avenue Parmentier te Parijs had iemand vijf vrienden ten eten, te wier eere hij een kaas gekocht had. Toen deze aan het nagerecht werd aangesneden vond men er een half opgerookte sigaar in. Hoogst verbolgen begaf zich de gastheer in eigen persoon, door de genoo- digden gevolgd, naar den winkel waaruit de kaas af komstig was, eischende geld terug ot een nieuwe kaas. De winkelier echter had ooren noch naar het een, noch naar net ander. Hij begon met het classieke antwoord zijner vakge- nooten>Ik zit er niet in''. Voorts gaf hij te kennen dat een halve Bigaar beter was dan in 't geheel geen en als een extraatje behoorde te worden aangemerkt. Daarop dreigde een der gasten den man te zullen aanklagen wegens tabaksverkoop zonder patent. De twist liep steeds hooger en eindelijk greep de gastheer zijn kaas en slin gerde die welgemikt den winkelier naar het hoofd. De vrouw des laatsten schoot hem met drie bedienden te hulp en een geregeld gevecht ontstond, waarbij de opge stapelde kazen en ook boter als werptuigen dienst deden. Het rumoer deed een politieagent toeloopen, die juist aan kwam op het oogenblik dat een groote Hollandsche kaas door het splinterend spiegelglas heen hem op de borst trof. Toen hij weer op adem was, bracht hij het geheele gezelschap op. Ten slotte werden de heeren onder borg stelling ontslagen. (Haarl. Ct.) Pogingen tot uitbreiding van den Spaanschen export en de beteekenls van de Spaansche taal voor den Overzeeschen handel- De heer H. van de Ven, Export-adviseur te's-Gra- venhage, wijst er op, hoe, tegenover de uitbreidings maatregelen der Vereenigde Staten, tnsschen de Spaansch. sprekende Zuid- en Midden-Amerikaansche Republieken en Spanje zelf een zeker gemeenschapsgevoel is ontwaakt, dat van uit het Koninkrijk met zorg wordt aangekweekt, ook om daardoor den handel te bevorderen. Zoo heeft de Spasnsche »Union Ibero-Americana", welke, na het Spaansch-Amerikaansche Congres te Ma drid, aan de verwezenlijking der daar besproken denk beelden voortarbeidt, het plan, een aanzienlijk aantal harer agenten naar de bedoelde Republieken uit te zenden om er de handelstoestanden te bestudeeren en de com- mercieele betrekkingen tnsschen die landen en Spanje te verlevendigen. Deze poging vindt in Spaansche handelskringen en bij de Kamers van Koophandel krachtigen materieelen en moreelen steunEeno Spaansche Bank o. a. draagt al leen reeds 10.000 Pesetas bij. Ook vele der in de hoofdsteden van de meergenoemde Republieken gevestigde firma's hebben bare hulp bereids toegezegd. In verband met een en ander zal de kennis der Spaan sche taal voor bet handelsverkeer nog meer dan tot dus verre van beteekenis worden. Zij is beslist noodzakelijk voor handelsvertegenwoordigers, die voor het aanknoopen ot het onderhonden van betrekkingen naar Mexico gaan de kennis van eene andere Romaansche taal, zooals Fransch of Italiaanscb, kan haar niet vervangen. De Dnitsche handel dankt zijne uitbreiding in Mexico voornamelijk aan de omstandigheid dat de Dnitsche agenten en reizigers de Spaansche taal machtig zijn en hunne catalogi en prijscouranten meestal in die taal zijn gesteld. Ook de Engelsche en Fransche kooplieden in dat land hebben reeds de noodzakelijkheid ingezien Spaansch te leeren. Afgezien van Mex'co, Cuba, Puerto-Rico, Centraal- en Zuid-Amerika (uitgezonderd natuurlyk Guyana en Bra zilië). waar do kennis der Spaansche taal onontbeerlijk is om op handelsgebied met succes te arbeiden, is zij ook voor het verkeer met de Noord-Westkust van Afrika van veel nut, en zelfs tegenwoordig nog voor den handel met de Philippijnen niet van belang ontbloot. Hofberichten. De toestand der Koningin blijft gunstig. Dagelijks doet H. M. kleine wandelingen en rijtoeren. Dr. Pot is op het Loo teruggekeerd. Dankdienst te 's-Gravenhage. De groote kerk te 's-Gravenhage was Zondagavond geheel gevuld bij den dankdienst, die gehouden werd voor het herstel van H. M. de Koningin. De plechtige dienst, die eindigde met het spelen door den organist van het »Wilhelmus" en het »Wien Neerlandsch bloed", werd o. a. door den minister van Waterstaat, De Marez Oijens, bijgewoond. Krijgsgevangen doktoren. Naar wij vernemen worden door het hoofdcomité van het Nederlandsche Roode Kruis krachtige pogingen aangewend om de spoedige invrijheidstelling te bevorde ren van de krijgsgevangen doktoren van het Roode Kruis op Ceylon. Het hoofdcomité heeft de Britsche regeering doen weten dat het wanneer de invrijheidstelling daarvan afhankelijk mocht worden gesteld, gaarne bereid is alle kosten van het transport van Ceylon naar Nederland te dragen. Eenige dagen geleden werd gemeld dat de heer Lingbeek, geneesheer te Pretoria en voorzitter van het Roode Kruis aldaar (hij is de broeder van dr. Lingbeek die leider was der eersie Ned. Ambulance), met nog eenige andere personen was gevangen genomen. Den 14 heeft de minister van buitenlandsche zaken telegraphisch belicht ontvangen van den waarnemend consul generaal van Nederland te Pretoria, dat de heer Lingebeok in vrjjbeid is gesteld. (Handelsblad.) Provinciale Staten van Noordholland. Onder de stukken ter behandeling in de a.s. zomer- zitting der Prov. Staten, thans verschenen is allereerst een schrijven van den heer J. Th. Westerwoudt, waarbij hij ontslag neemt als lid van Ged. Staten van Noord- holland, in welke betrekking hij gedurende meer dan 40 jaren is werkzaam geweest. Voor Noordholland's bloei nit de heer Westerwoudt zijne beste wenschen. Het belangrijkste der thans verschenen voorstellen is, dat tot het aangaan eener provinciale geldleening groot f 346,000. f 60,000 wordt vereischt voor den stoomtram weg Bergen-Alkmaar-Kgmond aan Keef200,000 als bijdrage in de kosten van verdediging der kust tegen de Noordzee en f 151,000 als bijdrage in de kosten van den bouw eener nieuwe schutsluis te Zaandam, waarvan op het oogenblik f 86,000 noodig zijn. De leening wordt aangegaan tegen ten hoogste 4 pCt. 's jaars tijd van aflossing 20 jaar. Aan het verslag der afd. Noordholland van »het Ned. Paarden-stamboek" uitgebracht aan de Staten, blijkt dat het bestuur op bemoedigende resultaten ban wijzen, hoe wel op de paardenfokkerij als meerdere takken van den landbouw geen bedrijf is, dat zichbaar van jaar tot jaar vooruitgaat. Toch is de mate van vooruitgang, bij vroeger vergeleken, niet gering. De buitenlandsche handel ken merkte zich den laatsten tijd niet door groote opge wektheid. De volgende subsidiën worden voorgesteld Aan de vakteekenschool van Patrimonium, te Amster- dam, f 300, met afwijzing van het verzoek om een extra- subsidie van f 200aan de industrieschool voor de vrou welijke jeugd, te Amsterdam f 2500aan de zeevaart school in het Zeemanshuis te Amsterdam, voor 1903, 1904, en 1905, f 800 per jaaraan het conservatorium van Toonkunst te Amsterdam, voor drie jaar, f 1000 per jaaraan de vormschool voor onderwijzeressen aan bewaarscholen, te Amsterdam, voor drie jaar, f 500 per jaaraan de ambachtsschool te Haarlem, verhooging van het jaar], subsidie van f 2000 op f 3000, voor vol gende jaren en extra-subsidie van f 1000 als bijdrage tot het derde gedeelte der kosten van nieuw te bouwen lobalenaan de kweekschool voor machinisten te Amster dam f 2000 per jaaraan de Haarlemsche Huishoud en Industrieschool, voor 3 jaar, f 1100; aan de zeevaart school te Terschelling, verhooging van het subsidie van f 2150 op 2250aan de gemeente Urk, ter bevordering der volksgezondheid op Urk f 1700 (voor de verplaatsing eener mestfaalt, waarvoor het Rjjk een gelijk bedrag zal geven.) Aan het Museum van Kunstnijverheid te Haar lem voor het aankoopen van kunstvoorwerpen f 500 aan dan proeftuin te Aalsmeer f 2000voor de stichting van een bloemenkasvoor den aanleg van proefvelden in Noord-Hollandvoor drie jaar, f 250 per jaarvoor de oprichting van een proeftuin te Kwadijk f 300; aan de afd. Helder van de Holl. Maatschappij van Landbouw f 200 in de kosten van aanschaffing en exploitatie van een dekhengst. Voorgesteld wordt afwijzend te beschikken opeen aan gevraagd subsidie door ondernemers en ingezetenen van den polder Oud-Karspel, voor een motor-bootje, bestemd om kinderen naar en van de openbare school te brengen, f 300 was aangevraagd. Vee-uitvoer naar België. Men schrijft aan het N. v. d. D. »Voor eenige dagen werd in enkele bladen vermeld, dat de Belgische minister van landbouw voornemens was binnenkort de grenzen te openen voor den invoer van Nederlandsch en Franscb jong fokvee. Wij hebben daaromtrent te Brussel inlichtingen inge- gewonnen, do h aan het ministerie was van dit voornemen niets bekend." Ned. Gymnastiek Verbond. De eerstvolgende voorturnersles in het gewest Noordbolfand zal op Zondag 22 Juni a.s. gehouden wor den te Wieringerwaard. Vereenigingen, die aan die les in genoemde aangenaam gelegen plaats willen deelnemen worden uitgenoodigd voor 20 Juni a.s. aan den secretaris van »01ympia", J. E. Vos te Wieringerwaard, op te geven met hoeveel turners zij denken op te komen. Goed afgeloopen. Door het niet afsluiten van den overweg te Sebar- woude, tnsschen Hoorn en Avenhorn, is een ongeluk ge beurd, hetgeen betrekkelijk nog goed is afgeloopen. De heer Bierman van Oudendijk met echtgenoote en dochter, van Hoorn naar huis terugkeerende, passeerde met zijn rijtuig juist de spoorlijn, toen een sneltrein uit Hoorn aankwam. Het paard werd door de locomotief gegrepen, ongeveer 40 meter meegesleurd en in stukken gereden. Het rijtuig werd verbrijzeld en het mag een wonder heeten, dat de 3 personen er met een paar kwetsuren en den hevigen schrik zijn afgekomon. Oterleek. De heer K. Sandershoofd der school te Stompetoren, komt voor op de voordracht ter benoeming van een Hoofd aan de school voor M. U. L. O. te Lekkerkerk. Be Dordtsche straatjeugd en de Boeren. Het aanstaand Zuid-Afrikaansch-Musenm, te Dord recht» stond sedert zijn vorige roeping een poosje leeg en, trots de bewoning door een concierge, werd menige ruit het doelwit üer jongens in deze buurt, zoodat, toen den heer Hidde Nijland dit als museum werd afgestaan, al menig ruitje was vernietigd en het einde niet te voor zien. Bij de ingebruikneming ging hij naar een troepje spelende straatjeugd voor het gebouw, en vroeg, of zij voor de Boeren of voor de Engelschen waren. Verbluft door deze vraag, te midden van hun gezellig spel, kwam er stotterend uit voor de Boeren, mijnheer. Welnu, zei hij, ziet ge dat gebouw daar. Ja? Nu dat wordt een mnseom voor de Boeren zijt ge nu voor de Engelschen, smijt dan zooveel ruiten in als ge wiltmaar zijt ge voor de Boeren, zooals go zegt, zorgt dan dat geen ruitje meer ingeworpen wordt, want dat is tegen de Boeren, en zegt dit aan je vriendjes. Dit werd beloofd, en tot eer van onze straathelden moet worden getuigd, dat geen ruit meer als doelwit van haar oefening is gebroken, trots dit nutsgebouw eenige weken 's nachts onbeheerd stond. (Dordr. Ct.) Gedurende het jaar 1901 zijn aan 's Bijks Bunt vervaardigd en afgeleverd A. Voor rekeniDg van den Staat; 1°. Nederland 2,000,000 guldens; 1,250,000 ^-guldens1,600,000 25- centstukken 4,000,000 10-centstukken 20,000,000 1- centstnkken 6,000,000 I-centstukken; —2Oostindische bezittingen: a. Nederlandsch-Indië2,000,000 i-guldens; 5,000,000 '/ro-guldens 15,000,000 1-centstukken b. Kolonie Curasao 300,000 J/j „-guldens. B. Voor rekening van particulieren 99,239 10-gulden- stukken 29,284 dukaten, uitmakende eene nominale waarde van f 5.827,390. Gedurende het jaar 1901 zijn ingetrokken en aan 's Rijks Munt versmolten een bedrag van f 3,164,040 aan rijks daalders f 126,523,25 aan 25 centstukken f48,737,20 aan 10-centstukken. Paardcnkeurlng te Schagen op 16 Juni. Merriën, geb. in 1898 en 1899. Aangeboden 36. Vier premiën, elk van f 75. Volgorde der plaatsing »Fiora'', Jn. Blaauboer Cz., Anna Paulowna, »Anna", J. Schrieken, id., >Emma'', J. Blaauboer Cz., id., merries van A. Schenk Az., Barsingerhorn, J. Wit, Zijpe, J. Breebaart Kz., Winkel, »Nora", D. C. Rezelman, Anna Paulowna »Agnes", J. Breebaart Kz., Winkel, »Marie",

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1902 | | pagina 2