De Dorpsapostel.
No. 73,
Honderd en vierde jaargang.
1902.
VRIJDAG
20 J U NI.
Buitenland.
Nederland.
FEUILLETON.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag
en Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,8Ofranco door het
geheele rijk f 1,
3 Nummers f O,©6. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prjjs der gewone advertentiën
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. OOSTER
ZOONVoordam C 9.
Telefoonnummer 3.
MNQFIiAlVD. De Koning is hersteld, den 17 maakte
Z. M. weder een rijtoer.
In het Lagerhuis deelde minister Chamberlain
mede dat het niet in zijne bedoeling lag bijdragen te
vragen in de kosten van den oorlog aan de Beers-mijnen
of andere Zuid-Afrikaansohe diamant- of goudmijnen
buiten Transvaal en den Oranje-Vrijstaat gelegen. De
aandeelhouders dier rijke mijnen, wier verdediging zoo
veel aan de Regeering gekost heeft, kunnen dus ge
rust zijn.
De opgaven van lord Kitchener over de zich over
gevende Boeren geven een vreemden indruk der bereke
ningen van het War-Office en toonen duidelijk hoe de
Engelsche regeering ook de getalsterkte van zijne
vijanden onderschat heeft.
In November verklaarde minister Brodrick in het
Lagerhuis dat er nog slechts 10,000 Boeren in het veld
waren. Hiervan werden gevangen genomen tot eind Mei
8000, terwijl na den vrede zich nu reeds meer dan 16,000
Boeren overgaven, 16000 -f- 8000 is iets meer dan 10,000.
FRANKRIJK. De afschaffing van de dictatuur-
paragraaf door Duitschland voor de Rjjkslanden, heeft
in de Pransche Kamer de quaestie Elzas-Lotharingen
opnieuw ter sprake gebracht. De sociaal-democratische
afgevaardigde Jaures meende met kracht te moeten waar
schuwen tegen het revanche denkbeeld dat door velen nog
gekoesterd wordt.
Volgens een bericht uit Roseau (Martinique) heeft
het Fransche kustschip vl'Aigle" Zaterdag 1.1. bij het
varen langs Martinique den Montagne Pelée weer in
uitbarsting gezien.
Er vielen vulkanische steenen aan boord van het schip,
dat toch 10 mijlen ver in zee was.
Men vertrouwt te Port de Prance steeds meer, dat het
eiland niet ontruimd behoeft te worden en dat de kolonie,
door economische verbeteringen, weldra tot nieuwen bloei
zal komen.
Volgens een briefje uit Fort de Prance is de naar
Martinique gezonden Amerikaansche wetenschappelijke
commissie van oordeel, dat er nog een uitbarsting van
den Montagne Pelée zal komen, welke, als er geen waar
schuwende teekenen voorafgegaan, nóg ernstiger zal
zijn dan de vorige.
De vulkaan is aan alle kanten doorboord. Hij zal, naar
het oordeel der commissie, binnen een betrekkelijk korten
tijd instorten en dan zullen de meeste plaatsen op het
Noordelijk deel van het eiland te niet gaan.
ZIJID-AFRIKA. Een telegram van Kitchener van
den 17 uit Pretoria meldt, dat thans alle commando's
in Transvaal en de Oranje-Kolonie en wapens hebben
neergelegd. In Transvaal gaven zich over 11225 man
met 10848 gewerenin de Oranje-Kolonie 5395 man
met 5280 geweren. De opgave van degenen die zich in
de Kaapkolonie overgaven is nog niet compleet.
In een schrijven aan de Boerenaanvoerders heeft Kit
chener zijne hooge waardeering te kennen gegeven over
de geestkracht en het beleid waarmede door hen het
werk der overgave is geleid. De wijze waarop de bur
gers zich zijn komen aanmelden zegt Kitchenerheeft
den Koning zeer verblijd en grooten indruk gemaakt op
het Britsche volk dat niets liever wenscht dan hen als
medeburgers te verwelkomen. Een en ander doet Kit
chener vertrouwen dat een tijdperk van volledige ver
zoening voor Zuid-Afrika aan het dagen is.
Zoodra de overgave-formaliteit is geschied is de
eerste rit der Boeren naar de concentratiekampen. En
waarlijk geen wonder; want in die ruim twee en een half
jaar hebben de meesten hunner geen lid van hun gezin
kunnen zien. Generaal de Wet zelf heeft te Bloemfon
tein aan een dagblad berichtgever verhaald, dathij sedert
twee jaren zijn vrouw niet had gezien en dat hij al dien
tijd niet op een hoeve had geslapen, om niet gevangen
te worden genomen. Hij en zijn krijgsmakkers hebben
nooit twee dagen op dezelfde plaat3 gekampeerd.
Aan den anderen kant heeft de bevolking der kampen
in al dien tijd niets van hare betrekkingen gezien of
zelfs gehoord en nu de mannen terugkeeren, is daarvoor
eerst gelegenheid. Hartbrekend aandoenlijke tooneelen
hebben daarbij plaats.
In het concentratiekamp te Winburg sprak generaal
de Wet de vrouwen toe.
Hij dankte haar voor de kloekheid, waarmede zij de
goede zaak hebben gesteund, den geheelen oorlog door.
Als de vrouwen niet zooveel vaderlandsliefde hadden
betoond, zeide hij, dan had de strijd niet zoo lang vol
gehouden kunnen worden.
»Wij hebben gestreden" ging hij voort tot alle
hoop was verdwenen. Het was tijd de wapenen neder te
leggen. Dat was volstrekt noodzakelijk.
Ik spoor u aan, getrouw te zijn aan onze nieuwe Re-
geeriug. 't Is ongetwijfeld hard voor u, uit mijn mond
te vernemen, dat wij een nieuwe Regeering hebben. Maar
wij zijn genoodzaakt geweest da nationalezaak op te geven,
waarvoor wij nu 2 jaar en 8 maanden hebben gestreden
Uit Pretoria wordt geseind aan de Daily Mail",
dat er een vereeniging opgericht is, die zich ten doel
stelt de Boeren behulpzaam te zijn bij hun nieuwe in
stallatie. Zij zal den Boeren helpen bij het wederopbou-
wen der afgebrande hoeven. Veel materiaal is reeds
beschikbaar.
De Paus sprak geruimen tijd met haar, over oude her
inneringen uit Crrpineto eu Oiri. Diar het oudje wat
doof is en de Paus wat zacht spreekt, dsod Dr. Lapponi
dienst als leider van het gesprek.
Tot de Indische potentaten, die naar Konden ge
komen zijn om tegenwoordig te zijn bij de kroning van
den Koning, behoort de maharalja van Jaipoort, die
zoo'n schat van edelgesteenten en kleinodiën meegebracht
heeft, hoofdzakelijk bestemd als geschenken voor Koning
Edward VII, dat er dag en nacht by gewaakt wordt.
In een fabriek van lederwerk te Philadelphia
waar tweehonderd meisjes arbeidden, is brand uitgebroken.
Er ontstond zulk een ontsteltenis en gedrang dat velen
van haar onder den voet raakten, anderen uit de vensters
sprongen. Acht, volgens sommige berichten twaalf der
meisjes kwamen in de vlammen om en twintig die uit
de vensters sprongen, werden ernstig gekwetst.
De Paus heeft onlangs, naar de Voce della Verita'
verhaalt, een bezoek gehad van zijn gewezen kinder -
meisje.
Het is een boerin Anna Moroni, uit Cori, een vrouw
van over de honderd jaren, die indertijd Paus
Leo als kleine jongen op den arm heeft gedragen.
Roman naar het Duitsch van LUDWIOH GANGHOFER
DOOR
W. ZAALBERG.
Uitgave van H. J. W. BEOHT te Amsterdam,
verkrijgbaar A f 4,50 bij de Uitgevers dezer Courant.
1)
I.
Stralend schitterde de middagzon over de besneeuwde
bergen en het witte dal. Ter nanwernood een schaduw in
het landschap; alles gedompeld in stille, blinkende zon. En
alles wit. Men zag van de daken niets; zij onderscheidden
zich in de sneeuw niet meer van de gewitte muren der
huizen en van den witten bodem. Men zag den kerktoren
nietin 't wit was hij verdwenen enkel de ronde gaten
van zjjn klokkenhuis hingen als groote donkere oogen in
de lucht, en zijn groen, spits uitloopend dakje, op welks
steile koperplaten de sneeuw niet kon blijven liggen, scheen
onder den hemel te zweven, alsof het de zichtbare hand
was van een reus, die zelf onzichtbaar midden in het witte
dal stond.
Hoe koud de nachten nog altoos waren, zag men aan de
groote kristalbladeren, die door den nachtvorst overal uit
het sneeuwdek waren opgebloeid, alsof de ijzige winter ook
zijne bloemen had. Zij glinsterden met kouden schemerglans
over den ganschen bodemmaar in de zuivere, stille
lucht, blauwe wonderklok zich wolkenloos over de
witte bergen uitspannend, en in de milde zon der mid
daguren speurde men een lichte aandoening van de lente
die komen zou.
Herhaaldelijk vielen kleine sneeuwklompen neer van de
boomen, telkens weer klonk en zuchtte het ijs, dat de
beek bedekte, en de kleine kuifmeesjes vlogen de dicht
besneeuwde heggen, die den straatweg van de blinkende
weiden scheidden, met piepflaitend gespeel in en uit.
»Die merken ook al, dat de goeje tijd niet ver
meer is 1"
Zoo scheen Roman van de Wondhoeve te denken, waar
hij op den straatweg bleef staan, om lachend een poosje
het spel aan te zien der kleine vogels, die zich verheugden
in den zonneschijn ea daarbij in de sneeuw van den weg
hunne vleugels baadden.
Een jonge knaap, krachtig en slank opgegroeid. En met
heet bloed in de aderen. Want trots den winter droeg hij
half zomerkleeding, het buis op de borst wijd open, alsof
er voor hem geen vorst bestond. Een mannelijk hubsch
gelaat, nog zomersch verbrand, kin en wangen zorgvuldig
geschoren, een bruin baardje over den bovenlip opgekruld
en rustige, donkere glansoogen. Een beetje uit het voor'
hoofd gesehoven zat een licht hoedje met witte adelaar
pluimen over het kort geknipte bruine haar. Er lag iets
steedsch in geheel zjjn voorkomen. Hjj had dat mee thuis
gebracht uit zijn soldatentijd, en al had hij ook graag
de dubbelkleur van de »zware ruiterij" weer verwisseld
tegen het eenkleurige buis, hij had toch de militaire
houding bewaard en de zorg voor den uitwendigen mensch
waarbij men er van houdt zich goed voor te doen, zonder
ijdel te wezen.
Toen hij zoo midden op den straatweg stond, ge
lound op zijn bijl, dien hij als een andelstok gebruikte
leek bij het type van een goed geslaagd volkskind, een
beeld van gezonde jeugd en zorgelooze levensvreugde. En
wat stond op dat gezicht goed dat kalme, beteekenis
volle lachen, waarméé hjj het meezenspel gadesloeg.
Plotseling fladderden de vogels op en slopen weg in de
besneeuwde heg.
Een kleio, welgedaan mannetje met rond rimpelgezicht
kwam den straatweg langs, het hoofd tot de oogen bedekt
met een zwarte bontmuts, waaronder-uit slechts eventjes de
grjjze haren te voorschjjn kwamen. Om den hals was drie'
of viermaal een zwarte bouffante gewonden, en van onder
de lange zwarte winterjas, die over het zwellend buikj
reeds zoo nauw was geworden, dat de plooien van af de
Dit jaar treden in Noordholland drie leden af voor
de Ferste Kamer der Staten-Generaal, de heeren
J. Breebaart Kz., M, de Jong en jhr. mr. J. Rutgers van
Rozenburg.
De verkiezing door de Prov. Staten heeft plaats op
8 Juli a.s.; dienzelfden dag wordt een opvolger van mr.
Westerwoudt gekozen voor het College van Gedeputeerde
Staten.
Oproerige gevangenen.
Den 18 toen een negental gedetineerden in het huis
van bewaring te 's Gravenhage op do binnenplaats lucht
scheptewierpen zij zich, blijkbaar volgens gemaakte
afspraak, op de twee bewaardersbeletten dezen alarm
te maken ontnamen hun den sleutel van do poortdie
zjj openden en waardoor zes hunner ontvluchtten. Toen
had een der bewakers zich weten los te rukken en ge
legenheid de poortdeur dicht te werpen, zoodat 3 niet
konden ontvluchten. Van de 6 ontvluchten zjjn er twee
reeds weder gevat. Te Schiedam werden denzelfden dag
nog twee der vluchtelingen aangehouden.
Te Alfen is een 65jarige man door een automo
biel zoodanig aangereden dat hjj twee uur later is
overleden. De berjjder der automobiel bekommerde zich
om niets en reed door, zoodat hjj onbekend is gebleven.
De kroning van Fngelands Koning.
Aanstaande Zondag vertrekt van Den Haag naar Lon
den ten einde den volgenden dag aldaar tegenwoordig
te zjjn, de buitengewone ambassade van H. M. bjj de
kroningsfeesten in Engeland, bestaande uit
Baron Sirtema van Grovestins, grootmeester, als hoofd
der ambassade jhr. Van der Staal, kapit.-luit. ter zee,
adjudant van H. M.baron De Smeth van Alphen, kamer
heer in buitengew. dienst; en le luit. jhr. Sickinghe,
ordonuance- officier.
De Nederlandsche marine zal bjj de vlootrevue te
Spithead, ter eere der kroning van den Koning van Enge
land, vertegenwoordigd worden door Hr. Ms. pantserschip
«Holland", met den schout-bjj-nacht Ellis, commandant
der marino te Helder aan boord en onder bevel van den
kapit. ter zee Wentholt. Het schip, dat derhalve voor
deze gelegenheid de schout-bjj-nacht-vlag zal voeren, ver
trekt Zaterdag a. s. naar zjjne bestemming.
Dankdienst.
In alle ond-Katholieke kerken is den 15 een dank
dienst gehouden voor het gelukkig herstel van H. M. de
Koningin. De dienst werd besloten met den lofzang»Te
knoopen strak naar weerskanten gingenkeken twee
zaehtloopende laarzen uitgroot en zwaar als leeren
blokken. Met neergeslagen oogen, met murmelende lippen,
met een open boekje in de handen en die handen verbor
gen in wollen wanten, die aan een koord om zjjn schou
ders hingen, kwam de hoogeerwaarde heer Pelicianns
Horadam, de oude biechtvader van het dorp, naar den
jongen boer der Woudhoeve toe.
»Goeden dag, mjjnheer de pastoor 1"
De oude heer sloot zjjn brevier, mompelde nog een
latjjnsche zin ten einde en deed nog een paar schreden,
alsof het geen lichte taak was om die zwaarwichtige
laarzen waren zjj eenmaal op gang, tot ophouden te
bewegen. Thans stond hjj stevig en onderwjjl hjj de
handen met het brevier op zjjn rug lei, knikte hjj vrion-
deljjk. »Goeien dag, lieve Roman! Wat doe je hier zoo
»Zoo'n beetje toegekeken heb ik, hoe de vogels 't aan
leggen. Ik zeg umjjnheer de pastoor, daar kan een
mensch wat van leeren."
»Zeker, ja, een mensch kan altoos wat leeren As ie
maar wouGoedig lachte de oude beer. »Maar zeg,
nou ben ik nieuwsgierig geworden wat wil je dan
leeren van de vogeltjes
»Ik heb zoo eens opgelet, hoe ze vol pret in de sneeuw
rond rollen en de veeren weer opbolderen in de zon. En
daarbjj heb 'k zoo in me zelf gedachtzoo mot ieder
doen weet u, ik bedoel, dat men in alles pret heeft....
zoo goed in den kouden winter als in de warme zon
'k wil zeggen, dat men precies zoo gemakkeljjk over de
moeiljjke tjjden heenkomt als over de goeie."
»Ja, Roman, leer jjj dat maar Het gelaat van den
pastoor werd ernstig en uit den blik, waarmee hjj den
jongen boer van de Woudhoeve aanzag, sprak zoo iets
van bezorgdheid. »Misschien kun je zoo'n leer in je leven
eenmaal gebruiken. Wie weet, hoe ganw
Roman scheen slechts met een half oor te luisteren.
Hjj lachte zoo stil tevreden, alsof hjj een beetje trotsch
was op de snnggere gedachte, die de pluimmeesjes hem
hadden ingegeven.
»Ja, Roman, leer dat maar