Ouderlijk gezag.
De Dorpsapostel.
No. 75.
Honderd en vierde jaargang.
1902.
WOENSDAG
25 J U NI.
Poster ij en.
naar den heer P. DE FRENNE.
FEUILLETON.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dlnsda g-, Donderdag-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f O,SO; franco door het
geheele rijk f 1,
3 Nummers f 0,06v Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentlën
Per regel f 0,16. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON Voordam C 9.
De DIRECTEUR van het POSTKANTOOR te ALK
MAAR brengt ter algemeene kennis, dat het depot
van postzegels, briefkaarten, briefomslagen
postwissel- en andere formulieren in de X<an -
gestraat, met ingang van 93 Juni j.l., is over
gebracht van den heer W. XUOKItfeODltltl
Alkmaar
24 Juni 1902.
De Directeur voornoemd
MOLL.
In een artikel *lets over leerplichtschreef »een school
opziener'' de volgende woorden»het komt voor dat
ouders, er prijs op stellend dat hun kinderen wat leeren,
ze naar school zenden, maar dat dezen er niet heengaan
omdat zij niet willen. De ouders verklaren machteloos te
genover hen te staan en de onderwijzers kunnen ook
niets doen. Men kan het betreuren, dat er ouders zijn,
die zoozeer hun invloed verloren hebben, maar daarmee
is de zaak niet verholpen. Wij zouden het wensehelijk
achten, dat zulke kinderen aan het ouderlijk gezag ont
trokken werden."
Op welke droeve toestanden wijst zulk een uitspraak
Er wordt gesproken van ouders, die wenschen hun
plicht te vervullen en verlangen dat hun kinderen leeren
zullen, al ware het alleen omdat zij begrjjpen, dat de
zulken, »die goed ontwikkeld het leven ingaan, meer
waarborgen voor toekomstig welslagen in den strijd om
het bestaan bezitten dan zij, die zouder behoorlijke
voorbereiding dien strijd aanvaarden. Waar de eersten
geleerd hebben waar te nemen, te onderscheiden en te
oordeelen, zijn de laatsten niets meer dan levende werk
tuigen, die hun spierkracht in anderer dienst kunnen
stellen, maar die ze niet zelfstandig weten aan te wenden.
Indien alle ouders hiervan beter doordrongen waren,
zouden geen strafbepalingen noodig zijn om alle kinderen
ten minste de lagere school met vrucht te doen door-
loopen." Gulden woorden Doch er wordt ook gewaagd
van ouders die machteloosstaan tegenover hun kroost,
die hun gezag verloren en geen invloed op de hunnen
meer oefenen. Kan het treuriger? Ouders spreken hun
woord, doen hooren, hun wenkend, verbieden en er
wordt niet naar geluisterd men slaat wat ze zeggen in
den wind misschien ontvangen zij ten antwoord een
hoonlach. Welk een deernis joelen we met die ouders
die het beste met hen voorhadden! Ze zyn machteloos"
Welk een zwaard gaat er dan door hun ziel
Roman naar het Duitsch van LUDWICH GANGHOFER
DOOR
W. ZAALBERG.
Uitgave van H. J. W. BEOET te Amsterdam
verkrijgbaar tl f 4,50 bij de Uitgevers dezer Courant.
3)
II.
Drie jaren! Dat is een lange tijd voormenschen, wier
lange verlangens-uren door geen blijde hoop worden ver
kort. Maar Roman gingen zij voorbij, hij wist niet hoe.
Weliswaar waren er thuis erge dingen gebeurd de neer
vallende hooistang had bij het afladen van een wagen
hooi den boer der Staudamer hoeve gedood en in de
Wondhoeve had de boerin, door een snelle en pijnlijke
ziekte aangetast, de goede oogen gesloten gedurende
den tijd, waarop de manoeuvres werden gehouden, zoodat
Roman geen verlof kon krijgen. Maar onder al die be
kommernis had toch zijn trouw geluk, het goed met hem
gemeend hy had nu ook het bittere lijden zjjner moeder
niet mee moeten doorleven, het wasbleeke vrouwtje niet
neer zien liggen op de baar, en zoo behield hij zjjne
moeder in zijne herinnering als een beeld van het vrien
delijkste leven, met het lachende gezicht, dat de boerin
der Woudhoeve tijdens haar leven steeds haar jongen had
getoond.
Op den dag van zijn thuiskomst was zijn eerste gang
naar het kerkhof. En toen beschikte zijn geluk het weer,
dat hij op dezen weg een lieflijke troost in zijn smart
ontmoette JulieWat had hij toen zalig verbaasde
oogen opgeslagen En als hij daarbij eene enkele minuut
lang zijn droefheid vergat, zoo was hem dat bij God
niet kwalijk te nemen. Achter den dood aan heeft bet
leven steeds zijn recht en daarbij kwam, dat Julie
gedurende die drie jaren was uitgegroeid, rond en kleur-
Maar desrnis gevoelen we ook zij haar grondslag
een gansch andere met die ouders, die hun gezag en
hun invloed hebben verspeeld door eigen Bchuld en die
in het gedrag van hun kind plukken de wrange vruchten
van eigen doen en laten. Om geëord te worden, zij mon
eerbied-waardig. Er wordt vermeld van kinderen, die
niet naar school gaan omdat zij niet willen. Arma kin
deren! eens zult ge vol bittei zelfverwijt en wroeging
terugzien op uw verleden. Als ge niet vooruitkomt in
de wereld en ge het slachtoffer zjjt van eigen wangedrag.,
klaagt dan niet de maatschappij aan, scheldt dan niet
op toestanden en menschen, maar klaagt uzelven aan en
zegt eerlijk »aan mij alleen de schuld." Er zijn ouders,
die zich dergelijke feiten niet hebben aan te trekken
hoe z' er ook onder lijden doch of niet in zeer vele
gevallen de ouders zeiven de oorzaak zijn, ja dat vrees 'k
wel, al klinkt het bitter hard.
In elk gevalvan droeve dingen zijn allen getuigen
als zij opmerken. Hier opvoeders, die geen eerbied ver
dienenhun voorbeeld, hun leven, hun woorden, hebben
alle gezag ondermijnd, allen invloed ten goede vernietigd.
Om der ^kinderen wille dat dezen aan hen onttrokken
worden om door anderen te worden geleid. Een ontroe
rende noodzakelijkheid
Daar ouders, die achtenswaardig zijn, doch die wie
zal zeggen waardoor het komt moeten ondervinden
dat hun kind hen niet eerbiedigt, niet erkent. Er is ver
zwakking van tucht, van ontzag, van piëteit, van eer
biedig tegen opzien, van erkenning van zedelijke meer
derheid. Er is in de verhouding van kinderen jegens
ouders en meerderen een geest van anarchie. Juichen
wij het toe, dat de tijd voorbij is, dat de kinderen hun
opvoeders vreesden, dat zij slaafs voor hen kropen, dat
zij schier niets durfden zeggen een toestand, die heel
wat karakters heelt vermoord en persoonlijkheden ver
nietigd, verblijden w' er ons over, dat kinderen, op ze
keren leeftijd gekomen, vrij uit hun meeningen en ge
voelens openbaren te betreuren, diep te betreuren is
het, dat die vrijheid, die erkenning van der kinderen
recht, een voorwaarde van ontwikkeling, van openhar
tigheid, van het beter leeren kennen van wat er in hen
omgaat, zoo vaak tot misbruik leidt. Onlangs schreel
iemand over vervreemding tusschen ouders en kinderen',
waarop te wijzen een goed werk is. 't Ouderhart hangt
aan het kind. Kan het er ooit van vervreemden En
omgekeerd., hoe kan ooit het kind van zijn ouders ver
vreemden Als het te kampen heeft met moeilijkheden,
gaat het naar hen. Als er vreugde of droef heid is in zijn
leven, vindt het zoo gaarne deelneming bij hen. Was er
rijk als een rijpgeworden appel, net precies om in te
bjjten Weliswaar kwam het bij deze ontmoeting tot geen
ander gesprek daü over den overleden vader van Staudam
en over de godzalige moeder van de Woudhoeve. Want
de boerin van de Staudamer hoeve waB er by weer
eens voor een keer! En Jnlie? Alsof ze in die drie jaar
nog belangrijk zachter en zediger geworden was, waagde
ter nauwernood de oogen op te slaan. Zij deed het enkel
eventjes voor een korten blik. En dat was een blik, zoo
zonderling vragend, zooals alleen onschuldslachen vraagt,
en zoo stilvroom als de stemming in een kerk. Desniet
tegenstaande meende Roman in dien zachten blik te lezen,
wat hij voelde in zijn eigen hart, haet en hartelijk. Liefde
overreedt licht het lichtst zich zelve.
Hij moest eerst het hek van het kerkhof knarsen hooren
om uit de vreugde over zijn geluk weer terug te vallen
in zijn treurigheid. En toen vond hij een graf, waarop
reeds gras en bloemen stonden. Hjj bad op zijn knieën,
doopte de bevende hand in de wij waterbak, om den graf
heuvel te besprenkelen maar eerst bitter wee werd
't hem om het hart, toen hjj weer thuis was en met
vochtige oogen rondkeek in de kamer, die er zoo heel
anders uitzag dan bij het leven zijner moeder.
»Ik weet niet, vader", zei hij met beklemd gemoed,
«er liggen zooveel dingen door mekaar, en overal, en
toch is de kamer zoo erg leeg ik weet niet hoe
alsol iemand den haard er uit had gedragen
Ja, jongen, men merkt 't met weerzin, dat de moeder
er niet meer is!" De boer der Woudhoeve streek met
zijn grove hand over de grijze haren. »Je mot 'r gauw
an denken, dat weer een geschikte vrouw in huis komt.
Wat mij betreft kun je na Baschen bruiloft houwen."
Hebt gij al gezien, hoe er een donkere wolkenBchaduw
over de velden glijdt en achter haar aan de lachende
zon loopt?
Een paar dagen later, op zondag na den rozekrans,
kuierden de oude en de jonge boer van de Woudhoeve
er op uit naar de hoeve Staudam, de vader in de lange
jas, de jonge in zijn buis, op zijn hoed de laatste anje
lieren die hij nog gevonden had in zijn moeders tuin.
een tijdelijk weggaan uit de onderlijke woning, o hoe
werd de dag verbeid dat men weer bij'elkaar zou wezen 1
Kan er verwijdering komen Ze bestaat. Er is scheiding
voor goed. Men ziet en spreekt en schrijft elkaar niet
meer. Een huisvriond bemerkt, dat er iets hapert aan
de verhouding tusschen de twee partijen of wel de be
trekking onderling is «hoffelijk maar niet hartelijk." Ze
zien over en langs elkaar heen. Beiden leven bun eigen
leven. Van elkaar vervreemd en die vervreemding neemt
toe, naarmate zij langer duurt. Van waar die treurige
toestand Bij beiden worde schuld gezocht.
Geven ouders er zich genoeg rekenschap van, dat hun
kinderen opgroeien tot. menschen met eigen karakter,
eigen inzichten, eigen levensplannen Zekerfouten
moeten bestreden worden, doch vele ouders kunnen niet
dulden, dat zelfstandige in hun kroost en zouden willen
handhaven een vroeger standpunt, waarop gold onvoor
waardelijke onderwerping, kruipende gehoorzaamheid. Zij
vergeten, dat het zelfstandig worden een zegen is. Wij
moeten onze overtuigingen en inzichten niet opdringen.
Integendeel »waar wij vroeger eerbiediging van de onze von
den, daar moeten wij ook leeren de hunne te waardeeren. En
tevens moeten wij bezitten een open oog voor hun le
vensplannen, al zijn zij in strijd met de onze. »'t Gaat
om hun loven, niet om 't onze. Voor een deel ligt het
aan de ouders als van hen de kinderen zich vervreemden.
Doch ook bij de laatsten ligt de oorzaak. Wjj denken
aan waanwijsheid en betweterij, aan gemis van een fijn
en diep gevoel, aan de zucht om te doen alsof de kin
derjaren voorbij zijn, terwijl men er nog midden in is.
Zoo hebben beiden wat af en aan te leeren, zal er geen
verwijdering komen, 't Gezag en de tucht der ouders
mogen niet ontaarden in laakbare heerschzucht, in mis
kenning van der kindeken drang naar een steeds meer
zich zeiven willen zijn, maar moeten dragen het karakter
van een toeziend oog, een leidende hand, een tot ont
wikkeling brengen van sluimerende edele kiemen, een
liefdevol bestrijden van wat in voortgaanden groei hen
tot onheil zou worden. Wie door liefde harten aan zich
bond, dien zal het niet moeilijk vallen zegenrijken in
vloed te oefenen
En in der kinderhart sta gegrift het »eert uw vader
en uw moederVan dien eerbied moeten getuigen
woord, houding, gebaar, gedragingen. Beruste hij bovenal
hierop, dat ouders en ouderen reeds een stuk levenser
varing achter den rug hebben, terwjjl de jeugd het leven
nog niet kent. J. F. T. A.
Roman was zijn vader steeds een paar schreden vooruit
en het geluk lachte hem in de oogen, hoeveel moeite hij
zich ook gaf om dat verstandige gezicht te zetten, dat
een jongman goed staat, die »na PascheD" reeds boer
worden wil. En boer op de Wondhoeve Zoo iets legt
verplichting op. Met zoo'n ernst als de boer der Woud
hoeve en zijn zoon, vrijen ter nauwernood de koningen.
Toen de Staudamer boerin die twee zoo plechtig zag
aankomen, glimlachte haar geheele bruinrimpelige gezicht.
Julie wou zich verstoppen, maar Roman pakte ze met
flinke greep. In de kamer babbelde meu eerst over het
weer, over het vee en de luie dienstboden, vervolgens
werd er koffie gedronken, en toen na het laatste dropje
het «aanzoek" in gepaste woorden was gedaan, volgde
tusschen den boer der Woudhoeve en de Staudamer boerin
e8n taaie handel over het uitzet. Terwijl de ouden scha-
cherden, zaten de jongen stil er bij, door de tafel van
elkander gescheiden. Julie met neergeslagen oogen en met
de handen in den schoot. Roman met ernstig gezicht
telkens een stille glimlach om den mond, een ongeduldig
gebeef om zijn oogen.
Hoe lang de dag in den herfst ook nog altoos wezen
mag het werd toch avond, eer de ouden met hun
handel gedaan kregen. Mocht ook de bezitting Staudam
ten deel vallen aan den broeder van Julie, die sinds een
jaar bij het koninklijk lijfregiment in Mtiuchen diende,
er was toch aan secure staatseffecten een aardig uitzet,
dat men aan Julie «uitbetaalde". De boer der Woudhoeve
was met den handel tevreden. En de Staudamer boerin
werd, toen het geschacher ten einde was, plotseling heel
ontroerd. Dikke tranen kogelden over haar rimpelige
wangen, terwijl zij de handen van het jonge paar in el
kander lei. «Nou alzoo, in Godsnaam dan."
Roman beteugelde ter wille van den heiligen ernst van
het oogenblik de in zijn hart opwellende vreugde en zei
plechtig: «Wij moeten het met elkander houden als chris
telijke verloofden, vast en trouw
«Vast en trouw deel zacht droppelden die
woorden van Julie's lippen. Daarbij werd zij tot onder
het blonde haar zoo donkerrood, als Roman haar nog