De Ambachten. No. 83. Eerste blad. Honderd en vierde jaargang. 1902. ZONDAG 13 JULI. Buitenland. ALKMAARSCHE COURANT Deze Courant wordt Blnsdag-, Donderdag en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door het geheele rijk f 1» 3 Nummers f 0,0«. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prys der gewone advertentlën Per regel t' 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. JCOSTER ZOONVoordam C 9. Telefoonnummer 3. Onder dezen titel zijn m De Nieuwe Dotterdamsche Courant een paar vervolg-artikelen verschenen van den heer A. W. Weissman, waarin opnieuw wordt gewezen op de onvol doende opleiding van den ambachtsman in den tegen - woordigen tijd. Wij gelooven wel, dat de schrijver een te schoon beeld heeft gegeven van de vroegere gilden in elk geval is aan een herstel van die instellingen nau - welijks te denken; maar erkend mag worden, dat de opleiding tot het ambacht door de afschaffing der gilden, zonder gelijktijdige zorg voor de bekwaming van den aanstaanden ambachtsman, aanmerkelijke schade heeft geleden. Ook het aanzien van het ambacht en van den ambachtsman is er door gedaald. Men scheen geen oog te hebben voor de eischen waaraan in vele vakken een goed ambachtsman moet beantwoorden. Ook hij, die met de eischen der verschillende ambachten niet bekend is, zal begrijpen, dat het b.v. geen kleinigheid is, een goed timmerman, kastenmaker of smid te wezen. Die daar over een poos wil nadenken, zal inzien, dat de be kwaamheid in zulke vakken iemand niet aanwaait, maar dat er een geregelde leertijd van eenige jaren noodig is om haar te verkrijgen. Als men in aanmerking neemt, hoe weinig gelegenheid voor stelselmatige opleiding de werkplaats gewoonlijk aanbiedt, en hoe de leerling dik wijls nagenoeg alles zich eigen moet maken door eigen opmerkzaamheid, door afzien van anderen in eigen vlijtige oefening, dan is er waarlijk reden om zich te verbazen, dat er in den regel nog zooveel van terecht komt. Evenmin als een herstel der gilden kan een wettelijke beteugeling van het aannemen van werk en van den zoo- genaamden speculatiebouw in aanmerking komen. Wat de bouwvakken betreft, moge streng toezicht van overheids wege op de hechtheid van het bouwwerk en op de eischen der volksgezondheid in staat zijn het ergste kwaad te voorkomen doch zoover te gaan, dat daarvan een op heffing, een veredeling van het ambacht te wachten is, ligt bniten de grenzen, die de overheid op dit terrein zich stellen moet. Ontwikkeling van den smaak en den schoonheidszin van het publiek zal ontegenzeggelijk van gunstigen invloed zjjn en zelfs waar zoo goedkoop moge lijk gebouwd moet worden, om voor de onbemiddelden geschikte woningen beschikbaar te stellen, ook daar zullen onbeholpenheid en knoeierij voorkomen kunnen worden, wanneer vereenigingen die dit goede werk ter hand nemen, bij de bouwplannen en bestekken van deskundige voorlichting gebruik maken. Maar in de opleiding van den ambachtsman zeiven zal het afdoende middel tot verbetering gezocht moeten worden en hier zijn het voor al de ambachtsscholen, die geacht worden tot dat doel krachtig te kunnen medewerken. Ontmoedigend moest daarom het ongunstig oordeel werken dat in het verslag over de tentoonstelling van het ambachts- en teekenonderwijs, die in het vorige jaar in den Haag werd gehouden, werd uitgebracht door oen afzonderlijke daartoe aangewezen commissie door verschil lende sub-commissies bijgestaan. Ofschoon den arbeid van enkele ambachtscholen met lof vermeldende en helde brengende aan den ijver en de bekwaamheid harer direc teuren en leeraars, wordt in dat verslag een ontken nend antwoord gegeven op de vraag, of het ambachts- en teekenonderwijs zoodanig is, dat indien op den inge slagen weg wordt voortgegaan, over eenige jaren voor alle toekomstige werklieden de gelegenheid zal bestaan zich de kennis te verwerven, welke zij in hun beroep noodig hebben. De eommissie meent, dat van de tegen woordige scholen dit niet te wachten is, omdat bij haar inrichting niet voldoende rekening is gehouden met de sociale toestanden, noch met de eischen van het onder wijs, noch met de praktijk van het vak en omdat dit onder wijs te kostbaar is om ooit algemeen te kunnen worden. Het zal natuurlijk niet ontkend kunnen worden, dat door de ambachtscholen en teekenschoien niet voor alle toekomstige werklieden de gelegenheid zal geopend wor den om de voor hun vak noodige kennis te verkrijgen. Al wordt het getal dezer scholen nog zoo uitgebreid, er zullen er altijd zeer velen overblijven voor wie of de groote afstand of het gemis van eenige verdiensten ge durende b. v. een drietal jaren een onoverkomelijke hin derpaal zal zjjn om van het daar gegeven onderwijs gebruik te maken. Herhalingsonderwijs, zooveel mogelijk ingericht voor hun later bedrijf, en de opleiding in de werkplaats, na een regeling van het leerlingstelsel, zal voor de meesten wellicht de weg moeten zijnmaar moet daarom over de bestaande inrichtingen de staf wor den gebroken Van verschillende zjjden is dit verslag dan ook reeds bestreden, als niet steunende op voldoende bekendheid met de wijze waarop het onderwijs :n den regel aan de ambachtscholen gegeven wordt. Waar dit te wenschen overlaatleveren de beste scholen het voor beeld, dat gevolgd kan worden. Daar immers kan op zeer voldoende uitkomsten worden gewezen. De uitvoerende commissie der tentoonstelling die zich van een beoordeeling van het verslag onthoudt, meent althans één punt zonder gevaar van tegenspraak te kunnen vaststellen, namelijk dit, dat vóór alles noodig is gelegen heid tot opleiding van onderwijzers voor ambachts- en industriescholen en andere inrichtingen van onderwijs ten behoeve van vak of ambacht. Werkelijk zal omtrent dit punt wel niet veel verschil van gevoelen bestaan maar ten aanzien van de vraag wie die onderwijzers zullen zijn of hoe zij gevormd zullen worden is de eenstemmigheid ver te zoeken. Ai valt op uitmuntende onderwijzers te wijzen er is aan goede onderwijzers ge brek. De centrale commissie zou volgens haar verslag de opleiding voor den handwerksman willen zoeken »in aansluiting met als vervolg op de lagere school." Na het gewone lager onderwijs zou de leerling al dadelijk de werkplaats moeten bezoeken maar tevens 's morgens vóór negen en 's avonds na zes uur op de gewone lagere j school onderwijs ontvangen in de theorie van zijn vak. Yoor het geven van dat onderwijs zou de hulp moeten worden ingeroepen van de onderwijzers van het lager onderwijsna voldoende opleiding. Stellen dezen zich daarvoor beschikbaar, dan zou dit theoretisch ambachts- onderwijs nagenoeg overal gegevea kunnen worden. Even wel zou toch ook volgens dit verslag deze taak niet uitsluitend aan de onderwijzers der gewone lagere school kunnen worden toevertrouwd o. a. zon de constructie leer door een ontwikkeld vakman onderwezen moeten worden. In de algemeene vergadering der Yereeniging tot be vordering van de vakopleiding van handwerkslieden in Nederland op 21 Juni 1.1. te Zwolle gehouden, werd dit verslag scherp veroordeeld en een motie voorgesteld, waarin het «onverantwoordelijk en deze zoo ernstige aangelegenheid in alle opzichten onwaardig" werd ge noemd. Daar het verslag nog niet algemeen bekend was, werd besloten deze motie in een volgende vergadering te behandelen. De spreker, die de zaak inleidde, had het denk- beeld om de hulp der onderwijzers van de lagere school in te roepen, «waar het geldt den werkman het ambacht te leeren", een «allervermakelijkst voorstel" genoemd. Aan veelzijdige beoordeeling zal het dus niet ontbreken. Intusschen mag niet uit het oog worden verloren, dat de onderwjjzers, aan wie een deel van dit onderwijs zon 1 worden toevertrouwd, ook volgens het verslag, daartoe een bijzondere opleiding zouden moeten ontvangen, waar voor de Staat zou hebban te zorgen. De vraag is dus, of onderwijzers, in plaats van zich te bekwamen voor een bijzondere akte, b.v. voor een vreemde taal, zich niet aan dit ambachtsonderwijs zouden kunnen wijden. Maar steeds blijft de viaag, of op de voorgestelde wjjze de theorie wel altijd voldoende verband zou houden met de praktijk. Afdoende zou de maatregel echter in geen geval kunnen zijn. Immers ook in het verslag wordt erkend, dat de taak niet uitsluitend aan de onder wijzers der lagere school zou kunnen worden opgedragen, want dat «o.a. de constructieleer door een ontwikkeld vakman gedoceerd- zou moeten worden"; ond er andere 1 Welke vakken nog meer langend is eindeljjk tot Koning gekroond te worden (hij heeft er dan ook waarlijk lang genoeg op gewachtdat het ernstig de vraag is of 't hem niet de voor zijn her stel zoo noodige rust zal geven als de plechtigheid zoo spoedig mogelijk, evenwel zonder groot vertoon en zonder feesten achter den rug is. Het buitengewone gezantschap der Regeering van de Vereenigde Staten heeft last ontvangen om niet naar Washington terug te keeren, maar te Londen te blijven tot na de kroning. Ook dit wordt opgevat als een bewijs, dat de kroning Bpoedig zal plaats hebben. Dat niet allen den terugkeerenden Kitchener toe juichen en bewierooken, bewijst het volgende In de vergadering van den Oounty-Oouncil in Londen stelde lord Mankwell voor gelukwenschen aan te bieden aan generaal Kitehener voor «zijn overwinningen" en «zijn vrede". Lord Russell bestreed dit voorstel. Hij verklaarde «nooit te kunnen vergeten noch vergeven aan Kitehener den moord op don dapperen Boeren-commandant Scheepers Het War Office heeft nu zijn schikkingen aldus getroffen, dat het permanente leger in Zuid-Afrika 50,000 man sterk zal zijn en. onder bevel zal staan van kolonel Lyttelton, die tot generaal bevorderd zal worden. Het bezettingsleger bestaat uit 22 batailjons infantaria, 8000 man bereden infanterie, 25 tot 30 batterijen artillerie en 6 of 7 regimenten cavalerie of bereden politietroepen. Het voornemen bestaat dit leger al naar de omstandigheden dit toelaten te verminderen. DUITSCHLAND. Met het oog op het aanstaande bezoek van Koning Victor Emanuel heeft de Keizer be paald dat dit jaar de groote legeroefeningen op 30 Augustus zullen plaats hebbenopdat de te verwachten bondgenoot die kan bijwonen. Aan een aantal hooggeplaatste Turksche ambtenaren en officieren heeft de Keizer hooge onderscheidingen ge schonken (o. a. aan den groot-vizier de Pruisische orde van verdienste en de Kroonorde) als bewijs zijner bij zondere vriendschap voor den Sultan. ENGELAND. Kroning in Augustus of niet zie daar de vraag met welker beantwoording het Engelsche volk zich nog steeds onledig houdt. Eenerzijds houdt I men voldat de Koning in den eersten tijd nog veel I te zwak is anderzijds beweert men dat hij zóó ver- FRANKRIJK. In Parijs is telegraphisch bericht ontvangen dat in den avond van den 9, weer een hevige uitbarsting heeft plaats gehad van de Mont Pelée op Martinique. In Fort-de France ontstond een paniek. Bij zonderheden over de verwoestingen zijn nog niet bekend, omdat de telegraafdraden weer vernield zijn. Men is bezorgd over het lot van de Engelsche com missie naar Maritinque gezonden. Haar stoomboot^ lag geankerd voor Le Carbet, eenige kilometers ten zuiden van de oude stad Sint-Pierre. De Fransche zending had juist Fort-de-France verlaten op weg naar Goadelaupe. ITALIË. De «Standard" verneemt dat het geschil tusschen Italië en Zwitserland is opgelost, dank zij den goeden diensten van Duitschland. De diplomatieke betrek kingen zullen worden hervat. Op zijn reis naar Berlijn zal Koning Victor Emanuel door de Zwitsersche overheid met de gebruikelijke eerbewijzen worden begroet. ZIJID-AVRIKA. Het schijnt, dat den Engelschen moeilijkheden te wachten staan met de Basoeto-negers. Uit Bloemfontein toch wordt van den 8 geseind «Ten gevolge van de verraderlijke houding van Joël, een der voornaamste Basoeto-hoofden tijdens den oorlog, werd besloten hem naar Maseru te brengen, ten einde hom daar te doen terechtstaan wegens hoogverraad. Het negende regiment bereden infanterie en een sectie van de 14e batterij artillerie werd naar de grenzen van Basutoland gezonden, ten einde te kunnen optreden bij mogelijke onlusten, daar de houding van den Basuto- hoofden Lerothodi eenige ongerustheid inboezemdeuit ingekomen berichten toch leidde men af, dat hij Joël zou ondersteunen, wanneer deze weerspannig bleek. Jonathan, een andere voorname Basuto-hoofdman, is geheel op de hand der Engelschen." Intusschen is de gouden droom der Rand-specu- lanten, ofschoon het vrede is, nog verre van verwezenlijkt. Uit Johannesburg wordt geseind dat de wanordelijk heden er zeer toenemen. Dronkenschap, diefstal, nachte lijke aanvallen komen er in de laatste tijden veelvuldig voor. De pers dringt er op aan dat de autoriteiten toe zicht zullen houden op den verkoop van sterke drank. Hoogstwaarschijnlijk zijn die rustverstoringen te wijten aan avonturiers die naar Johannesburg getrokken zijn voor de mijnen. Reuter meldt dat de inboorlingen, kaffers, weigeren te werken in de mijnen voor de lage loonen die zij vroeger kregen. Zij zijn verwend, zegt dit agent schap, in den oorlog, toen zij tegen de Boeren vochten voor een hoog soldij. Het werken met blanken in de mijnen kost vjjfmaal meer dan het werken met zwarte arbeiders. I Uit Pretoria wordt gemeld dat de Boeren gedurendo den oorlog 75.000 man onder de wapens gehad hebben. Tijdens de campagne zjjn er 3700 gedood en 32.000 ge vangen genomen, waarvan er 700 stierven. Deze cijfers zijn gepubliceerd door het bureau van het Roode Kruis. Cholera. Een schrikkelijke cholera epidemie blijkt de geheele maand Juni op de Philippijnen gewoed te hebben zonder de aandacht der Amerikaansehe Pers te trekken. Thans deelt de «Herald" mee, dat den 22 van genoemde maand het aantal gevallen te ManiPa 1530 beliep waarvan 1230 met doodelijken afloop en 7260 in de provinciën, 5440 met doodelijken afloop. Een ander bericht van 4 dezer noemt voor de twee laatste cijfers 10332 en 7714. Men was begonnen met de lijken te verbranden, maar de in landers hadden hier zooveel tegen, dat men die vervol gens in ongebluschte kalk begroef. Onder de Amerikaan sehe troepen waren 100 sterfgevallen voorgekomen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1902 | | pagina 1