De Dorpsapostel. Honderd en vierde jaargang, 1902. VRUDAG 25 JULI. Gemeenteraad van Alkmaar. No. 88. Eerste blad* FEUILLETON. VI. ALKMAARSCME COURANT. Doze Courant wordt Blnsda g-, Donderdag en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f O,SO franco door het geheele rijk f 1, 3 Nummers t 0,06. Afzonderlijke nummers 8 ets. Telefoonnummer 3. Prjjs der gewone advertenttën s Per regel f 0,18. Groote letters^naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOONVoordam C 9. Vervolg van het tweede blad. 8. Rekening burgerlijk armbestuur dienst 190i. Het onderzoek der rekening van het bargerlijk Arm bestuur over het jaar 1901 leverde geene bezwaren op en gaf geen stof tot het maken van bijzondere opmer kingen. Op bijna alle volgnummers bleven de uitgaven aan zienlijk beneden de ramingen. Alleen op het volgnummer verpleging in gestichten werd de raming met f 516,15 overschreden en bedroegen de uitgaven f 3516,15, voor namelijk toe te schrijven aan de gasthuisverplegingWelke een uitgaaf vorderde van f 2039,15. Desondanks over troffen de ontvangsten de uitgaven nog met een bedrag van f 678.83. De commissie tot de belastingzaken enz. stelt voor de rekening goed te keuren in ontvang tot een bedrag van f 14252,18s en in uitgaaf van f 13573,35s, alzoo met een batig saldo van f 678,83. Zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. 9, Rekening gemeentelijke gasfabriek, dienst 1901. De rekening der gemeenteljjke gasfabriek over hat jaar 1901 vermeldt in ontvang een totaal bedrag van 1 176.568.88s. Zij vangt aan met bet voordeelig saldo van 1900 ad f 17.489.22s en een bedrag van f 26.666 aan restanten over 1900. Voor gaslevering, bijproducten, restitution en verkocht oud materieel werd een bedrag ontvangen van f 159.052.99s. Uitgegeven weid voor het gewoon bedrijf f 120.525.55, waaronder f 2442.88s voor aankoop en herstel van munt gasmeters en benoodigdheden voor muntgasverbruik. Voor uitbreiding der buizenleiding en aanleg kolenspoor met wagens werd een bedrag van f 9100.92J gevorderd, ter wijl aan rente en aflossing van schuld f 12.179,88 en wegens uitkeering aan de gemeente f 13.595.25 werd betaald, makende te zamen een bedrag aan uitgaven van f 155.401.60s. Da rekemng sluit alzoo met een kassaldo van f 21.167.28, zijnde f 3679.05s hooger dan waarmede begonnen is. De overgelegde exploitatie-rekening wijst een winst aan van f 42.939.10s, de winst- en verliesrekening eeu saldo winst van f 8063.05. De commissie tot belasting zaken enz. stelt voor de rekening goed te keuren in ont vang en uitgaaf tot een bedrag van f 176.568.88s, met een kassaldo ad f 21.167.28. De heer Uitenbosch heeft slechts een enkele op merking. Op de rekening heeft een postje van f 7 zijn aandacht getrokken, het is het bsdrag dat is besteed aan zoogenaamd kermisbier aan de werklieden en fooien met nieuwjaar. Hij heeft er niets tegendoch acht het gewenscht, dat de werklieden weten, dat dit van de gemeente komt en niet van den directeur. Verder hoopt hij, dat als eerlang de loonregeling der anders werklieden der gemeente die hij nog steeds wachtende is komt, ook deze een dergelijk douceurtje zullen krijgen. Roman naar het Duitsch van LUDWICH GANGHOFER DOOR W. ZAALBERG. Uitgave van H. J. W. BEOHT te Amsterdam verkrijgbaar a f 4,50 bij de Uitgevers dezer Courant. 16) De oude boor van de Woudhoeve was niet te huis die had gemeenteraadszitting in de herberg in het dal beneden, en dat duurde gewoonlijk lang men behoefde dan met het eten niet op hem te wachten. Daarom droeg de keukenmeid, toen Roman de gang inkwam, ook da delijk den schotel pap de kamer in. Hanspeter, de beide knechts en de stalmeid stonden reeds wachtend om de tafel. Alleen de koejongen ontbrak nog. Toen Roman in de kamer kwam, zag Hanspeter da delijk aan zijn oogen, dat er iets gebeurd moest zijn »Mandi, wat heb je vroeg hij bezorgd. »Niks Roman slingerde zijn hoed achter den haard en gooide zijn buis uit. »Maar kjjk »Laat me met rust jij 1" Het scheen haast, alsof alle prikkelbaarheid, die in Roman zich verzameld had zich tegen Hanspeter ontladen won. Die was toch eigen lijk aan alles schuld, die had dat domme medelijden in hem gewekt en had het vaam hout weggebracht, waaruit alle ongeluk was voortgekomen. Op die manier spookte het in Romans warm hoofd. Maar toen hij op Hanspeter toetrad en in dat breede leelijke gelaat die stille, in-goede en bezorgde oogen zag, bracht hij geen toornig woord meer over zijne lippen. Diep ademhalend wischte hij zich met den rug zijner hand het zweet van het gloeiende De Voorzitter gevoelt ook veel voor den regel gelijke monniken, gelijke kappen. Ook hij heeft in den beginne met bevreemding de posten gezien, evenwel weet hij dat het bekend is, dat deze fooien komen van de gemeente of liever van de fabriRk. Za thans nu 't jaren lang het gebruik is, af te schaffen acht hij bezwaarlijk, maar ze in andere takken van dienst in te voeren acht bij ook niet gewenscht. Men vergete echter niet, dat de werklieden aan de gasfabriok vaak een zware taak heb ben. Ook de werklieden der reiniging hebben emolumen ten. Het komt hem voor, dat hst het beste is de zaak zoo te laten en daar is niets tegen, daar er geen ge gronde klachten komen. De heer Uitenbosch zegt, dat hij dit punt alleen heeft gereleveerd, opdat er mot andere werklieden ook reke ning zal worden gehouden. In verhouding zijn de loonen aan de gasfabriek ofschoon miBsehiea niet alle nog vol doende, beter dan bij andere takken van dienst en boven dien ontvangen de werklieden nog een douceurtje. De heer Kraakman merkt op, dat men niet altijd de regel kan toepassen, gelijke monniken gelijke kappen. We hebben gelijke kappen, maar niet altijd gelijke mon- niken. Hij kan zich zeer goed vereenigen met het denk beeld van den Voorzitter, die fooien te laten bestaan; het is een oud gebruikde menschen zijn aangesteld met het vooruitzicht op die dooceurtjes. De rekening wordt zondor hoofdeljjke stemming goed gekeurd. 10. Herbenoeming stads genees-, heel- en verloskundigen. Volgens de instruction van de stads-genees- en heel kundigen, van den stads-verloskundige en van de stads- vroedvrouwen worden deze ambtenaren telkeDS vvoor den tijd van vijf jaren benoemd, t uzij gegronde klachten reden tot schorsing of ontslag geven". In verband hiermede stellen B. en W. voor te be noemen voor dan tijd van vijf jaren tot stads-geneeskundige den heer A. M. Conijn, arts. tot stads-heelkundige den heer dr. J. Dirken, met ingang van 4 Augnstns f. tot stads-geneeskundigeden hear dr. J. 0. M. Simon Thomasstads-verlosknndigeden hear dr. J. C. M. Simon Thomas; stads-vrosdvrouw, mej. G. G. Bisijn- Mölder. Zonder stemming worden alle titnlarissen herbenoemd. 11. Crediet-aanvraag in verband met de aanstaande Landbouwtentoonstelling. B. en W. verzoeken hun een crediet te verleenen van ten hoogste f 1300 ten einde van gemeentewege te kun nen bijdragen tot het welslagen van de Vijfjiarlijksche Tentoonstelling van de Hollaudsche Maatschappij van Landbouw, welke van 18--24 Saptembir e.k. in deze gemeente zal worden gebonden. Het ligt in hunne bedoeling uit dit crediet in hoofd zaak te bestrijden: de feestelijke ontvangst door den Ga. meenteraad van het hoofdbestuur, de eereledan en de afgevaardigden ten Raadhnize; de kosten van eene ter beschikking to stollen gouden medaille; die voor het doe n voorhoofd, en om alle verdere vragen af te snijden maakte hij het kruisteeken en begon de hnisgenooten met onvaste stem het tafelgebed voor te zeggen. De anderen vielen in alleen Hanspeter zweeg en be woog zonder geluid de lippen zijne oogen hingen aan Roman. Eer zij zich rond den schotel neerzetten, trok hij hem bij zijn hemdsmouw en vroeg hem zachtjes »Kom, Mandi, zeg mij, wat heb je toch Kijk jij en geen lachend gezicht dat komt mij zoo voor, alsof de dag geen licht meer had »Komt mezelf ook zoo voor. Maar geef er geen acht op 't Zal alles wel weer in orde kommen." Roman schoot achter de tafel en begon te etenmaar elke hap gaf hem zooveel moeite, alsof hem de keel was toegebonden. Geprikkeld, alsof hij een uitweg voor zijn opgewondenheid zocht, vroeg hij »waar is toch de jon gen Slentert ie weer overal rond 1 God weet waar Ik sta er op, dat de dienstlai om elf thnis zijn 1" In hetzelfde oogenblik kwam de koejongen de kamer deur inloopen. Nog op den drempel staande begon bij te schreeuwen »heb ie 't al ehoord? De heele buurt is half gek 1 Heb je al ehoordvan nacht is de duivel bij de hnisjeeflikster binnen geweest." Toen Roman het woord vhnisjesflikster" hoorde, was het met zijn zelfbeheersehing gedaan. »Komt 'r daar al weer een met dien ouzin auzetten schreeuwde hij, en sloeg met zijn vuist op de tafel, dat de aarden borden met inbegrip van de pap aan 't dansen gingen »Hou je smoel, jij snotjongen 1" De lui om de tafel sperden de oogen wijd. Zoo hadden zij den zoon des huizes nog nooit gezien. Ook Hanspeters handen schenen door dat gezegde over de huisjesflikster en den duivel aan het jeuken te gaan Maar sussend zei hjj »Kom, Mandi, ik ken je in 't ge heel niethoe kan ja je zoo laten gaan j ij I" De wijze waarop hij op dat j ij nadruk lei, zei meer dan een lange redeneering. En dat woordje had uitwerking. Roman bracht zijn hand tnsschen hemdboord en hals, om allereerst zich een weinig lucht ta verschaffen. Vervolgens krabde hij met geven van een vuurwerk en van een volksconcert,die voor het doen verlichten van den toegangsweg naar het tentoonstellingsterrein. Da heer Uitenbosch zal het voorstel niet bestrij den al is hij van meening, dat het geld beter besteed kon worden. De tentoonstelling is zeker voor de ge meente ook van belang. Hij wil echter wel B. en W. in overweging geven er op te letten wie het vuurwerk zal leveren, opdat het niet als enkele jaren geleden wordt een vuur- en waterwerk en het geld zou worden weg gegooid. Mogelijk ook is er geschikter terrein voor te vinden De heer Bosman meeat dat geld voor een vuur werk in zeker opzicht altijd weggegooid geld is. Hij acht het eilandje bij het afgesneden Kanaalvak ook niet ge schikt en geeft een paar andere plaatsen aan de hand o. a. de Eilandswal. De heer Kraakman beveelt B. en W. aan naar een terrein rond te zien en overleg te plegen met de feestcommissie waarna het crediet zonder hoofdelijke stemming wordt verleend. 12. Wijziging der verordening tot aanvul ling der Algeineene Politieverordening. Naar aanleiding van oen door dr. J. C. Overdnin c.s. ingezonden adres d.d. 21 April 1902, stelt de Oom missie voor het ontwerpen van verordeningen tegen welker overtreding straf is bedreigd voor om over te gaan tot vaststelling van de volgende wijziging der verordening tot aanvulling der Algemeene Politieverordening. De 2de alinea van art. 1 wordt gelezen als volgt Het is verboden het Fnidsen tusschen Spekbrng en do Hekelstraat in westelijke-, de Hekelstraat in noordelijke en de Huigbronwersteeg in zuidelijke richting te berijden met rij- of voertuigen. De heer Kraakman merkt op, dat de bewoners van de Huigbronwersteeg niet anders vragen dan dat de straat alleen stapvoets mocht worden bereden. Met dit denkbeeld gaat de commissie voor de strafverordeningen niet mee. Achten B. en W. dergelijken maatregel noodig, dan hebben ze het recht dien te treffen, zonder den raad of de commissie daarin te raadplegen. Daarentegen kon de commissie er wel in meegaan de straat alleen in een riehtiDg van de Laat af te doen inrijden stapvoets, in dien B. en W. dat noodig achten. Verder komt het hem voor dat om verwarring te voor komen dat thans niet gemaakt wordt een verordening tot wjjziging der verordening enz. zooals het voorstel ïnidt, maar te besluiten, dat de gemelde verordeningen opnieuw vastgesteld worden als is aangegeven. De heer de Wit vestigt er terecht de aandacht op, dat het gedeelte vau het Fnidsen tusschen Appelsteeg en Hekelstraat vrij moet blijven. De Voorzitter is dat met hem eens en verzekert, dat daarmede bij de Dieuwe redactie rekening zal worden gehouden waarna het voorstel wordt goedgekeurd. den lepel de overgestorte pap van het tafellaken en zei »je heb gelijk, Peterman 1 Iemand, met wien de toorn er van doorgaat..." Hij bracht de spreekwijs die het oogen blik hem in de gedachte bracht, niet ton einde. En de lepel beefde in zijne hand. »Maar je mot weten, dat vandaag alles overdwars gaatDie beroerde geschiedenis heeft mij vandaag al het ergste verdriet bezorgd," De oogen van Hanspeter werden groot. Zwaar en langzaam kwamen de woorden over zijne lippen, »wat de jongen hèt gezeid over Nannemie en De rest bracht hij er niet uit. De knechts en meiden, die schenen te bemerken, dat er iets begon te borrelen" in Hanspeter, keken schuin over hnn bord naar hem en stietten elkander onder de tafel met huune knieën aan. Want zij wisten bij ervaring als Hanspeter zulke groote oogen opzette, dan plach er gemeenlijks iets grappigs by hem voor den dag te komen. »Och ja dat de lui zoo onverstandig praten en uit een poedelmuts dadeljjk een roover maken zei Roman. »Gister nacht, toen je het vaem hout nog hebt kleingemaakt voor de huisjesflikster, heeft de nachtwacht je gezien en nou kletst de domme kerel in de heele buurt rond, dat ie den duivel heeft ontmoet en dat die 's nachts om twaalf nnr de arme vrouw er hout het ge kloofd 1 En de lni zijn gek genoeg om dien onzin te ge- looven." De knecht wilde lachend meepraten. Maar Roman zei het hoofd hoog heffend»thans praat i k en Hanspeter Andera niemand En ik wil geen enkel woord hooren, dat mij gallig maakt." Maar Hanspeter zei geen woord. Hij had enkel het bord van zieh weggeschoven, alsof hem de honger eens klaps was vergaan. De dienstboden zaten met gebogen hoofd en lepelden hunne pap, de een verdrietig, de ander met moeite het lachen inhoudend, dat in de hoeken van den mond speelde. Onder dit zwijgen en smakken bromde Roman nog een poos voort: »do dommen, die an znkke dingen gelooven, dat weet ik wel, die sterven niet nit I Maar dat zich de verstandigste lni ook met zukko onzin in laten en juist, die men het liefst hetHij, kon niet verder spreken, want zijn gevoel overmoesterde hem, met moeite bedwong hij zico, slokkend en snikkend, en de tranen stonden hem in de oogen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1902 | | pagina 1