President lleyn. Den 3 is president Steyn te Scheveningen aange komen. De tocht van Hoek van Holland naar Scheve ningen was afgelegd in een rijtuig, bespannen met twee paardendie rosetten aan het hoofdstel droegen in de Vrystaatsehe kleuren. De heer Kröller, lid der firma Muller en Cie,, te Rot terdam, die de Batavier III" ter beschikking stelde van de familie Steyn, had ook zijn rjjtuig aangeboden, voor het geval, men het wenBchelijker oordeelde den heer Steyn de vermoeienissen van een reis per spoor te besparen na zulk een lange zeereis. Inderdaad blijkt men, na aankomst te Hoek van Hol land, deze wijze van vervoer verkieslijker te hebben ge vonden. Nadat aan den Hoek de verwelkoming had plaats gehad en de heer Wolmarans, speciaal door President Kruger daarheen afgevaardigd, den heer Steyn welkom had ge- heeten werd te kwart voor tienen weggereden. De heer Steyn was in liggende en gemakkelijke houding in het rijtuig geplaatst, waarin ook de heer Fischer en de heer Wessels plaats namen. In eenige andere rijtuigen volgden sommige van de den heer Steyn vergezellende heeren, terwijl mevrouw Steyn en de kinderen later vertrokken. Na een rit van twee uur was Scheveningen bereikt. Voorzichtig werd de lijder, die zich, naar verschillende heeren zijner omgeving mededeelden naar omstandig heden vrij wel gevoelt, binnen de villa gedragen. Van de gelaatstrekken van den heer Steyn was weinig te onderscheidendaar hij een groote blauwe bril droeg. Zijn gestalte was verborgen onder een lange reisdeken. De aangekomene werd onmiddellijk naar zijn slaap vertrek gebracht en ging dadeljjk rusten. De vertrekken door den heer Steyn en zijn gezin bewoond, waren ge tooid met planten, waartnsschen verschillende portretten waren geplaatst, o.a. van Kruger, een photographische groep van de leden der deputatie, enz. Toen de thans beroemd geworden staatsman langs de rijen der belangstellenden werd gedragen, ontblootte ieder een eerbiedig het hoofd, maar geen enkele uitroep werd vernomen, een eerbiediging van het door den heer Steyn en zijn vrienden uitgedrukte verlangen. Een uur daarna kwamen mevrouw Steyn en de kinderen. Kort nadat de heer Steyn was aangekomen, werd aan de villa een reus achtig bloemstuk gebracht. Onderaan bevindt zich een strik met breede linten in de Vrijstaatsche kleuren en op welke de opdracht vermeld staat: >Hulde den Vrijstaatschen Held en Staatsman." Dat huldebetoon kwam van de Haagsche Pro-Boer Vereeniging, die reeds zooveel goeds tot stand bracht in het belang vooral van de slachtoffers van den oorlog. Bij dit bloemstuk was gevoegd het volgende welkomstschrijven. »Zjjn Hoog Edele M. T. Steyn. Welkom in Nederland, hoog edele Het zij u gegeven hier, gedragen door de vereering aan allen, rust en genezing te vinden 1 Hebben wij vol spanning de jaren van bitteren strijd met u en uw edel volk meö geleefd, in stille bewonde ring voor de daden dier dapperen, thans lijden wij met u en de uwen, ter nöar gedrukt als wij zijn door uwe matelooze smart. »Sober. in woorden, groot in daden," is de leus gebleken te zijn dier helden, die door hun grootsch gedragen dezen oorlog hebben gestempeld tot een éénigen in de geschie denis der volkeren Dat ook wij met woorden spaarzaam zijn en u alleen dit mogen zeggen In het land uwer voorvaderen wordt gij met groote liefde omringd en gansch ons volk ziet met diepen eer bied op tot u, den Vrijstaatschen Held en Staatsman. Het bestuur der Haagsche Pro-Boer Vereeniging. Wij vernemen, dat dit welkom en deze hulde door den heer Steyn ten zeerste op prijs werden gesteld. Lucas Meijer. De Transvaalsche Generaal Lucas Meijer :b den 4 te 's-Graveuhage aangekomen. De Generaal heeft in een onderhoud nadrukkelijk ver klaard dat ijzeren noodzakelijkheid tot het sluiten van den vrede heeft gedwongen. Des Generaals komst in Europa draagt absoluut een privaat karakter hij is met geenerlei politieke zending belast. In November denkt hij met de zijnen terug te keeren naar Zuid-Afrika. Hij wil trachten uit Nederland fokvee mee te nemen. Hij bevestigde, dat Botha, De la Rey en De Wet hier komen om een reusachtige weduwen- en weezenfonds voor Zuid-Afrika bijeen te brengen. Voorloopig gaat Meijer naar Karlsbad tot herstel van zijne gezondheid. Vooraf zal hij Kruger en Steyn bezoeken. Te Southampton had men hem met vriendelijkheden overladen. De Generaal heeft te Londen bijna alle offi cieels personen ontmoet. Over hetgeen hij met hen ge sproken heeft wilde hij zich niet uitlaten. Botha De Wet en De la Rey worden 16 of 17 dezer te Southampton verwacht. H. F. Slegtkamp. Den 4 kwam ter reede van Vlissingen het Duitsche Rijkspoststoomschip »Kronprinz" aan welks boord zich bevond H. F. Slegtkamp de held van Spioenkop. Slegtkamp is slechts eenmaal gewond en wel te Lindley op 30 Juni 1900 in de linkerzij. Alvorens Slegtkamp met den trein naar IJmuiden ver trok, werd den dapperen held een fraaie krans aangebo den, met een toespraak van den luitenant Middelaar. Op de krans stond: »Hnlde aan Henry Slegtkamp, de held van Spionskop, van eenige Vlissingsche vereerders en vrienden". Hij eindigde met een driewerf hoera voor den held dat met geestdrift werd uitgeroepen. Slegtkamp bedankte, zeer getroffen voor dit huldeblijk en stelde een driewerf hoera in voor Koningin Wilhelmina. Onder enthusiastische begroetingen vertrok de held van Vlissingen. Haringcarspel. Den 2 dezer vergaderde het be stuur van het Onderlinge Veefonds alhier tot het opmaken der rekening over do afgeloopen drie maanden. Gedurende dat tijdvak waren verzekerd 1183 runderen. De schade bedroeg voor 7 gestorven dieren t 804, zoodat een omslag moet worden geheven van 68 cent per rund. Tuinbouwtentoonstelling. Het bestuur van de afd. Zeist en Omstreken van de Nederl. Mij. voor Tuinbouw ^en Plantkunde te Zeist werd aangenaam verrast door het boricht dat H. M. de Koningin-Moeder voornemens is een bezoek te brengen aan de op het landgoed »Kersbergen" te houden Tuin bouwtentoonstelling en wel waarschijnlijk op Woensdag 13 Aug. a.s. Vee-uitvoer. In de afgeloopen maand zijn uit Nederland langs het grensstation Esschen naar België verzonden 313 stuks fokvee en 2101 stuks slachtvee, ter waarde van ruim 420 duizend francs. Wegens tuberculose werden 45 stuks vee naar Neder land teruggezonden andere ziekten kwamen niet voor. Het lastige geval. De zaak van het als jongen in het Wilhelmina- Gasthuis te Amsterdam gebrachte kind, dat eigenlijk een meisje zou zjjn, is thans bij de rechterlijke macht aan hangig gemaakt. Den 2 is de burgemeester van Amsterdam, namens den vader, by deurwaarders-exploit gedagvaard om voor den rechter te verschijnen, ten einde door dezen te doen besliason over een eisch tot schadevergoeding, welke ge raamd is op f 3000. In de dagvaarding wordt gesteld dat de gemeente, ook na herhaalde aanmaning, in gebreke is gebleven aan F. G. Vermij, diens zoon, op 4 Februari j.l. aan het Wil- helmina-Gasthuis aangeboden en toevertrouwd, terug te geven. De eisch tot schadevergoeding wordt gemotiveerd dooi de overweging, dat de gemeente blijkbaar in de onmoge lijkheid verkeert het door den eischer geleden materieel en ideëel nadeel op andere wijze te herstellen. Op die wijze zal de rechtbank genoopt zijn, een onder zoek naar de identiteit van het kind, waarvan beweerd wordt, dat 't Vermij's kind is, te doen instellen. Afgescheiden van deze actie zijn reeds, op verzoek van de Gemeente, door den kantonrechter een voogd en een toeziende voogd over het kind benoemd. Als uitvloeisel van die benoeming kan nu van gemeentewege tot de rechtbank het verzoek gericht worden, op de geboorte- acte te doen aanteekenen, dat het kind Franciscus Gerar- dus, een meisje is. Ook als de rechtbank op dit verzoek ingaat, waar omtrent zy wel geen beslissing zal nemen zonder ook den als den vader'' aangeduiden persoon gehoord te hebben is de zaak natuurlijk niet afgeloopen, daar de proce dure betrelfende de schadevergoeding dan ook nog behan deld moet worden. (N.v.d.D.) Akersloot. Wegens het overlijden van den heer J. MeijDe, moet er een verkiezing plaats hebben voor een lid van den gemeenteraad. Door de R. K. kiesvereeniging alhier is tot candidaat gesteld de heer K. Meijne. Barslngerhorn. In Juli werd te K o 1 h o r n in de Rijkspostspaarbank ingelegd f 3469,50 in 72 inla gen; 2 nieuwe boekjes werden in dit tijdvak uitgegeven. Niettegenstaande de vele hindernissen welke men in den aanvang ondervond bij de ontgravingeD, is de steenen walmnur, langs de Westfriesche dijk te K o 1 h o r n nog op tijd gereed. De hier langs loopende uitwateringsloot naar het stoomgemaal en molens der Schager Koggeis door dit werk veel verbreed en verbeterd. draft. De landman V. S. alhier had den 1 het het ongeluk met zijn wagenwaarin zich ook eenige kinderen bevonden in een sloot te geraken bij het af rijden van de hooge brug te Graft. Een dezer kinderen, het zoontje van S., brak zijn beenterwijl de anderen met den schrik en een nat pak vrijkwamen. Wcstgraftdijk. Den 2 werd de vrouw van P. R. alhier door een fiets overreden. Hoewel de vrouw eerst aan den anderen kant van den weg liep schrikte zy op het hooien van het fietssignaal en week den ver keerden kant uitwaardoor zij voor de fiets kwam en viel en zich aan armen en hand bezeerde. Ongeluk op den ÏJscl. Men meldt uit Zwolle »Door het springen der zoogenaamde klepkast had den 4 aan boord van de sleepboot Pauline", varende op den IJsel bij Katerveer een ernstig ongeluk plaats. Da machinist Jansen beliep hevige brandwonden aan hoofd en ledematen. De stoker had de tegenwoordigheid van geest den ongelukkige uit de machinekamer te trekken, daar hij anders door het kokende water levend verbrand zou zijn geworden. De verdere opvarenden zochten een goed heenkomen per roeiboot. Overreden. Tusschen Tongeren en Hasselt is zekere vrouw K., die met haar 3 kinderen in dogcar een uitstapje maakte, door do stoomtram overreden. Twee jongens van 5 en 6 jaar bleven op de plaats dood. De moeder zelve en het meisje zijn levensgevaarlijk gewond in het gasthuis op genomen. kdam. Bij het zware onweder, dat den 2 's avonds boven de gemeente losbrak, worden aan den Edammerweg in de Purmer twee jongelieden ter aarde geworpen. Nadat ze eenigen tjjd bewusteloos hadden gelegen, kwamen ze (misschien wel door de geweldige regen) weer bij kennis en konden, nog zeer benanwd ademhalende, hun weg vervolgen. Aan de overzijde van de wegsloot bleek later eene koe doodgeslagen te zijn. Hensbroek. Den 2 dezer hebben de leerlingen van de zangschool van den onderwjjzer Jb. Raven, een aardig u tstapje gemaakt. Na eene wandeling naar 't station te Obdam, bracht de trein hen naar den Helder, van waar zij, Da eene wandeling langs de buitenhaven, een blik werpende op de schepen in de haven en de gebouwen op de Marine werf, per stoomboot naar Texel overgebracht werden. Na daar Oudeschild en den Burg bezocht en bekeken te hebben, keerden zij langs denzelfden weg terug en kwamen, des avonds ten half zeven ure, opgetogen en zingende te huis, waar zij zich nog een paar uur met zang en dans vermaakten tot sluiting van den feestdag. Hrnstlge mishandeling. De Haarlemsche correspondent van het »Handels- blad" schrijft Te dezer stede heeft een ernstig feit plaats gehad, dat met den dood van een der betrokkenen is afgeloopen. Woensdag 1.1. waren de matrozen de Waal en Olsen, van gelooven 't domsteZeggen moet men 't hun als 't voorkomt Ieder dien hij op straat of veld tegen kwam hield hij aan en telde hen op zijn dikko vingers voor de goede eigenschappen van moeder Nannemie en de »liavigheden" van Ilsabeth. En als vrouw Altenöder over de onvrien delijkheid der buren klaagde toen Liesbeth aldoor stiller en meer in zich zelf gekeerd werd troostte Hanspeter het vrouwtje nog en beweerde»de lui, die och zijn niet slecht... nee, nee! Een beetje "hard zijn ze tegen mekaar, da's waar Zoo iets wil zoo dadelijk in den anvang nietweetjeMaar dat komt alleB wel terecht Daar mo' je geen zorg over hebben ik doe al 't mijne 'r voor En Hanspeter preekte op de straat de boodschap zijner liefde, dat zijn tong er dikwijls moe van werd. Het eenige wat hij bereikte, was, dat de luidie anders enkel om hem gelachen hadden grof tegen hem werden, dat zij het geduld verloren en rust hebben wilden en hem alzoo hoe langer hoe minder als dagiooner gebruik ten. Op de dagen zonder verdienste waarop hij voor vrouw Altenöder werkte omdat hij hoel toevallig juist niks te doen had," teerde hij zijn geringe spaarduiten op en ware niet de herfst in het dal eu do jonge boer der Woudhoeve uit de kazerne thuis gekomen, dan had Hanspeter oen boozen winter over zich gepreekt. Bij do eerste ontmoeting drie dagen na de thuiskomst was 't, en Roman verheugde zich oprechtden »goeien kerel" en zijn »dikke kopje" terag te zien maar by dio eerste ontmoeting moest hij lachen, zooals hij in lang niet gelachen had. Hanspeter stond, plotseling overmand door zijn zwaarwichtig gevoel, voor hem als een zich inspannend ros, dat den te zwaar beladen wagen niet vooruitbrengt, en hij kueep zijn handen zoo dat Roman van pijn zou geschreeuwd hebben, als hij maar niet zoo heel erg had moeten lachen. En Hanspeter zag hem aldoor maar aan met tranende oogen en bracht er geen woord uit Roman, dien had hij Aan dien durfde hij gelooven Die was de zijneIemand in wien de liefde is Dat was 't, wat hij gevoelde. voeld. Hij had twee menachen gevonden, die vriendelijk met hem praatten, en die hem erkentelijk waren voor de kleinste vriendelijkheid en dus lei hij zijn drie centenaars gewicht in eiken groet, in iederen handdruk, in eiken arbeid, dien hij voor die twee verrichtte. En toen vrouw Altenöder hem »verlof" gaf, om moedertje" tegen haar te zeggen, nam hij op zijn zware tong dat woordje steeds als een zoetigheidje, dat men eerst een beetje proeft, eer men het geniet. Maar niet enkel voor zijn verweesd hart, ook voor zijn geloof had Peter een goede vondst gedaan twee menschen, waarvan hij zeggen kon dat zijn de rechte Die hebben de liefde Zij brengen een goed voorbeeld in de buurt»Noa motten de anderen t'r nadoen Als hij zoo mee aanzag, hoe vast en hartelijk vrouw Altenöder en haar dochtertje aan elkaar verknocht waren in haar bekrompen leven, was hij er heel trotsch op, dat hij haar zeggen kon »ik ben niet jaloersch O nee 1 Ik heb 'r ook een die ik mag en die mij mag I Mijn Roman, ja! In den herfst, dan komt ie weer thmsPas 's op, die m o t je bevallen 1 Zooas mijn Roman zoo'n tweede bestaat 'r niet Uren en uren aan een werd Hanspeter niet moede, van Roman te vertellen, zoodat do jonge boer van de Woud hoeve als een vierde in don bond met hen bogon te leven maar niet als hun gelijke, neen maar als een soort persoon van aanzien, als een hooger met alle denkbaar geluk begenadigd wezen. Hanspeters liefde omstraalde den afwezende met zoo'n luisterrijke gloriekrans, dat Liesbeth's peinzende oogen dikwerf schenen te vragen Ja, kan 'r dan zoo een wezen Die zoo heelemaal goed is? En die alles en alles heeft? Ook vronw Altenöder begon, ofschoon zij ondor Hanspeters uitbundigen lof soms een weinig glimlachte, zoo hoog van Roman te denken, dat zij dikwerf zei»jou Roman, dat mot 'r oen wezen die zou ik wel graag 's willen zien Toen zij in het dorp bemerkten, dat er voor Hans peter '3 avonds na het dagwerk geen andere weg meer bestond, dan naar de hut van vrouw Altenöder be gonnen zij spoedig te babbelen. Dat ^deden sommigen lachend, met ergernis de anderen, voor wie Hanspeter niet meer te krijgen was, als zij bem half voor niemendal juist in het werk zouden willen gebruikt hebben. Eerst vroegen zij»hoe is die zoo zot verliefd op die twee vrouwlui Vervolgens heette het »Die is heel en al als behekstMisschien hebben z'm wat ingegeven, die twee? En de slotsom was: »'t kon wel zijn, dat de ouwe meer kan, dan pap koken! Zukke vreemde lui! Men weet er nooit van, wat men 'ranhèt, Waar kommen ze ook van daan? Wat doen ze eigenlijk? bij ons Allicht hèt men ze ergens, anders weggejaagd En waarom non dat kan men wel denkon Zoo vingen de slechte praatjes aan die over moeder Annamaria in omloop kwamen. En toen in den zomer de hageldag kwam die de helft van den haveroogst ver- nietigdè toen werd het gefluister over vrouw Altenö der en haar dochtertje spoedig roeds tot geschreeuw. Onze lieve Heer laat toch de haver groeien Zou ie dan z'n eigen haver weer in den grond slaan Zoo'n sdwaze'' gedachte laat toch geen schrandere boer in zijn hersens komen Daarom moet de helsche geest het onweer doen ontstaan of een, uie'm daarbij helptom goede, onschuldige menschen schade te berokkenen Die ouwe vrouw Moosrain de t t t ZÜ haar genadig da's 'r ook »zoo een" geweest. En in de vijf jaren sinds ze dood is is 'r in 't dal niet meer zulk ooos weer ge weest »Nou mot 'r wel weer 'n ander wezen En hoe ze heet, daar hoeft men niet lang naar te vragen Vreemde lui die hebben nog nooit niks goeds aangebracht 1" Toen Hanspeter kennis kreeg van de beweringen voelde hij in zijn levensmerg een schok en een beviug zooals de sterke boom ondervindt als de storm een aan vang neemt. Vooi de eerste maalsinds het evangelie der liefde hem had verlicht den grijzen morgen. thans voor de eerste maal word hij geschokt in zijn goed ge loof aan de menschen. Doch dat maakte hem niet ver stoord het deed hem onkel leed, alsof iemand met spij kerzolen op zijn hart was getreden. Maar Hanspeter ging er met de spons overheen. Eu kon lachen en denken Ja, de menschan d,e zijn nou eenmaal als kinderen Die

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1902 | | pagina 2