Kantongerecht te Alkmaar. Advertentièn. gegeven hebben van hare belangstelling in de zaken der volksgezondheid en wier medewerking van groot nnt zal zijn. Veehandel In Friesland. Doordat bnitenlandsche kooplieden, met name Belgen en Spanjaarden, goede inkoopen deden verkeerde de handel in melk- en kalfkoeien waarvan de aanvoer grooter was dan in de laatste weken, in vrij opgewekte stemming. De omzet was goed en er werden flinke prijzen besteed. Vooral gold dit de beste qnaliteitin mindere soorten was ook wel handel, maar daarvoor werden geene hoogere prijzen bedongen. Vette koeien, met goeden aanvoer, bleven zeer ge vraagd en werden dnnr betaald. Ook stieren voor de slachtbank, waarvan de aanvoer vrij groot was, waren beter gewild en werden voor Holland opgekocht tegen hoogere prijzen. In vette kalveren weinig verandering. Voor dit vleesch bljjft de Engelsche markt in de laatste dagen vrij stabiel. Nuchtere kalveren, met afnemenden aanvoer, in één doen. In wolvee was de handel behoorlijkde prijs van schapen en lammeren bleef vrij vast, van melkschapen wel zoo duur. Vette varkens waren goed gevraagd; ook in Londen- sche biggen was de handel opgewekt. Magere varkens en jonge biggen prijzig. De aanvoer was160 stieren, 800 melk- en kalf koeien, 150 vette koeien, 500 vette kalveren, 200 nuch tere kalveren, 2000 schapen en lammeren, 120 vette varkens, 500 vette biggen, 200 magere varkens, en 500 kleine biggen. De prijzen zijnVette koeien, le kwaliteit, 30—32 ct., 2e kwaliteit, 2529 ct., 3e kwaliteit, 2024 ct., stierenct., vette kalverenct., vette schapen 2427 ct.vette varkens 22—24 ct. Londensche biggen 2021 ct., alles per 1I2 Kilo. Melk- en kalfkoeien: f 130f 230, pinken f45f80, nuchtere kalveren f f 10, weidesehapen f 17—f 21, melkschapen f 16f23,lammeren f 12f 17, magere varkens f 32—f 50, joDge biggen f 1.25f 1.55 per week. (N. v. d. D.) Oogst verwachtingen. Aangaande de verwachtingen van den oogst in de provincie Noord-Holland, Juli 1902, zegt de «St. Ct." Evenals in 1901 was ook thans de iangdurige koude en natte weersgesteldheid in het voorjaar oorzaak van langzame ontwikkeling der gewassen. Voor de weilanden en den hooioogst liet het zich aan vankelijk niet best aanzien doch ten gevolge van het milde, warme en droge weder in de maand Juni is er verbetering gekomen zoodat thans de weilanden in zeer goeden staat en ruim van gras voorzien zjjn. Zoowel de hoedanigheid als de hoeveelheid van het ge wonnen hooi zijn zeer bevredigend, vooral op de hooger gelegen landen, die minder dan de lagere van het koude en natte voorjaar hebben geleden. De gestadige droogte is den hooioogst ten goede ge komen. Voor broeiing bestaat geen gevaar. De vroege aardappelsoorten leden van het gure en koude voorjaar toch leveren zij nog een behoorlijk be schot ook is de qnaliteit goed. De latere aardappelsoorten beloven in alle opzichten een goeden oogst. Van ziekte werd tot heden niets be speurd. Tarwe, haver, rogge en gerst doen een goeden oogst verwachten. Minder goed staat het met de karwijde verwach tingen van het mosterdzaad zijn niet ongunstigmen vreest echter, dat het wat te licht van gewicht zal worden. Koolzaad, het weinige dat er verbouwd wordt, belooft vrij goed te worden. Boonen zijn vrij goed erwten middelmatig men he ft bij dit gewas veel tegen den knopworm te kampen. De stand der suikerbieten en mangelwortels is be vredigend. De verschillende koolsoorten staan goedbier en daar evenwel verneemt men klachten over de z.g. «dwarshar- tigheid" der sluitkool en over de eene tot heden onbe kende ziekte aan den wortel der roode kool. De pogingen, door gemeentp- en polderbesturen, alsook door de landgebruikers zelf, aangewend tot bezwering der rattenplaag, zijn aanvankelijk met goeden uitslag bekroond het ongedierte vermindert zeer. Het is intusschen noodzakelijk de best rijding nog voort te zetten. De berichten over de bloembolgewassen zijn minder gunstig. Appels, peren en steenvruchten zullen een zeer geringen oogst opleveren. Beter staat het met aalbessen, kruisbessen en frambozen deze zijn in voldoenden voorraad aanwezig. Ook de aarbeien zijn dit jaar goed uitgevallen. Over het geheel genomen zijn de verwachtingen van den oogst bevredigend. Scheidsgericht onder de schoolgaande jeugd. Over dit onderwerp heeft de heer L. M. de Boer, voorzitter en algemeen secretaris van den »Wereidbond voor vrede fen vrij internationaal verkeer" een rede ge houden in de vergadering van den Bond, op 9 Juli 1.1. te 's-Gravenhage, waaraan het volgende ontleend is. De heer De Boer besprak daarin de wenschelijkheid om alle politieke verschillen in de toekomst op te lossen door rechterlijke uitspraak, maar wees er tevens op, hoe moeilijk het zal zijn zulk een hervorming in het volken- leven te brengen. Het is toch waar, dat het tegenwoordig geslacht, de groote meerderheid ten minste, die zoo krach- tigen invloed kon uitoefenen op de regeeringen, voor bovengenoemd beginsel nog niet rijp is. Men lette maar eens op de lauwheid, ja totale onverschilligheid, waar mede de vredesbewegingen van onzen tijd door de groote massa worden bejegend. «De naaste hoop alzoo de spr. moet dus het meest gericht zijn op «het aankomend geslacht", het jonge volk, dat nog de inrichtingen van lager-, middel baar- en hooger onderwijs bevolkt. Op dit jonge volk, dat eens op de schouders van het tegenwoordige zal staan, moeten wij trachten te werken met al wat in ons is. ,Ons streven moet zijn, dat zij betere denkbeelden in zich opnemen van waarachtige humaniteit en volken moraliteit dan wij van onze opvoeders overnamen. «Reeds geschiedt dit in vele inrichtingen van onder wijs en opvoeding door een betere behandeling der va- derlandsche en algemeene geschiedenis. Reeds wordt daar gegeven, vooral in de minder militairistische landen, niet meer een geschiedenis van oorlogen, vol van zelfverheer lijking en minacuting voor naburige volken, zooals die in onze jeugd werd gedoceerd, maar de ware geschie denis der volken, van hun lotgevallen en levensverwis selingen, van hun idealen en hervormingen, van hun handel en nijverheid, wetenschap en kunst, van hun vooruitstreven naar het betere, het hoogereeene maatschappelijke of sociale geschiedenis alzoo, waarin ge welddadige worstelingen en omkeeringen eerst een nood zakelijke, dan een meer ondergeschikte, en eindelijk een treurige rol spelen. «Dat is reeds een groote stap vooruit in de goede richting." Vervolgens releveert de heer De Boer, dat de vereeni- ging »La fraternité des Peoples par Correspondance" de grensscheidingen tusschen de verschillende volken tracht weg te nemen, en vriendschappelijke verbintenissen te bevorderen, door elkandërs taal, elfeanders zeden en ge bruiken te leeren kennen en waardeeren. De heer P. Mieille, leeraar aan het Lycée te Tarbes heeft, met behulp van den heer "William Stead, den moedigen bestrijder van het Engelsche imperialisme overeenkomstig daarmedereeds eone correspondentie tusschen Fransche en Engelsche jongens en meisjes in gesteld, waaraan nu na een paar jaren van bestaan, reeds 2000 scholieren deelnemen. Ook in Maart 1897 richtte de «Neuphilologenverband" van Saksen, met uitstekende goede uitkomsten, voor de jeugd eene «Deutsche Centralstelle für internationalen Briefwechsel" op. In verschillende landen bestaat eveneens een tijdelijke ruil van kinderen in de vacantie. Een jonge Franschman b.v. gaat zijn Duitsche vriendjes met wie hij gecorres pondeerd heeft, opzoeken en omgekeerd. Een dergelijke ruil, maar dan van volwassen jongelui, heeft hier te lande reeds sedert eenige jaren plaats bij boerenfamilies uit de landbouwstreken van Friesland en Groningen met die van Zeeland, met het doel om van elkanders landbonwkennis en ervaringen te profiteeren, en het goede dat men van elkander geleerd heeft, op eigen velden toe te passen. Dit alles is echter alleen voor de meergegoede standen, en spr. meende dat er meer kan worden gedaan iets waaraan het jonge volk der toekomstin de laagste zoowel als in de hoogste kringen kan meedoen tot heil van het geheele menschdom. Hij zon n.l. wenschen dat reeds aan de lagere en middelbare inrichtingen van onderwijs of opleiding het beginsel recht gaat boven macht, ook practisch in toepas sing werd gebrachtdat daar dus niet langer het recht van den sterkste het vuistrecht als het hoogste recht mocht gelden maar als schandelijk onrecht werd gebrandmerkt; dat alzoo de onderlinge geschillen en veeten niet door vuistrecht, maar door een door de leerlingen zelfgekozen blijvend scheidsgericht werden uitgemaakt aan welker uitspraak allen vrijwillig zich verbonden zich te willen onderwerpen. Zulk een scheidsgericht zou van zeer gun- stigen invloed kunnen zijn op de ontwikkeling van het rechtsgevoel bij het aankomend geslacht. Omtrent de nadere samenstelling van zulk een scheids gericht wenschte de heer De Boer vooreerst te zwijgen. Het beste zou z. i. zijn dit geheel over te laten aan hoofden van scholen, die een proef zouden willen nemen. JEen Krnger-nionumenf. Men schrijft uit St. Moritz-Bad aan de »N. R. Ct." »Een der meest gezochte wandelingen voor wie niet tegen wat klimmen opzien en de heerlijke, versterkende berglucht wenschen in te ademen, is naar het op een hoogte van 1960 meters gelegen restaurant Ober-Alpina. Tegen de flank van het gebergte, door de bosschen, die het tooien, is een flink pad aangelegd. Op een wandeling naar genoemd restaurant, een honderdtal meters daar onder, werd ik alleraangenaamst getroffen door een aan den zoom van het pad oprijzend rotsblok, dat een meter ongeveer hoog en een halven meter breed is en een monumentalen vorm heeftwaarin met groote daarin uitgehouwen en met roode verf aangesmeerde letters te lezen stondVivat Kruger Africanus. Met zorg was dat opschrift aangebracht. Bij het voorbijgaan ontblootte ik het hoofd als een hulde aan den grooten, eerbiedwaar- digen Afrikaner. Maar wat zal de gewaarwording zijn van de vele Eugelsehen die daar voorbij komen. Een negenhonderdtal waren hier op 1 Augustus. Verreweg de meesten zullen het monument hebben gezien. Wie het oprichtte is een mysterie gebleven." Zitting van 15 Augustus 1902. N. H., A. S., Castricum, overtreding leerplichtwet, ieder f 1 boete of 1 dag hecht. K. A., Huiswaard, overtreding spoorwegreglement f 5 boete of 2 dagen hecht. A. E., F. R., Alkmaar S. v. T. Amsterdam, overtreding politieverordening, de le f 1 boete of 1 dag hecht., de 2e en 3e ieder f 0.50 boete of 1 dag hecht. J. W. H., Stompetoren, T. P., C.de G., Schermerhorn, C. A. Akersloot, orde verstoren, ieder f 4 boete of 2 dagen hecht. J. v. N., Schoten, P. O., Haarlem, H. H., Heiloo, G. B. B., I. B., H. C. S., J. N. S., K. V., J. A. B., A.S., Alkmaar, A. J. B., Amsteidam, W. J. v. E., K. N., zonder bekende woonplaats, dronkenschap, de le, 2e, 3e, 8e, 9e, 11e en 13e ieder f 1 boete of 2 dagen hecht., de 4e f4 boete of 2 dagen hecht., do 5e f 1.50 boete of 2 dagen hecht., de 6e f 6 boete of 3 dagen hecht., do 7e f 3 boete of 2 dagen hecht., de 10 2 maal 3 dagen hecht., de 12e f 2 boete of 2 dagen hecht. lULKlIttijSCHU ELEKTBO- M ACH 1WF1 I WOK» IEF»S- SCIIOOI. te JIinUMIJ. STA.VTS-ICIXDKXAJIKX». Directeur JfiMTZKlV. Prikkelde het honderdstemmig hoongelach Hanspeter of de tegenspraak van den burgemeester In zijn bleek gelaat verschenen bruinroode vlekken en zijn stem kreeg een klank, die haar anders heelemaal vreemd was de klank van taaie eigenzinnigheid. «Wa'k met 't huisje doe? Daar zeg 'k op, wat Nannemie d'r buurman ook zeitd's m ij n zaak ik betaal, ik betaalen meer geld hèt 'r een gezegdis meer recht. Dat zoo iets waar kon wezen dat ha'k nooit geloofd. Nou he'k 't motten leeren... van jullie!" Een paar der gemeenteraadsleden schreeuwden tegen Hanspeter in de een wou het bod in ernst aannemen een ander probeerde lachend, den prijs nog op te drijven. En van den muur riep een vroolijke stem »de bochel apostel wil vast zijn warm thuis hebben in de kerk is 't nou 'n beetje koud." Tegelijkertijd riep een ander »pas 's op de «heb-mekaer-lief trouwt met de huisjes- flikster 1 Dan motte ze toch 'n dak hebben boven hun liefdesgeluk en dan zetten ze 't heksen voort in compenie Weer brak het gelach los. Slechts een enkele onder de honderd boeren was niet tot lachen gei eigd: de buurman der huisjesflikster. Woedend schreeuwde hij den burge meester toe: »ik heb mijn bod gedaan! Die Boheemsche zetskap daar, die behoort niet tot de gemeente, die mag geen bod doen Over mijn bod mot gestemd worden üa's mijn reehtIk betaal mijD belasting I Mijn recht wil ik hebben En rust in de buurt 1 Zulke histories o nee dan he'k veel liever onzen lieven Heer op m'n pokkel, dan den duivel an m'n nek 1" «Heeeregod Jij hiemde Hanspeter hem in 't ge zicht, «jij durf nog «Heeregod" zeggen Doet dat heilig woord jou niet stikken, jou Die het dichtst bij den gebochelden apostel stonden, staak ten het lachen en keken hem verwonderd in het verouderde gelaat zoo verwonderd, alsof een welopgevoed larn- vroom en geduldig werkpaard op onverklaarbare wijze plotseling schichtig en schuw geworden was, zoodat men zich in acht moest nemen voor zjjne hoeven. (Wordt vervolgd.) hét voor jou toch geen nut. Wat doe je 'r dan mee?" «Wa'k 'r mee doe, da's mijn zaak 1" krijschte de buur man. Ik betaal En 'n ander gaat 't verder niks an Ik betaal Ik betaal 1" Uit den kring der boeren klonk op een harde, droge stem: «wie beter betaalt hèt beter recht!" 't Was de beekboer, bij wien Hanspeter als bersherder had gediend. «Ik ben 'r voor, dat men de huisjeEfiikster tegen George de huur opzegt." Met knikkende hoofden stemde reeds de helft der boeren met dat voorstel in, toen zich een hooge piepende stem liet hooren «dan mot msn toch eerst de huisjesflikster nog vragen, of ze misschien niet nog meer biedt as 'r buurman. Geld is geld wat kan 't mij scheelen, waar 't vandaan komt Hierop kwam de levende muur, die den burgemeester omringde, aan het dringen en zwenken. «Laat me'r in 1" riep Hanspeter met benauwde stem. «Om Christi liefde, goeie menschen, laat m'r in ik heb wat te praten met de gemeenteWat zijn smeekende woorden niet bereikten, dat speelden zijn duwende ellebogen klaar de zwarte muur opende zich, zooals eenmaal de rots voor Mozes staf. Toen de boeren Hanspeter zagen, begonnen de meesten te lachen. Een paar anderen spotten: «wat wil die dan Wat hèt die dan mee te praten in de gemeente?" Van af den kerkhofmuur riep de Staudamer Michiel«Nou, jongens, pas op, nou wordt 't lolligNou begint ie te preeken Hij sprong van den muur op de straat, drong door in den kring der boeren, om heel dicht bij het ver wachte evangelie te wezen, en de andere jongens volg den hem in 't lachen na. Van uit de vroolijke drukte, die Hanspeter omgaf, kon men al zijn bijnamen ver nemen bochelapostel, boheemsche Peter, kattelek, ratte- spek, verliefde Christenheid, druip-Hunnes, bemint-elkaar en tongenpijn. Ademloos, met krijtwit gelaat, had Hanspeter zich een weg tot den burgemeester gebaand. Deze scheen zich te midden van dat roerige optreden der vergadering niet op zijn gemak te gevoelen. Reeds een paar malen had hij de hand opgeheven om stilte te gebieden. En toen Hanspeter voor hem stond, gromde hij hem toornig toe «wat haal je daar nou voor stukjes uitGa verder en maak da' je thuis komtin plaats van dat je me de lui allemaal gek maakt!" Over al de honderd koppen werd het plotseling muis stil niet, omdat de burgemeester stilte had geboden, maar omdat zij allen nieuwsgierig waren wat de ge bochelde apostel te zeggen en te prediken had. Hanspeter haalde diep adem en drukte met bevenden arm den kapotten stoel tegen zijn borst. «Waldhofer Toen uit dien dubbelmensch die magere knapenstem kwam lachten allen weer. «Waldhofer geld, hèt 'r een juist gezeid en en as 't de gemeente niks kan schelen, waar 't vandaan komt, 't geld. en as 't mijne niet slechter is as 't geld van andere luien Het spreken begon Hanspeter zoo zwaar te vallendat het was alsof elk woord hem aan de tong zat vastgegroeid waarvan hij het eerst met al de kracht van zijn wil moest losrukken, en vijftig mark bied ik. 't Geld heb 'k thuis, dat kan 'k vandaag nog betalen." Op een heuschen boer werkt niets ter wereld zoo ko misch als dat iemand zijn geld zonder nut of doel op den wind strooit. Daarom steegtoen Hanspeter zijn bod had gedaan uit den honderdkoppigen kring een klinkend gelach op. De beekboer riep «die gaat met 't geld om, asof 't mijn karnemelk was!" Alleen de burgemeester zette een verdrietig gezicht hij scheen te bedenken het geld, dat Hanspeter weg gooien wil, dat is het goeje loon, dat ik 'm heb uitbe taald Zonde en jammer En terwijl de anderen nog altoos lachten, zei hij tot Hanspeter«Wat komt jou toch in den kop! Jou eeuwige dwaas, jou goejertMot je je dan altoos door anderen plukken laten. Want da'j 't huisje niet voor je zeivers hebben wiltdat weet'k welJe heb toch bij mij je onderkommen. Wat wou jij dan met dat huisje beneden doen Kommaak da'j wegkomt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1902 | | pagina 6