De Dorpsapostel.
No. 99.
Honderd en vierde jaargang.
1902.
WOENSDAG
20 AUGUSTUS.
Amsterdamsche Brieven.
Buitenland.
FEUILLETON.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,8©franco door het
gebeele rijk f 1,
3 Nnmmers f ©,Ott. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prjjg der gewone advertentlën
Per regel f D,1S. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
k ZOONVoordam C 9.
Telefoonnummer 3.
KENNISGEVING.
Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te Alkmaar
brengtop grond van artikel 1 dei' wet van 22 Mei
1845 (Staatsblad No. 22) ter kannis der ingezetenen
dat bij hem ingekomen en aan den Ontvanger der Rijks
directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering
zijn overgegeven:
3 kohieren der bedrijfsbelasting No. 3, 4 en 5, voor de
dienstjaren 1902/1903 en 1901/1902 executoir verklaard
door den Directeur der directe belastingen in Noordhol
land te Amsterdam den 16 Augustus 1902
dat ieder verplicht is zijn aanslag op de bij de Wet
bepaalde wijze, te voldoen en dat heden ingaat de termijn
van zes weken, binnen welken daartegen bezwaarschriften
kunnen worden ingediend.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd
Alkmaar, den 19 Aug. 1902. G. RIPPING.
XXII.
Daar staan we nn voor het ellendige geval waarover
al eenigen tijd gemompeld werdB. en W. hebben aan
den Gemeenteraad aangeboden de door hen opgemaakte
Begrooting van Inktomsten en altgaven voor
het jaar 1903 en zij stellen daarbij voor het percentage
der inkomstenbelasting te brengen op 5V4 pet. en het
getal der opcenten op de personeele belasting op 50120.
't Is maar geen kleinigheid.
Wat misschien nog het ergste is van deze belasting-
verhooging is het feitdat zij niet het gevolg is van
toevallige omstandigheden, die een volgend jaar niet meer
zullen aanwezig zijn integendeel de hoogere uitgaven
geschieden voor afdeelingen waar zij ieder jaar zullen
terugkeeren en nog eer zullen stijgen dan verminderen.
Die afdeelingen zijn het onderwijs (ongeveer f 452.000
hooger geraamd), het armwezen (f 194.000 hooger ge
raamd) en vooral de post rente en aflossingen (f 573.000
hooger geraamd).
Alleen het lager onderwijs zal f 400.540 meer vorderen.
Daarvoor zuilen de jiarwedden der onderwijzers verhoogd
worden met f 287,000 terwijl aan het hoofd van scholen
staande wegens gemis van vrije woning f 8000 zullen
worden uitgekeerd. Bovendien zijn de kosten van het
herhalingsonderwijs ruim f 40000 hooger geraamd die
van de verlichting de verwarming en het schoonhouden
der schoollokalen ruim f 26000 en die van het plaatselijk
schooltoezicht ruim f 12000. Het middelbaar en hooger
onderwijs legt beslag op f 52000 meer.
De verhooging van de geiden voor het Armwezen is
voornamelijk een gevolg van meerdere uitgaven voor de
verpleging van arme krankzinnigen, voor de beido Gast
huizen voor de Stadsbestedelingen, voor de Huiszittende
Armen en voor het Armenhuis, altemaal subsidies, waar
aan in de toekomst ook niet meer zal zijn te tornen.
Eindelijk de post rente en aflossingen. Ook hier
staat men voor niet te ontkomen verplichtingen. En
wanneer eerlang nog weer ettelijke millioenen zullen
moeten geleend worden om te voldoen aan den plicht
Roman naar het Duitsch van LUDWICH GANGHOFER
door
W. ZAALBERG.
Uitgave van H. J. W. BECHT te Amsterdam
verkrijgbaar a f 4,50 bij de Uitgevers dezer Courant.
28)
In het eerste oogenblik bleef de tegenspraak Nannemies
bnurman in de keel steken maar toen kwam hij los. »Zoo
een wat die zich verbeeldtas of een botervaatje 'n
koekpot was 1" Hij wendde zich naar den burgemeester,
>de gemeente mot stemmen En nou gauwnou gun
'k geen vree, voordat 'r rust is in de buurt. Die insecten,
die twee, die motten me de buurt uit!" Vervolgens
keerde hij zich weer naar Hanspeter »wat vermeet zich
die al nietin de gemeente zoo'n gemeen wicht
zoo'n boheemsch met wien z'n moeder de kerk ge
schandvlekt hèt!"
Hanspeter hief zjjn bevende vuist op. En liet ze weer
zakken. Jij mot geen moeder gehad hebben jij
nietanders ko'je zóó niet over de mijne spreken 1"
Zijn zware, langzame woorden hadden een doffen klank,
alsof zjjn stem ook veranderd was. »Of be'je misschien
ook een van die de deur van mijn moeder dichtgegren-
deld hebben Jij, Christen Jij, Christen Hij
zei dat woord op de manier, waarop men een vuistslag
uitdeelt.
»Nou begint 't!" schreeuwde de Staudamerknecht tus'
schen het lawaai en gelach der anderen. »Nou begint
't, vChristen" hèt ie gezegd, en de »liefde" volgtIn
één blazer brengt ie 'r zoo'n dubbelwoord niet uit!"
Een der lachende knapen klopte Hanspeter welwillend
op den schouder: »Je heb gelijk, Peter Geef'm je preek
de burgerij van voldoend drinkwater te voorzien een
enorme uitgave die niet gepaard gaat met meerdere in
komsten, is 't te voorzien, dat deze afdeeling nog hoogere
eischen zal stellen aan de belasting-betalenden.
Uitzicht dat er bij de behandeling der Begrooting in
den Raad bezuinigingen van beteekenis zullen kunnen
worden aangebrachtbestaat er al evenmin. B. en W.
hebben uit eigen beweging reeds den post voor het onder-
hoad van wegen straten en pleinen f 166.000 minder
geraamd dan in 1902 dit zegt genoeg dat ook zij
doordrongen zijn geweest van de noodzakelijkheid om te
sparen wat maar kan. Doch dit streven baat niet, waar
voortdurend de salarissen verhoogd worden en de Raad
maar steeds geneigd is meer geld beschikbaar te stellen.
Wanneer er een belangrijke voordracht aan de orde is,
dan is dat nooit om wat te bezuinigen; steeds zijn meer
dere uitgaven ervan het gevolg. Zoo komt men bij de
Begrooting te staan tegenover den toestand, die het bur
gerschap van Amsterdam werkelijk niet benijdenswaar
dig maakt.
B. en W. zitten dan ook zelf, zooals maar al te duide
lijk blijkt, met het geval eenigszins verlegen. Zij wijzen
er tot hunne verdediging op, dat reeds bij de indiening
der begrooting van 1895 door het toenmalige Dagelijksch
Bestuur werd geschreven »Om bij deze groote en daarbij
normale stijging van de uitgaven voor het onderwijs en
het armwezen de begrooting niet op een nog hooger
eindcijfer te brengen, heeft men zich bij de begrooting
der andere takken van dienst tot het strikt noodzakelijke
moeten bepalen." En zij laten daarop volgen In den-
zelfden geest is ook deze begrooting opgemaakt en zeker
is groote omzichtigheid noodig ten einde de stijging der
gewone uitgaven zooveel mogelijk te beperken. Duidelijk
blijkt echter da behoefte aan eene Rijks-wetgeving, welke
de Gemeente bevrijdt van lasten welke jaarlijks stijgen
buiten verhouding tot de toename der baten.
Dit alles moge waar en goed bedoeld zijn als pleister
op de wonden, maar 't neemt niet weg, dat deze zullen
blijven schrijnen en men zich in de eerste weken voor
bereid kan honden op bittere opmerkingen van booze
mensehen. Er zal gemopperd worden over geldverspilling,
er zal betoogd worden dat er te Amsterdam duizenden
zijn, die de belasting ontduiken, er zal gejammerd worden
over de onhoudbaarheid van den toestand maar tot
verlichting der lasten zal men daardoor niet komen.
Zooals gewoonlijk zal ook hier wel weer betalen het slot
van het liedje zijn. Alleen de bestuurderen van omlig
gende gemeenten zullen zich In de handen wrijven hoe
hooger het belastingbiljet in de hoofdstad wordt, des te
krachtiger zal de trek naar buiten worden.
Laten wij van dit sombere onderworp afstappen en met
iets grappigers besluiten.
Sedert eenigen tijd herbergt Amsterdam een Bedou-
lenen- karavaan, die voorstellingen geeft op het terrein
van de Amsterdamsche Wielerbaan aan den Zeeburger-
dijk. Een aantal Amsterdamsche dames, die van verveling
niet weten wat zij doen zullen, hebben het nu in haar
bol gekregen om deze Arabieren erg aantrekkelijk te
vinden. Zij gaan er alle dagen heen en vinden er niets
Die hèt 't verdiend! Die weet niks van de liefdez'n
ouwe houdt 't met een ander."
Terwyl de boorman van Nannemie, vertoornd over die
lage plagerij, met groot lawaai begon te schelden, scheen
Hanspeter eensklap kalm geworden. Hij drukte de stuk
ken hout van den gebroken stoel aan zijn borst, keek
met een blik vol pijnlijke bekommering over al die
lachende gezichten heen en knikte. »Ze zijn al, zooas ze
motten zijn de menschen.... hèt ie gezegd Met een
bitteren lach wendde hij zich naar den tierenden bnur
man »God zegen je, heer neefgoed bespijkerde
schoenen heb je an mijn hart hèt 't motten onder
vinden Zeg, blijf 'r 'n anderen keer niet zoo lang op
staan 1" En Hanspeter kon daarbij zelfs nog lachen
met een lach, die klonk alsof er een glas stuk sprong.
Maar zijn kalm woord en zijn lachen verdween in het
lawaai, dat hem omringde.
»Nou, wat is 'r V' schreeuwde Michiel. »Yoor den dag
met je heilige toon! Voor den dag met je gepreek Van
daag hebben we 't weer is noodigEnkel onchristenen
zijn 'r by mekaar Niet een »an ons het de liefde 1"
Die spottende woorden brachten Hanspeter's met moeite
herwonnen gemoedsrast aan het wankelen. In zijn blauwe
oogen die anders zoo stil en zacht keken vlamde de
toorn op. »Spot niet, jij. As 'reen het preeken noodig
hèt, dan ben jij 't
»Je heb gelijk Je heb geljjk Pak nit met je preek
Pak me met de liefde Want je mot weten ik ben
de eerste, die die vrouwlui, die twee, met hazelaarstokken
de buurt uitransel."
Verschrikt bnkte Michiel zich, toen hij die lompe vuist
zich zag opheffen.
Maar weer dwong Hanspeter zich tot kalmte. Zijn
adem ratelde echter. »Nee, mensch Zeg, wa'j wilt
vandaag heb ik onzen goeien heer pastoor met hand
slag beloofd da'k kalm zon wezen 1" Hij hief zijn bran
dend gelaat op. »Hè, menschen ga non nit mekaar, men-
schen Om bet lawaai en gelach te overstemmen, won
hij kracht in zijn stem leggen, maar ze klonk daardoor
in met da kerels te redeneeren als waren 't onberispelijke
cavaliers. De vorige week werd er een bruiloft op z'n
Arabisch vertoond en toen is een artiste ter wille
van de talenten van het meisje zal ik haar hier niet
nader aanduiden zoo verliefd geworden op den held
van de vertooning, dat zij onstuimig begeerde naar de
rol van bruid, zij 't dan ook eene, die men ten stadhnize
niet kent. Een plan de campagne was spoedig gemaakt,
's avondsjkwam er een rijtuig aan het Bedoeienen-kamp,
Habdan Saleh sprong er vlug in, de zweep werd over
de rossinanten gelegd en voor de woning der jonge dame
werd stilgehouden, 's Nachts bleven zij daar en don vol
genden morgen zijn zij naar Aken vertrokken. Als Hab
dan Saleh nn bij nadere kennismaking maar niet tegenvalt
Voor de Bedoeiïnen-collectie is het geval geen slechte
reclame. Er zijn verscheidene vrouwen met zeer brave
gedachten die zich nn met eigen oogen willen overtui
gen wat er nn voor bijzonders aan zoo'n Arabier is.
Ik geloof dat zij zich zullen ergeren aan het gedrag
harer zusteren de vrouwen van de halve wereld die
hier kwistig rondspringen met geld waarop de woestijn
bewoners erg belast zijn zoodat zij den geefsters hun
vurigste blikken toewerpen. Wat znllen die menschen
als zij eens eenmaal in huu geboorteland zijn teruggekeerd,
wonderlijke verbalen doen van de Wostersche beschaving
Eén ding helptwat zij opdisschen zal zoo ongeloofljjk
bevonden worden dat de wijze Mollaks znllen prevelen
in huu baard als om te zeggen dat niets zóó besmet
als overdrijving en lengen. En als Habdan Selah mooht
vertellen van zijne blanke artiste dan zal men hem
wijzen op de meest bejaarde vronw van den stam en
vragen hoeveel jaar de blanke dnive nog onder was.
De reputatie der Europeanen in de binnenlanden van
Afrika is gunstiger dan hnn wezen.
Iets grappigers zoo schreef ik zooeven. Maar zon
de qnalificatie »iets nog trenrigers" eigenlijk niet juister
zijn
MLI'ÏSUIIMNH, Tot de groote najaarsmanoenvres,
die dit jaar in Posen zullen worden gehouden, heeft de
Keizer eenige bnitenlandsche generaals nitgenoodigd, ge
noemd worden de Engelsche opperbevelhebber lord Roberts,
luitenant-generaal sir T. Kelly-Kenny, minister Brocjrick,
graaf Ronza di San Martino, Italiaansch minister van
oorlog en de Amerikaansche generaals Wood, Tonng en
Oorbin verder nog prins Lodewijk van Beieren en aarts
hertog Frans Ferdinand van Oostenrijk.
Zouden Botha, de la Rey en de Wet den Keizerlijken
gastheer niet in de gedachten zijn gekomen, of wil hij
liefst iedere verlevendiging der herinnering aan zijn be
rucht telegram van 1896 aan Krnger gezonden, vermijden?
De berichten ait Berlijn noemen den toestand van
professor Virchow achteruitgaande en op het oogenblik
zelfs zeer ernstig zijn vrienden maken zich zeer ongernst.
EXttflüIi -%1MD. De Boerengeneraals kwamen den 16
te Southampton aan met de »Saxon" die tegelijk 1650
man Engelsche troepen uit Zuid-Afrika aanbracht.
nog schraler, snijdender en schriller. Eén ding, menschen,
één ding m o k je zeggenen da's geen preek
da's enkel een woordje, een waar Zijn zwaar lichaam
richtte zich op, zoodat hij met zijn schouders bepaald
uitgroeide boven al de hoofden. Menschen doe me
die Nannemie niks an Ik zeg 't julliePraat me van
dat goeje wijfje niks geen kwaad I 't Is alles niet waar
Die hondt 't met onzen lieven Heer en niet met den
dnivel 1" Onbekommerd om de spotwoorden en bijnamen,
die zij hem lachend van alle kanten toeriepen, sprak hij
voort»het vaam hout bet 'n ehristenmensch 'r uit
barmhartigheid geschonken. En wie dat kan jullie
de burgemeester zeggen D i e weet 't 1"
De boer van de Woudhoeve was verlegen geworden.
Hij scheen nu wel is waar te weten, wat hij bevestigen
zon maar hij scheen het politieker te vinden, om zijn
jongen niet in den mail der menschen te werpen. En
hij bromde enkel: »wat zou 'k weten!" En dat hoorden
ter nanwernood de twee, die naast hem stonden.
In het toenemend rumoer had de Staudamer Michiel
geschreeuwd »liegen doet ie, non wil ie de ouwe er met
lengen weer uithelpen Een fijne aposteldie 't lengen-
evangelie preekt 1"
Dat hoorden allen. Alleen Hanspeter scheen doof te
wezen.
»En ik, menschen i k ben 't geweest," riep hij, »i k
ben 't geweest, die het vaam hout voor d'r heb klein
gemaakt 's nachts 1 Mij hèt de nachtwacht gezien 1 En
i k, menschen kijk, dat mo'je nn toch zelf toestem
men ik ben toch zeker geen dnivel Non, is 't
niet zoo
't Kon wel wezen, da'j d'r toch een bentklonk
een schampere stem nit den kring der verbluften en
schreeuwers»een van die domme duivels, weet je
Onder het schaterlachen, dat die uitval wekte, trok
een halfwas knaap, die bij de zaak zijn privaat-voordeel
hebben won, de ziiplank van den verongelukten stoel
onder Hanspeters arm weg en sloeg hem er mee op den
breeden rug, dat 't kletste.
Wordt vervolgd.