De zending in Nederlandsch-Iadië. Honderd en vierde jaargang. 1902. ZONDAG 24 AUGUSTUS. Nederland. NO. 101. Tweede blad. ALkflAARSCIIE COURANT. Deze Courant wordt Binsdag-, Doaderdag en Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele rijk f 1» 3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnummer 3. Prjjs der gewone advertentlën Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOONVoordam C 9. In de jongste aflevering van het maandschrift 'Onze Eeuw vestigt Dr. J. R. Callenbach er de aandacht op, dat met de optreding van het tegenwoordige ministerie niet, zooals meermalen beweerd is, een nieuw tijdperk voor de Christelijke zending is .ingeleid." Tot die meening hadden aanleiding gegeven de bekende woorden in de troonrede»Als Christelijke Mogendheid is Nederland verplicht in den Indisehen Archipel de rechtspositie der inlandsche Christenen beter te regelen, aan de Christelijke zending op vasten voet stenn te verleenen en geheel het regeeringsbeleid te doordringen van het besef, dat Ne derland tegenover de bevolking van deze gewesten een zedelijke roeping heeft te vervullen." Drieërlei plicht werd daarin vermeld. De eerste en de laatste was boven bedenking verheven. De rechts positie der inlandsche Christenen eischt betere regeling en weinigen zullen ontkennen, dat Nederland jegens de inlandsche bevolking een zedelijke roeping heeft te ver vullen, die het maar al te dikwijls ter wille van stof- feljjke voordeelen schromelijk heeft verwaarloosd. Maar wat er bedoeld werd met het op vasten voet steun ver leenen aan de Christelijke zending, was duister. Men kon er in lezen een partijtrekken van de regeering voor het Christendom tegen den Islamen dat werd door velen zeer terecht bedenkelijk geoordeeld niet alleen, maar in strijd met het beginsel, dat het Nederlandsche gouvernement ten aanzien van de Mohammedaansche be> volking had aangenomen en openlijk verkondigd. Na het licht, dat bij de beraadslaging in de Staten-Generaal over de inzichten der regeering is opgegaan, is deze on rast echter aanmerkelijk verminderd. Men bleek het ten slotte vrij wel eens te zijn. Dr. Callenbach, overtuigd voorstander eener kraehtige zending, die in het Chris tendom den eenigen band ziet, waardoor Indië duurzaam aan Nederland kan worden gehecht, omschrijft de eischen der zending als volgt: »Nu vraagt de zending niet om voorgetrokken te wordenveel minder vraagt zij, dat de regeering moeilijkheden legge op den weg der be lijders van andere godsdiensten; maar zij stelt den eisch, dat aan de inlanders niet den indruk worde gegeven wat maar al te vaak is geschied alsof het Christen dom een gedulde godsdieust ware, die niet als een wet tige kan worden beschouwd. Dat de inlander bij zijne dorpsgsnooteu moeilijkheden ervaartals hij Christen wordt, is natuurlijk, dat is ook niet zoo heel erg, be kwame zendingsvrienden achten dit zelfs een zegen. Maar toont de regeering op dit punt den Christen een onvriendelijk gelaat, dan protesteeren wij daartegen met alle macht." Tegen die eischen kan geen bezwaar bestaan. Toen de resident van Ternate over de prediking van het Christendom op Halmaheira met den Sultan had ge sproken, voerde hij het woord in een volksvergadering en zei o. z,, dat noch de Sultan, noch het Nederlandsche gouvernement het Christendom verbiedt dat de inlander, die Christen wil worden, daarin geheel vrij is, maar dat die overgang hem niet ontheft van de verplichting om belasting te betalen aan den Sultan, heerendiensten te verrichten en aan de wettig aangestelde hoofden ge hoorzaam te ^jjn. Zulk een houding, zegt de heer Cal lenbach, schept een zuiveren toestand, en wij zeggen het hem gaarne na. Dat de predikiag van het Christendom in Indië echter met ernstige bezwaren gepaard kan gaan, wordt ook door hem erkend. Er bestaat op Java en Sumatra een gevaarlijk Mohammedaansch fanatisme waarvan laat stelijk nog tijdens de troonsbeklimming onzer Koningin een merkwaardig staaltje is aan het licht gekomen. Een rede, bjj die gelegenheid in veie mockeeën uitgesproken, ofschoon door een «afstammeling van den profeet" ge steld, gaf aan vele Mohammedanen ergernis, als te vleiend en te vriendelijk voor een ongeloovige. Een ander .af stammeling van den profeet", een man van hoog aanzien onder de Moslims, trad op als zijn verdediger, maar op welke gronden! Wat kwaad steekt er in, vroeg hij, een ongeloovige veie bezittingen en kinderen toe te wen- schen Dit is geen zegenmaar volgens den Koran een beproeving of verzoekingen het klinkt niettemin een ongeloovige aangenaam in de ooren. Een verstandig man bejegent de menschen vaa zijn tijd met vriendelijke voor komendheid, evenals men wilde dieren traeht te sussen want vriendelijkheid is fijn beleid, dat niet aanbrengt en nadeel afweert. Daarom ergere zich niemand aan een gebed, dat een ongeloovige welgevallig is. Immers Hij, die de verstolen blikken kent en weet wat in het ge moed omgaat, kent de gedachten zjjner dienaren en be vroedt hun geheimen. Inderdaad, menschen die zulk een leer prediken en in praktijk brengen, zijn niet te vertrouwen. Zij huilen met de wolven in het bosch, en hnn goede wenschen en woorden van genegenheid hebben met eerlijkheid en oprechtheid niets te maken. Reeds vóór het optreden van het tegenwoordige kabinet sloeg onze regeering den arbeid der zending met belang stelling gade, schrijft de heer Callenbach en steunde zij dien welwillend. »Ds zendingsgeschiedenis herdenkt met dankbaarheid wat liberale ministers als Fransen van de Putte, van Dedem, Cremer, voor de Chr. zending hebben gedaan". Hij vermeldt met ingenomenheid de regeerings- circulaire van laatstgenoemden minister, waarin gelezen werd, .dat het zendingswerk ten volle aanspraak mag maken op stenn waar dit niet geacht kan worden de openbare rust en orde in gevaar te brengen". Ook tegen die laatste woorden heeft hij geen bezwaar en dat zou ook moeilijk kunnen, d$ar wij gezien hebben, dat hij voor de werkelijke gevaren van hot Mohammedaansch fana tisme niet blind is. Hij vreest ook niet, dat de bezorgd heid voor rust en orde zal blijken alle welwillendheid voor de zending ten slotte te verdrijvenwant in de eircnlaire werd er op gewezen, dat misvatting van de bedoeling en het werk der zendelingen voor een groot deel voortspruit nit onbekendheid met hun arbeid. Zal ooit het Christendom onder de Mohammedaansche bevolking van Nederiandsch-Indië zooveel veld winnen, dat het een band zal worden tusscben die bevolking en den Nederlandsehen staat Die weet hoe betrekkelijk zeldzaam de bekeeringen zijn onder de zenen van den Islam, zal aarzelen de vraag toestemmend te beantwoor den. Komt daarin niet een groote verandering, dan zul len in elk geval nog eeuwen moeten voorbijgaan, voordat dit gunstig gevolg zal zijn verkregen. Groote moeilijk heden zullen intusschen overwonnen moeten worden. Niemand mag ze voorbijzien. Op enkele eilanden mogen zij zich minder sterk doen gevoelen, maar dit zegt niets voor Java en Sumatra. De goede uitkomsten in de Minahassawaarop ook dr. Callenbach wijstkunnen moeilijk als bemoedigend voorbeeld worden genoemd. Daar gold het de bekeering van heidenen niet van Mohammedanen. De zorg voor de openbare rust en orde zal geen voorwendsel mogen zijn om de zending te weren, waar zij zonder gevaar kan worden toegelatenmaar evenmin zal de verantwoordelijkheid der regeering licht geteld mogen worden, of voorwendsel mogen heeten wat niet anders is dan plichtbesef. Wat dr. Callenbach moge zeggen ten nadeele van de neutraliteit der regeering, die neutraliteit zal zij moeten handhaven. Partij kiezen mag zij niet, zoo min tegen als voor de zending. Maar is hier geen misverstand De regeering moet toonen in al haar daden een Christelijke regeering te zijn. Die daden moeten haar grootste aanbeveling wezen maar verder ga zij niet. Doch al blijft de regeering neu traal, daarom is er nog geen reden om, zooals dr. Callen bach doet, te spreken van een Christen volk, dat neutraal wordt en daardoor zijn -Christendom ontkent en wat niet Christelijk is steunt. Er is onderscheid tusschen de vrije actie van het volk ec het neutraal blijven van de regeering. i*uruerend. De uitslag van do heden alhier ge houden Harddraverijen, was als volgt: Internationale Harddraverij, door paarden te rijden naar verkiezing. 11 deelnemers. Eerste prijs f 200, .David A", van C. de Goede, Pur- mer, berijder C. Bier tweede prijs f 100, .Sador II", van H. K. Glas, te Loppersum, berijder J. Eusing; derde prijs f 50, «Dawnlight", van J. Koster, Heemstede, be rijder de eigenaar. Troostprijzen. Ie prijs f 50, »Fanny", van C. de Goede, Purmer, berijder O. Bier2e prijs f 25, .Shadeland Kitty", van P. Kout, Edam, berijder de eigenaar; 3e prijs f 10, .Hans" van H. de Goede, Beemster, berjjder J. Edel. Internationale Harddraver ij door Hitten, aangespannen of onder den man. 14 deelnemers. Ie prijs f 50, .Flora", van P. Pauwel, Hillegersberg, berijder A. Bos; 2e prijs f 25, .Hannie", van D. v. u. Werf, Amsterdam, berijder J. v. Kaspel3a prijs f 10, .Johanna", van .Amstel's Stal", Amsterdam, berijder C. Bier. Schadevergoeding In Kuid-Afrika. Door de Staatscommissie voor cfè Zuid-Afrikaansche schadevergoeding is opgemaakt eene voorloopige lijst, waarop zijn vermeld de namen van ben, die ingevolge de bepalingen van het Kon. besluit van 5 Febr. 1902, No. 23, voor eene uitkeering uit de door de Staatscom missie te verdoelen som in aanmerking komen, benevens de bedragen, welke aan bedoelde personen zijn toegeschat. Blijkens eene aankondiging in de Nederlandsche .Staats courant" zal deze voorloopige lijst voor belanghebbenden ter inzage liggen ten bureele van den secretaris der Staats commissie, jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland, 3 Binnen hof, te 's-Gravenhage, gedurende alle werkdagen tusschen 25 Augustus en 6 September a.s., des voormiddags van 9 tot 12 uur. Verzoeken om schriftelijke mededeelingen betreffenden den inhoud der lijst zullen onbeantwoord blijven. Belanghebbenden worden er op gewezen, dat de op de voorloopige lijst voorkomende bedragen niet in hun geheel zullen kunnen worden uitgekeerd, aangezien de te ver- deelen som daartoe niet geheel voldoende zou zijn. Bezwaren tegen de voorgestelde verdeeling kunnen schriftelijk bij de Staatscommissie worden ingediend tot en met 9 September a.s. Aanstonds na dien datum zal de definitieve lijst der uitkeeringen onherroepelijk worden vastgesteld. Akersloot. De leerlingen der school te Kooger polder maakten Woensdag 20 Aug. een uitstapje met rijtuigen naar Bergen en Egmond aan Zee, en over Heiloo en Alkmaar terug. Het feestje slaagde uitmuntend, alleen overviel de regen 's avonds de terugkeerenden, wat evenwel aan de vreugde weinig afbreuk deed, omdat alle rijtuigen gesloten konden worden. De commissie tot wering van schoolverzuim, de ouders der leerlingen en belangstel lenden, die het tochtje mogelijk maakten, verdienen zeker een warm woord van dank. Te Kelst is nabij het station van den Centraal- spoorweg, kort nadat twee gekoppelde tramwagens het stationsplein hadden verlaten, hes vijfjarig zoontje van den machinist Pul, dat aan het station was om zijn vader van den trein te halen, waarschijnlijk dóór op een der wagens te willen springen, er ónder geraakt met het noodlottig gevolg dat het werd overreden. Het kind was terstond dood. Te Schermerhorn zal de Tuinhouwvereeniging, Zondag 14 September eene tentoonstelling honden van tuinvruchten, in te zenden door de leden dier vereeniging. Des avonds zullen in een gezellige bijeenkomst de prijzen worden uitgereikt. Ook op de in Alkmaar te houden groote tentoonstel ling zal men eene inzending van tuinvruchten doen. Veehandel in Friesland. De handel in melk- en kalfkoeien, waarvan de aanvoer behoorlijk was, kon over het algemeen vrij fleurig heeten. Er waren verscheidene buitenlandsche kooplieden ter markt. De Belgen kochten hoofdzakelijk stieren en ossen. Vette koeien, met tamelijken aanvoer, blijven goed gevraagd en de reeds hooge prijzen toonen eer neiging tot rijzing dan tot daling. Naar vette kalveren behoorlijk drukke vraag. Daar de kwaliteit zeer verschillend was, liepen de prijzen nog al aardig uiteen. Stieren voor de slachtbank, ondanks den grooten aan voer, gewild, door vraag van België en Holland. Nuchtere kalveren, met kleinen aanvoer, waren minder gevraagd, mede tengevolge van mindere vraag aan de Engelsche markt. De handel in schapen en lammeren was vrij opgewekt. De aanvoer was wel niet groot, maar over het geheel was de kwaliteit zeer goed en ook dit werkt op den handel en de prjjzen in. In vette varkens en vette biggen zeer drukke handel met oploopende prijzen, er werd voor de beste kwaliteit zells 25^2 ct. per lj1 kilo betaald. Daarentegen was de handel m magere varhens en jonge biggen stadiger. De aanvoer was: 150 stieren, 1100 melk- en kalf koeien, 200 vette koeien, 500 vette kalveren, 180 nuch tere kalveren, 2000 schapen en lammeren, 130 vette varkens, 700 vette biggen, 200 magere varkens, en 500 kleine biggen. De prijzen zijnVette koeien, le kwaliteit, 30—32 ct., 2e kwaliteit, 2729 ct., 3e kwaliteit, 2024 ct., stieren 2427 ct., vette kalveren 27—35 ct., vette schapen 2326 lj2 ct.vette varkens 23—25 ct Londensehe biggen 2021 ct., alles per 1j1 Kilo. Melk- en kalfkoeien: i 125f 230, pinken f55f80, graskalveren f 25 f 32, nuchtere kalveren f 6f 10, weideschapen f 17f 22, melkschapen ff,— lammeren f 10f 15, magere varkens f 33f 45, jonge biggen f 1.10f 1.40 per week. (N. v. d. D.) Snij boonen Inmaken. Velen, die in de laatste jaren dein bussen of glazen ingemaakte snij boonen gebruikten, komen hiervan terng en passen weer de oude methode toe, ze met zout in groote steenen potten in te maken. Door een toeval hebben we iets opgemerkt, dat van groote beteekenis is. Vroeger hadden we de gewoonte de boonen in Juli in den pot te doen. Een paar jaren geleden was de eerste p uk mislukt, maar de late boonen, die pas in Jnli op afgeoogst land als tweede vracht gelegd waren, droegen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1902 | | pagina 5