De Dorpsapostel.
No. 106. fierste blad. Honderd en vierde jaargang. 1902.
VRIJDAG
Amsterdaniseiie Brieven.
Buitenland.
fi SF/PTF,MRF/R_
FEUILLETON.
Deze Courant wordt Dlnsda g-, Donderdag-
si Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f Q,§0; franco door het
geheele rijk f 1,
3 Nummers f O,©6. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Pr()s der gewone advert entten
Per regel f O,ld. Groote letters naar plaatsruimte.'
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOONVoordam C 9.
Telefoonnummer 3.
XXIII.
Is 't geen teeken des tijds, dat op een der avonden
van de afgeloopen week onze groote Nutszaal stampvol
was en al die dames en heeren waren opgekomen om te
luisteren naar hetgeen levroow tnnie Resant zou
verkondigen over hetgeen de Theosofie heeft gedaan tot
opklaring, verlevendiging en verdieping der godsdien
stige gedachte f En is 't ook geen teeken des tijds,
dat al die personen met devote aandacht de spreekster
volgden, in extase aanhoorden de woorden, die van haar
lippen vloeiden en in alles bewezen, dat zij hier ver
namen, wat voor hen de hoogste wijsheid is
Toen te Amsterdam op het initiatief van den heer W.
B. Fricke een afdeeling van de Theosophlcal So
ciety werd opgerieht, werd vrij algemeen aan deze
jeugdige plant gemis aan levensvatbaarheid voorspeld.
Bit is onjuist gebleken, hoewei aan den anderen kant
ook moet erkend worden, dat van een algemeen toetreden
tot de door haar verkondigde denkbeelden evenmin sprake
is. Trouwens, daartoe leent de Theosofie zich ook gan-
scaelijk niet. Hare leerstellingen betreffende den overgang
der ziel van het eene lichaam in het andere, betreffende
het astrale en mentale leven, in het algemeen wat zij
leert over de reïncarnatie en praeexistentie der ziel be
vatten niet in zich de elementen om tot gemeengoed te
worden. Voor de groote menigte is dat alles te vreemd
en een oppervlakkige kennismaking ermee verleidt veeleer
tot spotternij dan tot dieper daarin doordringen. Zóó is
dadelijk al een zeer groote groep buitengesloten. Maar
ook van de overblijvenden, voorzooveire deze geneigd
zijn zich over te geven aan bespiegelingen over hooger
leven, valt nog verreweg het grootste deel af. Ook-zonder
de Theosophie is 't hun volkomen duidelijk, hoe zij leven
moeten om innerlijk tevredenheid deelachtig te worden
en onbekommerd de toekomst tegemoet te gaandat
zegt hun hun gevoel en hun geweten en het dogmatische
der theosofen, het proclameeren door hen van axioma's,
waar alles de reinste hypothese is, geeft hun niet veel
meer dan ergernis.
Zoo 'olyft dan ten laatste slechts de groap van hen en
voornamelijk haar, die in het leven zijn gesteld tegenover
vraagstukken, welke ten eenenmale onoplosbaar bleken,
die door eigen ervaringen zijn gebracht tot de overtuiging
van het troostelooze van het aardsche bestaan, wanneer
dit tot niets anders dient dan om te bestemder tijd met
den dood finaal te eindigen. Er zijn natnurljjk uitzon
deringen, maar in het algemeen hebben de beljjders der
theosofie veel smart en veel droefenis achter den rug.
Het zijn niet degenen, die in de maatschappij overal
waar zij komen worden begroet met vriendelijke woorden
en betuigingen van blijdschap over hun verschijnenhet
zijn niet degenen, wier levenskarretje voortwentelt langs
effen baanhet zijn niet degenen, voor wie het ieven
zich altijd van een zonnigen kant heeft doen kennen.
Doeh juist denzulken is de theosofie tot grooten troost
«n daarom mag men er zich in verhengen, dat zij hier
pum MaiMünaMmijfUIWI
Roman naar het Duitsch van LUDWIOH GANGHOFER
DOOR
W. ZAALBERG.
Uitgave van H. J. W. BECEIT te Amsterdam
verkrijgbaar a f 4,50 bij de Uitgevers dezer Courant.
34)
Toen stoof Waldhofer op, woest alg een stiar «blijf me
van 't lijf met Hanspeters preekerijMaar die woede was
stroovuur, dat ganw was verteerd. Al weer bedaarder, blies
de oude zijn wangen op en bromde»nou ja, wat mij be
treft Dat was altoos zijn zeggen als hij z:ch tegen een
weüsch van zijn jongen niet meer verzette, »laat ze dan
blijven 't meisje. Een geluk, dat de ouwe 'r ten minste
uit is." Hij trad naar 't venster, evenals iemand, die
toegeeft en daarbij de wijste wil spelen, bromde hij over
zijn schouder maar dat zeg 'k je er dadelijk bijgemaal
komt 'r van van daag nog eer dan morgenDan
most 'k de lui niet kennen. En je Julie
Verschrikt stotterde Roman vJezus Maria an die
heb 'k nou in 't geheel niet gedacht
»Je Julie met 'r haver van verleden jaar, die is toch
al in 't geheel niet goed te spreken over de huisjesflikster
d'r dochter. As Julie verneemt, dat dat vrommes nou
bij ons in huis is o mijn beste jongen dan kun je
je pleizier 'r van hebbenMij is 't gelijk Jij heb je
wil nou Mij vliegt Julie niet in 't haar
Benauwd ademhalend, sprakeloos, zag Roman met wijd
opengespalkte oogen langs den grond, als iemand, die
iets verloren heeft, eu niet weet, waar hij zal zoeken.
Ook de oude zweeg en keek verdrietig het venster uit,
tot fajj eensklaps zei»Jawel, zoo, daar komt mijnheer
de pastoor al En recht op ons erf afNou kan 't be
ginnen, het gezanikHij nam de jaspanden onder den
arm, alsof hij wou gaan zitten op een bank, die niet
zuiver was en giüg de kamer uit.
geen gesloten boek ïb gebleven. Zonder baar zouden zij
gevaar hebben geloopen over te slaan tot een mokken
tegen het leven, mèt haar is voor hen een berustende
levens-blijheid weggelegd. Ik kan mij zoo volkomen be
grijpen, hoe bij vermoeidheid na 's levens tegenheden, bij
wanhoop over nooit-ophoudende teleurstelling, man ruste
vinden kan bij een leer, die predikt, dat onze aardsche
levensreize slechts een stadium is in de ontwikkeling
onzer ziel. En ook kan ik mij begrijpen, dat men in
deze stemming steeds dieper begeert te dringen in de
geheimen, die de Theosofie meent te kunnen ontsluieren,
dat men door die studie 't brengen kan tot een geluk,
dat men onbereikbaar zou hebben geacht. Daarom zal
de Theosofische Vereeniging, hoe meer propaganda zij
maakt en hoe meer geschriften zjj in het licht geeft,
ook meer aanhangers krijgen, doch haar kring is beperkt
en daarbuiten kan zij geen sterveling bereiken. Nu zal
't ook duidelijk zijn waarom het gehoor van Annie
Besaat grootendeeis uit vrouwen bestond.
Vrijdagavond de theosofie, Zaterdagavond de heropening
van het eircus-Oarré ziedaar een beeld van het leven
in de groote stad. In de Nutszaal peinzen over de ziel,
in het forsche gebouw aan den Binneu-Amstel hoogtij
van wuftheid en schittering voor de oogen.
Frits van Haarlem, die ook nu weder het circus heeft
gepacht, schijnt bij elke voorstelling het toppunt bereikt
te hebben, dat met specialiteiten is te verkrijgen, maar
wanneer hij weer een nieow programma aanbiedt, dan
voldoet dat toch nog telkens weer aan hooger eischen.
Zoo n man moest zijn levenservaringen eens te boek
stellen hij zou wat kunnen vertellen van al zijn weder
waardigheden met zijn sujetten, van hun nukken en
grillen, maar ook van hun vriendelijke, soms zelts teere
qualiteiten. Ia die wereld van kunstenmakers en clowns
en wonderdoeners schijnt een geest van behulpzaamheid,
verdraagzaamheid en collegialiteit te heerschen, waarvan
de beoefenaars der Hooge Kunst, met name de muziek
en het tooneel, zich geen voorstelling kunnen vormen.
Dit jaar zal I?rtts van Haarlem, indien 't mogelijk
is, nog meer zijn best moeten doen, wil hij zijne scharen
van getrouwen behouden. Warit, op het Rembran tplein
is met verrassende snelheid een nieuw theater verrezen,
waar een concurrent zich voorstelt aan het Amsterdamsche
publiek te toonen, dat men het allerhoogste op het ge
bied van specialiteiten te Amsterdam nog niet te zien
heeft gekregen. Wij zullen afwachten. Zeker is 't, dat de
ligging van het Rembrandt theater gunstiger is dan die
van het circus aan den Binnen-Amstel, dat zelfs niet
eens heelemaal per tram is te bereiken. Als men rond
wandelt in Amsterdam, komt men vanzelf op het Rem-
brandtpleinbij Carré komt men alleen, wanneer men
daarop zijn zinnen gezet heeft en er dus een specialen
tocht voor maakt. Intnsschen zal bijna alles afhangen van
de renommée der programma'swie uit wil gaan, geeft
liefst zijn geld daar, waar hij weet dat bij het mooiste
te zien krijgt. Bovendien bestaat de mogelijkheid, dat er
genoeg vrienden van specialiteiten-voorstellingen zijn om
beide gebouwen avond aan avond tot den nok te vallen,
Buiten op het erf had moeder Nannemia, zich om geen
fluisterende diensboden bekommerend, de bloedige doeken
in de bronbak uitgespoeld eu over de heg te drogen ge
hangen. Met haar boezelaar de handen afvegend, wou ze
de straat opgaan, toen mijnheer Felicianus Horadam haar
in den weg trad.
»Nou pas. hij was geheel buiten adem, »aou pas
heb ik t van Katrien gehoord En toen ik weg was ge
gaan voor de Rozenkrans, heb ik gedacht, dat alles weer
goed was 1"
Vrouw Altenöder lachte bitter. »Och ja, heel goed!"
»Maar vrouwtje, wat praat je toch Verschrikt zag
hij de oude vrouw in de oogen, »is 't dan waar Staat
't dan zoo gevaarlijk met 'm V'
»Oeh nee As 't sterven iets is, wat zeker heet, dan
staat t met Hanspeter in t geheel niet zoo gevaarlijk
»0 mijn lieve heiland!... Moedertje dan moeten we
bidden Dèn moeten we'm 'r weer uitbidden
Bidden In het stille, vermoeide gelaat van vrouw
Altenöder kwam een scherpe trek. »Bidden O ja! Bid
den doe 'k al. Maar bij mij thuis! In jullie kerk, daar
brengt me niemand meer in 1 Bij mij thuis heb 'k 'n
Lievenheer, die hét maar een enkelen arm die is mij
liever dan de uwe, die met at zjjn ledematen veertien
voet lang in jullie kerk hangt!... God zegen u, heer
pastoor ze ging.
En de heer Felicianus zag haar met bekommering na.
Zoo stond hij lang en zei, knikkend met het hoofd, bij
zichzelven»o menschen O, menschenO gij dwaze
menschen Zuchtend blikte hij naar den hemel op. Maar
daarboven was niets anders te zien dan het reine lich
tende blauw en de stralende zon, die haar zacht, lente-
wekkend vuur verkwistend over de aarde uitschudde. Zij
had evenwel haar warm dagwerk reeds half gedaan, want
zij was bereids den rug der westelijke bergen genaderd.
Een half uurtje nog,, en dan was zij verdwenen en moest
de koude avond komen.
Met de jaspanden onder den arm, trad Waldhofer den
Eerwaarde te gemoet.
»Nette dingen, Waldhofer, nette dingen Hoe gaat
't hem dan
en deze mogelijkheid heeft nog gewonnen door het af-
brauden van de Variété Flora in de Amstelstraat, waar
door een ook niet te onderschatten concurrent, de heer
Nöggerath, voor langen tijd tot werkeloosheid, althans
in' deze buurt, zal zijn j gedoemd. Het Amsterdamsche
publiek is nu eenmaal verzot op dergelijke vertooningen
i3 dat eigenlijk niet evenzeer een teeken des tijds als
het talrijke auditorium van Annie Besant, waarover wij
't in den aanhef hadden
RUITSCHIjAÏÏH. De Keizer en de Keizerin zijn
den 2 in Posen aangekomen, voor de eerste maal
sedert 13 jaar.
Aan het station werd het Keizerlijk echtpaar door den
burgemeester verwelkomd met een rede, die vooraf te
Berlijn was goedgekeurd, om te voorkomen, dat Zij poli
tieke toespelingen zoude bevatten.
De Keizer dankte voor de ontvangst en deelde mede
dat hij een kabinetsorder heeft uitgevaardigd, waarbij de
vesting Posen wordt opgeheven, zoodat niets meer der
uitbreiding van de stad in den weg staat. Hij hoopte
dat ten gevolge hiervan in de benedenstad de achter
buurten zouden worden opgeruimd en betere stadswijken
zouden ontstaan.
Daarna begaf het Keizerlijk paar, door stille straten,
zich naar het paleis van den gouverneur voor het
gala-diner.
HHF ti Eïj A. .V1*. Chamberlain heeft dezer dagen te
Birmingham een redevoering gehouden, waarin hij, met
zijn bekende brutaliteit, durfde beweren
Nooit wordt in de geschiedenis melding gemaakt van
een oorlog, waarin oprechter gestreefd is, de wreedheden
van den krijg tot een minimum te beperken, en zoo veel
mogelijk het gevoel en hét persoonlijk belang der over
wonnenen te eerbiedigen.
De liberale bladen laten niet na luide hunne veront
waardiging uit te spreken over dezen groven lengen en
herinneren in bittere woorden aan de moordkampen en
het verbranden en verwoesten der hoeven.
De Regeering heeft twee maatregelen genomen tegen
de inboorlingen in Zuid-Afrika.
De eerste strekt om de inboorlingen te dwingen tot
arbeiden. Het is de invoering van een hoofdelijken omslag
van twee Pond Sterling per jaar voor ieder volwassen
inboorling, en bovendien twee Pond Sterling per jaar
voor iedere vrouw, die de inboorling meer heeft dan zijn
eerste vrouw. Vrijgesteld van de belasting zijn de inboor
lingen, die bewijzen kunnnen, dat zij niet onder de inboor
lingen-wet staan, en zij die wegens hoogen ouderdom of
chronische ziekte ongeschikt zijn om te arbeiden.
De tweede maatregel is een proclamatie, dat de inboor
lingen alle wapens en ammunitie moeten inleveren. Te
Pretoria is een groote in da ba gehouden, die door meer
dan vierhonderd Kafferhoofden werd bijgewoond. Lagden,
de directeur voor de zaken der inboorlingen, zette in deze
»Ik weet niet, heer pastoor, ben zelf nog in 't geheel
niet bij 'm geweest. Maar 't is te hopen goed Bij alle
spnl, da 'k 'r mee heb, he'k toch nog meelijen met 'm.
La'en w's binnen gaan kijken
Toen zij in de kleine kamer kwamen, lag Hanspeter
met open oogen, nit zijn onmacht bijgekomen, en met
Liesbeths hand in de zijne. s>0 Petertje Wat heb je me
non uitgehaald vandaag
Met zwervenden blik keek Hanspeter naar den pastoor
op. En heel dof klonk het»een naakte mnsch he'k
laten vliegen
»Wat hèt ie vroeg Waldhofer verbaasd, »van 'n
mnsch he'k niks gezien in de gemeentevergadering.
»Loop heen, jijzei de heer Felicianus met een wee
moedig lachje en kon geen ander woord op dat oogen-
blik bedenken.
Liesbeth veegde met den doek langs Hanspeters lippen
en fluisterde »hij mag niet spreken, heer pastoor Dat
kon hem kwaad doen
Op dat oogenblik lawaaide iemand met zwaren tred
de kamer in.
sWat is 't non bromde Waldhofer sWie komt er
non een ziekenkamer met zoo'n stap binnen
»Mijn mijn hoed he'k vergeten stotterde Roman
met een stem, die een ander scheen toe te behooren.
Zijn hoed vond hij spoedig. Maar hij vergat den hoog
eerwaarde te groeten. Hij scheen enkel Liesbeth te zien.
Met starende oogen keek hij naar het meisje, haar op
nemende van boven naar onder en omgekeerd en
stapte weer met geweld den drempel over.
*Zeg, jongen Wat he'j toch vroeg Waldhofer.
Maar Roman was ai buiten de deur. En nog in de
gang zijnde begon hij al beenen te maken, alsof er brand
achter hem woedde.
Toen naar buiten, het erf op Naar buiten, de straat
opEvenals iemand, wien het geluk ontloopen is, en
die het met groote sprongen weer inhalen wil
Maar toen hij op de piekkerig geworden weide kwam,
bleef hij staan, alsof hij plotseling had gemerkt, dat het
vunr ook voor hem uit was. Hij nam den hoed af en
schepte adem. Met parelen glinsterdroppelend op zijn