Gfoede vrienden. Honderd en vierde jaargang. 1902. ZONDAG 7 SEPTEMBER. Buitenland. NO. 107. Eerste blad. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Oin§ da g-, Donderdag- en Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f O, SOfranco door het rijk f 1, 3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnummer 3. Prfjs der gewone advertentiën Per regel f 0,15. Gioote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOON Voordam C 9. De Sultan van Turkije heeft onder de groote mogend heden vele .vrienden." Wellicht kan men van hem be weren, dat hij geen vijanden heeft. Al die vrienden geven hem beurtelings goeden raad, of stennen hem in zijn verzet tegen de raadgevingen van andere, minder onbaatzuchtige vrienden, eu tooneu hem ook wel eens als »ware'' vrienden, ofschoon dan met de noodige voor zichtigheid, om de goede verstandhouding niet in gevaar te brengen, zijn feilen. Wie zijn grootste vriend mag heeten, is moeilijk uit te maken. Zooais bekend is. maakt de Keizer van Duitschland aanspraak op dien naam, maar Rusland, Oostenrijk, Frankrijk en vooral Engeland zouden zich bij Duitschland niet gaarne achtergesteld zien. In 1840 scheen Frankrijk niet te vertrouwen, toen het den onderkoning van Egypte, Mehemed Ali steunde in zjjn pogingen om Syrië blijvend onder zyn gebied te brengen. Engeland, Rusland, Oostenrijk en Pruisen ver bonden zich destijds om den Sultan onder hun bescher ming te nemen, en Mehemed Ali moest zich met de heerschappij over Egypte tevreden stellen. In 1854 was Rusland de booze man, en handhaafden Eugeland en Frankrijk, met medewerking van Sardinië en gesteund door Oostenrijk en Pruisen, in den Krim-oorlog de heer- schappjj van den Sultan in Europa. In 1877 en '78 was het opnieuw Rusland, dat de wapenen tegen den Sultan opnam, en hem over een groot deel van zijn Enropeesch gebied de heerschappij deed verliezen of er slechts eon schijn van deed behouden. De overige groote mogend heden zorgden, dat het niet verder ging, en dat het aan den Sultan ontnomen grondgebied niet te zeer onder de macht en den invloed van Rnsland geraakte. Engeland bewees hem ook ditmaal de grootste diensten, en ontving tot loon het eiland Cyprus, bij geheim traetaat. Tegen over Griekenland waren de groote mogendheden in hoofd zaak eensgezind in de bescherming van Turkije. Wie van haar heeft belang bij een uitbreiding van het Griek- sche grondgebied ten koste van de Turksche heerschappij Maar het gebied van den Sultan bepaalt zich niet tot Enropa; het grootste deel ligt in Azië, en daar is En geland niet altijd een even betrouwbaar vriend als in Europa. Rusland nadert door Midden-Azië meer en meer de Perzische golf, en wensehü er een haven. Daarom is het voor Engeland van belang daar evenzoo vasten voet te verkrijgen. Het zoekt dien op de oostkust van Arnbie, in den laatsten tjjd inzonderheid in de baai van Koveit. Dit deel der wereld staat ook wel onder de heerschappij van den Tnrkschen Sultan, maar in werkelijkheid is zijn macht daar niet groot, en de afstand van Konstan- tinopel naar Znid- en Oost-Arabie is ver. De inlandsche vorsten bekommeren zich zoo weinig mogelijk om den Groo- ten Heer, wiens invloed in hoofdzaak is gelegen op gods dienstig gebied, vermits hij erkend wordt als de Beheer- scher der Geloovigen. Engeland nu, de vriend in Enropa, blijft niet in gebreke de Arabische volksstammen tegen den Sultan te stennen, en maakt daarbij gebruik van de bevoegdheid, die het bij tractaat van den Sultan zeiven heeft verkregen. Om den slavenhandel tegen te gaan cn den invoer van wapenen te verhinderen, waardoor de binnenlandsche rust in dit deel van het Turksche Rijk in gevaar kan worden gebracht, heeft Engeland namelijk zijn goede diensten den Sultan aangeboden, eu is over eengekomen, dat het zelf in Oost- en Zuid-Arabië han delend zal kunnen optreden, als er.geen Turksche schepen aanwezig zijn om den in- of uitvoer van slaven of het binnensmokkelen van wapenen te beletten. Nu is dit het gewone geval, dat er in deze wateren geen Turksche, maar daarentegen altjjd Engelsche oorlog schepen liggen, die zich zooveel mogelijk aan de kust plaatsen vertoonen en geen gelegenheid verzuimen om, hetzij om een meer of min geldige reden, hetzij onder een of ander voorwendsel, manschappen aan wal te zetten. De indruk, die daardoor bij de Arabische volksstammen en huu hoofden gewekt wordtkan wel geen andere zijn, dan dat de Tarksche regeering machteloos is, en deEn- gelschen hier meester zijn. Bovendien is het vermoeden maar al te zeer gewettigd dat de opstanden der Ara bieren tegen het Tarksche gezag heimelijk maar krachtig door Engeland worden gesteund. Verliest de Sultan hier zijn gezag dan is het niet twijfelachtig, dat de ware beheerscher der zuid- en oostkust van Arabie geen an dere zal zijn dan Eugeland. RnslandFrankrijk en Duitschland zijn tob nog toe onvermoeid bezig om dit Bntscae plan te doen misluk ken maar bet is de vraag, of zij zullen slagen. Gelakt het den Sultan niet de Arabische stammen in bedwang te houden, dan zal hij er mooilijk iets tegen kunnen hebben, dat Engeland als zijn bondgenoit en beschermer optreedt en dan zal deze mogendheid zeker niet verzui men een paar goede havens met het noodige land in bezit te nemen, met toestemming van den Beheerscher der Geloovigen. Behalve Rusland, dat bij zijn plannen aan de Perzische Golf, waardoor het Engelscb-Indië bedreigt, niets onbe proefd zal laten om een nienwe Engelsche nederzetting tegenover zich te vorhinderen, vindt Engeland hier ook Duitschland tegenover zich, als tegenstander, of althans naast zich, als ijverzuchtig concurrent. In Dnitsche handen toch is de spoorweg-concessie naar Bagdad en dat van daar de Perzische Golf bereikt moet worden, ligt in den aard der zaak. Nu alzoo Engeland in deze streken niet alleen mat Rusland maar ook met Duitschland te rekenen heeft, komt niet zelden de raadtracht met één van beide tot een vergelijk, tot eau verdrag te komen, dan staat ge sterker tegenover den ander. Nu eens tracht men aan te toonen, dat er in Azië geen onverzoenbare strijd bestaat tusschen Britsche en Russische belangen, en men elkander daaromtrent met eenigen goeden wil gemakkelijk zou kunnen verstaan dan weder wordt de oude wrok tegen Rnsland weer opgewekt, en wordt Engeland vermaand met Duitschland samen te gaan en zich in geen geval bij Rusland aan te sluiten. Zoo werken hier drie mogend heden om den rijksten buit, om de gunstigste plaats voor zich, uitziende naar elke gelegenheid om zich te nestelen en den onwelkomen mededinger te verdringen, zorgvuldig elke aanleiding tot een botsing eu eoa openbare breus vermijdende, maar steeds er op uit elkander te vergau wen en te verrassen door overeenkomsten en overleg met den wettigen beheerscher des lands, den Tnrkschen Saltan en daarnaast den Shah van Perzië of dan Emir van Afghanistan. Meer eu meer wordt het duidelijk, dat de Oostersche kwestie zich niet meer het krachtigst doet ge voelen in Europa en aan den Bosporus, maar in Azië. IHJITSCMIiASil». De Duitsche pers blyft zich steeds bezig honden met de onlangs plaats gehad hebbende samenkomst des Keizers met den Czaar en meent vrij eenstemmig te mogen constateeren dat de verhouding tnsschen beide monarchen inderdaad hartelijker is dan zij voorheen was. Zoo schrijft bijvoorbeeld de «Voss. Zeitang.": »-Nu behoeft men niet aan te nemen, zegt bedoeld blad, dat die wapen broederschap het verbond tusscaen Rusland en Frankrijk in waarde nabij komt. Maar zelfs indien men verwacöt dat na de jongste vriendschaps betuigingen tusschen de Czaar en den Keizer als naar gewoonte weder spoedig levendige vriendschapsbetuigingen zullen gewisseld worden tusschen Rusland en Frankrijk, dan is bet toch van belangdat tusschen de beide Kei zers en hun regeeringen thans de beste betrekkingen bestaanen dat die door geen enkel incident worden verstoord." KSJtlJBIjAlVO. Volgens telegrammen uit Londen zou den 5 een onderhoud der Boerengeneraals met Cham berlain en Kitchener plaats nebben. Da jingobladen ver zaken ook thans den oaden toon vaD onverzoenlijkheid niet. De «Standard" zegt, dat Chamberlain de geueraals alleen zal aanhooren doch hen zal te verstaan geven dat hun opinie niet zal worden geaccepteerd noch hun raad zal gevolgd worden daar zij geen officieele positie hebben. De «Daily Telegraph" zegt hetzelfde, doch op nog hatelyker toon. En dan snoeven de drie bladen in hunne artikelen op Engeiand's verzoenenden geest. De «Daily Chronicle" verneemt uit Pretoria, dat onderhandelingen gevoerd woiden met de Hollandsche scholen te Pietoria over den terugkeer van onderwijzers van de vroegere middelbare Regaeringsscholen, ten einde te komen tot het stichten van een Hollandsche middelbare school tegenover de scaolen van het nienwe departement van onderwijs. Indien deze beweging slaagtzal daardoor een staat' kunde van oppositie tegen de Regeeringsscholen ontstaan. Volgens het Blauwboek den 4 door de Engelsche regeering uitgegevenbedroeg het aantal troepen naar Zuid-Afrika gezonden van 1 Aug. 1899 tot 31 Mei 1902, inbegrepen het garniz en op den len Angastns, 448,435 man. 337,210 van deze zijn gekomen van de Britsche eilanden18,534 uit Engelsch-Indië, 30,238 uit Canada en de overige koloniesterwijl 52,414 uit Zaid-Afrika zelf gerecruteerd werden. Men ziet das dat het Canadeesch contingent, waarover zoo'n ophef gemaakt is betrekkelijk klein was. Het aantal gesneuvelden heeft bedragen 5774 de ge wonden 22,829 terwijl 16,168 stierven ten gevolge der verwondingen of ziekten. FB4NHR1JH. Nog steeds bent men niet den juisten omvang van de ramp, die Martinique getroffen heeft. Uit New-Tork wordt van den 4 het volgende bericht geseind «Een telegram uit Castries op Santa Lucia zegt dat het daar van Martinique aangekomen stoomschip «Gare" rapporteert dat daar wederom een hevige uitbarsting plaats had. Men zegt dat ongeveer 2000 menschen zijn omgekomen. Velen verlaten het eiland." HOiH&Afl&Jiil. Volgens de «Frankf. Ztg." zijn de onlusten te Agram zeer ernstig. De «betoogers" voelden zich bij de afwezigheid van het garnizoen, dat aan de manoeuvres deelneemt, meester van den toestand en plun derden en brandden naar hartelust. Alle groote zaken, behoo<ende aan Serviërs, werden geplunderd. Daar de gas leiding was afgesloten trokken do rustverstoorders bij fakkellicht van de eene zaak naar de andere. Waar zich een politieagent vertoonde, werd deze mishandeld en toen deze voor de overmacht vluchtte in eenige koffiehuizen werden deze door de menigte bestormd en drie van de grootste geheel verwoest. Gedurende zijn verblijf te Parijs ontvangt de Shah van Perzië gemiddeld 1500 a 2000 brieven daags. Het zijn meest bedelbrieven van leden, aan wie, wat zij gezien hebben van des Schah's rijkdommen, voorai zijn diamanten, geen rast laat. f. Zoo luidt een der brieven «Majesteit! ik ben 75 jaren oud, den dood nabij. Ik heb de sieraden gezien, die gij op uw kleed droeg. Een enkele van deze edelsteenen zou voldoende zijn mijn verder loven te verzekeren. Geef mij toch dien eenen. Gij zult het nauwelijks merken." Een ander schrijft: «Ik heb uw aankomst bijgewoond, maar ik heb veel meer op nw bagage dan op n zelf gelet. Men zei, dat al die kisten met goud gevuld waren. Denk nu eens, dat u een van deze kisten op reis hadt verloren. Uwe Majes teit zon het niet eens gemerkt hebben. Daarom verzoek ik u dringend, er mij een te staren." Een jong meisje viaagt om een van de vele ringen van den Schah, daar haar verloofde te arm is om een ring te koopen. Uit de provincie schreef iemand «Majesteit, ik was in Parijs, en wilde u voorbij zien rijden. In het gedrang stal een dief mij een diamant uit den zak. Het was de eenige diamant van mijn vrouw, en ik wilde hem bij een juwelier brengen en in een ring laten zetten. Nu heeft mijn arme vroaw niets meer Eigenlijk ligt de schuld bij n al hebt u het niet ge daan, Maar vindt u het niet billijk, mg een anderen diamant te geven De schrijver van den laatsten brief is nog wel een lid der rechterlijke macht! Idylle onder de mijnwerkers. In de mijnstreek bij Montana, N.-A., is onlangs in een gondzoekerskamp een blank kindje geboren, een zoo groote gebeurtenis dat er weken achtereen werd feest gevierd. De mijnwerkers wierpen handen vol goud in de wieg één hunner «voor het pleizier om het kleine ding al was het maar eenmaal te hooren schreeuwen,want dit was hem in jaren niet overkomen. Toen het een dag ongesteld was stond al het werk stilniemand had het hart iels uit te voeren voordat het kind beter was. Jbouren<;o Barques. De Consul-generaal der Nederlanden te Lissabon heelt ingezonden de volgende vertaling van een door de Portageesche autoriteiten vastgesteld reglement, d.d. 17 Juli 1902, op het landen van passagiers in de haven van Lourecyo Marques Het landen van passagiers is voortaan te Lourenyo Marques alleen geoorloofd, wanneer de reiziger lo. bij den havenmeester tegen kwitantie Reis 120.000 of 20 pst. stort 2o. zich schriftelijk verbindt om gedurende de eerste acht dagen na zijne aankomst dagelijks op het stadhuis te verscbyuen, op straffe van onmiddellijke uitzetting, indien hg zijne verbintenis niet nakomt; 3 zich verplicht om met de eerstvolgende scheeps gelegenheid van Lourenyj Marqaes door te reizen, indien hy gedareade deze acht da.ren geeae betrekking of andere middelen van bestaan gevonden heeft of wel verlof ver kregen heelt tot doorreizen naar Transvaal of Natal. Het depot woidt bij het verder reizen ot bij het op houden van bovenbedoelde moeilgkheden betreffende het levensonderhoua van den reiziger, desnoods met borg van het consulaat vau den Staat, waartoe hii behoort, teruggeven. Van deze nieuwe bepalingen blijven verschoond door reizende militairen ambtenaren consuls en allen, die volgens hun rang, en stand en andere dadelijk kenbare eigenschappen den waarborg leveren, dat zij der regee ring geene moeilijkheden zulien bereiden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1902 | | pagina 1