Negeeren. De Dorpsapostel. Honderd, en vierde jaargang. 1902. ZONDAG 7 SEPTEMBER. FEÜILÏ.ETO^. NO. 107. Tweede blad. \lk1lUtSdl! COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f O,SOfranco door het geheele rijk f 1, 3 Nummers f O,DO. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prys der gewone advertentiën Per regel f O,ld. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOONVoordam C 9. Telefoonnummer 3. Vóór eenigen tijd kon men in het verslag eener gemeenteraadszitting lezen dat een burgemeester het volgende ongeveer gezegd had: »al dat courantengeschrijf deert mij niet, daaraan ben 'k niet van plan mij eenigs- zins te storen." Wat hiervan te zeggen? Voorzeker er is courantengeschrijf dat slechts dood-zwijgen waard is. IJdelheidvitzucht eu andere min edele drijfveeren be wegen menigeen de pen op het papier te zetten om »een stukje in de courant" te plaatsen. Ook gebeurt het niet zelden dat schrijven over eenig onderwerp of dat aanvallen van beginselen of het verdedigen van eenige zaak ontaardt in een personen-strijd die soms 'n zeer onwaardig karakter krijgt of dat men in het openbaar gaat behandelen wat thuis hoort in de kamer en wat gezegd had moeten worden »onder vier oogen". 't Kan plicht wezen .cou rantengeschrijf' links te laten liggen doch stoutweg te beweren dat men in het algemeen zich daaraan niet stoortis onverdedigbaar hoogmoedig en wie zóó spreektmaakt zich aan onwaarheid schuldig. In de courant toch uit zich vaak de openbare meening, welke te kennenveel waard isniet om jegens haar een trotscheminachtende houding aan te namen evenmin om zich door haar vrees te laten aanjagen en haar slaafs te volgendoch om haar te onderzoeken haar te toetsen aan eigen denken en doen en door vergelijking tot juister denkbeelden te komen en zóó in haar te zoeken de kern van waarheid naast dwaling. Wie de stem der openbare meeningwie anderer opvattingen negeertwordt slachtoffer van eenzijdigheid en waan wijsheid en snijdt zich den pas af om tot iets beters te komen. Men moet wel denken zeer hoog te staan als men meent niet meer te behoeven anderer voorlichting en terechtwijzing. Kritiek kan niemand missen. Zou er wel iemand gevonden worden die het recht heeft te zeggen: »ik stoor mij niet aan wat anderen beweren?" Wie aldus spreektis onoprecht. De openbare meening negeeren doet niet één. Gelukkig trouwens! Niemand bracht het al zoover dat hij haar ontberen kan. Negeeren Oellendig woord waarin ligt opgesloten zooveel eigendunk zooveel bitterheid en harteloosheid zooveel kilheid en egoisme, zoo groote onverschilligheid. Wie negeert doodt het beste in zich en oefent moordenden invloed op hen die men zóó bejegent. Wee den redenaar, den schrijver, ja eiken kunstenaar die op eenigerlei wijze zegt .publiek ik veracht u." Waarom spreekt en Roman naar het Duitsch van LUDWIOH GANGHOFER DOOR W. ZAALBERG. Uitgave van EL J. W. BEO FIT te Amsterdam verkrijgbaar a f 4,50 bij de Uitgevers dezer Courant. 35) En klaar is ieMaar bij de gedachte die met dat .maar" in hem oprees, schoot het bloed hem heet in 't gezicht. Dat alles moet nog eerst gezegd worden Voor dat het gezegd is kan Julie het toch niet weten. En als zij hem kooien ziet zonder te vermoeden, wat hij brengt en wil moet zij dan niet denken nou komt ie en nou geeft ie z'n pootje! Een .mooi manspersoon" met z'n sterken eed! En als ze lacht .zoo grappig", of ook maar een heel beetje glimlacht wat zou 'm dat nijdig maken in zijn trots .Maar zou een .wozenlijk manspersoon" bang zijn voor zoo'n kiein, knagend wormpje in zijn binnenste, waar het geldt een slang, die gift spuwen en bijten kon, den kop op den grond te vertreden nog eer zij dien opheffen kan En wie een zniver geweten beeft wel alle dnivels dat h e b ik toch nog die behoeft toch in 't geheel geen angst te hebben! .Neen, voor uiks niemendalMen doet precies, wat recht is... en daarmee nit Toen hij in zijn rusteloos dwarrelend denken tot dat tamelijk rustgevende besluit gekomen was, begon hij met krachtige stappen voort te maken juist zooals een man, wiens helder .denkverstand" tusschen gevaarlijke dwaal- wegen het eenige verstandige paadje gevonden heeftEn zoo kon hij met zicbzelven teyreden zijn Maar als hij de hooge weide overschreden had en de Staudamer hoeve naderde, begonnen zijne handen te beven, steeds heviger. .Sakrement Wat is 't vandaag koud 'k Ril er hee- scbrijft dan een zoodanige Gij wilt toch maar dat men u aanhooren en uw boeken lezen zal en kennis nemen van wat ge uitdrukt op het doek of in het marmer of in tonen Hoe zoudt gij het vinden als men eens inderdaad deed naar uw groot woord en al het uwe doodzweeg Zoudt ge niet u miskend voelende, afzien van alle streven en werken Uw hooghartigheidnw onoprechtheid verblinden u. Arm den mensch die negeert de toekomst en het .zorg niet voor den dag van morgen" verdraait en maakt tot een uiting der treurigste licht zinnigheid. Wee wie doet alsof geen verleden iets te zeggen heelt en de dingen van het heden langs zich heen laat glijden Arm wie doof is voor de stemmen welke maatschappij en menschenwereld doen weerklinken. Wie er niet naar luistert, wordt buitengeworpen als een onwaardige. Beklagenswaardig wie zich onontvankelijk maakt vmr de indrukken en stemmingen welke blijdschap en gelukteleurstelling en leedverzoeking en strij d wekken en voeden willen. Wie het leven negeerthem zal het leven niets schenken. O dat negeeren dat niet ingaan in anderer lot. Hoe wordt hun vreugde vergald Dat koud bejegenen van wat 'n medemensch het hoofd doet voorover buigen, die onverschilligheid voor 's naasten worstelen met vragen en raadselenzijn kampen met driften en hartstochten. Als men eens voelde hoe vreug deloos en troostelooshoe moeilijk veler leven wordt, doordat zij omringd zijn door dezulken die langs hen heengaan in plaats van zich te stellen in hun toestand en te toonen dat zij met hen meelevenmeedenken meejuichen en meeweenen. Geen harten te ontmoeten die verstaan wat ons vervulthoe ontzettend eenzaam gevoelen w' ons dan Wel kan 'n mensch dragen en verdragen als er maar tegenover staan eenige deelneming en waardeerende belangstelling. O dat negeeren Heb deernis met het kind dat bij zijn jubelen geen deelge- nooten vindtbij zijn schreien geen mensch aan zijn zijde heeft die de tranen opdroogt. Zulk 'n kind mist eindeloos veel en allengs gaat zoo'n kinderhart voor goed zich sluiten, 't Wordt toegeschroefd. Niet waar moeder en zorgende huisvrouw uw dageiijksche bezigheden uw kleine en groote beslommeringen en moeilijkheden, welke iederen dag terugkeeren vallen u niet zwaar als ge maar moogt ondervinden dat de uwen oog en hart toonen te hebben voor uw trouw zijn in het kleine, maar waarvan zooveel afhangt. Niet waar man des huize3 nw arbeid verricht gij met genot en inspanning als ge maar thuis en daarbuiten eenige waardeering moogt inoogsten, maar moed en lust oützinken u ais deze u onthouden wordt! Niet waar lemaai vanMet kracht begon hij in zijn handen te ademen iemand die bevriestterwijl de heete paar- len op zijn voorhoofd stonden Al langzamer werd zijn stap, terwijl hij het Staada- merserf betrad en naar de vensters loerde. In buis was alles stil. En de voerknecht", die bij het haardvuur in de keuken zat, was met iets bezig, dat geen geraas maakte. Hij wreef met een knrk die hij telkens in de asch stak het lemmet van zijn mes blank. Toen hij in de gang achter zich schreden hoorde, stak hij het mes ving in den zak. Zonder zich om te keeren floot hij zachtjes eon volksdeuntje en woelde met een hontspaan rond in de asch. De kamerdeur werd geopend en weer gesloten. Daarop klonk de misnoegde stem van Roman door het huis .wat is er toch? Hé? Is 'r niemand thuis?" Michiel ging het voorhuis in: .goeienavond Waldho- fer ze zijn naar Endsdorf, naar d'r neef Roman herademde, maar zei heel knorrig »dan konnen ze ommers al lang weer thuis wezen... sinds van middag." »'t Kan wel wezen ze kommen gauw." .Wachten kan 'k niet. .Waarom presteert 't dan zoo .Hanspeter ligt thnis en 'k ben er erg bezorgd over, hoe 't met hem gaat." »Dèn Hanspeter Michiel trok de wenkbrauwen op en keek den jongen Waidhofer aan met oogen zoo on schuldig alsof hij het van Julie had geleerd. «Ja 't is n mooie zondag geweest Half doodgestoken hèt 'r een den Hanspeter 1" .Loop En wie dan .Morgen z<d de rechter 'r dat wel uitbrengen." .Zeker, daar zijn ze slim genoeg voor, bij t gerecht!" Michiel had dat lachend gezegd. Maar iets in het gelaat van den knecht scheen Roman niet aan te staan. Hij viel nit.Non jij, speel jij non maar geen spelletje Want je bent, dat weet ik, er bij geweestdaar kan 'k op zweren »Ik Non ja, zooas 't ging, he'k meegeholpen, een beetje afweren. Maar toe 'k begon te merken da't ernst strijder voor hooge en edelo dingen, welker triomf zegen bereidt voor de maatschappijlaten tegenspoed tegen werking en achterdocht welke achter alles iets zoekt en een .maarzet n niet bespaard worden wat noodals ge maar daarnaastal is het slechts van weinigen, eenigen stenn en eenige sympathie ondervindt, dan zullen dezen n doen volharden. Dat dood-zwijgen dat negeeren dat .langs iemand heengaan" is een verfoeilijk stelsel. Duizendmaal liever aangevallen en bestreden worden dan een glimlachend schouder ophalen en een geringschattend den rug toe- keeren. Dit is op den duur ondragelijk en doodend voor alle geestdrift en energie. Houden wjj dan op met dat ellendige negeeren èn om ons zelfswilie èn om anderer wille. Wij bluBSchen er in ons zeiven alle leven alle warmte des geinoeds door uit en wij dooven in de onzen alle vuur. Negeer geen uiting van veerkracht, van hoop en vertrouwen geen poging tot hernieuwd opstaan geen openbaring van vreugde, geen teeken van smart, 't Is steenen geven voor brood." Daarentegenieder ingaan in 's anderen toestand iedere uiting van waardeering en belangstelling iedere blik en elke handdrak waaruit meegevoel sprekendoen zoo nameloos goed en geven znlk 'n beteren .kijk" op dingen en menschen. Heerlijk zij het ons om te kunnen toonenleven is samenleven. Te verwerven de goedkeuring van hen die wij achten m eeren blijve ons streven. Dat nimmer ons levenonze han delingen van dien aard zijn dat wij het ons zeiven te wijten hebben als de besten ons als onwaardigen bejegenen en negeeren J. F. T. A. Doorboring Sintpion. Het reuzenwerk van de doorboring van den Simplon onderscheidt zich van andere groote werken, van de oud heid tot heden, door een buitengewoon laag aantal zieken en ongelukken onder de arbeiders. Bij het boren van den St.-Gothardtunnel, die 9 één derde Engelsche mijlen lang is, hebben 600 arbeiders het leven gelaten, voor namelijk door onvoldoende luchtverversching, waardoor do temperatuur soms 107 graden F. bedroeg, door de te plotselinge afkoeling bij het verlaten van den tunnel, door gebrekkige voeding enz. De Simplontnnnel is ruim 3 mijlen langer en ligt 7000 voet onder de oppervlakte van den berg, zoodat het er nog heeter zon kannen zijnmaar door middel van machtige ventilatiewaaiers, waterstralen en dwarsgangen, is men er in geslaagd, de temperatuur soms tot 68 gra den F. te doen dalen, terwijl zij bijna nooit boven, 86 graden stijgt. Aan elk uiteinde van den tunnel houdt een geneee» kundige voortdurend toezicht op de werklieden en op werd, ben ik de verstandigste geweest en heb me stil letjes uit de voeten gemaakt." Roman, wien het bloed naar het hoofd steeg, zag den knecht met bliksemende oogen aan. .Hou je stil, en la'en we verder niks praten Anders zon 'k grof motten worden Jij En afweren Je bent 'r de rechte wel voorHij keerde zich om en ging naar de buitendeur. Zijn gezicht half omwendend, zei hij over zijn schouder .maar je goeie vrindjes, weet je, die ku'j vandaag nog wat vertellen .Wat dan vroeg Michiel met gemoedelijke kalmte. .Die kerel, die godsslechte, die zoo van achteren zoo'n goeie vent 't mes insteektas 't gerecht die niet uit brengt... maar men zal 't wel te weten kommen! En dan kan ie pleizier hebben, die »Je heb gelijk Zoo iemand te worgen, daar help ik an mee!.. Maar hoe is 't nou? Mo'k Julie niks over brengen Roman aarzelde met zijn antwoord. .Nee! Morgen kom 'k wel 's weer 'k Wou zeggen De opgewon denheid snoerde hem de keel dicht, zoodat zijn stem heesch klonk. .Nou ja, je kunt 'r wel zeggen, dat Hans peter bij ons thnis in bed ligt, en omdat de dokter gemeend hèt, dat ie verpleging noodig hèt... nou ja... en vader, zeg dat maar, hèt, daarom non de huisjesflik- ster d'r Usabeth Over dien naam struikelde zija tone. .Wat?" .Vader Roman schroefde zijn stem hoog op, alsof Michiel hardhoorig was. .Vader hèt de huisjesfliks'er d'r dochtertje as verpleegster opgenomen. Mij gaat dat niks an, en mjj is 'r niks an gelegen 't is alleen maar, dat Julie d'r wat van weeten dat Julie iu 't end niet wat denkt, ik weet niet!" >0 nee zei Michiel spotachtig lachend. »Die denkt daar niks van Die is zoo heel onschuldig, die Julie .Nou ja, zeker, maar... men kan 't niet weteu zeg 't 'r maar En God zegen je met mekaar F'.Te oor- deelen naar dien zonderlingen groet, scheen Roman in de meening te verkeeren, dat hij niet enkel met Michiel, maar ook met anderen had gepraat.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1902 | | pagina 5