Openbare Verkooping De Dorpsapostel. Honderd en vierde jaargang, 1902. ZONDAG Telefoonnummer 3. 5 OCTOBER. Verkeerde praktijken. No» 119. Tweede blad. FEÜIH^ETON. w. zaalberg. ALklIAAttSCHE COI II WT. Dezo Courant wordt Olusdag-, Uoiderda;- en at erdagavoad uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f O,SOfranco door het geheele rijk f 1, 3 Nummers f 0,tf0. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prjjs der gewone advertentiën Per regel f O.lft. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HE li Ms. COSTER ZOON, Voordam C 9. In een zeer bekend dagblad werd voor eenige maan den een vraag aan de redactie ingezonden. De schrijver klaagde over bet feit, dat hij .voor den zooveelsten keer'' uit de brievenbus haalde een le afl. van een sensatie roman en dat op de eerste pagina stond: wordt terug gehaald." Den volgenden dag kon het dienstmeisje weer eens uit haar werk worden geroepen, 't Is mogelijk, dat zij die aflevering niet kan vinden en dus met zoeken tijd vermorst. Want de colporteur gaat niet heen, voordat hij of een inteekening öf zijn boekje krijgt. Zij worden lastig de menschen, die de bus aan de deur met alles vullen. Op de keukenplank liggen soms een paar afleve ringen van romans, een enveloppe met knoopjes, een dito met naptha-balletjes, een met baleintjes, enz." Een paar dageD later komt men de dingen terughalen. Wat een gebelDat is lastig dat ontstemt en zou doen besluiten al die fraaiïgheden dadelijk te vernietigen. Maar mag dat De redactie antwoordde, dat men zulks niet mag doen, want het is opzettelijk en wederrechtelijk onbruik baar maken van goed, dat een ander toebehoort, 't Zou misschien overweging verdienen het voorbeeld na te volgen van een die op een plaat boven de brievenbus dit bekend maakte tvan onbekenden wordt aan de deur niet gekocht en niet verlangde drukwerkencirculaires of pakjes worden niet teruggegeven." In elk geval, men hebbe het recht tegen het euvel op te treden, te meer naarmate zulke manieren meer ingang vinden. De scherpe concnrrentie en veler strijd om het bestaan doen veel .door de vingers zien", maar alles heeft zijn grenzen. Waarvoor moet men al niet op zijn hoede zijn Werd niet meermalen door de uitgevers der .volledige uit gave" van het boek »Quo Vadisf' gewaarschuwd tegen 'n collega, die hetzelfde boek voor lager prijs in den handel bracht, maar zonder dat op het titelblad vermeld stond dat deze uitgave slechts het derde bevatte van ,den roman Velen is het overkomen, dat men 'n postkwitantie ont. vangt van een vereenigiug, waarvan men geen lid isj zeker wel in de hoop, dat men maar betalen zal om dan als lid te worden aangemerkt! Dat personen, die ijveren voor de belangen van liefdadige instellingen, hun best doen veel te krijgen, dat is lofwaardig. Dat zij n telkens aanspreken en circulaires u zenden het is best, maar wat hiervan te zeggen n zenden een brief, en daarbij insluiten een postwissel Dat wordt dwingen 1 Ook ontvangt men wel eens een kistje sigaren, wederom Roman naar het Duitscb van LUDWICH GANGHOPER DOOK Uitgave van H. J. W. BEOELT te Amsterdam verkrijgbaar f 4,50 bij de Uitgevers dezer Courant. 45) Men vernam een zucht en daarop weer de lezende stem »een spot der menschen en en een verachte bij het volk. Allen die mij zien, bespotten my en sperren den mond tegen mij op en »En slaan 'r op en wetten het mesLuidt 't niet net zoo Hanspeter lachte. »De heilige David kende z'n luidjes Die maakt ook niemand anders dan ie is! Die motten in den ouden Jodentyd ook al zoo geweest zijn. Mijnheer de pastoor zeit 't ommers zelf. Elias is er ge weest en de heilige Johannes met zyn goed woordje en dan zou die Plohannes Rattenspek zich verwonderen G nee, o nee 1 Hij hèt wel gelijk, de parigraffi Lees verder, kindje 1" .Hanspeter .Lees verder! Wat zegt ie nog meer?" Het meisje las »o Heer, Gij waart mijn toevlucht, Gij zijt mijn God van mijn moedersschoot af aan .Zeker, ja, 't is waar 1" De stem van den zieke beefde. »Vau mjjne lieve moeder af aan...'' .Wees thans niet verre van mij, want angst is nabij en hier op aarde is geen redder meer 1 Gioote stieren omgeven my, geweldige ossen hebben mij omringd...."*) De stem der lezeres smolt ineen met Hanspeters droog lachen. Dit verstomde eensklaps eD men hoorde de rust bank kraken, alsof de zieke zich had opgericht. Psalm 22. Vert. met postwissel er bij, natuurlijk u vrij latend het onge- frankeerd terng te sturen. Nu., dit laatste ontbrak er nog maar aan I Ergeren w' ons niet aan de dagelijks terugkeerende aanbiedingen van loterijen Men verloot paarden, huizen., ja wat niet al Hoe aantrekkelyk worden die loterijen voorgesteld Een lot kost maar o zoo weinig en de kans is buitengewoon groot Ge zoudt wel heel dom wezen als ge het niet waagdet. Ge zoudt moedwillig uw geluk wegwerpen. O, wie zal het aantal tellen van hen, die het slachtoffer werden van dat onnoemelijk aantal binnen- en buitenlandsche loterijen, waarvan de couranten volstaan Ergerlijk in de hoogste mate zijn de aanbiedingen van vboekjes onder couvert." Zij kosten niet veel. De titels en inhoudsopgaven, alles »in kleur en geur" meedeelend, prikkelen niet slechts de nieuwsgierigheid, maar tevens de lagere hartstochten, zoodat men er niet aan denken moet, dat jongens en meisjes zulke verpestende lectuur zich aanschaffen om er door vergiftigd te worden. Is het niet hoogst bedenkelijk, dat sommige dagbladen telkens artikelen bevatten, welke vroeger in vakbladen een plaats zouden gevonden hebben, maar die nn onder ieders bereik komen en misschien gretig verslonden worden door de jeugd Ouders waakt Welk een vuorproel moeten jongeren doorstaan, als men deukt aan de kinematograaf, welke onze perrons van grooter en kleiner stations ontsieren. Heerlyk tijdverdrijf voor wachtenden 1 1 Is daaraan niets te doen Waarom niet Thans worden immers op last van den Minister van Justitie, ook maatregelen getroffen tegen het in den handel brengen en per post verzenden van onzedelijke prentbriefkaarten. [Terwijl dit gesenreven wordt, lees 'k juist in een weeKolad het volgende „Vuile prent briefkaarten. Te Lieguitz (Silezië) heeft de .Veree- niging lot bevordering der zedelijkheid", een schrijven gericht aan alle in die stad gevestigde handelaren in nieuwjaarskaarten, waarin hun het verzoek wordt gedaan bij bet kiezen der monsters voor de nieuwe kaarten al die exemplaren te weren, welke aanstootelijke, onzedelijke en trivole voorstellingen te aanschouwen geven. De ver eenigiug legt er den nadruk op, dat vooral voor de jeugd deze kaarten een groot gevaar opleveren en een beleediging zijn voor hen, aan wie ze wordan gezonden." Deze uit wassen moeten verdwijnen. Wist deze woorden wor den behartigd door allen, die prentbriefkaarten verkoopen !J Afschuwelijk zijn veelal de aanbiedingen van betrek kingen aan meisjes." Soms molden de couranten daarom trent vreeselijke dingen. Ouders. ziet toe! Heerlijk daar .Ilaabeth 1" .Wal?" .Gaat de lamp soms uit, dat 'r zoo'n rook, zoo'n ver- koerde in de kamer is Een oogenbhk was het stil. Vervolgens zei Lieabeth .de lamp brandt goad. Die rook, weet je, die ken ik wel." Roman stond in de duistere gang, maar toen hjj die stem hoorde, dacht hij een vermoeid, bleek meisjes gelaat te zien met een bitteren laeh. »De rook komt uit de keuken... Avond an avond. Licht, dat de kamer deur 'n beetje open staat." Lieabeth stond op om naar de deur te ziea. Toen trad de jonge Waldhofer de kamer binnen. .Goeieu avond samen," groette hij met ietwat onvaste stem. Ver volgens bleet hij zwjjgend staan en keek Liesbeth aan, die verschrikt voor hem teruggeweken was. .Goeie avond!" zei ze zacht. En alsof zij zich plotseling tot Hanspeters gevoelen bekeerd had, dat er aan de lamp iets niet in orde was, draaide zij zich om naar de vensters, schroefde het lampenkonsje een beetje hooger en veegde met haar schort over den cylinder. In sprakelooze vreugde, zooals men in bange uren een warme troost ontvangt, had Hanspeter zijn Roman de handen toegestoken. Deze greep ze en kreeg tot welkom een zoo gullen druk van die sterke vuisten te voelen, dat hij half lachend zei.nou nou, heel erg zwak rno'je in 't geheel niet wezen je kunt iemand de uand nog zoo drukken, dat men 't voelt. En behoorlijk »Mandi...." Hanspeters oogen zwommen alweer. .Wat zie je me'r moe nitEn je heb je zelf zoo motten plagen en 't werk doen voor mij 1 Zooveel ongelegen heid mo'k je bezorgen I" .Loop heen, wat praat je toch!" Terwijl Roman dat zei, keek hij naar den kant van Liesbeth, op welker wangen het lamplicht een roode schemerlijn teekende. »De hoofd zaak is, dat 't er bij jon weer beter nitziet' En vader hèt me al gezeid, dat je langzaam au weer opsnapt, omuat je zoo goed in de verpleging bent, en Hij scheen naar woorden te zoeken, alsof' er iets moest ge zegd worden, wat bezwaarlijk over de tong ging. »Wal tegenover het zoogenaamde, pas begonnen Tstationswerk" dat beoogt te redden wat verloren zon knnnen gaan in groote steden. Hulde ook aan hen, die te 's Hage zijn begonnen pogingen in hst werk te stellen tot het tegen gaan van zedeloosheid en daartoe kleine tehuizen op richtten, die dag en nacht open staan tot onname van verwaarloosde kinderenhet onttrekken der jeugd aan de straatverleidinghet bezoeken van gezinnen, waar kinderen gevaar loopen het bevorderen van goede lec- tnnr, enz. Zoo zon men kunnen voortgaan met te wijzen op treu rige feiten en verschijnselen. Aan ons om er de oogen voor te ontsluiten en te protesteeren door woord en daad. Aan ons om te weren, zooveel mogeljjk, uit onze woning wat bezoedelt, gedachten verontreinigt, eu eon tverboden toegang" aan onze voordeur te plaatsen, opdat niet bin- nenkome, wat zedelijk vermoordt. Een open oog, een groot verantwoordelijkheidsgevoel zijn noodig. Wij knnnen de onzen niet tegen alle gevaren beveiligen en dat mag ook niet. Verzoeking en strijd moeten stalen en karakters vormen, maar dat men niet voortging, door te specu- leeren op hartstochten, menschen als met opzet te voeren op een weg, die ten verderve leidt. Gelukkig zon men ook kannen voortgaan met te wijzen op velerlei pogingen ter bestrijding van gevaren die dreigen en ter behoudenis. Tegenover lage praktijken getuigen en het volgen der- zulke, die scherpe kritiek doorstaan kunnen. J. P. T. A. te HJEUUUIltiOWAAKn, in het logement .de Zwaan," van deu hosr PIJPER, op Dinsdag, 7 Oct. 1902, 's avonds ten O ure van 1de Boerenwoning met Schuur, KrfBoom gaard en Welland, aan de westzijde van den Hens- broekerweg en de zuidzijde van den Kruisweg, in de gemeente Heerhngowaard, groot 1 hectare, 15 aren 70 centiaren. 2. twee pereeelen Bouwland, aan de oostzijde van dien weg, groot 2 hectaren, 95 aren, 80 centiaren. 3. Een M u 1 s en Erf, aan de znidzijde van den Rasten burger weg en Welland, daarbij gelegen, uit komende aan de oostzijde van den Hensbroekerweg, tegenover de onder no. 1 vermelde woning, te H e e r- bugowaard, groot 8 hectaren, 47 aren, behoorende aan mej. A. STAMMISwed. van den heer H. SCHROODER. De pereeelen worden zoowel bij gedeelten als in combinatiën aangeboden. Inlichtingen te bekomen ten kantore van den Notaris P. A. DE GELDER te Stompetoren. <aftigaBB5*sgi!w«gagwa8ra«uBgMa«iBaaBBSiMa«H^vregi« recht is, mot men zeggen, ja....'t zal wel motten, Liesbeth, da'k je een God-zegen-je zeg voor onzen Hanspeter Liesbeth schndde het hoofd, liet de schort vallen en bracht haar hand aan het oorlelletje, alsof zij haar vin gertoppen aan het heete lampenglas had gebrand. .Die Ilsabeth ik zeg 't je Mandiwat die II- sabeth al .Ja, ja, ik weet wel, ja i" zei Roman met haaste den lof afsnijdend, dien Hanspeter won beginnen te geven. En snuffend stak bij zijn nens in de hoogte. .Nou kijk, nou komt die malle rook tot hier in de kamer 1 Weet je, Hanspeter Hij lei nadruk op den naam, opdat er geen twijfel zon knnnen ontstaan, dat dezo opheldering alleen voor Hanspeter bestemd was en voor niemand anders»de keukenmeid, weet je, heelt 'n stuk vleesch in de schoorsteen opgehangen, en toen bèt ze jenever besstruiken er in auge.token, die domme Ursel omdat ze meent, dat die 'n beteren rook geven 1" Hij probeerde over de domheid van de keukenmeid te lachen. »'t Heeie huis is 'r mee volgedampt'n anlere waarde hèt 't nietNee 1 nee I Heelemaal niet 1" Liesbeth had naar gezichtje langzaam opgeheven en zag met haar groote oogen den jongen Waldhofer vol aan. En toen glimlachte zij, half verlegen en half verheugd. Zjj won iets zeggen, maar Hanspeter, die zich uit zijn kussen had opgericht, kwam haar voor: .Zie je wel, Il sabeth 1 zie je wel, ik heb 't je al wel gezeid en daar hoor je 't nou! Hij tastte naar Ro.maus hand. .Weet je, Mandi .Hanspeter 1" stamelde Liesbeth. .Nee, nee, nou zeg 'k 'tl Weet je Mandi, eens op 'n avond, toen 'r zoo'n erge rook geweest is, hèt 't deern tje zich ingebeeld, dat Nog eer Hauspeter zeggen kon, wat Liesbeth z:c'h had ingebeeld, begon Roman al te lachen. By zonder op gewekt klonk dat lachen weliswaar met. Maar juist door dien zeidzamen gedwongen klank scheen het aautreakelyk te werKeu, want Liesbeth probeerde mee te lachen. Hanspeter zette verbaasde oogen op eu zei.ik heb nog in 't geheel niks gezeid 1"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1902 | | pagina 5