No. 120. fierste blad.
Honderd en vierde jaargang.
1902.
1
WOENSDAG
PARIJSCHE BRIEVEN.
8 OCTOBER.
Buitenland.
Laatste Berichten.
Nederland.
uk n u
Deza Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaa» f 0,80franco door het
geheele rijk f 1,
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
PrUs der gewone advertentlën :j
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.]
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON Voordam C 9.
XIII.
Parijs, 4 October 1902.
Emile Zola. Prankrijks grootste schrijver is overleden.
En niet alleen Prankrijks grootste schrijver ook
Frankrjjks grootste burger, de man die zijn hoogste
ideaal zocht in de waarheid. Niemand heeft zoozeer de
waarheid lief gehad als Emile Zola, daarvoor heelt hij
gestreden, geleden en overwonnen. Als schrijver maakte
hij zich een naam, wereldberoemd en hoe hard werd
hij aangevallen. Wij herinneren ons zeer goed hoe voor
meer dan twintig jaren geleden deze groote schrijver ook
in Nederland miskend werd. Toen woonden wij in Am
sterdam in Felix Meritis een causerie bij van den heer
Yailèseen goed fransch redenaar en deze heer zocht
ons op welsprekende wijze van de onzedelijkheid in Zola s
werken te overtuigen. Op dien avond sprak niemand
den redenaar tegenwijzelven konden Zola slechts bij
naam, want ons was ten strengste verboden zijne boeken
te lezen. Eenige weken later vernamen wij nit den mond
eener Haagsche nicht, hoe die dame de meening van den
heer Vallés verdedigd had op eene fijne soirée tegen
dr. Jan ten Brink. Wel, wel, dr. ten Brink verdedigde
dezen schrjjver, dat stemde ons tot nadenken en wij
hadden geen rustvóór wij met Zola's romans kennis
maakten. Wjj troffen het gelukkig, het eerste boek het
welk wij lazen was .Germinal'' een chef d oeuvre, zooals
men hier zegt, een meesterwerk. Wij werden getroffen
door dat krachtige schrift, door dat geheele breken met
de romantische verdichtselsdaar was geen sprake meer
van zoetsappige dengd, die altijd beloond wordt op het
einde van den roman en van vreeselijke ondengd, die
altijd wordt gestraft. Neen, Germinal is een nit het leven
gegrepen stok, een blok waarheid, het leven der werk
lieden in de steenkolenmijnen, met al hunne deugden en
ondeugden, hunne ellende en hun gebrek lijden, hnn op
stand tegen de kapitalisten, die rijk worden van hun
zweet en bloed en de onderdrukking van dat oproer door
de gewapende macht. Germinal is een schakel van een
keten, van een reuzenwerk, getiteld .Les Rougon-Macqnart,
natuurlijke en maatschappelijke geschiedenis van eene
familie onder het Tweede Keizerrijk. Elke roman van
deze serie is een werk op zichzelven en toch vormen al
die romans tezamen één geheel. En wat heelt men Zola
niet verweten Men beweerde, hij was onzedelijk, hy
zocht zijn genot en zijn succes in de beschrijving van
alles wat slecht is en beestachtig in den mensch en zeker
is het dat zij, die gewend waren aan de geschriften der
romantische school, dat de burgerij, die alles gewonnen
had bij de fransche rovolntie, die de plaats had ingenomen
van den vroegeren adel, die dit gedaan had met behulp
van den proletariër, dat die burgerij boos werd toen daar
een schrijver opstond, behoorende tot geene enkele der
bestaande politieke partpen en die aan die burgerij het
masker afrukte van gehuichelde dengd. Boilean schreei
reeds in de eenw van Lodewjjk XVI. »Ik noem een kat
een kat en R een bedrieger 1" welnu, Zola noemde
alle dingen bij den waren naam, hij was er de man niet
naar zijne landgenooten te vleien, hnn altijd te ver
tellen dat zij de sterksten, de moedigsten de dengd
zaamsten zijn en alle goede hoedanigheden bezitten, hij
streelde de jjdelheid niet, maar wierp met volle kracht
de waarheid naar het hoofd van hen, die alles ten beste
op deza wereld vinden, omdat zijzelven voorspoed hebben,
en daarbij vergeten, dat zij zonder de hulp van de zooge
naamde mindere stand nog zouden zuchten onder den
druk van allerlei soort dwingelanden. Wie kent niet, al
is het door vertaling, werken als de .Assommoir
.Nana", .La Béte Hnmaine'', .Germinal", .La Dóbacle.'
Ja .La Débacle," de ondergang van het tweede Keizer
rijk in den vreeselijken oorlog van het jaar 1870, een
werk hetwelk in meer dan tweehonderd uitgaven het
licht zag, en even als elke andere roman van Zola in
alle talen werd overgezet. De patriotten in naam, zj) die
nooit geweer of ransel droegen, die eiken dag aan de
geheele wereld in hnn couranten den oorlog verklaren,
die de ministers van lafheid beschuldigen wanneer zij
als Delcassé verstandig zijn en eiken oorlog weten te
vermijden, en die ook weer in hun schulp kruipen wan
neer een andere minister zich wat al te ridderljjk en
ondoordacht uitspreekt, al die patriotten beschuldigden
Zola dat hij de Fransche eer, het vaderland verlaagd
had, dat hij slechts zocht wat in dien oorlog ten nadeele
van zijn land was, zonder te wjjzen op de deugden van
zoovele vaderlandslievende slachtoffers. En ziet, thans is
Zola overleden, wij lazen de artikelen in de couranten
bij twintigtallen, en het mooiste vinden wij dat van de
gebroeders Paul en Victor Margueritte, zoons van den
beroemden generaal van dien naam, twee schrjjvers die
tezamen, na Zola, den oorlog van het jaar'70 beschreven,
mannen, die men niet kan beschuldigen, dat zij hun land
niet liefhebben, welnu deze twee broeders leggen de
schoonste getuigenis af van de waarheid en eerlijkheid
waarmede Zola in zijn roman »La Débacle" den oorlog
en den val van het keizerrijk beschreef.
Morgen wordt Zola begraven, in een volgend artikel
willen wjj stilstaan bij die begrafenis en bij zijn nieuwste
werken »De drie steden" en .De vier Evangeliën". Maar
juist met het oog op zijn laatste reis naar het kerkhof
knnnen wjj niet nalaten te wjjzen op zijn bekend moedig
Telefoonnummer 3.
optreden ten gunste van waarheid en recht, toen
ongelukkig slachtoffer van een groot onrecht, verre van
een geliefde vrouw en kinderen, in bange gevangenschap,
tevergeefs om hulp en recht riep. Zola was toen een rijk
en geacht man, reeds diep in de vijftig jaren ond, hij
kon rustig bljjven, niemand dacht er aan, dat hjj zich
met de Dreyfuszaak behoefde te bemoeien. Maar de man,
die in zijn ietterknnkige loopbaan niets had gezocht als
de waarheid, de sehrjjver en verdediger v»d den kleinen
man, hij die geen lengen over zijn lippen of nit zjjn pen
de3d vloeien, die man kon niet zwijgen toen die waarheid
zulk een slag ontving, en zjjn bekende brief aan president
Felix Faure was als het trompetgeschal van het laatste
oordeel, de geheele beschaafde wereld werd tot in het
diepste zjjner gevoelets bewogen. Wanneer eenmaal op
deze aarde algemeene rust en vrede zullen heersohen, zal
de naatn van dezen grooten kampioen der waarheid nog
steeds in eere gehouden worden, en niemand zal dan be
grijpen hoe het mogelijk was dat zulk een man door
velen werd aangevallen en verguisd, terwjjl men eer
bewees en standbeelden oprichtte voor den grootsteu moor
denaar die millioenen van Frankrijks beste zonen naar
de slachtbank zond en nog meer vreemdelingen deed
omkomen. (Wordt vervolgd.)
J. M. T.
BfiLGIfi. Uit Brussel (vanwaar trouwens reeds vaak
berichten werden geseind, die iater bleken onjuist te zijn)
wordt gemeld, dat de Boerengeneraals niet geneigd zjjn,
de tnsschenkomst van den Britscheo gezant te Berlijn te
vragen om een audiëntie bjj den Keizer te verkrijgen,
daar die tnsschenkomst niet noodig wordt geacht. Men
wjjst er op dat Cecil Rhodes, Pierpont Morgan en andere
personages door Keizer Wilhelm zijn ontvangen zonder
dat daartoe eerst stappen werden gedaan door den ver
tegenwoordiger hnnner regeering. Bovendien was het de
Keizer zelf die den wensch te kennen gaf de generaals
te zien en zijn door de generaals geen stappen gedaaD om
door den Keizer ontvangen te worden
DUITSCHIiANTO. Bjj de behandeling in revisie van
het Leipziger bankproces sprak het Rijksgericht. 4 dezer
den voorzitter van den Raad van Beheer, Dodel, vrij van
de beschuldiging van ontrouw beheer.
De directeur Exner werd in één geval van de beschul
diging van ontrouw en bedrog vrjjgesproken.
Voor de andere feiten werd het vonnis vernietigd en
de zaak ter nadere behandeling teruggezonden naar het
gerechtshof te Leipzig.
BSGULAND. De honding van lord Milner, dieniet-
tegenstaande de duideljjk uitgesproken meening der Engel-
sche Regeering tegen de schorsing der Grondwet in de
Kaapkolonie, iedere gelegenheid aangrijpt om het wensche-
ljjke daarvan te betoogen, vindt in het Moederland meer
en meer afkeuring, en de gernehten van zjjn op handen
zijnd aftreden winnen daardoor aan waarschjjnlijkheid.
.Het is werkeljjk verbazingwekkend", zegt de.Westm.
Gazette", .dat de Hooge Commissaris in Zuid-Afrika
voortgaat zjjn eigen particuliere meeniug te herhalen, nn
de Regeering besloten heeft de Grondwet niet te schorsen.
Lord Milner is in Zuid Afrika, niet om particulieren en
niet-officieelen raad te geven aan staatslieden, maar ais
vertegenwoordiger van de Engelsche regeering
.Die Regeering heeft niet gehandeld zooals lord Milner
graag zon gezien nebben maar zooals mr. Asquith nog
Vrjjdag uiteenzette is de opvatting der Regeering geble
ken de jniste te zijn.
»Nn kan niemand van lord Milner verlangen, dat hjj zijn
eigen denkbeelden verloochentmaar men mag van üem
ten minste verwachten, dat hij op loyale wjjze de Regee
ring, wier vertegenwoordiger hij is, zal steunen."
Naar de .Financial New" meldt, zal Chamberlain
in het Parlement een wetsontwerp indienen, houdende
machtiging tot het aangaan eener leening van 30 millioen
pond voor Transvaal. Daarmede zullen de indertijd door
de Boeren uitgegeven obligatiën worden teruggekocht en
werken van openbaar nut worden betaald. Da bijdrage van
Transvaal in de oorlogsschatting zou drie tot vier jaar
uitgesteld worden.
De gemeenteraad van Limerick, een stad in Ierland,
besloot het eereburgerschap aan te bieden aan kapitein
O'Donnel, een Iersch officier, die medestreed in de Bóeren-
gelederen.
FRANKRIJK. Zola's begrafenis op Zondag 5 dezer
is eene grootsche plechtigheid geweest, waarbij behalve
enkele onbeteekenende incidenten geen politieke pro
testen hebben olaats gevonden.
Om 12 uur werd een begin gemaakt met het afzetten
van den weg. Achtereenvolgens arriveerden Labori i
Picquard Mathien Dreyfus Bernard Lazare Brisson
Reiuaeb, Yves Guyot, Clovis Hngties, Bertulus, Clémenceau,
Sóverine, de vorst van Monaco, enz. Een compagnie van
het 28e linietroepen kwam om de militaire eer te be-
w ij zen. Er werd geen enkele kreet vernomen.
De kabinetschef Faurevertegenwoordiger van den
minister-presidentkwam om 12.45 tegeljjk met den
lijkwagen tweede klasse en twee wagens voor de kransen.
Dreyfns zond een bloemenhulde, met het op°chriftAlfred
Dreyfus aan Zola. De familie zond een krans zonder
opschrift. Er was een ontzaglijke menigte.
Om 1 uur zette de stoet zich in beweging. Op den
boulevard de Clichy applaudisseerde de menigte toen de
wagens met kransen voorbij reden de republikemsche
garde presenteerde het geweer voor den lijkwagen
Om 1 30 bereikte de stoet, die omstreeks 25,000 per
sonen telde het kerkhof. Hier hield de minister van
onderwjjs een redevoering aan het slot daarvan heorde
men bescheiden en bewogen teekenen van instemming.
Namens de .Société des gens de lettres en ook namens
de .Société des auteurs dramatiques" schetste Abel Her
mant den schrijver in zijn formidabele sfmetingen hjj
maakte een bedekte toespeling op de .Affaire" en prees
de stoïsche vasthoudendheid van den grooten eenvou-
digen man.
De derde spreker was Anatole France, die een prachtige
meosleepende rede hield. Van Zola's tegenstanders zeide
hij .Mag ik hun misdaden verzwjjgen Dan zou ik
zijn deugd verzwjjgen! Hun schande? Dan zou ik zjjn
roem verzwijgan I Ik zal spreken 1" En hij toonde ver
volgens het grootsche aan van Zola's »J'accuse'Deze
rede werd geestdriftig toegejuicht.
Daarop begon het défilé voorbij de katafalk van de
familie en de opeengedrongen menigte. Toen Jaurè3 en
Vaughan het kerkhof verlieten, hadden er heftige mani
festaties plaats; de Carmagnole en de Marseillaise werden
gezongen terwjjl de nationalisten er zich in mengden.
Kapitein Dreyfns, die tegen veler verwachting, in de
stoet medeliep, het kerkhof willende verlaten door eenen
niet voor 't publiek bestemden uitgang, werd door de
politie tegeo gehouden. De prefect van politie Lépine
zelf schoot toe, roepende.Neen, mijnheer, hier is geen
doorgang 1" Een agent fluisterde hem toe.Mjjnheer de
prefectdat is Alfred DreyfnsDaarop lichtte de heer
Lépine den hoed en zeide»Ga door mijnheer1
Voor 't overige schijnt da kapitein nauwelijks opge
merkt te zijn.
Aan den uitgang der begraafplaats is overste ricquart
toegejuicht. Treffend was het toen Picqnart zeer ver
ouderd en vergrijsdte midden der graven het hoofd
ontblootte en met krachtige stem riep
.Leve het vaderland zooals Zola het begreep 1"
Te 4 nur was de plechtigheid afgeloopen.
De Boerengeneraals te Brussel.
BRUSSEL, 6 October. Op de meeting dankte De Wet
voor de schitterende ontvangst, die den generaals in
Brnssel ten deel viei. Geheel Znid-Afrika, dat slechts één
volk vormt, deelt in onze gevoelens. Dit toonde de oorlog,
die overal de geestdrift deed ontvlammen. Wjj vragen
ons af, waarom er geen interventie kwam. God wilde,
dat wjj onze onafhankeljjkheid zonden verliezen. Wjj
zullen trouw blijven aan ons nieuw vaderland, indien de
vredesvoorwaarden loyaal worden uitgevoerd. Ons land
zal de bloem worden der naties, die onder Engelsche vlag
leven.
De schadeloosstelling van drie millioen Pond Sterling
is echter een druppel in de zee. De ellende is vreeselijk.
Wjj hebben geen vee meer. Alles is verwoest. De En-
gelschen zjjn onze vjjanden niet meer. Ik heb de vredes
voorwaarden onderteekend en zal mjjn woord honden.
De la Rey zeide in zijn redevoering, dat wanneer men
voor 75 millioen pond schade heeit aangericht, het fat
soenlijk is die schade geheel te vergoeden. Wjj, die ons
als beschaafde menseben hebben gedragen, hebben het
recht een beroep te doen op de beschaafde wereld.
Botha herinnerde aan de tailooze giften uit België,
en zette vervolgens de Engelsche handelwijze in de con-
cenuratiekampen uiteen.
Botha verklaarde, dat de Generaals geen politieke be
doelingen hebben, maar dat de hulp door Enropa verstrekt
zal worden verdeeld onder allen, zonder onderscheid van
godsdienst.
De president van het Belgische pro-Boer-comité, Rein-
hardt, zeide bjj het sluiten der bijeenkomst, dat de
Boerengeneraals groote krijgshelden en bekwame staats
lieden zijn. Zij vragen geld, om scholen op te richten,
opdat de liefde voor het oude Vaderland zal overgaan
op de kindereD, die de hoop der toekomst vormen.
Onder het zingen van het Transvaalsche volkslied ging
de vergadering niteen.
Be Boerengeneraals
waren den 5 te JUeppel. De ontvangst was er w
aan die elders. In eene samenkomst in de Groote kerk
sprak generaal Botha. Hij zeide o.m.
»De grond wordt ons armen menschen onder de voeten
weggekocht. Worden wij met geholpen, dan zullen wjj
worden houthakkers en waterdragers van vreemden. Helpt
ons. Ons volk heeft dat waarlijk verdiend. Het zal leven,
het moet leven. Wie zooveel geleden heeft als ons arm
volk, kan niet vergaan. Wjj hebben alle provocaties ge
had om den oorlog aan te vattem Wjj hebben geen
moorden op ons geweten als die van Scheepers en zooveel
andere brave lieden. Onze handon zjjn schoon. Er kleeft