De Dorpsapostel.
Honderd en vierde jaargang.
1902
WOENSDAG
8 OCTOBER.
Loting voor de Nationale Militie.
Gevonden Uoor werpen.
Bezoek
Commissaris der Koningin.
FEUILLETON.
De BURGEMEESTER der gemeente ALK
MAAR brengt ter kennis van de ingezetenen,
dat de beer Commissaris der Koningin
in deze Provincie voornemens is deze ge
meente te bezoeken op Vrijdag 10 Oc
tober a.s.
Voor bendie Zijn IIoogEdelGestrenge
op dien dag wenscben te spreken, zal daartoe
gelegenheid worden aangeboden tenstadbnize,
ndien zij zich vooraf ter Gemeente-Secretarie
hebben aangemeld, om op de andientieiijst te
worden geplaatst.
AlkmaarDe Burgemeester voorn.,
4 October 1902. G. RIPPING.
Over de redeDr. J. ALEIDA NIJLAND
gehouden op bet- Kortrijkscb Taalcongres.
NO» 120» Tweede blad.
ALKHAABSCHE COURANT.
Deze Courant wordt IMnsdag-, Donderdag-
en S a"t erdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaab f 0,80franco door het
geheele rjjk f 1,
3 Nummers f ®,Oö. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnummer 3.
Pr(]s der gewone advertenttën t
Per regel f 9,13. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOONVooidam O 9.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
ALKMAAR brengen ter kennis van belanghebbenden,
dat de li O T IS der in 1902 alhier voor de lichting
van 1903 voor de Militie ingeschrevenen zal geschieden
op Woensdag 38 October a.s., ten Raadhui ze der
gemeente Alkmaar.
Zij worden mitsdien opgeroepen, om zich op dien dag
voor zooveel betreft de lotellngen wier fami
lienamen beginnen met de letters A tot en met
ft des voormiddags te ÏO ureen met de let
ters li tot en met Z des namiddags te 1 ure
aldaar te bevinden om te 1 o t e n en opgaven te doen
van de redenen van vrijstelling die zij ter zake van de
Militie vermeenen te moeten inbrengen.
Om vrijstelling wegens eigen militairen dienst of die
van broeders te verkrijgen, moet men overleggen een
paspoort of ander bewijs van ontslag, of een uittreksel
uit het stamboek of een bewijs van werkelijken dienst.
Ter bekoming van vrijstelling wegens broederdieust
moet men bovendien overleggen een getuigschrift van
den burgemeester, waaruit het getal zonen, tot het gezin
behoorende, blijkt.
Eerstgenoemd bewijsstuk kan, zoo het niet reeds in
gevolge art. 39, derde lid van het K. B, van 2 Dec.
1901 (Staatsblad N. 230) onder den Burgemeester berust,
ten minste tien dagen vóór den dag, waarop de zitting
van den militieraad wordt geopend, worden ingeleverd
bij den Burgemeester der gemeente in welke de loteling,
die vrijstelling verlangt wegens eigen militairen dienst of
wegens broederdienst, voor de militie is ingeschreven.
De opgave van een reden van vrijstelling bij de loting
ontslaat hem die vrijgesteld wonscht te worden niet van
de verplichting om bjj den Militieraad de reden van
vrijstelling in te brengen, hetgeen in elk geval bjj dit
college moet worden gedaan op het daarvoor bestemde
tijdstip.
Zij die vermeenen vrijstelling te kunnen erlangen
wogens broederdienst moeten op Woensdag
19 Nov. e.k., des voormiddags te 10 ureop het raad
huis verschijnen vergezeld van twee bij den burgemees
ter te goeder naam en faam bekend staande meerderjarige
ingezetenen, die de vereischte getuigenis kunnen afleggen
en het aldaar op te maken getuigschrift onderteekenen,
terwijl zij verplicht zijn de noodige opgaven voor het op
maken der stukken vóór 1 Nfovember a.s. ter secie-
tarie te verstrekken.
Be lotelingen worden uitgenoodigd den oproepingsbrief bij
de loting mede te brengen.
Burgemeester eu Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING Voorzitter.
23 Sept. 1902. C. D. DONATH Secretaris.
Te bevragen aan het bureau van politie op werkdagen
es morgens tussehen 9 en 12 uur
Een zilveren armband, een insigne, een portemonnaie,
oen gulden, een manchet, een rozonkrans in étui, een
ledige bruine portemonnaie, een portemonnaie inhoudende
sleuteltjes, een kastsleuteltje, een huissleutel, een matro-
zenpet, een medaille, een duimstok, een hondenhalsband,
een Duitsch leerboek met schoolschrift, een tabaksdoos,
een waterpas, twee parapluies, een zwart dameshorloge
met kettingoen goudeu broche met rose steen een
fleschje olie of medicijneen stuk ijzereen lantaisie
armband, een hengelstok, visehnet en schepnet.
Alkmaar, De Commissaris van Politie,
3 Oct. 1902. S. M. S. MODDERMAN Jr.
Roman naar het Duitsch van LUDWICH GANGHOFER
DOOB
W. ZAALBERG.
Uitgave van H. J. W. BEOHT te Amsterdam
verkrijgbaar a f 4,50 bjj de Uitgevers dezer Courant.
46)
Hanspeter schudde het hootd »Die Ilsabeth hèt geen
geleider noodig. Al hèt onze Lieveheer ook voor mij
geen tijdmet die Ilsabeth gaat ie mee, hoor
daar g'ioof ik bepaald an."
»Zeker, ja I En beter as onze Lieveheer kan ik 't ook
niet." Roman trad aan het venster, veegde het dauw-
beslag van de ruiten en gluurde den donkeren avond in
Toen hij den doflen slag derhuisduer hoorde, knikte hij
in stilte en drukte de handen tegen het achterhoofd. »Ja,
ja Zoo gaat 't!" Zwaar en zuchtend liet hij zich op
een stoel vallen, strekte de beenen uit en drukte de
handen in den rug, alsof hij alle vermoeidheid, die bet
zware dagwerk der laatste week in zijn ledematen had
opgestapeld, nu eerst zoo vol en goed begon te gevoelen
Mandi? Be'j moe?"
»Nee, nee 1 Ik blijf hier, boor, da'je je medicijn be
hoorlijk krijgt, zoo-as Ilsabeth 't gezeid hèt. En thans is 'r
rust in hnis je znlt zien, Peterman, thans slaap je goed
Hanspeter gaf geen antwoord.
Na eenige oogenblikken vroeg Roman »wat hèt toch
Ilsabeth je zoo jnist ingefluisterdvan die heeren van
't gerecht, en da'je je niet bezorgd mot maken Inder
daad hèt mijn vader 'r mij ook al wat van gezeid
sLaat dat maar blijven, Mandi I" viel Hanspeter in
met langzaam woordgedruppel. »Ze verbieden mij, da'k
non en dan 'n woordje ten beste zeg 1 Non, ja, 't zal
niet anders mogen wezen. Zooas z'm gemaakt hebben
den parigraffi, zoo is ie eenmaal. Met die zaken zal
Lang heeft 't gegist, gewoeld, gedrongen naar vrijheid,
het Vlaamsche volkskaraktereindelijk wringt het
zich los!
Eindelijk schieten ze op, de eigen jonge loten, uit den
door vreemd gewas verstikten grond. Ze schieten op, ze
dragen al blad, al bloemal vracht, heerlijke vrucht,
vol krachtig levenssap.
De velden van Groot-Nederland zijn wit om te oogsten.
Maar hoe weinig in aantal zijn de arbeiders
Het »Woord aan de Vlaamsche Vrouw" heeft ze daar
ginds opgeroepen, de stille werksters in het huisgezin,
de moeders, zusters, de onderwijzeressen.
»Uw volk rekent op Ukent Uwe verantwoordelijk
held
Zoo heeft het daar te Kortrijk geklonken. En 't is
doorgedrongen ook tot mijn hart, dat niet altijd het ideaal
behield van eigen taal, eigen kunst, versterking van
ons stamvoelen in fier bewustzijn van 'n wereldtaak."
ook wel zoo wezen as met de menschenzoo zjjn ze
eenmaal, en zoo mot men ze nemen Hij het wel
gelijk, mijnheer de pastoor 1 La'en wo de naakte mnschjes
in 't warme nest laten blijven 't Is verstandiger 1 Bjj
de slechten zal 'r niet één vliegen, en de goeien, die
hebben 't niet noodig." Het gezicht in het knssen
draaiend, tastte hij naar Romans hand. »Kijk, vandaag
ben 'k heel erg tevreden, omda'k jon weer heb 1Non'
Mandi, nou bè'j 'r weer En zooveel goeds he'j gepraat
met Ilsabeth
Roman, die slechts half scheen te hooren, had de oog
leden gesloten, alsof zijn oogen pijnlijk brandden. Maar
de klank van dien naam maakte hem oplettend. »Ik
Met Liesbeth vroeg hij stotterend. En bromde: »loop
heen, wat komt je in de gedachte Ik heb net zoo ge
praat as gewoon oudor menscheu en heelemaal in het
minst niet anders."
»Nee nee Zoo heel goed be'j tegen d'r geweest. En
daar zeg ik God-zegen«je voor, zie je. Ja Mandi, nou
sta'k weer met je op gelijk non he je ze weer, de
liefde."
't Was een rampzalig woordje, dat Hanspeter daar
uitsprak. Want Roman stoof misnoegd op: sla'me non
toch met de liefde met rustDaar mag 'k nou niks
van hooren!" Hij stapte naar de deur toe, alsof hjj voor
dat booze woord wou weg loopen. Maar half in de kamer
keerde hjj weer om, lei de handen op den rng en bekeek
zuchtend een van de zwitsersche huisjes aan den wand,
welks venstertjes in het doffe'lamplicht heel geheimzinnig
straalden.
Het duurde lang eer Hanspeter in zjjn schrik en be
zorgdheid den moed vond voor de vraag»Mandi
Och zeg mjj toch om Christus wil
»Stil zou je wezen Niet spreken moog je. het Ilsa
beth gezeid. En 't meisje meent 't goed met je, daarom
mot je naar d'r luisteren
Hanspeter maakte een sussende beweging en drukte
de hand op zijn mond.
Na eenige oogenblikken stoDd Roman midden in de
kamer, als iemand die niet weet waartoe hjj in de wereld
Hoe was het mjj te moede bjj de belijdenis van spreek
ster »Ik sta als Noord-Nederlandache beschaamd, als ik
hoor, wat de Vlaamsche vrouwen voor de zaak over hebben,
hoe ze strijden, onvermoeido wij hebben 't zoo
veel gemakkelijker, en daarom zjjn we ook vaak zooveel
trager
Toen voelde ik den drang tot medewerken met kracht
ontwaken, en ik ben lid van 't Algemeen Nederlandsch
Verbond" geworden. Het »Woord tot de Vlaamsche Vrouw"
heeft ook mij geroepen, en ik besloot, de rede van mejuf
frouw Njjland te helpen verspreiden, waartoe de Redactie
van dit blad hare medewerking verleende. Zoo komt zij
dan ook tot U, Noord-Nederlanders, om Uw belangstel
ling te wekken voor den strijd, die daarginds door de
Zuidelijke broeders en zusters gestreden wordt, den strijd
voor de Moedertaal.
Een Woord tot de Vlaamsche Vrouw.
»Als U 't hart tot spreken dringt, zoo spreek zegt
onze dichter de Genestetomdat mij nn t hart drong tot
spreken, op deze plaats, in deze omgeving, heb ik verzocht,
eenige oogenblikken 't woord te mogen voeren. Ik ben
hier onder geestverwanten, dat geeft moed. Ik weet, dat,
wat mjj in deze dagen beweegt, heftig aandoet, ook U
allen treft, ik weet, dat wij dezer dagen hetzelfde voelen
en als 'n levensschat zwijgend in ons zullen bergen. Zie,
ik wilde in dienst van ons Algemeen Nederlandsch Ver
bond nog eens helder ons ideaal stroven ons voor oogen
stellen ter opwekking tot den goeden strjjd, als Noord-
Nederlandsche dankbaar voor wat de Vlaamsche Bewe
ging al tot stand bracht. Als vrouw denk ik daarbjj als
vanzelf aan vele mijner Vlaamsche zusters, tot wie ik
vol eerbiedige bewondering opzie, omdat zij kloek en koen
den zwaren strjjd hebben aanvaard, zonder deinzen schrap
tegen den vijand, den zwaren strjjd hier in 't Zuiden voor
eigen taak en volksleven. Als ik hoor, wat sommige
Vlaamsche vrouwen voor de zaak over hebben, en hoe ze
strijden, onvermoeid, dan sta ik als Noord-Nederlandsche
beschaamd. O, wij hebben 't zooveel gemakkeljjker, en
daarom zjjn we ook vaak zooveel trager! 'n Woord van
warme bewondering daarom, van eerbied, aan de voor
eigen taal moedig strijdende Vlaamsche vrouwen, gering
nog maar in aantal, groot toch al van invloedWant
velen, bij U als bjj ons, zjjn nog onverschillig, begrjjpen
Uw beweging, ons algemeen Nederlansch streven niet,
kennen niet 't belang van de toekomst. Zou 't ook kunnen
wezen, omdat ze alles klein zien, als enkel Vlaamsch-
bedoelsmd? En «groot moeton we kunnen zien, om
groot te kannen voelen", 't kloeke levenswoord, waar
mee onze romanschrijfster mevr. BosboomTonssaint haar
knnst-loopbaan begon.
Zie, 't leven van alledag met z'n sleur van nietige
kleinigheden, schjjnbanr onbelangrijke schakeltjea, kan ons
zoo geheel in beslag nemen, dat we als blind worden
voor het ideëele, dat altijd boven de stof zweeft, als wij
maar oog hebben, 't heerlijk lichtbeeld te zien.
is. Vervolgens ging hjj zitten aan het voeteinde van het
bed en leunde zwaar vermoeid tegen het ledikant.
Een kwartnnr ging zonder spreken voorbij.
Toen het negen nnr sloeg, stond Roman op en vulde
nit de medicjjnflesch den lepel tot hij overliep.
»Peterman, nou krijgt je 'tl... Doe open je mond 1"
Hanspeter opende den mond en slikte. En daar hjj
niet durfde spreken, bedankte hjj enkel met een natten
blik en veegde met bevende hand van kin en hals de
medicjjn weg, die Roman gemorst had.
Daarop weer stilte in de kamer, waarin men nog al
toos de scherpe harslucht van de verbrande jeneverbes
struik gewaar werd. Deze rook en dat zwijgen schenen
op Roman, die zijn plaats aan het voeteinde weer inge
nomen had, een verdoovende werking uit te oefenen. Tel
kens. alB zjjn oogen waren toegegaan, deed hij met het
hoofd een haastigen knik, die hem wekte. Hjj draaide
aan zjjn snor, klapte met de handen op de knieën, wreef
zich de neusal het mogelijke deed hjj om zich
wakker te houden. Maar de moeheid in hem was mach
tiger dan het plichtgevoel van het werplegingsambt"
dat hij had overgenomen. Al zwaarder zonk zijn hoofd
op zjjn schouder, en lang zakte hij zjjwaarts over het
bed heen, zoodat hjj zwaar op Hanspeters knieën kwam
te liggen.
Het eene uur na het andere verstreek. Roman sliep.
En Hanspeter verroerde zich niet ofschoon hjj onder
den last, die zijne knieën te dragen hadden, slaap in de
beenen kreeg om den sluimerende maar niet te wekken.
Middernacht was reeds voorbjj, toen Roman in zijn
slaap drnk begon te praten. En eensklaps sprong hij op.
»Wat is er stamelde hjj slaapdronken. »Ilsabeth
waar ben ik dan toch
»Bjj mij bè'je, Mandi!" zei Hanspeter en rekte lang
zaam zijn beenen nit. »En hoor's, wees nou verstandig,
ga liever naar je eigen kamertje
»Nee, nee, ik bljjf hier en verpleeg je."
»Maar as ik nou niks meer noodig heb'k Heb ergen
slaap, zie je en as 'k alleen ben, kan 'k beter slapen.
Je doet me 'n pleizier as je weggaat."