De Dorpsapostel.
No. 133. fierste blad.
Honderd en vierde jaargang.
1902.
VRUDAö
7 NOVEMBER.
Verkiezing van een lid
van den Gemeenteraad.
Buitenland.
Inrichtingen, welke gevaar, schade of hin
der knnnen veroorzaken,
FEUILLETON.
UkJUIRSCHI CRI KIM.
Deze Courant wordt Dtnsda g-, II o nderdag-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het
geheele rijk f 1,
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prjjs der gewone advertenttën
Per regel f 0,13. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij
vlh. HERMs. COSTER ZOON Voordam C 9.
Telefoonnummer 3.
De BURGEMEESTER van A L K M A A R brengt
ter algemeene kennis, dat de tot invulling bestemde for
mulieren voor de opgave van candidaten voor de ver
kiezing van één ltd van den Gemeenteraad, In
bet le district, welke zal gehouden worden op Won-
derdag den SO November a.s., van 's morgens 9
tot 's namiddags 4 nre, ter secretarie dezer gemeente kos
teloos verkrijgbaar zijn gesteld van heden af tot en met
den dag dor verkiezing, op alie werkdagen, van 's mor
gens 9 tot 's namiddags 2 nre.
Alkmaar, De Burgemeester van Alkmaar,
6 Nov. 1902. G. RIPPING.
BDRGEMERSTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis:
dat heden op de gemeente secretarie ter visie is gelegd
het aan hen ingediende verzoek, met de bijlagen van M.
H. F. DE WILD, wonende aldaar, om vergunning tot
het oprichten van een gasmotor van vier paarde-
kracht tot het in beweging brengen van een lift in het
perceel Laat, Wijk A, no. 61, en dat op Donderdag 20
November 1902, 's vooi middags te elf uur, ten stad-
huiza gelegenheid wordt gegeven, om tegen het oprichten
van die inrichting bezwaren in te dienen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar G. RIPPING, Voorzitter.
6 Nov. 1902. C. D. DONATH, Secretaris.
fiSTGfiliATVD. Den 4 heeft minister Ritchie in het
Lagerhuis medegedeeld, dat de Regeering voorstelt acht
millioen pond sterling uit te trekken ala hulp voor de
beide nieuwe kolonies Transvaal en Orangia.
Dit bedrag omvat
drie millioen pond sterling als gift voor de Boeren
twee millioen pond sterling als gift voor andere per
sonen die verliezen leden
drie millioen pond sterling als leening aan Boeren en
andere personen.
Het laatste bedrag van drie millioen pond sterling
moet door de nieuwe koloniën worden terugbetaald uit
de eerste leening die zjj aangaan.
En de als gift aangekondigde drie millioen pond ster
ling moeten tevens dienen tot betaling van de schrifte
lijke promessen, gedurende den oorlog door de Trans-
vaalscbe Rogeering of door de bevelvoerende generaals
afgegeven.
Volgens minister's toelichting had de Regeering over
wogen dat de 3 millioen in de vredesvoorwaarden ge
noemd geen gift was maar een deel van de nieuwe Trans'
vaalsche leening. De Boerenleiders betoogden daarentegen
dat eene leaning niet in overeenstemming is met de
vredesvoorwaarden. Daarom had de Regeering, overwegende
dat de bewoordingen der vredesovereenkomst aanleiding
gaven tot die zienswijze, en wensehende elke reden voor
een gerechtvaardigd gevoel van ontevredenheid aan den
kant der Boeren te vermijden, gemeend dat het in over
eenstemming met de belangen van Zuid-Afrika en de ge
voelens van het Britsche volk was, dezen last op zich
te nemen.
Het Lagerhuis keurde het voorstel van den minister
goed.
Welbeschouwd is de houding dar Regeering niet zoo
grootmoedig als minister Ritchie die wil doen voorkomen
en zeker niet in overeenstemming met de vredesvoor
waarden.
De eerste 3 millioen toch, bestemd om de Boeren in
staat te stellen hunne hoeven weder op te bouwen, is
grootendeels reeds gebruikt voor het inlossen der pro
messen, gegeven door de Transvaalsche regeering en de
generaals, dus voor de schuld, die Engeland bij de inlijving
der Republieken op zich nam. De tweede 3 millioen is
enkel een leening, en in hare bepalingen van bedrag en
aflossing ook in strijd met de vredesvoorwaarden. De 2
millioen eindelijk is een gift, maar een gift bestemd voor
de loyalisten en andere personen die verliezen leden in
den oorlog. De Boeren zullen daar dus wel niet veel van
te zien krijgen.
In antwoord op een telegram van het ministerie der
Kaapkolonie, dat zijn voldoening uitspreekt over Cham
berlains bezoek en den wensch uit hem te ontvangen als
gast der Kolonie, zegt Chamberlain dat hij de uitnoo'
diging om de gast der Kolonie te zijn, aanneemt, en dat
hij veertien dagen in de Kaapkolonie hoopt te big ven.
Die Kolonie bezoekt hij het laatstzijne vrouw ver
gezelt hem.
Den laatsten tijd geregeld Zondags worden te Lon
den betoogingen gehouden door gewezen Afrikaansche
soldaten, reservisten, die de hun toekomende soldij nog
maar niet van het Ministerie van Oorlog ontvingen en
die ook niet in dienst gehouden konden worden.
Ook den 2 waren eenige duizenden van deze onte
vredenen in Hyde Park tezamen gekomen na eerst een
protestwandeling gemaakt te hebben langs de Theems
kaden en over Travalgar Square en Piccadilly. Een der
sprekers deed het verhaal van een reservist, wiens beide
kinderen gedurende zijn afwezigheid van honger waren
omgekomen en die zelf bij zijn terugkeer genoodzaakt
was zich in een werkhuis te laten opnemen, omdat het
departement van oorlog hem het verschuldigde bedrag van
3 tot 400 gulden niet wilde uitbetalen.
VfiBfifiNlOUfi STATfiN. De verkiezingen voor
het Huis van Afgevaardigden zijn voor zoover de uitslag
bekend is, gunstig voor de Republikeinen.
Te New-York viel bij gelegenheid der verkiezingen
een ernstige ramp voor. Een groote menigte, geschat op
wel dertigduizend menschen, stond op Madison Square
om den uitslag der verkiezingen af te wachten, toen een
vuurwerk ontplofte, waardoor 12 personen werden gedood,
en een groot aantal gewond, van wie velen hoogst ernstig.
ZUID-AFRIKA. Met het transportschip »Aurania"
zijn weder te Kaapstad 1000 krijgsgevangenen van de
Bermnden aangekomen.
Van 6000 man, die naar de Bermnden werden ge
zonden, zijn 36 dood.
Er z\jn thans nog 880, onder welke 156 onverzoen-
lijken, die in afzonderlijke hotten op de eilanden wonen.
Uit Johannesburg wordt gemeld, da,t de Regeering
overloopen wordt met aanvragen door ongeregelde burger-
troepen om te gaan strijden in Somaliland. Da beslis
sing zal worden medegedeeld als lord Milner binnen
enkele dagen van zijn uitstapie terugkeert.
Botsing.
- Bij Reims is een losse locomotief in botsing gekomen
met een locaaltrein. Tien passagieis werden gewond, van
welke twee zwaar. Een dier zwaargewonden is de heer
Karl Hanotanx, broeder van den oud-Minister.
Instorting.
Den 4 heelt in de Beigische stad Forest een ernstig
ongeval plaats gehad twee in aanbouw zijnde huizen
stortten in en negen arbeiders werden ouder de puinhoopen
begraven. Toen de reddingsboot met behulp van twee
compagnieën genietroepen was ingericht kon men de werk
lieden te voorschijn brengen, van wie vijf dood en drie zwaar
gewond zijn vermoedelijk zal de laatste, die nog niet
gevonden werd, ook wel dood zijn.
Te Brussel is den 2 een automobiel, welke uit het
Bois de Oambre kwam, met een huurrijtuig in botsing
gekomen.
De drie menschen, die erin zaten, werden door den schok
op den grond geworpen en zoo ernstig gewond, dat zij
naar het gasthuis gebracht moesten worden.
Het paard werd gedoodmaar de koetsier bleef onge
deerd.
Het ongeluk moet daaraan te wijten zijn, dat de auto
mobiel, in strijd met de politieverordeningen, links had
gereden.
Aanvaring.
Ter hoogte van Dungeness heeft eene noodlottige
aanvaring plaats gehad tnsschen het Spaansche stoom
schip «Enero" en het Engelsche »St.-RegQlus 22 man
van het Spaansche schip zjjn om het leven gekomen.
De aanvaring geschiedde te middernacht. Het Engelsche
schip »St.-Regulus" trof het schip «Enero" op zij, dicht
bij de machinekamer. De Engelsche kapitein gaf last
voornit te stoomen, om de schepen dicht aan elkander
te honden en den mannen van de «Enero" gelegenheid
te geven, aan boord van zijn schip te komen.
De mannen begrepen eehter de aansporingen daartoe
niet en begonnen hun eigen booten uit te zetten. Maar
vóór zij daarmede gereed waren, zonk het schip. Daarbij
ontploften de machines en men gelooft, dat velen daardoor
Roman naar het Duitsch van LUDWIGH GANGHOFER
DOOR
W. ZAALBERG.
Uitgave van H. J. W. BEOHT te Amsterdam
verkrijgbaar f 4,50 bij de Uitgevers dezer Courant.
56)
»Godsgoeie nacht met mekaar En non ku'je slapen,
moedertjeEn God vergelde 't je 1" Dat moest hij nog
zeggen daarop beet hij de tanden weer op mekaar en
waggelde de donkere schuur in.
Vrouw Altenöder en Liesbeth wachtten voor zijn venster,
tot zij in zijn kamertje zijn zware schoenen hoorden bonzen.
Daarop gingen zij heen.
Op de straat keek Liesbeth nog eens om.
»Moeder
»Wat is *t?"
«Hij mot toch wat van ons weten As z'n Roman
thuis was, dan kon 'k me denken, dat die 'm wat aan-
gerajen had.''
«Maak je niks wijs, kindje 1" zei vrouw Altenöder moe
en langzaam. Hij zal z'n geloof wel weer an een of
ander gehangen hebben De wereld maakt ie niet an
ders eer brengt ie zich zelf nog om met lonter Chris
telijke liefde! As ie zich van avond non maar geen
kwaad het gedaan Een windstoot deed haar wankelen.
Liesbeth sloeg den arm om haar moeder.
Zoo schreden zij in het duister voort' dicht aan elkaar
gedrukt, met voorovergebogen hoofden, en hare rokken
fladderden en klapperden in den storm.
Zij kwamen thuis en zetten zich weer aan dan arbeid.
Zwijgend. Tegen twee uur 's morgens, toen de lamp
dreigde nit te gaan zei vrouw Altenöder »la'en we nou
gaan leggen 1" Zy gingen te bed, maar sliepen niet.
Hanspeters oogen echter waren toegevallen, alsof ze
lood waren. Hij sliep den ganschen nacht en een gat in
den dag. Toen de kenkenmeid de pap bracht, moest zij
hem wekken.
Slaapdronken keek hij eerst naar het venster, waar
langs de regen in stroomen neerviel. Buiten was de lncht
geheel grauw, en nog grauwer was't in de kleine kamer.
Van de soep at hij slechts een paar lepels vol. Daarop
nam hij uit zijn buis, die op den stoel lag, het leeren
geldzakje, gluurde er grinDekend in, bond het weer dicht
en schoof het onder zijn kussen.
Toen lag hij rustig in zijn bed. Steeds lachte hij, maar
zijne handen beefden voortdurend.
Tegen aen middag kwam Liesbeth. Slechts heel
eventjes," zooals ze zei, want »moeder het me noodig,
we motten nog dubbel werkenze kwamen alleen
maar, om te zien, hoe het met hem ging.
»Goed, kindje! Heel goed!"
En dag voor dag ging het hem beter. Alleen het beven
zijner handen wou niet ophouden.
Je bent altoos an werken gewoon," dacht de dokter,
>je vijfhamerige smeedbamer kan 't luilakken niet ver
dragen, Die motten kloppen En des donderdags stond
hjj hem toe «voor 'n unrtje" op te staaD.
Van het »nurtje" maakte Hanspeter een geheelen dag.
Hg haalde zelf zijn eten uit de keuken, verrichtte aller
lei kleine bezigheden in huis, sneed voor de kenkenmeid
een bos houtspanen om vuur te maken en zette in de
houten hark nieuwe tanden. Maar het werk ging hem
zwaar van de handzjjne handen beefden zóó opvallend,
dat de keukenmeid zei«Hanspeter het de derdendaag-
sche gekregen."
Een stap buiten de dear te doen werd hem belet door
den regen, die nit de zwaar drijvende wolken viel, alsof
de hemel in zijn vloed de aarde verdrinken wou.
«Regent 't in maart
«Dan lacht de boer in z'n baard."
Zoo zegt een kalendervers, en Waldhofer bevestigde
het, terwijl hij aan het raam stond en uitkeek over de
grasvelden die tengevolge van het voorlijke voorjaar
twee weken voor den tijd begonnen te groenen. «Sa-
krementNou komt 'r grasdacht hg. Hij lachte en
was goed gemutst, den eenen dag na den anderen. Toen
het zaterdagavond werd, regende het nog wel altoos
door. maar Waldhofer had zijn lachende gras-vroolgkheïd
verloren en schimpte als een rietmnsch op zijn jongen.
Want toen de boschkneehts kwamen om hnn weekloon
te halen, meldde er een«Roman laat je zeggen, dat ie
den zondag over t boven bljjlt in de hnt. Hij is zoo erg
moe, en wou 's uitslapan."
«O, wat dol 1" brak Waldhofer los, asof ie hier be
neden niet veel beter slapen kon 1 En op palmzondag
niet in de kerk wezen 1 As mijnheer de pastoor het gras
gewas zegent en de onweersheester wijdt 1 Wat is nu dat
nou voor 'a Christendom 1 Daar mot nou den Hanspeter
zich 's mee bemoeien 1 Jammer, dat 'm 't preeken ver-
bo-jen is 1
Toen de grootste ergernis verdampt was kwam de be
zorgdheid in hem boven. «Die lijkt haetemaal omgedraaid!
Al den heelen tijd 1 De jongen mot wat hebbenMaar
wat Dat Roman aan een of andere streek der dorpsben
gels had deelgenomen of »botrr op z'n kop" had, daarvoor
behoefde Waldhofer niet bang te wezen. Daarvoor kende
bij zijn jongen te goed. En met zijn Jnlie was hij toch
weer verzoend die «malle stijfhoofdigheid" bad Wald
hofer heel maal niet als ernst opgevat. «Maar iets mot
ie hebben 1"
Had het op palmzondag geen «baksteenen" geregend
een regen zoo erg, dat men Hanspeter met geweld
beletten moest zijn eerste kerkgang te doen, dien hij zoo
«pressant" achtte zoo zon Waldhofer niet hebben op
gezien tegen de drie uren pad en was naar zijn jongen
in de boscbhut opgestegen.
Op dezen palmzondag kon men echter weer zien, wat
de liefde vermag. Want op den laten namiddag, toen
Waldhofer aan het raam stond en uitkeek in dien grijzen
regenvloed, die neerkletterde op de ledige straat zag
hij door dat stroomende grijs iets heen eu weer zweven,
dat verwarrend veel geleek op een bovennatuurlijk uit-