No. 137. Eerste blad. Honderd en vierde jaargang» 1902. ZONDAG 16 NOVEMBER. Stadsberichten. ALK1HAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar ff 0,80franco door het geheele rijk f 1, 3 Nummers ff 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Pr|)s der gewone advertentlën ij Per regel f O,IS. Grooto letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOONVoordam C 9. Telefoonnummer 3. Werkstaking Sigarenmakers. Vrijdag was .in »Diligentia" een vergadering belegd door de afdeeling Alkmaar van den Boni van Tabaksbewe'kers en Sigarenmakers in vereeniging met den Alkmaarschen Bestunrdersbondten einde ia het openbaar te bespreken de grieven der stukende sigaren makers der fabriek van den heer van Zuijdam. Reeds vóór het bepaalde uur was de zaal van Dili- gentia eivol en moest nog aan tal van belangstellenden en nieuwsgierigen den toegang worden ontzegd. De heer Uitenbosch, voorzitter van den Alk maarschen Bestunrdersbond opende de vergadering en wees er op hoe do ter dezer stede ongewone kwestie van werkstaking een zoo buitengewone opkomst naar deze bijeenkomst tengevolge had. Werkstaking beteekent, zei spreker, armoede, maar ook, dat de drijfveereo de handelingen van de patroons van dien aard zijn, dat de arbeiders zich daarbij niet kannen blijven en ook niet mogen neerleggen. De hoop uitsprekendedat de ver gadering vruchten mocht afwerpen voor de stakende arbeidersgaf hij het woord aan den heer Elcliels- helni, lid van het Hoofdbestuur van don Internationalen Bond van Tabaksbewerkers en Sigarenmakers. Spreker vergeleek de handelwijze van den heer van Zuijdam bij die van iemand die een dier mishandelt en meende dat de heer van Zuijdam nog iets ergers had gedaan. Jaren achtereen heeft hij zijn werklieden zijn zes sigarenmakers op een verschrikkelijke wijze .laten ploeteren voor een schandelijk laag loon. Daardoor heeft hij in hooge mate de antipathie opgewekt van allen die nog rechtsgevoel bezitten. De sigarenmaker die op stuk werkt kan, wanneer hij een behoorlijk aantal sigaren maakt een redelijk loou verdienen. Hij is echter in de eerste plaats afhankelijk vau de grondstof, die hjj te verwerken krijgt. Bij de firma van Zuydam was die grondstof slechtzoodat die eeist door den sigarenmaker zelf moest worden uitgezocht. Ofschoon nu de patroon meer dan een half jaar geleden had beloofd, daarin verbetering te zalleu brengen, iH hij die belofte niet nagekomen. Tot goed begrip der zaak werd medegedeeld dat bet loon, door den heer van Z. uitbetaald gemiddeld was f 6,20waarvoor de geheele week moest worden geploeïerd. Alleen dit feit was meende spr. voldoende om daartegen te ageeren, afgezien van de andere toestanden aan de fabriek. Van t 6 20 moet de arbeider betalen zijn huishuur, zijn fondsergeld, zijn assurantie, wat spreker te zamen stelde op 2 gulden, zoodat dus overblijft t 4,20. Stel dat daarvan moet Joveu een huisgezin van 5 personen, dan rest er per persoon voor voeding en kleeding 12 ct. per dag, zonder dat men dan nog iets heeft voor zijn vakvereenigiug of de een of andere uitspanning. Is spreker goed ingelicht dan wordt voor een gevangene gerekend 27 ct. per dag. Door dit tegenover elkaar te stellen zal men begrijpen dat een loon van f 6,20 per week schandelijk laag is. Na zal men licht de vraag stellen Is er al eens een poging gewaagd om daarin verbetering te brengen alvorens men tot staking is overgegaan? Dat is gebeurd. Herhaaldelijk hebben de werklieden den patroon er op gewezen, dat de toestand onhoudbaar was, doch steeds stuitte men op den onwil van den heer van Zuydam. Hij was er niet toe te bewegen betere grondstoffen te verstrekken, de sigarenmaker moet steeds eerst de grond stoffen blijven uitzoeken voor welk werk hij niet werd betaald. Ziju antwoord was steeds»Ik moet concur reeren mijn sigaren voor lager prijs van de hand kunnen doen dan anderen." Dat de fabrikanten concnrreeren daarop hebben de arbeiders zeker niets tegen, doch waar ze wel tegen opkomen isdat ze dit doen van het geld der werklieden door hen en hun gezin gebrek te laten lijden. Was dat niet het geval dan zouden de arbeiders er niets op tegen hebben indien de heer van Zuydam zijn sigaren voor niemendal van de hand deed eu een dokter op den koop toe gaf om de menschen te genezen, als ze van zijn stinkstokken ziek werden. (Applaus). De pogingen om het conflict te voorkomen hebben niet njogen baten. Toen het bleek dat de heer van Z. onhandelbaar was dat hp een steen had op de plaats waar anderen een hart, bezitten toen hebben de werk lieden als daad van noodweer, den aibeid nedergelegd. Daarna is nog getracht door het Hoofdbestuur van den tabaksbewerkersbond en door een commissie van den Bestunrdersbond te Alkmaarde heeren Uitenbosch en dr. van Gelder, om de zaak in het reine te brengen, doch het heeft niet mogen baten. Aanvankelijk werd de com missie 't is waar zeer hoffelijk ontvangen. Door den heer van Zuydam werd een loonstandaard overgelegd en het gevolg was dat de commissie heenging met den indruk, alsof het gelijk was aan de zijde van den patroon en de arbeiders de zaak schriller hadden voorgesteld dan ze was. Van de zijde der sigarenmakers werden echter andere feiten te berde gebracht en het bleek dus, dat de commissie was voorgelogen, dat de arbeiders in hun recht waren. Men toog weer heenmaar nn wi'de de heer van Zuydam nergens mee te maken hebben, hij kreeg in de gaten, dat de zaak niet zuiver was. De heer vau Gelder heeft toen nog de gelegenheid gehad den loonstand- aard der laatste weken, dien hij van de arbeiders had voor te lezen doch het antwoord was dat de patroon met al die dingen niets meer had te maken. Ziedaar de zaak. Ieder zal toestemmen, dat, iudien de heer van Z. in zijn recht was hij dit met cijfers en feiten in het publiek had behooren aan te tooneu. De heer van Gelder meent goed te doen den spreker even in de rede te vallen en mede te deolen dat aan den heer van Zuijdam is voorgesteld een com missie van arbitrage te benoemensamengesteld uit 5 personen twee door de arbeiders aan te wijzen twee door den heer van Zuijdam en een door deze vier. Aan de uitspraak dier commissie zoudon de arbeiders zich onderwerpen. De heer van Zuijdam heeft ook dat yoorstel niet willen aanvaarden. Deze mededeeling acht de heer van Gelder van veel gewicht. Do^ heer Eichelsheim vervolgende bespreekt nu het in de locale bladen geplaatste ingezonden stuk van den heer van Zuydam. Daarin wordt gezegd le. dat door hem niet minder werd betaald dan op andere fa brieken. Betrekkelijk is dat waardoch doordat men op andere fabrieken niet eerst de grondstoffen behoeft uit te zoeken maakt men daar een loon dat 2 3 gulden hooger is. Ten tweede beweert bij dat op zijn fat>rie« de tabak niet moeilijker is te bewerken dan bij anderea en dat dezelfde tabak van vroeger wordt ver werkt. Het laatste is volkomen waarde oude pruts rommel is het nog steeds doch hij schijnt niet te be- grypen dat waar bij hem .ruim f 6 per week wordt gemaakt en bij anderen f 9 t 10 dit niet klopt met ziju beweriDg, dat de tabak niet moeilijker is te bewerken. Ten derde zegt hij, dat alle voorwaarden en loonen steeds door hem zijn gehandhaafd. Dat doet niots af aan het feitdat het loon maar f 6,20 isterwijl hij brutaal weg bewerende dat hij nooit op de loonen heeft be knibbeld, nog geen 14 dagen geleden getracht heeft voor werk, waarvoor 45 et. pat hooderd werd betaald, 40 ct. te geven wat hem door het optreden der werklieden niet is gelukt. Ten vierde zegt hij dat de arbeiders zelf hebben ver klaard nooit ruvfr door hem te zijn bejegend. Doch op welke manier heeft het ontslag van den sigarenmaker de Graaf plaats gehad Dit ontslag dat eigenlijk ook een vau de hoofdoorzaken der Staking was? Bij eiken sigarenmaker kan het gebeuren dat stukjes tabak op den vloer vallen. Dat was ook hier het geval en toen de Graaf, die juist een sigaar afmaakte het niet spoedig genoeg opraapte, was het dadelijk»Je kunt wel opdIk heb allang wat gezocht, eindelp heb ik nu wat gevonden". Deze houding meenen wij is hoogst ongepast. Uit hec geheele stuk blijkt dat de hoer van Zuydam Baron van Munchhausen of Dirk Lingerak heel goed heett gelezen en 't is te bezien wio van drieën "hier het record slaat in het liegen. Zelfs tegen Uitenbosch heett hij gezegd dat hij eindelijk een reden had gevonden om de Graaf te ontslaan. Het Alkmaarscbe publiek wil bij thans zand in de oogeu strooienopdat dit zich zal stellen tegenover de arbeiders. Ook heelt hij gezegd, dat op ong>paste wijze pressie is uitgeoefend op den buitenwerker do Haas. Dat is eveneens een onwaarheid; de Haas is daartoe niet geprest, men heeft hem overtuigd, dat hij zich homogeen moest verklaren met zijn medearbeiders. Ten slotte betoogt spreker dat er in deze zaak geen sprake is van opruiïag van de zijde van hem of anderen, dat alles is beproetd om op vredelievende wijze het con flict te voorkomen doch dat niets heeft mogen baten. Alle schuld valt in deze terag op den heer van Zuydam ze t. Wij zijn zegt hijons er van bewustdat wij onzen plicht hebben gedaan wij hebben den strijd niet uitgelokt. De bear van Zuydam heeft ons den oorlog verklaard wij willen dien oorlog strijden met alle ge paste en beschikbare wapenen waarbij wij rokenen op den steun van het Alkmaarscbe publiek. Het publiek concludeere zelf, wat het te doen staat. De heer van Zuydam moet wel hebben een zwarte ziel, bij hem moet zijn alle absentie van geweten waar hij geen enkele poging heeft gedaun om het conflict te voorkomen. Waar alle moreele middelen zijn aangewendvraagt spreker vrijmoedig hoe het publiek denkt over de houding van zulk een patrooD daar vraagt hij of het niet wenschelijk isdat een dergelijke patroon worde getroffen op de gevoeligste plaats d. i, in zijn portemonnaie. Elk rooker bedenke, dat waar hij een sigaar van dezen fabrikant opsteekt, hy met do tabak een zweetdroppel der arbeiders, een stuk gtluk van hun gezin in rook doet opgaan. Wie dat bedenktrooke nooit meer een sigaar van den heer van Zuydam 1 (Applaus). Na een kleine panze werd gelegenheid gegeven tot debat. Op de vraag of de heer van Zuydam, die was uitge- noodigd, mat den heer Eichelsheim in debat wenschte te treden kwam geen antwoord. Ook bleek niemand het voor den afwezige te willen opnemen. Door den heer G 1 a s z echter werden ook namens zijn collega's ae heeren de Regt en Ternooy Apèl een paar vragen gesteld aan de commissie van den Bestunrdersbond. Da eerste vraag wasDurft U iu oprechte waarheid verzekerendat de heer van Zuydam heeft overgelegd valsche loonstaten De heer Uitenbosch antwoordt hierop ontkennend, dat aan den heer van Zuydam loonstaten zyn overgelegd door de oommissie, die van Zoydam eerst zeide, dat juist waren doch waarvan hij later verklaarde, dat ze niet volkomen in den haak waren. De heer Glasz merkt op, dat dat iets anders is dan de heer Eichelsheim heeft gezegd, althans indien hij goed heeft verstaan, heeft deze medegedeeld, dat de heer van Zuydam valsche staten had voorgelegd aan de commissie. De heer Eichelsheim wil gaarne erkennen, dat men door het niet joist weergoven van sommige feiten dat hier schijnt te hebben plaats gehad tot vorkeerde conclusie kan komen. Wat hij gezegd heeftheeft hy naar de gegevens hem verstrekt, meenen te mogen aan nemen als waar te zijn. Waar het nu blijktdat het niet zoo is neemt hij de woorden gaarne terug. De heer Glasz constateert dus dat in dat opzicht de heer van Zuijdam niet is geweest oen leugenaar. Hij voegt er bijdat hij het alleen heeft gevraagd om de volle waarheid te kennen zonder zich ook in 't minst partij te stelten. De tweede vraag die hij aan de commissie van den Bestunrdersbond zou willen doen, luidtIs het waar dat de heer van Zuijdam geweigerd heeft het voorstel om een comti issie van arbitrage te doen benoemen, aan te nemen De heer Uitenbosch: Ja". Ten derde vraagt de heer Glasz, en hierop ontvangt hij graag het antwoord van werklieden der fabriek die zeker wel tegenwoordig zijn: Is het waar, dat de heer Uitenbosch u heeft geprest het werk neer te leggen terwijl hij beloofd beeft, dat een loon van f 8 per week u zou worden uitbetaald door den Bestunrdersbond. De heer de Haas, de buitenwerker met wien dit volgens het ingezonden stuk in de couranten moest zijn gebeurd antwoordt hierop ontkennend. Op de vraag van den heer Glasz, of hij dat onder eede zou durven bevestigen, geeft de Haas een verhaal van 't gebeurde, waaruit viel op te maken dat hij door den heer Uiten bosch niet is geprest het werk neer te leggen, doch deze heeft hem overreed het te doen. Verder verklaarde hij, dat. hi] er niet zooveel schade van zon hebben en dat had hij ook tot den heer Uitenbosch gezegd; maar op zijn vraag »<jf, indien die schade eens grooter mocht worden hij die geen lid was van den Sigarenmakers- bond ook op ondersteuning mocht rekenen is door Uitenbosch geantwoorddat in dat geval de Bestunr dersbond daarvoor zou zorgen. Nog deelt hij ten slotte mede, dat na den heer Uiten bosch nog sigarenmakers bij hem zijn geweestomdat hij de tabak nog niet aan den heer van Znijdam had teruggebracht. »Men zei dat hij dat had beloofd aan den heer Uitenbosch doch dat is niet waar. Die siga renmakers hebben spreker gedreigd met boyeotten," De heer Glasz meent uit dit verhaal te mogen opmaken dat er toch wel pressie op de Haas is uitge oefend, daar hij met boycot is gedreigd. Dit keurt spreker ten sterkste af. Overieding dat is het eenige wat men nit moreel oogpunt mag doen. De heer Uitenbosch hoopt, dat men overtuigd zal zijn dat hij niets deed dan de Haas overreden. Wat na zijn bezoek is gedaan en gesproken met de Haas daarvoor is hij niet aansprakelijk. De heer Peters, sigarenmaker geeft daarna een ver haal van hetgeen hij met nog twee andere kameraden tegen de Haas heeft gezegd. Men geloofde door de Haas om den tuin te worden geleid daar hij de tabak nog niet had ternggebraeht. Bij dat bezoek is door hen gezegd heb je wel eens van boycotten gehoord Verder werd door dezen spreker de Haas verweten, dat hij onge-, stript binnengoed verwerkte voor 30 et. en het dan door een jangen liet strippen. Dat was werken beneden het loon en alleen om een wit voetje te halen bij don patroon. De heer de Haas heet dat een leugen, hy werkte niet onder het loon dat hij een jongen voor het strippen had ontkent hij niet. Tijdens het debat kwam er in de vergadering eenige beweging, men riep zelfs: »Weg met de onderkruipers Weg met dominé Glasz!" tot dat de heer Eichels heim ten slotte het woord nog nam. Hij wees er op, hoe de Haas tegenover den heer Glasz had gedraaid met zijn antwoord eerst had hij ontkend en later een ver klaring afgelegd die mot het eerste gezegde in strijd is. Eu voor de stakers èa voor de Haas hoopt hij dat het hem nooit in de gedachte zal komen van den patroon een judaspenning aan te nemen om zijn klassegenooten aan den galg te helpen. Dan komt sp»eker nog even terug op hetgeen door hem te goeder trouw als waarheid was medegedeeld doch door hem is teruggenomen. Hy hoopt dat men er van overtuigd isdat hij niet met opzet onwaar was. Dat op de andere beschuldigingen niet is ingegaan dat de heer van Zuydam die kon weten dat het op de ver gadering niet malsch zou toegaan niet aanwezig is om zich te rechtvaardigendat is een bewijs dat hij daartoe den moed niet heeft. Nog herinnert spreker aan een zaak vaD vier jaar geleden, toen de heer van Zuydam een ongelukkig werk man voor schandelijk laag ioon liet werken en eindigt met te verklaren, dat indien er pressie wordt uitgeoefend, - dit zeker gedaan wordt door den heer vau Zuydam die b- bekend maaktdatiudien de arbeiders voor 1 Dec. zich niet weer aanmeldenzij dan ontslagen zijn. Spreke-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1902 | | pagina 1