No, 139, Eerste blad. Honderd en vierde jaargang» 1902.
V R IJ D A G
21 NOVEMBER.
Gemeenteraad van Alkmaar.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt t n s da g-, Donderdag-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 j franco door het
geheele rijk f 1,
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnummer 3.
Pry s der gewone advertentlën t]
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij
vlh. HERMs. COSTER ZOONVoordam C 9.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Alkmaar brengen ter algemeene kennis dit in bet ge
meenteblad van Alk naar Nr. 149 ii opg-tnimeu bet be
sluit vin den Rrad dezer gemeente van den 29 October
1902, waarbij is vastgesteld eene
Verord'.ning op het bestuur van het Stads
ziekenhuis te Alkmaar.
Welke verordening, beden afgekondigd, gedurende drie
maanden voor een ieder ter lezing is nedergelegd en
tegen betaling van 20 cents ter gemeente-secretarie in
afdruk is verkrijgbaar gesteld.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
18 Nov. 1902. C. D. DONATH Secretaris.
9. Wemeentebegrootingdienst 19(13,
Algemeene Bescbonwingen.
Door de leden der le sectie wordt bet beteurd dat
bij deze begrooting de hoofdelijke omslag met f 8000
werd verhoogd niettegenstaande voor de opbrengst der
gasfabriek f 7500 meer werd uitgetrokken en de buiten
gewone werkeD waarvoor een leening van f 8000 zal
worden aangegaan slechts gedeeltelijk buitengewone
werken zijn. Hieruit volgt meent men dat de finan
ciële toestand der gemeente niet zoozeer rooskleurig is.
Bovendien wordt opgemerktdat de jaarwedden van
sommige gemeenteambtenaren voor een hooger bedrag
op de begrooting zijn gebracht, zonder dat een aanvrage
daartoe inkwam en de toelichting tot de begrooting
daaromtrent iets vermeldt.
De 3e sectie vindt het vreemd dat de post van het
kastekort van 25055,30 niet onder de buitengewone uit
gaven voorkomt, ter wijl andere feitelijk niet buitengewone
uitgaven als verzekering van werklieden, kosten telefoon
aansluiting rente Bad- en Zweminrichting als zoodanig
op de begrooting worden vermeld.
Op deze beschouwingen antwoorden B. en W., dat zij
het gevoelen der le sectie deelen dat de toestand der
gemeente-financiën niet rooskieurig kan worden genoemd.
Omtrent de verhooging der jaarwedden van sommige
gemeente ambtenaren merken zij op, dat een verhooging
van jaarwedde niet altijd achterwege behoort te bljjven,
omdat geen aanvraag daartoe is gedaan. B. en W. be-
hooren daarover zelfstandig te oordeelen. Dat de Memorie
van Toelichting er geen melding van maaktis een
onwillekeurig verzuim. Met de opmerking der 3e sectie
zullen zy een volgend jaar rekening honden.
De heer Kraak man over de algemeene beschouwin
gen het woord verkrijgendezegt dat waar de raad
pas heeft goedgekeurd de begrooting voor het gasthuis
en de stadsapotheek het wel de aandacht verdientdat
de begrooting voor het gasthais in de laatste jaren kolos
saal in omvang is toegenomen. Waar de subsidie der
gemeente thans is gesteld op f 12000, was die in 1884
bijv. slechts f 1200 en vóór dien tijd niet meer dan f 3u0.
Deze cijters in verband brengende met de gemeente-
begrooting, constateert hij, dat de uitgaven der gemeente
veel hooger zijn dan in vroegere jaren het geval was.
Onder de motieven d e daartoe aanleiding gavon behoort
zeker de verme°rdering der bevolking. Vraagt men zich
at heelt met die vermeeidering van bevolking ook een
gelijkmatige vermeerdeiing van inkomsten plaats gthid,
dan moet men daarop een ontkennend antwoord geven.
Dat dit niet is geschied is zoo betoogt spreker het
gevolg hiervan dat de nitkeering van het rijk aan de
gemeente, nit de opbrengst der belastingen niet in gelijke
veihoudmg is gebleven met de uitbreiding der bevolking.
Waar die nitkeering in 1884 was f 8u75 wat betrett de
belasting der bebouwde eigendommenis ze nu niet
meer dan f 13600.
Onder de vroegere wetgeving bestonden de accijnsen
die echter door de Wet van i860 vervielen. Toen weid
de nitkeering van bet rijk bepaald op 4/5 der personeele
belasting, betgeen niet ongunstig was voor de gemeente,
de ontvangst was voor zich uitbreidende gemeeDten steeds
toenemend. In 1885 is daaraan een einde gemaakt en
het bedrag voor Alkmaar o. a. bepaald op pl. m. f 450u0.
zooals bet thans ook is geraamd. Ziet men nu dat dit
bedrag in 1884 bedroeg f 47950, dan blijkt het duid lijk
dat de toename der bevolking geen evenredige verhooging
van dit bedraz heeft meegobraeht.
In verschOlendo gemeenten is er reads sprake van ge
weest meerderen stenn te vragen aan het rijk daar men te
kort komt. Wij moeten verboogen de nitkeering van de
gasfabriek in verband met de bnisleid.ng en den hoof
dei jj ken omslag met f 8000, terwijl men niet in staat is
zelfs noodzakelijk uit te voeren werken tot stand te
brengen dan door een leening van f 8ü00. In dien toe
stand is men gebracht door de wetswijziging in zake de
nitkeeri-g van de personeele belasting, die zoo nadeelige
gevolgen heeft gehad vo >ral ook voor zich uitbreidende
gemeenten. Het komt hem daarom voor, dat de raad
heeft te overwegen of men zich niet zal aansluiten bij
die gemeenten die ten deze zich tot het rjjk willen
wenden, om wijziging in dezen toestanden dat het
wenschelijk is daarbij de aandacht er op te vestigen
dat vooral reden van beklag bestaat bij die gemeenten
welke in uitbreiding zijn.
Bij de verdere behandeling der begrooting brengt de
Voorzitter alleen die artikelen ter sprake, waarom
trent in de sectie ve-g ideringen op- of aanmerkingen
zijn gemaakt, doch niettemin heeft ieder lid het recht
ook over andere artikelen het woord te voeren.
Uitgaven.
Hoofdstuk I. Kosten van huishoudelijk bestuur.
Het totaal van dit hoofdstuk is tzeraamd op t 20985.
Art. 4. Jaarwedde van den ontvanger.
De 2e sectie verneemt met genjegen dat een herzie
ning van de instructie van den gemeente-ontvanger in
verband met de benoeming van diens klerk tot gemeente
ambtenaar binnen niet te langen tijd den Raad zal be
reiken.
De heer Glinderman spreekt den wensch nit, dat
B. en W. niet te lang meer zullen wachten met de her
ziening der instmetie voor don gemeente ontvanger
waarop de voorzitter antwoordt, dat aan dien wensch
gevolg zal worden gegeven.
De heer Kraakman versterkt dien wensch door
B. en W. nit te noodigen binnen beperkten tijd voorstel
len daartoe te doen.
Het artikel wordt datrna goedgekenrd.
Art. 12. Kosten van licht en brandstoffen, geraamd op f 800.
Een der leden van de derde sectie acht die kosten wel
wat hoog eD beveelt bezuiniging aan. B en W. beloven
zooveel mogeljjk de zuinigheid te zullen doen betrachten.
Goedgekeurd.
Art. 17. Kosten van het aanleggen en bijhouden der
registers van den burgerlijken stand, geraamd op f 1350.
Deze post is samenga teld als volgt: Jaarwedde amb
tenaar van den bmgerlijken stand f 750 drukwerk en
zegels f 325, materiëel f 75; bewerken der tienjarige
Ktfels f 200.
In de eerste sectie wordt de viaag gedaau of hut
noodig isdat voor de bewerking der tienjarige tafels
extra gelden worden uitgetrokken waarop B. en W.
antwoorden dut dit niet anders kan.
De beer Kraak man vindt het antwoord van B. e
W. wel wat al te eenvoudig, Gaarne zou hij als hot
mogelijk was op die f 200 voor het bewerken der tien
jarige tafels willen bezuinigen hij gelooft dat er wel
iemand voor te vinden is, die dat zal willen doen zocder
belooning men moet alle onnoodige uitgaven vermijden.
De Voorzitter antwoord hierop, dat B. en W.
geen enkele post meer willen nitgeven dan noodzakelijk
isdoch geeft wel in overweging deze post te laten
zooals die is.
De beer Kraakman maakt er geen bepaald voor
stel van den post te verminderen waarna hij wordt
goedgekenrd, en het geheele hoofdstuk onverauuerd wordt
vastgesteld.
Hoofdstuk II. Kosten van invordering der plaat
selijke belasting.
H«t totaal van d>t hoofdstuk is geraamd op f 16961,85.
Art. 4. Jaarwedden van de sluiswachters brugophaal
ders enz., geraamd op 15U0.
In de toelichting der begrooting zeggen B. en W.,
dat het in de bedoeling ligt aan de brugwachters vaste
jaarwedden toe te kennen en daartegenover de brug
gelden als belasting m de gemeentekas te doen vloeien.
Toegelegd znllen worden aan 0. B'k f7 per week, aan
J. van Deventer f 3, aan H. J. Puttenaar f 8,50 en
F. Jansen f 8 per week.
Sommige leden der le sectie merken op, dat de kosten
van het bedienen der bruggelden znllen bedragen f1500
en de ontvangsten slechts f 1200. Zij wenschen liever
den tegen woordigen toestand te bestendigen, totdat van B.
en W. een nadere voordracht daaromtrent zal zijn gedaan.
De 2e sectie ondersteunt gaarne het voorstel door B.
W., doch acht een aldoende contröle op de ontvangst
der bruggelden noodzakelijk.
De 3e sectie spreekt de wenschelijkheid uit dat bon
boekjes worden ingevoerd tot betere contróla der ambte
naren belast met de inning van marktgelden en keurt
in beginsel het voorstel van B. en W. goed.
B. en W. antwoorden op de opmerking van sommige
leden der le sectie, dat zij, waar twee sectiën verklaren
met het plan te zijn ingenomen, hnn voorstel handhaven.
De heer Glinderman vraagt of het in verband
met de door de 2e sectie gemaakte opmerking en de
herinnering aan den wensch tot aanstelling van een
ambtenaar ter contióle zooals die voorkomt bij het
rapport en antwoord betreffende het artikel kosten van
de Waag" de bedoeling is van B. en W. een voorstel
daartoe uit te lokken van den raadin dat geval wil
hij dat wel doen.
De Voorzitter antwoordt hierop bevestigend.
De heer de Groot acht het echter wenschelijk, eerst
artikel 4 af te handelen.
Sommige leden dar 2e sectie zegt hij konden zich
niet vereenigeu met het voorstelom de brugwachters
gemeente ambtenaren te maken. Wat is het gevolg
In de eerste plaats een uitgaaf van f 1500 tegen een
ontvangst van f 1200. Doch er zijn meerdere gevolgen.
Zooals net nu is gaat de doorlating der schepen behoorljjk
vlug, maakt men de menschen tot ambtenaren, dan ziet
by er in, dat ze dan zullen zeggen: »'k heb hot te druk."
Dan zal men meer personeel moeten aanstelion en de
kosten wellicht het dubbele worden.
De heer Glinderman denkt niet zoo slecht over
gemeente-ambtenaren als de heer de Groot en begrijpt
niet waarom de dienst er slechter door zon worden. Wat
de ontvangst van i 1200 betreft, het is de vraag of die
niet hooger zal worden, vooral bij noodzakelijke contröle
op de ambtenaren.
De Voorzitter voegt hierbij, dat de f 12C0 slechts
een ruwe raming is terwijl in alle geval de heer de
Groot nog vergeet dat door de gemeente 'eeds f 65
werd betaald als loon en dns het verschil van f 300
daarmede moet worden verminderd. Verder zegt hij
dat het is voorgekomen, dat een schipper weigerde brug
geld te betalen. Hoe zal men daaraan een einde maken,
als de toestand zoo blijft.
De heer de Groot komt er tegen op als zon bij
hebben willen zeggen dat hij e"n slechten indrnk had
van de gemeente-ambtenaren. Hij heeft alleen willen
betoogen en dit heihialt hij, dat hij vreest, dat spoedig
het dubbel aaDtal brugwachters zal noodig zijn nn is
hat. eigen voordeel de schippers vlug te bedienen. Wat
het voorkomen van niet-betalen betreft daar hoopt hij
znllen do juristen in de vergadering wel iets op weten.
De Voorzitter hei haalt dat aan dat wanbetalen
geen eind te maken is ais er geen verordening bestaat.
Dat is het jmstmeent de heer Kraakman en
daarom is spoedige wijziging vau d-n toestand, door het
in 't leven roepen van een verordening gewenscht.
De heer Boelmans ter Spill gelooft dat er
een element in de discussie nog is vergeten. Dit is de
behoorlijke bezoldiging der bmgwachters. Tegenwoordig
zijn de verdiensten dier menschen onvoldoende. Verbete
ring dier bezoldiging is een der hoofdzaken, waarom het
vooistel van B. en W. is gedaan.
De heer Cohen Staart wijst er nog eens uitdruk
kelijk opdat de 2e sectie alleen mee gaat met het
voorstel als er behoorlijk eortröle is ingesteld. Daarom
dient eerst over die contióle beslist te worden, voor
men die brugwachters tot ambte iaren kan maken eerst
dns uitmaken of het aanstellen van een controleur noo
dig is.
De Voorzitter vindt dat niet bepaald noodzakelijk:
en gelooft, dat B. en W. we: scherp toezcht kunnen
houden zonder een controleur.
De heer Glinderman is van oordeel, dat de raad
in beginsel tot de aanstelling van een controleur op alle
ontvangsten door ambtenaren gedaan kan b0sluitei>. Met
bet maken der verordening in zake de bruggelden be
hoeft men daarop niet te wachten. Als B. en W. de
toezegging doen dat ze oen dergelijke voordracht aan
den raad znllen aanbieden, zal hij gaarne met dit voorstel
meegaan.
De heer Bosman wil de zaak nog eens liever goed
onder de oogen z en. Hoe zal men de brugwachters
controleeren dat moet op alle tijden ook des nachts
gebeuren. Hij meent dat het nu nog niet zoo slecht
gaat de bediening laat niets te wenschen over. Da
schippers hebben nog wel eens wat meer voor de brug
wachters over. Zal hij dat ook mogen aannemen als
bij ambtenaar is? Eer een beslissing genomen wordt
zon hij gaarne ten meer gemotiveerde voordracht van
B, en W. willen afwachten.
Da Voorzitter merkt nog op dat de vrees voor
de slechte bediening niet zoo op den voorgrond behoeft
te weiden gesteld. B. en W. hebben gezag cenoeg om
desnoods de ambtenaren te dwicigen hun plicht te doen.
De heer U itenbosch gelooft dat de 3e sac tie
een goede oplossing geeft voor do contróle door to
wijzen op het stelsel der bouboekjes en is het verder
eens met den heer Boelmans ter Spildat de lage ver
diensten der brngwach ers b.j B. en W. de hoofdzaak is
geweest.
Da heer Bosman vraagt waaruit die te lage ver
diensten zijn gebleken waarop de Voorzitter ant
woordt uit bet rapport van den architect, dat ter visie
heeft gelegen.
De heer Bosman heeft dat niet gezien.
De heer de Groot wijst er op, dat dat rapport is
samengesteld iu hoofdzaak naar hetgeen do brugwachters
zelf hebben medegedeeld: de betrouwbaarheid dier cijfers
staat niet vast.
Da heer Glinderman meent, Jat het daarom juist
wenschelijk is ze tot gemeente ambtenaren te maken, dan
weet men p-ecies wat zij ontvangen. Dan zullen ze geen
looien mogen aannemen, al die misbruiken moeten woiden
te keer gegaan. De opbrengst zal bij goede contióle
goedkoops worden ten bate der gemeentekas.
Dj heer Kraakman veronderstelt, dat het hoofdbeginsel
bi) B. en W. is geweest, dat de gelden zullen vloeien in
de gemeentekas, niet in de eerste plaats de bezoldiging.
Hij gaat met het voorstel mae en aanvaardt den post
ouder toezegging van B. en W. dat een nadere voordracht
spoedig zal worden ingediend.
Nadat door B. en VV. is verklaard, dat dat ook hnnne
bedoeling was en van de post niets zal worden uitgegeven
voordat de raad naar aanleiding van die in te dienen
voordracht een beslissing zal hebtieu genomen, wordt het
artikel goedgekeurd.
Wordt vervolgd.