J. C. MALEFUT Stoomketels. Advertentièn. Scheepsbouw en Werktuigkundig Opzichter, Art. 5. Onderhoud der lantaarns en verdere kosten der verlichting. Da 2e sectie brengt hierbij in herinnering het verzoek van bewoners van den Steeweg om verbetering in de straatverlichting De 3e sectie vraagtwaarom nog volgens het onde stelsel de straatlichten wo den ontstoken alleen wanneer de almanak donkere maan aangeeft en geen rekening wordt gehouden met donker weer. B. en W. zullen deze opmerkingen brengen onder de aandacht der commissie voor de gasfabriek. Door verschillende leden wordt opgemerktdat nog te veel het onde systeem wordt gevolgd dat bij lichte maan de lai-taarns te vroeg worden uitgedraaid. De Voorzitter wijst er op, dat met den directeur dit punt herhaaldelijk is besproken en dat deze die bewering ongegrond verklaart. Evenwel de commissie voor de gasfabriek zal cr op blijven letten dat aan den wensch der vergadering gevolg wordt gegeven. Het hoofdstak wordt daarna vastgesteld zooals het is geraamd. Hoofdstuk V. Kosten der plaatselijke gezondheidspolitie. Het totaal van dit hoofdstak bedraagt f 31065. Als nienwe posten komen hierin voor a. een bedrag van f 800 ter bestrijding van de gezond heidscommissie, ingevolge art. 28 der Gezondheidswet h. kosten voortvloeiende uit de toepassing der Woning wetle wegens onteigening, 2e wegens voorschotten, bijdragen enz. B. en W. achten het wensehelijk, wegens de onzeker beid omtrent de vereischte uitgaven dezen post voor >memorie" uit te trekken. Art. 3. Kosten wegens het ophalen van haardasch en vuilnis. Ook hier wordt door do 2e sectie gevraagd naar de verhooging der loonen en tevens naar den staat van emolumenten, in 1901 op last van B. en W. opgemaakt en die niet ter visie heelt gelegen. Een der leden van -de 3a sectie vraagt, wanneer een regeling zal worden gemaakt voor een reorganisatie der nitkeering vau loon bij richte der gemeentu-werkJieden. B. en W. antwoorden, dat de voorgestelde verhoogingen verband houdeD met de discussies bij de behandeling der begrooting voor 1902 en met den wensch van B. en W. om daartoe uit eea oogpunt van billijkheid over te gaan. De bedoelde staat zal alsnog ter visie worden gelegd. Het in de laatste plaats genoemde onderwerp stellen B. en W. zich voor bij nader voordracht aan dtn raad te regelen. De heer Cohen Stuart is voor de verhoogicg van loon der werklieden van de gemeente-reiniging, maar wil er toch op wijzen, dat uit de dooi den duectenr over gelegde staat blijkt, dat de menschen nog al lang bij dezen Hk van dienst blijven, voor hem het bewys, dat de loonen nog zoo heel slecht niet zijn. De heer Uitenbosch vraagt of het door den archi tect ontworpen reglement betreffende da nitkeering inge val van ziekte, alle gemeente-werklieden betreft, waarop de Voorzitter bevestigend antwoordt. Verder spreekt de heer Uitenboseh de hoop uit, dat de directeur der reiniging zal terugnemen de uit drukking, voorkomende in zijn brief van verleden jaar, dat »loonsverhooging dronkaards kweekt''. De heer Cohen Stuart zoowel als de Voor zitter komen er tegen cp, dat de heer Uitenbosch uien zin citeert, geheel gerukt nit het verband, waarin bij in dien brief voorkwam. De woorden waren niet in het algemeen bedoeld, doch waren gebruikt iu een zinsnede over de verhooging van loon van alle werklieden. Nadat de heer Bosman er nog op heeft gewezen, dat de werklieden der reiniging nog al wat emolumenten en andere bjjverdiensten hebben, waartegen door den V oorzitter wordt, aangevoerd, dat die bijverdiensten, dus verdiensten buiten het beroep, niet in aanmerking mogen worden genomen, wordt het artikel goedgekeurd. Hoofdstuk VI. Kosten voor het onderwijs. Lager onderwijs f 73ul7,70. Middelbaar en Hooger onderwijs f 17517. Totaal f 90592,70. Aid. II. Art. 5. Subsidie voor de Huishoud- en Industrie school. De 3e sectie merkt op, dat deze post in verband met den toestand der schoolaanleiding geeft tot de vraag, of de tegenwoordige subsidie gehandhaafd mag blijven. B, en W. antwoorden, dat naar hnnne meening <r voor het oogenblik geen verandering behoort te worden gebracht in het bedrag als subsidie verleend. De heer Uitenboseh zegt, dat in de 2a sectie de vraag gedaan is in verband mes de minder prettige geruchten omtrent de school. Er schijnt iets te haperen, daaiom zon hij wel willen weten, of dat alles ook kan zijn ten nadeele van het onderwijs en of er voor B. en W. geen aanleiding kan zijn om scherper toe te zien, of zelfs te dreigen met intrekken van de subsidie. De heer do Groot herinnert er aan, dat de rekening der school ook is goedgekeurd, nadat ze eerst was terug gezonden. Hij gelooft dat als het bestuur zoo doorgaat met opvoer ng der uitgavenheel spoedig het verzoek zal worden gedaan om hooger subsidie. Wensehelijk is het dat B. en W. zich van een en ander op de hoogte stellen. De heer Vonk vraagt, of de voorwaarden waaronder de subsidie werd verleend zijn vastgesteld waarop de Voorziter antwoordt, dat dat zeer zeker door den raad zelf is geschied het toezicht is daarom geregeld. (De voorwaarden worden voorgelezen). De heer Vonk herinnerde zich dat niet op dat oogenblik maar geeft nog in overweging, om evenals bjj de Algemsene Bewaar school een gedelepeerde te benoemen nit den raad. Den heer Kraakman doet het in zekere mate ge noegen dat de zaak ter sprake is gebracht dat toont belangstelling. Hij wil niet herhalen wat hij vroeger heeft gezegd toen hij heeft gesproken oyer net groote nat van instellingen als deze. Do publieke opinio heeft zich daaromtrent ook voldoende uitgesproken de pro vincie en het rijk gaven evenals da gemeente belangrijke subsidiën aan de drie iustellingan waarop Alkmaar trotsch kan zjju. Hut groote bezoek dier inrichtingen de bur geravondschool, de ambachtsschool en de bnisnoudschool was het bewijs ook van oe groote belangstelling van het pnbliek. Die belangstelling heeft ook zeker de vorige sprekers het woord doen nemen. Ter sprake zijn gebracht geroehten die in omloop zijn. Gaarne maakt hij van de gelegenheid gebrnik die geruchten ook in deze ver gadering te rectificeer en. Bedoelt men de geruchten omtrent de verhouding van de vroegere directrice en het bestnnrdie betreffen niet den raad daarin kan men moeilijk partij kiezen. Bedoelt men den strijd tnssehen de oirectrice en de voormalige directricelater presi dente van het bestnnr dau Wil hij eenvoudig in over weging geven daarover niet te spreken. Die directrice en die presidente zyn er beiden niet meer. Op dit oogenblik is er een andere directrice. Wat betreft de goede zorg de goede orde op de school is men thans een nienw tijdperk ingetreden een tijdperk van rast, van goede overeenstemming tnssehen directrice en leeraressen, tnssehen directrice en beetnnr. Er is een tijd geweestdat men vreesde voor werk staking doch door het vertrek van enkele leeraressen is dat niet gebeurd. Wat, thans den gang van het onderwijs betreft, wijst hij er op, dat in het nieuwe bestnnr zitting hebben een scboolopzieueres en een gewezen onderwjjzeres, die jaren lang in fnntie was en thans tijd en lust heeft om hare zorgen te wijden aan de school. Te verwachten is, dat thans nu de geschillen zyn geëindigd, de personen die er bij tegenwoordig waren zijn vertrokken, de school her leeft, mogelijk iets beter dan ze was. Aangaande de financiën merkt hjj op, dat het snbsidie der provincie is verboog! met f 800 zoodat er thans niet te wachten is een nadeelig saldo en de finaueiëelB toestand dns verbeterd is. Mocht iemand van meaning zijn, dat bet onderwijs niet voldoenue is, laat hij dan spr ken, opdat men de fonten zal herstellen. Den heer Vonk zon hij op zijn vraag, of h t niet wensehelijk ware een gedelegeerde voor da school aan te wijzen dit willen antwoorden »Laat ons de school de eer laten, die haar toekomt." Was het bij de ambachtsschool ook het geval dan was het een andere zaak. Daarbjj volgens de voor waarden kan steeds door B. en W. toezicht worden uit- geoefeud en bij gelooft niet, dat het noodig is, daarin op andere wijze te voorzien. De heer de Groot betuigt den heer Kraakman zjjn dank voor ds belangrijke mededeelingen. Toch zon hij willen vragen, wat er waar is van de geruchten, dat de nienwe dirrcirice niet de gewensehte geschiktheid en be- voegdhe d heeft. De heer Kraakman antwoordt hierop, dat na rjjp beraad eene ksnze is ged ran, dat de tegenwoordige direc trice iemand is, die reeds eerder personeel onder zich had, dat ze in 't bezit is der acte fraaie handwerken ea dat de inspecteur zeer gnnstig omtrent haar heeft ge adviseerd. Da heer Uitenbosch verklaart nog dat het hem verhangtdat hij de vaak ter sprake heeft gebracht en meent dat de raad met vol vertrouwen op de toekomst der school weer de subsidie kan toestaan. Het artikel wordt daarna goedgekeurd. Hoofdstuk VII. Kosten van het armwezen, enz. Het totaal bedrag is geraamd op t 39313. Hoofdstak VIII. Renten en aflossingen. Totaal van dit hoofdstak t 46(JuÜ. Hoofdstak IX. Pensioenen en Wachtgelden. Voor dit hoofdstak is uitgetrokken f 33.14,31. Hoofdstak X. Andere uitgaven niet onder de vorige hoofdstukken behoorende. H-,t totaal bedrag is geraamd op f 32790,30. Hoofdstuk XI. Buitengewone uitgaven van allerlei aard. Geraamd tot een bedrag van f 21810. Hoofdstuk XII. Onvoorziene uitgaven. Geraamd bedrag f 41)75.92}. Over geen dezer hoofdstukken wordt eene opmerking gemaakt. llKHOffllTEJr. Hoofdstak I. Ontvangsten wegens vroegere diensten. Totaal van dit hoofdstak t 12341.23, als: batig saldo der laatst gesloten rekening t 1192.35}, restant n 1 414 87}. Hoofdstuk II. Inkomsten van gemeente-eigendommen en bezittingen. liet bedrag van dit hoofdstak is geraamd op f 7571 30. Goedgekeurd. Hoofdstuk III. Opbrengst van belastingen en heffingen Het totaal beding is geraamd op 1 195330 als wegens opcenten op 's Rijks diieote belastingen f 47630, wegens eigen piaatselyke belastingen f 7200J en wegens heffiugen voor het gebruik vau openbare plaatsen, wegens werken en inrichtingen f 75700. Aid. III, Art. 6. Begrafenisrechten. De 3e sectie vraagt ol het biilyk is, dat de eigenaar eenar grafruimte nog steeds da kosten moet beialen van het wegnemen van den daarop geplaatsten steen, zoo vaak dat noodig is voor het delven van een aangrenzend graf, en of een wijziging ook wensehelijk is. Onder verwijzing naar bet desbetreffende artikel vaD bet reglement op üet begraven en onder opmerking dat bier niet zooals elders reentsn worden geheven op het plaatsen en hebben van monumenten e z., meenen B. en W. dat een wijziging niet gewenscht is. Door sommige leden wordt de opmerking gemaakt dat de kosten van het tijdelijk weguemen der steenen of zerken gevoegelijk door de gemeente of door de eigenaars van het naastliggends graf konden worden betaald. An deren meenen eenter, dat die kosten niet zoo gioot zjjn. Het artikel wordt dan ook onveranderd vastgesteld. Hoofdstuk IVOntvangsten van verschillenden aard en toevallige baten. Totaal bedrag f 121,624,60} Art. 1. Pacht of opbrengst van haardasch. vuilnis, enz. Iu de le Sectie werd do Vlaag geopperd, of bet me billijk zon ztjn een recht te heffen voor meerdere tonnen in een zelfde perceel. B. en W. zyn bereid dat te onderzoeken. De hoeren Kraakman en Bosman gevoelen veel voor het denkbeeld een belasting te heffen voor meerdere tonnen in eenzelfde perceel. B. en W. beioven de zaak in ernstige overweging te zullen nemen. Art. 15. Vaste uitkeering van het Rijk wegens de per- soneele belasting. Geraamd als vorige jaren op f 44920,73s. De le sectie vestigt er de aandacht op dat die nit keering zeer bezwarend is voor zich uitbreidende ge meenten. B. en W. deeien dat gevoelen. De heer Kraakman herinnert bij dit artikel aan hetgeen bij by de algemeens beschouwingen heeft gezegd en geeft nogmaals B. eu W. in overweging dat Alkmaar zich zal aansluiten bjj die gemeenten, die zich voor deze kwestie tot het rijk willen wenden en beveelt aandat men duidelijk doe nitkomen, dat vooral zich uitbreidende gemeentende nadeelige gevolgen ondervinden van de vaste nitkeering. Art. 18. Opbrengst Gasfabriek. Deze opbrengst is geraamd op f 34039.87. De 2e sectie geeft in overweging de mogelijkheid om de gasfabriek dienstbaar te maken tot een inrichting voor electrische verlichting. B. en W. deelon mede. dat de vraag wordt overwogen of niet eerlang in deze gemeente een electrische centrale moet worden opgericht. Naar aanleiding van een vraag van den heer van den Bosch, of de retributie der gasfabriek voor da buisleiding niet nog kon worden verhoogd merkt de heer Bosman op dat dat niet gewenscht is wil men den gasprijs laag honden. Hij oppert verder het denkbeeld den tweedon gasmeter te belasten. Dit deokbeeld wordt echter door de heeren Kraak man en Boelmans ter Spill bestreden die tweede meter werd vroeger door de gemeente geëischt en vele leidingen zijn daarnaar ingericht. Hoofdstak V. Buitengewone ontvangsten. Dit hoofdstak, geraamd op t 532du, bevat o.a. 3 lee ningen een ter bestrijding van buitengewone uitgaven ter grootte van f 8000, de tijdelijke leening voor kaslee- ning besiemd. groot f 20,000 en een leening ter voorzie ning ia het bestaande kastekort, groot f 25000. Een der leden van de le sectie ziet de noodzakelijkhoid der leening van f 25000 niet in. B. en W. verwijzen naar de daaromtrent gevoerde correspondentie met Ged. Staten, die van een ander ge voelen zijn. Een uitvoerige bespreking heeft er plaats naar aan leiding van de opmerking gemaakt door een der leden van de eerste sectie. De heer Kraakman voert aandat Ged. Staten wel hnn gevoelen hebben gezegd, doch geen beslissing in dezen nebben genomen Wanneer die beslissing mocht komen en mocht luiden dat de leening van f 25,000 moet worden aangegaanzou hij van die beslissing in hooger beroep willen gaan. De gemeente heett een vor dering van f 25,000, die evengoed als vroeger de f 60,000 op de begrooting kunnen worden gebracht als te ontvangen. Gaat men leenen, dan moet daarvoor rente worden betaald en aflossing, terwijl die leening een noodeloos groote kas zon veroorzaken. Wil da raad den weg op van Ged. Staten de raad moet het weten, doch het komt hem voor dat de volle f 25,000 nooit noodig is. Is er gebrek aan kasgeld dan kan men altijd gemakkelijk en goedkoop terecht bij do Nederl. bank. De f 25,000 moet meent bij op de begiooting worden gebracht als vordering ten laste van D. Poll. De Voorzitter zegtdal de gunstige toestand van de kas wel niet altijd zoo kan blijven, moet men dan later het bedrag opnemen, dan drnkt die leening op een later geslacht en dat is n>et gewenscht. Do neer Bosman meent dat, al leent men, de vór dering toch blijft bestaan 't is waar, het geld is eigen lijk niet noodigdoch men kan er dan b?. obligatiën voor koopen. Hij acht het wensehelijk tot de leening te beslaiten. De heer Conen Staart meent, dat het niet opgaat te zeggen, dat het niet billijk zoo zijn, latere geslachten aan die leaning te laten betalen. De rentebesparing thans zon toch ook het nageslacht ten goedo komen. Den heer Bosman lijkt het geen verkeerd denkbeeld de leóning aan te gaan en andere leeningen mee af te lossen, een denkbeeld, dat niet opgaat volgens den Voor zitter. Wat de te groote kas betreft meent hij, dat dat geen bezwaren heeftindien de gemeente hare leve ranciers wat vroeger betaalt dan thans, zal die kas zoo groot met zijn. i'e heer de Lange merkt op, dat het groote kas saldo het gevolg is van de reeds vroeg in het jaar ge storte nitkee ing vau de gasfabriek en zegt, dat men eerst in 1904 de leening behoeft op te nemen. Tegen het den;-beeld van den heer Bosman en anderen om eff eten te koopen voor die f 25000 der leening heeft de heer Kraakman nog dit bezwaar, dat die effecten dan ook bezwaard moeten weiden. Hij aebt het ook niet wemehelijk omdat dan feitelijk de borgtocht van den ontvanger zon moeten worden verhoogd. Nog geeft hij ais zijne meaning, dat het niet praetisch is de leveran ciers zoo lang te laten wachten. Dat behoeft nietge beurt dat, dan 1 gt de schold daarvan bij B. en W. het is plichtmatig voor de gemeente op tijd te bepalen. Da Voorzitter komt tegen die woorden op. Niet B. en W. laten de leveranciers wachten, doch de vorde ringen komen eerst laat in, indien er om hot haif j ar werd betaald in plaats van om het jaar, zon het kass iido lang zoo groot niet zijndat is de bedoeling zijner woorden. Het eind van deze discussie, waarbij nog verschillende denkbeelden om de bezwaren aan de leening verbonden te ondervangen, worden aangegeven, is, dat het vourstel- Kraakman om niet tot de leening te besluiten doch de t 25000 te brengen op de begrooting evenals de cijfers van het kastekoit in 1902 in stemming wordt gebracht. Do stemmen staken. Vóór de heeren de Groot, Uiten bosch, Janssen, Moens, Gliuderman, Cohen Staart, Kraak man en van den Bosch. Tegen de heeren Vonk, de Sonnarille, Kool, Lniting, de Wit, Boelmans ter Spill, Bosman eu de Lange, zoodat in de volgende vergadering een nienwe stemming noodig is, en daarna de vaststelling der begrooting kan piaats hebben. Daar niemand meer het woord verlangt sluit de voorzitter te ongeveer elf uur de vergadering. I'AAItDE\ffl l ItKT Wo. 3, beveelt zich aan voor de levering vanl alle soorten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1902 | | pagina 11