Amsterdamsche Brieven.
Nederland.
te vestigen in streken waar Engeland tot nog toe opper
machtig getied voerde en toch is zijn oorlogsvloot
slechts in wording. Heeft een Engelsch journalist
reeds eenmaal in de Daily Express als zijn mee
ning te kennen gegeven dat die vloot in 1915 een
gevaar voor Engeland zou opleverenwaarmee men
rekening moet houden menig Engelschman zou zich
vermoedelijk gelukkig achten, indien er een middel te
vinden ware om te verhinderen dat de Duitsche oor
logsvloot ooit voltooid werd. Het verhaal uit Nieuw
York afkomstig, dat de tegenwoordige Duitsche rijks
kanselier het voor een paar jaren tusschen den Keizer
en Chamberl in besproken plan omtrent een samengaan
van N oord-Amerika Engeland en Duitschland in de
internationale politiek zou hebben doen mislukken
werd in de Engelsche pers gretig opgenomenmaar
het meest opmerkelijkehet meest ongewone feit is
weldat een Engelsche diplomaat in functie, de ver
tegenwoordiger van het "Vereenigd Koninkrijk te Weenen,
in een tijdschriftartikel openlijk klaagt over de voor
Engeland weinig vriendschappelijke politiek van Duitsch
land in den eersten tijd van den oorlog in Zuid-Afrika,
en aan de wereld bekend maaktdat het alleen aan
den Oostenrijkschen Keizer te danken is, dat het Drie
voudig Verbond ten slotte een Engelschgezinde politiek
heeft gevolgd. Duitschland wordt in bijna de geheele
Engelsche pers voorgesteld als een mogendheid die
zich officieel voordoet als een vriend, maar die niet te
vertrouwen is en tegen wien men op zijn hoede behoort
te zijn, die van Engeland medewerking en steun ver
langt maar nalaat met gelijke munt te betalen. Met
Rusland zou Engeland beter kunnen samengaan dan
met Duitschland, dat geïsoleerd moet worden.
Duidelijk is, dat het Engelsche volk van de houding
der volken, die zich gedurende den Zuid-Afrikaanschen
oorlog niet bepaald Engelschgezind hebben getoond
niets heeft vergeten en niets wil vergeven en zelfs
aan de regeeringendie deze gezindheid allerminst
hebben gesteund, geen dank meent schuldig te zijn.
Het is verbitterd en prikkelbaar en tegen geen volk
schijnt zijn argwaan grooter te zijn dan tegen het
Duitsche. Als wij alles nagaan wat er van de houding
der verschillende mogendheden gedurende den oorlog
nu reeds blijktdan kunnen wij om tot ons eigen
land terug te keeren, weinig instemming getuigen met
de klacht van „sommige leden" in het voorloopig ver
slag der Tweede Kamer omtrent het hoofdstuk onzer
staatsbegrooting voor Buitenlandsche Zaken, „dat niet
van regeeiingswege eene ernstige poging is aange
wend om Engeland af te brengen van de met het
volkenrecht en in het bijzonder met de regelen
van de ook door dat land onderteekende conventie om
trent de wetten en gebruiken van den oorlog te land
strijdige wijze, waarop het den oorlog in Zuid-Afrika
heeft gevoerd." Naar hun oordeel had onze regeering,
hetzij alleen, hetzij gezamenlijk met andere mogend
heden, die deze conventie hebben aangegaantegen
zulk een gedrag althans moeten protesteeren. Wij zul
len zeker niet beweren, dat er voor zoodanig protest
geen deugdelijken grond had bestaan, maar wij zijn
helaas overtuigd, dat geen enkele mogendheid voor
zulk een stap te vinden zou zijn geweest. Om En-
gelands argwaan te ontgaan, zouden zij zich nog te
minder pro Boer hebben willen toonen. Wij zijn het
eens met de opmerking van „vele andere leden", dat
de Nederlandsche regeering wel andere regeeringen
had kunnen ontstemmen en tegen haar innemen, maar
vijfdens de onmatigheid, zcsdens de toorn en zevendens
de luiheid 1"
»Hapert 't echter niet 'n beetje bij de zeven werken
der christelijke barmhartigheid?"
Heelemaal niet. Op de vingers wist Jnlie ze af te
tellen en noemde er zelf nog een te veel »de onschul-
digen verded gen
»Goed zoo. Jnlie, goed zoo 1 En je hebt gelijk Acht
werken der christelijke barmhartigheid zijn beter dan
zeven 1Maar zeg me nou eens hoe luiden de vijf
gebonen voor christelijke bruidslieden
't Was een merkwaardig onrustige blik, dien de in
de katechismos zoo goed onderlegde examinanda over
den Eerwaarde liet glijden. Maar met het antwoord was
zij flink bij de hand »eerstene, zullen zij zich niet licht
zinnig verloven
»Zeeeer juist
die Julie is 1 En
»Tweedens, zullen
vrij van
Kijk eens an, Boman, hoe degelijk
tweedons
zij behoorlijk onderwezen zijn en
van echtverhinderingen 1"
Zwijgend knikte de heer Felicianus, terwijl hij met
ernstigen blik de bruid aanzag.
»En en derdens Julie begon te stotteren, maar
zocht intus8chen toch zoo flink als mogelijk was het. slot
te bereiken. »Derdens, :n de bruidsdagen onschuldig en
deugdzaam te leven, vierdens met zuivere bedoelingen in
den eeht te treden, vijfdens waardig te biechten en kum-
nieleeeeren." Met neergeslagen oogen stond zij daar en
deed een zucht van verluchting hooren.
»Kijk 's an, kp 's an, wat weet je dat alles goed 1"
De pastoor sprak heel langzaam en zp stem beefde iet
wat terwijl hij vervolgde: »maar zie je, Jnlie, de hoofd
persoon in een christelpe familie is de vrouw, die ook
als moeder eenmaal hare kinderen christeljjk moet op
voeden. Daarom mot ik 't bij de braid wel een beetje
strenger nemen, ja en mot je nog wat vragen
Alzoo zeg me eenswat versta je onder goddelpe
genade
Dat was eene vraag nit den »groote" kateehismns, en
Jnlie, op zulke theologische spitsvondigheden niet voor
de zaak, die zij zou willen dienen, niet had kunnen
bevorderen. Zulk een toestand te constateeren is zeker
niet aangenaam, maar het verdient zeker evenmin geen
aanbeveling er geen rekening mee te houden.
XXX.
Nanwelps zp de electorale hartstochten, opgewekt
door de verkiezing in district IX, wat tot rust ge-
bomen, of daar begint het lieve leventje weer van voren
af aan thans geldt 't ip district III den zetel te be
zetten, opengekomen door het algemeen betreurde over
laden van den heer C. H. den Hertog.
Voor de sociaal-democraten is deze nienwe verkiezing
een waar buitenkansje. Reeds vroeger, toen de heer Henri
Polak, de voorzitter van den A. N. D. B., hier candidaat
werd gesteld, is gebleken, dat zij hier over eert vrij tal
rpen aanhang beschikken en thans, nu mr Troelstra
hun candidaat is, zp de omstandigheden van dien aard,
dat menigeen zich wel aan hun zpe zal scharen.
De liberalen zullen bij de eerste stemming te kiezen
hebben tusschen de heeren J. W. IJzerman en B. H. Heldt.
De heer IJzerman zou zeker een goad figuur maken
in ons Parlement want niemand zal hem bekwaamheid
ontzeggen. Hij zal echter in het oog van verschillende
kiezers wel wat al te veel de kapitalistische richting
vertegenwoordigen en bovendien zal 't hem in de ver
kiezingscampagne niet goed te stade komen, dat hjj in bet
debat tegen mr. Troelstra waarschijnlp niet is opgewassen.
Veel minder gelukkig is in alleu gevalle de keuze van den
heer Heldt, die door de vrpinnig-democraten thans weer nit
zp parlementaire rust is opgeschrikt. Als mensch is hij
zeker achtenswaardig, maar als candidaat ineen district
waar het spannen zal is hij stellig niet op zp plaats.
Daarvoor zp allerlei redenen. Heldt heeft tegen zich
dat hij, als werkman gekozen, in de parlementaire atmos
feer langzamerhand een heer is gewordeii; hij heeft zich,
zooals 't wel eens typisch is uitgedrukt vverkamerd".
De Kiezer heeft aan hem visch noch vleesch 't is geen
man uit één Stuk die tegenover hem staat. Dan heeft
Heldt zich onverzoenlpe vyanden gekweekt door zp
peren voor het Nienw-Maithnsianisme. De kerkelpe
partpn zullen hem dat niet licht vergeven en ook daar
buiten zp er velen die hem om die reden absoluut
verwerpelp achten. Eindelijk heeft Ileldt's populariteit
veel te lijden gehad door een zeer cuhandigen zet van
Mr. J. A. Levydie hem bij de groote verkiezingen
onder meer aanbevalomdat hij anders zp broodwin
ning zou kwijt zp. Dit is nu wel-is-waar niet uit
gekomen want als voorzitter van het Algemeen Ned.
werkliedenbond en als schrijver van het Kamer-overzicht
van een der Amsterdamseüe volksbladen kan de heer
Heldt er best komen, maar 't neemt toch niet weg, dat
de ongunstige indruk van die uitlating nog steeds is blij
ven hangen. Wanneer een kiezer bij zichzelf overlegt,
hoe hjj zijn stembiljet zal zwart maken, dau is hjj zich
bewnBt van zjjn rol in het politieke toarnooi en dan
heelt het argument, dat t zoo weldadig zon zijn om
iemand aan een baantje te helpen, juist de tegenoverge
stelde uitwerking.
Was de heer Heldt nu nog maar iemand, die den
heer Troelstra of zpe in het spreken zoozeer geoefende
medestanders in het debat kon staan. Maar dat is aller
minst het geval. Reeds bij voorbaat heeft bij verklaard,
dat zpe drukke werkzaamheden hem Diet znllen ver
oorloven dikwijls als spreker in deze verkiezingscampagne
op ta treden, hetgeen uiteraard ook geen gnnstigen indruk
heeft gemaakt. Wanneer de heer Heldt, winste doende
met zpe ervaringen opgedaan bjj zp laatste politieke
bereid, bleef het antwoord schuldig. Maar zij verliet zich
op haar lieve gezichtje, glimlachte blozend en zag den
pastoor zoo minzaam en pruilend aan als een dmfje,
dat gekrenkt wordt en toch niet toornen kan.
Mpheer Felicianns deed echter niet zooals de rechter
van instructie, maar vroeg hardnekkig»alzoo wat heeft
men te verstaan onder goddelpe genade?"
»Non welwel dat men biechten kan en alles is
weer goed 1"
»Zoooo? Alles?..' Neen, Jnlie, de zaak is een beetje
anders!... Maar wellicht weet je, welke voldoening men
aan de goddelpe gerechtigheid verschuldigd is
Dat weten niet eens alle geestelijke heeien. Hoe zou
Jnlie dat dan geweten hebben Maar zij glimlacnte nog
steedsonderwjjl .de heer Felicianns, een minunt lang
geduldig wachtendmet de vingers op de schrijftafel
trommelde.
Weet je misschienwaarom wij in het Onze Vader
bidden Verlos ons van het boozo
Zwjjgend boog Jnlie het aardige kopje. Eu de hoog
eerwaarde trommelde.
»Dan zul je ook wel niet weten, waarom wjj in chris
telijke hoop daar een »Amen" aan toevoegen
Thans won Jnlie 't met smeeken probeeren »mpheer
de pastoor
Met haar zachte oogen zette zij haar verzoek voort.
Maar mpheer Felicianns rees op, trok de schouders
hoog en zei ernstig: »het doet mij leed, mp beste Juliana
Staudamer maar zoo weinig voorbereid kan ik je niet
in den heiligen eohtelpen staat laten »treên". Bereid je
nog 'n half jaartje extra goed voor... je bent toch nog
jong genoeg en in den herfst kun je weer je braids-
examen komen doen
Deze beslissing had op de twee helften van het christe
lpe bruidspaar een geheel verschillende uitwerking. Den
jongen Waldhofer die te groeien scheen, was het bloej
gloeiend naar de wangen gestegen, terwijl Julie, heel
klein geworden, met krpbieeke lippen stotterde; sheer
pastoor Mari' en Jozef ik bid Gods-dnizendmaal
doe mij toch zooveel sebaude niet an..."
Mpheer Felicianns hief de armen op en liet ze weer
vallen. »'t Doet me leed!" zei hjj. »Maar bij 't consi
storiaal brommen ze aldoor op tne. 'k Mot 't nou eens
doen, zooals ze 't hebben willen. En in de gemeente?
Eerst oniaDgs hebben ze me de ramen ingeworpen
vermoedelp, omdat 'k in mp herderlp ambt een
beetje te genadigl ben geweest'k Moet daarom non 'o
met den strengen plicht honden 1In den herlst kun
je terug kommen, Jnlie 1 Adieu 1't Doet me leed,
beste Roman, dat 'k je verliefd ougedald op zoo'n harde
proef moet stellen! Maar..." Weer hief hij de armen op.
Wordt vervolgd.
echecs ronduit had verklaard, dat hij geen vrpeid had
kunnen vinden op dit oogenblik een oandidatunr te aan
vaarden, dan zou dat een kloeke daad van zelfopoffering
geweest zp, die hij een volgende verkiezing als een mooie
aanbeveling dienst had kunnen doen. Nu speelt hjj in de
kaart van den heer Troelstra, wiens kansen in ons oog, zoo
als gezegd, buitengewoon gunstig staan. Natnurlp blpen
bij elke verkiozing prognostics gewaagde ondernemingen
en de uitkomst kan ons in het ongelp stellen. Doch
als 't op wedden aankomt zal men verstandig doen onze
woorden te overleggen en wij twijfeleD er niet aanof
men zal daarmee de beste zaken maken.
De politiek verder met rast latende noodigen wij onze
lezers en lezeressen nit een bpje te nemen in het
Palels voor Volksvlijt, waar de Malabaren sinds
eenige weken bunne tenten hebben opgeslagen. De troep
is bpeDgebracht en staat onder leiding van don heer
Hagenbeek aangezien deze naam dadelp de gedachte
aan wilde dieren wekt, haasten wij ons er bij te voegen,
dat Hagenbeek ook een man van groote ethnograpbische
bekwaamheden is. De Malabaren, wonende in Voor-Indiö,
dus dicht bij de bakermat van het meuschdom maken
veeleer een indruk van groote beschaving, 't Is onge
lukkig dat dergelpe menschen eenmaal rondreizende
in Europa, er als het ware op worden afgericht om van
de vreemdelingen, die hen komen betspen, zooveel mo
gelijk fooitjes los te krijgen, zoodat een hinderlijke indruk
van bedelachtigheid moet ontstaan. Ook bij den troep
in het Paleis voor Volksvlijt, is dat het geval; de mannen
en vrouwen achtervolgen de bezoekers met prentbrief
kaarten en in hnn gebroken Engelsch en Hollandseh
weten zij 't je goed dnidelp te maken, dat ze dolgraag
een dubbeltje ontvangen.
Wellicht om die reden heb ik minder genoten, toen
ik hen bezig zag aan hun handwerk, waarbij men ove
rigens merkwaardige staaltjes vsn kunstnijverheid te aan
schouwen krijgt 't is zoo vervelend wanneer je telkens
een bedelende hand wordl toegestoken. Daarvan heeft
men geen last bij hun voorstellingen, dan zitten zij alleen
bij mekaar op een podium en het publiek zit in de zaal.
Die vertooningen zp een warelust voorde oogen. De huid
der executanten is van de mooie donkerbaine kleur, die
de bronzen groepen van aanzieulpe waarde vertoonen. Al
hunne bewegingen zp daarbij even los en bevallig en
soms vormen zij groepenzoo schilderachtig als een
beeldhouwer zich maar wenschen kan. Ik heb een Malabar
z;en zweven aan een dunnen staak: dat was als een
tot kostbaar brons geworden mensch. Hun lichaam is
lenig als van dieren in de oerwouden, hun oog schittert
en fonkelt met den glans, aan sommige natuurvolken
eigen. De beenen zp geheel onbedekt. Over de schouders
slaan zij met sierlp gebaar een veelkleurigen shawl,
die in mooie plooien neerhangt. De kleuren van hnn
kieedij zp van Oostersche levendigheid, maar men stuit
daarbij niet op het kakelbonte, waartoe imitatie gewoon-
)p haar toevlucht neemt. Onbewust hebben deze men-
schen een gevoel voor kleur en lp, dat bij meerdere be
schaving verloren schpt te gaan. Wanneer een Malabar
zon beweren, dat de Europeanen hun lichaam al in een
zeer wemig smakelp gewaad steken, dan zou ik niet
graag de taak der weerlegging op mij nemen.
Merkwaardig is 't een Malabar langs een rechtstaanden
paal met handen en voeten te zien opklimmen met het
zelfde gemak als rep een trap bestijgen. Hunne lenigheid,
vooral die van de kinderen, grenst aan het ongelooflpe.
En daarbij zp hun hulpmiddelen zoo niterst primitief.
Ik geloof dan ook, dat ik in den eersten tijd geen mo
dernen acrobaat aan het werk zal kuuuen zien, of ik zal
met een zeker leedwezen terugdenken aan de Malabaren,
wier kunst zoo dicht staat bij de natuur.
Wat moet er van zulke menschen groeien, wanneer de
heer Hagenbeek oordeelt, dat de tonrnée lang genoeg
geduurd heelt Waarsehijnlp zullen zij dan wel naar
Voor-Indiö teruggebracht worden Maar hoe zal 't dien
mannen en vrouwen daar dan te moede zp De Enro-
peesche beschaving moge het artistieke mitsen, maar ik
stei mij toch voor, dat zij op die menschen den invloed
heeft van het opium op den schuivenden Chinees. Wie
de wereld heeft leeren kennen is bedorven voor den pri-
mititieven staat. Arme Malabaren toch eigenlp!
Krijgsgevangenen op St. Helena.
Bij d«n minister van binnenlandscbe zaken zp
door weldadige hand de gelden gestort, benoodigd om
zeventien nog op St. Helena vertoevende krijgsgevangenen,
allen Nederlanders, van daar naar het Vaderland terug
te voeren. (Handelsblad).
Barslngerhorn. De volksvoorlezing te Ko 1 h o r n,
vanwege het natsdepartement op den 21sten, werd niet
tegenstaande het schoone winterweder, zeer slecht bezocht.
Ds. Proost, van Koog-Zaandijk, trad als spreker op met
het onderwerp Karakter en karaktervorming". Glas
helder, schoon en nutt'g kan de lezing heeten, de voor
drachten boeide vanaf de aanvang tot het einde. Hoogst
voldaan keerde het kleine gehoor huiswaarts.
Kakhuizen. Door dpgraaf, heemraden en hoofd
ingelanden van Drechterlund zp de volgeude voordrachten
opgemaakt1. ter benoeming van een heemraad voor de
Oosterkogge: N. Sluis, te EukbnizenJn. Groot, te
Andp, en K. Laan, te Bovenkarspel2. van een heem
raad van de Midlelkogge: Jb. Koopman, te Wervershoof;
Joris Koopman, te idem; 0. de Jong, te Hoogkarspel
3. van een hoofdingeland van West-Friesland 0. Laan,
te BinnenwyzendJn. Groot, te Andp K. Tensen, to
ScheUinkhont4. van een (plaatsvervangend) hoofdinge
land van West-Friesland Schouten Kz., te Westwond;
P. Deken, te Oosterblokker; M. Buurman, te Westwond;
5. van een (plaatsvervaogend) hoofdingeland van West-
Friesland Jn. Mol, te Berkhout; Jn. Kuiper, te Grost-
huizen Rt. Groot-, te idem.
Tot hoofdingeland van het hoogheemraadschap van de
Hondsbossche en duinen tot Petten is benoemd de heer
C. Beerepoot, te Binnenwpend.
Beuoemd tot dpgraaf van de Baarsdorpeimeer de
heer N. Best te Berkhout.
«rootschermer, Voor de vaeanto betrekking
van onderwperes aan üe openbare lagere school alhier,
hebben zich 16 sollicitanten aangemeld.
Den 20 heeft te lïleuwedlep in de haven een
ongeluk plaats bij het binnenkomen van H. M. pantser-