W interdienst
De Dorpsapostel.
Honderd en vierde jaargang.
No, 142 Tweede blad*
Vrijdag 28 Nov1902.
Zitting van den Gemeenteraad
FEUILLETON.
op Woensdag 26 Not. 1902
Toen wij nog kindWen waren en we ouderen vaak
hoorden zeggen »'t is of de tijd hoe langer hoe gauwer
omgaat", toen vonden wij dat soms heel gek en lachten.
Wij kregen dan ten antwoord »wacht maar., later zal
je preeies zoo spreken 1 En ja zij hadden gelijk de
kinderen van toen roepen nu ook heel dikwijls uit «hoe
onder 'k word des te sneller vliegt de tjjd om en nn
lachen onze kinderen er weer om, maar later stellen
ook dezen ons weer in het gelijk en aldus zal het blijven
gaan. Denken wij niet op iederen jaardag, op eiken 31
Dcc., op al die dagen welke g- regeld als herinnerings
tijden terugkeeren «wa&r bleef toch de tijd, is 't nu
wezenlijk alweer 'n jaar geladea datWagen w'
ons maar niet aan een verklaring en zij het genoeg het
feit uit te spreken. Niemand spreekt het tegen.
In het voorjaar zien we reikhalzend uit naar lente en
zomer en geen jaar gaat voorbij of we zeggen »wat
ging die mooie tijd toch ganw voorbij 1 Dan komt
het najaar. Wij stellen ons nog heel wat voor van prach
tige herfstdagen en op sommige daarvan genieten we
volop van verrukkelijke tinten als we dwalen door het
bosch, terwijl wo liepen over een bladerenbed en het
reeds zoo makkelijk was een vergezicht te hebben, zoo
heel anders dan nog kort te voren. Weldra worden in
allerijl kachels gezet.
De winter dienst" ving aan. Dat melden u de spoor
boekjes en andere dienstregelingen. Zij hebben de tijden
van vertrek gewijzigd en verminderd en nauwelijks neemt
ge plaats in een vervoermiddel of ge kijkt naar de
«verwarming", terwijl jg' nw reisdeken loswikkelt. Vele
genootschappen doen hnn samenkomsten in kerkgebouwen
en zalen wat later aanvangen. Op inrichtingen van on
derwijs is het nor van «present zijn" wat verschoven.
Plaatsen van ontspanning zijn gesloten, andere openen
hunne deuren voor de winter-vermakelijkheden. In de
woningen worden maatregelen genomen andere kleeren
zijn «voor den dag" gehaald, brandstoffen en levensmid
delen worden opgedaan en zóo wapent men zich tegen
den winter.
En als het winter weidt dan juichen klein en groot
in het vooruitzicht van schaatsenrijden, dan zuchten veel
meerderen, al hopen niet weinigen op 'n extra-verdienste.
Dan begint het leesseizoen. 't Is de tijd der «lezingen''
en voordrachten. Hier luistert men naar den ernstigen,
deftigen, geleorden spreker, die eischen stelt aan hoofd
en hart, d&ar naar den hnmoristischen, den grappigen,
die zijn publiek «amnseeren" wil. Hier 'n lezing van
letterkundigen, d&ar eene van staatkundigen of maat-
schappelijken, elders eene van godsdienst'gen aard. Ginds
treden de priesters en priesteressen der kunst op om de
meesterwerken uit vroegeren en lateren tijd te doen ge
nieten en waardeeren. Wederom elders wordt de weten
schap gediend of worden volksbijeenkomsten gebonden en
Toynbee-avondjes georganiseerd. De schouwburgen doen
het hnnne ter verfijning van den smaak en den kunstzin,
ter veredeling of verheffing of wel zij werken demo-
raliseerend en vergiftigend, terwijl de concertzalen doen
Roman naar het Duitsch van LUDWIOH GANGHOFER
DOOB
W. ZAALBERG.
Uitgave van H. J. W. BEOHT te Amsterdam
verkrijgbaar a f 4,50 bij de Uitgevers dezer Courant.
64)
Roman knikte. Het scheen, alsof bij te verstandig was
om den gedwongen toestand niet to begrijpen, waarin de
hoogeerwaarde zich bevond. Hij zei: «Non ja as de bruid
haar katecbismes niet kent, dan is 'r niks an te doen 1"
Kalm, zonder verwijt, zooals bet betaamt aan een insch k-
kelijken bruigom, zei bij tot Julie: «daar hèje 't nou!
La'en we nou gaan 1 God behoede u, lieve hetr
pastoor En reeds had hij de deurklink in de hand.
Jnlie stond, bevend, met kleurloos gezicht en angstvolle
oogen, nog steeds op dezelfde plaats. Smeekend strekte zij
de handen nit en bracht toch geen woord over hare lippen.
Wellicht had zij echter de spraak nog wel teruggevonden,
ware niet jnffer Katrien, opgewonden en met vuurrood
voorhoofd in de denr opgedoken, die Roman geopend had.
Jnlie, kreeg een schok, staarde de keukenmeid aan, wierp
nog een blik vol vertwijfeling op den pastoor en sloop de
kamer nit.
Katrien drukte de denr dicht en draaide den sleutel on
De* harden in mekaar slaande, kwam zij op den pastoor
af en begon op fluistertoon te jammeren. «Hoogeerwaardel
O Hoogeerwaarde 1 Om GodswilWat hebt n non toeh
gedaan
Mijnheer Felicianns grinnikte: «wat goeds!" Met kenne
lijk genoegen knipte hij met de vingers de broodkruimels
van zijn talaar.
«Zoo? Wat goeds 1 Zoo?" brandde Katrien los, op een
toon, alsof het huilen haar nader stond dan lachen: «Ja,
vertel me nou. Hoogeerwaarde, waar hebt u dan non
luisteren naar der tonen-taal. Hier zullen straks grooten
en kleinen huppelen en dansen op de maat der muziek
ginds gaat men uit om een gezellig avondje door te bren
gen, terwijl daar vraagpunten worden besproken, welke
het heil beoogen van volk en maatschappij of debatten
worden gevoerd, welke wel eens de harten verkillen en
de hooiden verhitten.
Laat de winter dienst'' ook brengen op onze program
ma s, nevens studio, vergaderen, ontspannen aankweeking
en verheffing van huiselijk leven. Dit kwijne nimmer."
Vele dingen zijn nuttig en goed, doch het allerbeste is:
gezellig samenleven, vertrouwelijk bijeenzijn, samenpraten,
samen lezen, zich met elkaar vermaken. Waar het hui
selijk leven schade lijdt, daar is de weg gebaand tot ont
aarding en zedelijk verval. De winter zij en blijve ook
de tijd van degelijke, ontwikkelendekaraktervor nende lec
tuur. Veel lezen is een kwaad, weinig maar goed lezen
en vooral herlezen is een zegen voor den mensch. Zien
wij streng toe op wat er gelezen wordt. Waakt, onders I
Weet welke boeken opbouwende of moordendo nw
hais binnenkomen. Wie huivert niet vaak en vreest!
Och. dat meerderen nadenkend eu ernstig genoeg waren
om dat te doen Velen sterven door lectuur bij klevende
lijvejongens zooivel als meisjes. Ouaers, gevoelt uw ver-
antwooodetijkheid
Eén ding is te wenschen dat 't in ons nimmer win
ter" worde Vergaren wij in onze lente krachten, gaven,
frischheid en levenslast 1 Doe de zomer van ons leven ons
zien in volle ontplooiing, in krachtige levensopenbaring
Vertoone onze herjst de vruchten die wjj verzameld
hebben, opdat wij er zeiven van genieten en anderen er
van meedeelen, dan behoeft het voor ons geen doodsche
winter te worden. Heerlijk is het de frischheid van ge
moed te ontwaren, terwjjl de haren grijzen en het hoofd
wat voorovergebogen en de tred wat trager is. Frisch
blijve de geest, ruim de blik, warm het hart voor alle
vragen, alle nooden en van belangstelling en meeleven
en meegevoelen moeten big ven getuigen ona woord, ons
luisteren, ons oordeelen, onze daad.
Dat hoofd en hart niet versterven, terwijl het lichaam
nog leeft 1 De jeugd zich verkwikkend aan den ouderdom,
en deze het streven en werken, het worstelen en bedoelen
der eerste trachtend te begrjjpen, te waardeeren welk
een heerlijke ervaring, welk een schoon doelwit!
Als 's levenswinter nadert, welk een voorrecht is het
dan en welk een weldaad brengt het aan velen te knnnen
verklaren wat eens een vroom wijsgeer van Dnitschen
bodem sprak «Nimmer zal het mij aan frisschen levens
moed ontbreken. Mijn wil zal krachtig blijven en mijn
verbee'ding levendig. Nooit zal de gloed mijner liefde
kwijnen. Eeuwige jeugd zweer ik mij zeiven. Frisch
klopt de polsslag van mjjn leven tot aan mijn dood."
J. F. T. A.
uwees verstand weer gehad 1 Eerder hebt n geen rust,
nietwaar, voordat 't ganscbe dorp weer is opgehitst tegen
de pastorie 1"
«Zanik je alweer, ja?" Mijnheer Felicianns lei de handen
op den rog. »'k Heb 't dadelijk wel gedacht! Bij j ,u
helpt 't niet 't preeken, hoor! 't Rechter oor gaat't in en't
linker rolt 't 'r nit 1"
«Preeken 1 Preeken I In de kerk binnen moogt u de
beste wezen daar zeg 'k niks van Maar d'r buiten
in de pastorie, waar men oen verstand noodig heeft bij
de lui, daar maakt n de eene domheid na cte andere!
Hoe kunt u non een bruidspaar, zooas de jongen van
Waldhofer en de deern van Staodamer, het consent wei
geren! Wat. heb u daar non voor een dwaze inval gehadl"
«Katrien!" De pastoor werd ernstig. «Dring je je al weer
in mijn taak als zielezorger
«Zielszorg Zielegang Dat men voor de zielen alleen
zorgt, dat werpt niks af, hoor pastoor Een klein bietje
mot men voor de maag ook zorgen. Hoe krap 't in de
pastorie gesteld is, dat weet n toch I En daar staat nou
de mooiste bruiloft voor de deur, die ons weer 'n bietje
had opgebrachten daar baalt me nou mijn schrandorc
heer pastoor zoo'n dikke streep door de keukenlijst 1 Ja,
zeg non's, Hoogeerwaarde, hoe kan u nou zoo wat inval
len Dèn Waldhoter zoo'n afleront te maken! Dèn burge
meester die ons pas voor acht dagen de glazenmakers
rekening betaald heeft 1
«Ik hem z'm niet gestuurd," stoof mijnheer Feli
cianns driftig op, die had ik zelf ook nog knnnen
betalen 1"
«Ja ja! En een half jaar lang in'tgeheel niet snuiven
en rooken, niet waar? En 'n half fleschje b:er 's avonds
En het halve broodje bij de koffie 1 O nee 1 n met uw
zestig jaren en difficile maag, u moet uw ordentelijke voe
ding hebben, 'k Had me al lonter van vreugde bekrui-
sigd, zoo dikwijls ik dien Waldhofer zagen daar
jaag u me nou en doet met nw katechismns zulke din
gen 1 Ja, zeg me toch 's, Hoo. eerwaarde, hoe kondt n
nou toch den Waldhofer z'n zoon het consent weigereD
Denk toch 'n bietje na 1 Denk toch 'n bietje na I Den
VAK ALKMAAK,
's namiddags 1 nur.
Voorzitter de Bmgemeester, de heer G. Ripping.
Secretaris: de heer C. D. Donath.
Tegenwoordig 15 leden.
AfweZ'g de heer Moens wegens nitstedigheid en de
beer Stoel wegens ongesteldheid.
De notnlen der vorige vergadering worden gelezen
en goedgekeurd.
1. Hededeellngen en Ingekomen stukken.
Geene.
2. Oemeentebegrootlng dienst 19(13.
Hoofdstuk V. Buitengewone ontvangsten.
Art. 7. Geldleening ter voorziening in het bestaande
kastekortten bedrage van f 25Ü00.
In de vergadering van 19 November staakten de stem
men over een voorstel van den heer Kraakman, om deze
leeuing van de begro ting te voeren.
Opnieuw in stemming gebrachtwordt het thans met
8 tegen 7 stemmen verworpen.
Tegen stemden de heeren Boelmans ter Spill, Luiting,
Bosman, Vonk, de Sonnaviile, de Lange, de Wit en Kool.
Voor de heeren: Glinderman, Cohen Stnart, Uitenbosch,
Janssen, Van den Bosch, Kraakman en de Groot.
Het artikel wordt daarop zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd en de begrooting op dezelfde wijze vastge
steld in ontvangst en uitgaaf tot een bedrag van
t 390067,13s met een post van «onvoorzien" van
f 3915,92s.
3. Benoeming van een onderwijzer aan
de Burgerschool.
Ter vervulling der vacain'e, omstaan door het vertrek
van den tijdelijken onderwijzer, den heer Hart en de
bevordering van den heer Van Vreeningen tot onderwijzer
met acte voor de Pranscbe taal is door B. en W., in
overleg met den arrondissements schoolopziener en na
ingewonnen bericht van hot hoofd der school de vol
gende voordracht opgemaakt
1. A. Brouwer te Broek in Waterland.
2. E. M. van de Grampel te Assen.
3. C. B. Kruik te Znidscharwonde.
Benoemd de heer A. Bronwer met 13 stemmen op
den heer Van de Grampel waren 2 stemmen uitgebracht.
4. Benoeming onderwijzend personeel
aan de Herhalingsscholen.
Irgevolge de verandering op net lager ondeiwijs, moeten
jaarlijks door den raad worden benoemd de onderwijzers
belast met het geven van dat onderwijs.
In overleg met den arrondissements-schoolopziener zijn
door B. en W. de volgende voordrachten opgemaakt
Herhalingsschool voor Jongens.
A. 1. A List. B. 1. I. Prins Az.
2. J. F. Grnndlehner. 2. H. Sellemans.
C. 1. J. van Woerknm. D. 1. Mej. A. J. Jochim.
2. H. Tinholt. 2
De heer Vonk merkt op ten aanzien van de voor
dracht onder B., dat beide candidaten in het bezit zijn
der acte middelbaar ouderwijs in boekhouden. De eerste
is echter geen onderwyzer terwijl de andere jaren lang
bij het lager onderwijs is werkzaam geweest als hoofd
eener school. Het komt hem voor dat er veel voor te
zeggen zon zijn, om voor het herhalingsonderwijs iemand
te benoemen die reeds bij het lager onderwijs werk
zaam was.
B. en W. znlien echter redenen hebben gehad de voor
dracht aldns op te maken, waarom hij gaarne daaromtrent
zou worden ingelicht.
Waldhofer z'n zoon het consent te weigeren
«Dat heb 'k 'm niet geweigerd!" schreeuwde mijnheer
Felicianns midden in den piassenden woor 'envl^ed der
keukenmeid. «Die kan wat mij betreft trouwen, als ie
verkiest Morgen. Vandaag nog 1 O.scboon hg z'n kate-
chismus niet kent... dat maakt niks nit! Maar de andere
die heb 'k 't geweigerd Die 1 Ja 1 Ja 1 En ja 1 En ja I"
«Zoo? En den Waldhofer z'n jongen kan alleen brni-
loften Goed hebt u ze bestudeerd!Katrien lachte zenuw
achtig. Vervolgens werd ze weer ernstig en dan vinger
op de schrijftafel plantend, zei ze «Hoogeerwaarde! Dit
zeg ik n, d e domme streek maakt n even ongedaan. Met
acht dagen mot Julie haar examen gedaan hebben... of
n kunt met pinksteren uw hoogeerwaardigeu mond aan
bindgaren ophangen instee da'k u braadworst kan voor
zetten, een jong gansje en een kogelkoek.
Nu was het met de zelfbaheersching van mijnheer Feli
cianns gedaan. «Katrien, ik waarschuw je!" Achter zijn
rng balde hij zijn twee vuisten en zijn hoofd werd geheel
rood van kwaadheid. «Geloof je dan, dat een kogelkoek, een
gansje en braadworst mij meer waard zijn dan bet leveus-
gelntc van een goeie kerel, waar ik veel van hou? Aaahl
Als je nn zoooo anlsomt, ah, dan kom ik je dadelijk nog
een beetje anders an! En dan zeg 'k je in je gezicht: as
't van mij afhangt, dan trouwt Roman die Jnlie in 't geheel
nietVersta je me 1 Die ken ik nou die ken ik! Die he'k
gister in den biechtstoel doorzien Verschrikt bracht
hij de hand aan zijn mond. «Zoo, mooi 1 Nou had 'k me
gaQW nog verbabbeld I" Eu woedend schreeuwde hij de
keukenmeid toe: «Zoo ver ku'je me nog brengen, jij...
met je braauworst 1"
Hoe meer de heer Felicianns zich verhit had, des te
kaïn er was Katrien geworden. En zoo zei ze: «ik wil
niks weten. HjU alles maar voor n zelf 1 Wat verliefde
lni hechten, dat weet men wel... dat behoeft n met te
verbabbelen 1"
«Ja zeker, jij weet dat! Jij bent n' schiandere
Niks weet je 1 versta je me 1"
Een Beiersch gebak, in kogelvorm.