1903.
No. 2 derate blad. Honderd en vijfde jaargang.
1903.
ZONDAG
4 JANUARI.
Buitenland.
AU1AABSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Itlnsda g-, Donderdag-
en X a't erdag avond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f O,SO franco door het
geheele rjjk f 1,
3 Nummers t 0,00. Afzonderlijke nnmmers 3 ets.
Telefoonnummer 3.
Prys der gewone advertentiën
Per regil f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOONVoordam 0 9.
Twee staten, die nog in het vorige jaar, ofschoon door
vreemde krijgsbenden overstroomd, den strijd voor hun
onafhankelijkheid niet hadden opgegeven en, hoe fel be
dreigd, altijd nog bestonden, zijn thans van de wereld
kaart verdwenen. De Zuid-Afrikaansche Republiek en de
Oranje Vrijstaat zijn Engelsche kolonies geworden. Het
is voor een Nederlander onmogelijk die woorden neer te
schrijven of te lezen zonder een gevoel van bittere smart.
Wij hadden het allen zoo gaarne anders gehoopten de
weerstand werd tegen de ontzettende overmacht en on
danks het teloorgaan van alle uitzicht op vreemde hulp,
in welken vorm dan ook, zoo lang en zoo krachtig voort
gezet, dat het soms werkelijk scheen, alsof die maar altijd
onverdroten zou kunnen worden volgehouden, totdat hst
Engeland te bezwarend of door onverwachts veranderde
omstandigheden niet langer mogeljjk zou worden, steeds
al zyn kracht op Znid-Af'ika aan te wenden. Die hoop,
of die verwachting is niet verwezenlijkt. Em strijdeneen
lijden als waarvan Zuid-Afrika het toonejl was, kunnen
maar niet het eene jaar na het andere duren. Er is een
grens aan alle menscheljjke inspannig en volharding.
Die grens zou bij de meeste volken spoediger zijn bereikt
en juist omdat de Boeren de gewone grens reeds sinds
lang hadden overschreden, waren wij in onze bewondering
bijna gaan gelooven, dat hun weerstandsvermogen geen
grenzen had. Dit maakte de teleurstellingen te pijnlijker.
Zullen de Boeren dus altijd onder Engelsch bestuur
blijven en zich nooit meer in een zelfstandig volksbestaan
mogen verheugen IJdele vragenwaarop niemand
het antwoord leest. Alt ij d en nooit zijn woorden
die de geschiedenis niet kent. De toekomst is voor ons
een gesloten boek. Wat voorbij is gegaan komt niet
in denzelfden vorm terug maar niet zelden wordt een
gelukkige oplossing, een bevredigende uitkomst verkregen
op geheel andere wijzedan wrj verwacht hadden of
waren blijven hopen. Zoo kan het ook in Zuid-Afrika
gaan. De tijd is zeker nog niet gekomen om daarover
met eenigen grond onderstellingen te kunnen maken.
Verhengen wij er ons bij voorbaat overdat in de
Engelsche Kaapkolonie zelve de Afrikaander Bond zich
zoo krachtig heeft gehouden en het zelfbestuur heeft
weten te handhaven tegen willekeur en militair geweld.
Die goede geest moet Engeland tot omzichtigheid aan
sporen en biedt steun aan de partij in Engeland zelf
die een politiek voorstaat om de zaken van Zuid-Afrika
zooveel mogelijk over te laten aan de Afrikaanders zeiven.
Chamberlain is nu in Zuid-Afrika de Boeren-generaals
zijn er ook. De gelegenheid voor Engeland om juist
ingelicht te worden omtrent den stand der zaken is er.
Wachten wij af, wat daaruit kan voortkomen.
Moesten de Zuid-Afrikaanseho republieken bukken
voor geweld, en bleef voor haar de deur van bemid
deling en scheidsrechterlijke beslissing gesloten, geluk
kiger is in dit opzicht Venezuela. Haar geschillen met
Duitschland, Engeland en Italië zullen aan de uitspraak
van een scheidsrechter worden onderworpen, en niet de
President van de Noord-Amerikaansche Unie zal de
scheidsrechter zijn, maar het Hof van Arbitrage in den
Haag zal hier optreden. De mogendheden schijnen zich
te herinneren, dat er zulk een Hof bestaat. Reeds heeft
de Pransche regeering van één harer vertegenwoordigers
op de Haagsche Vredes Conferentie het verwijt moeten
hooren, dat zij nagelaten had de mogendheden op het
bestaan van het Hof te wijzen, Gelukkig voor Venezuela,
dat President Roosevelt wel zoo vriendelijk is geweest
zich haar lot aan te trekken. Daar het een Amerikaan
schen staat betrof, kon hij wel niet anders, en zoo komt
de zaak dan eindelijk terecht, waar zij van den aan
vang af, thuis behoorde. Venezuela behoort niet tot de
Staten, die tot de Haagsche conferentie waren uitge-
noodigd en de daar gesloten verdragen onderteekenden.
Voor die staten bestaat althans de verplichting,
dat ze, alvorens tot wapengeweld over te gaan, een be
roep zullen doen op de goede diensten of de bemiddeling
van één of meer bevriende mogendheden. Ongelukkig is
er aan toegevoegd: »voor zoover de omstandigheden
zullen toelaten." Het zal dus, vooral voor een kleinen
staat, geraden zijn met dit beroep niet het uiterste
oogenblik af te wachten, maar te voorkomen, dat hij
wordt overvallen. Frankrijk gaf overigens reeds het goede
voorbeeld, door geheel uit eigen beweging, zonder voor-
afgaanden gewelddadigen dwang met Venezuela een trac-
taat te sluiten om hun geschillen door een scheidsrechter
te laten beslissen.
De Sultan van Marocco loopt gevaar, nadat zijn leger
verslagen werd, in zijn hoofdstad door de opstandelingen
te worden ingesloten. Dit onrustig rijk geeft zijn buren
almede tè veel overlast en grond tot klagen, dan dat het
nog lang verschoond zou kunnen blijven van Europeesche
voogdjj. Spanje, Engeland, in verband vooral met Gibral
tar, en Frankrijk, inzonderheid wegens Algerië, komen
daarvoor het eerst in aanmerking. De zaken schjjnen ge
lukkig zóó te staan, dat er vooreerst geen gevaar is voor
conflicten tusschen deze eerste belanghebbenden. De vraag
is echter of de Europeanen en Cnristonen steeds veilig en
ongedeerd zullen blijven. Evenmin schijnt er vrees voor
botsingen te bestaan tusschen de mogendheden die in de
eerste plaats belang hebben bij den loop die zaken in het
deel dat van het vroegere uitgestrekte Europeesche Tur
kije nog is overgebleven. Ernstig is bij den Sultan aan
gedrongen op de lang beloofde hervormingenmaar de
ondervinding heeft tot nog toe geleerd, dat het steeds
bij beloften blijft. Na korter of langer tijd zullen de
mogendheden tot andere maatregelen moeten besluiten.
Zij kunnen op den duur geen lijdelijke toeschouwers blij
ven van wanbestuur bloedige ^opstanden en nog bloe
diger demping van opstanden, en zij hebben recht-
streeksch belang bij den gang van zaken.
Een belangwekkend, maar innig bedroevend schouw
spel blijft de rassificjering van Finland, die langzaam
maar onweerstaanbaar voortgaat. Ziedaar nu een volk,
dat door zijn waardige en krachtige houding algemeene
sympathie blijft wekken en bij zijn verzet tegen het over
weldigend onrecht zich steunt op zijn wetten en zijn recht.
Zijn officieren bleven trouw aan 's lands ztak, zijn gees
telijken weigerden de hand te leeuen tot wettiging van
de willekeurige maatregelen der Russische regeering, zijn
burgerlijke en rechterlijke ambtenaren wijken niet af van
hun plicht. Er is hartelijke overeenstemming en samen
werking tusschen de verschillende standen. Maar wat
mag het baten Nieuwe, Russische of Russischgezinde
ambtenaren worden benoemd, de Finnen worden bij Rus
sische regimenten ingelijfd, de justitie wordt anders samen
gesteld en geregeld. Wie durft zijn land bloot stellen
aan de gevolgen van een feitelijk verzet, bij de volkomen
zekerheid, dat het tegen de geweldige overmacht van
don aanvang af hopeloos zou wezen, dat op hulp van
buiten niet het minste uitzicht bestaat, en een weldra
in bloed gesmoorde opstand den weg zou banen tot het
verlies van alle rechten en vrijheden, die nog gespaard
bleven, en tot volledige overheersching Deze zaak be
hoort tot de zoogenaamde binnenlandsche aangelegenheden
van het Russische Rjj k, waarmee geen enkele an dere regeering
het recht heeft zich te bemoeien. Althans geen andere
mogendheid zal zich verstouten bij den Russischeu Keizer
aan te dringen op een andere gedragslijn tegenover de
Finnenzooals eenmaal geschiedde, in aansluiting by
Frankrijkdat voorgingten aanzien van de Polen.
Keizer Napoleon kon zich in den tijd van zijn grootste
macht dergelijke ongewone bemoeiingen veroorloven en
waar hij voorging hadden anderen den moed te volgen.
Veel uitgewerkt heeft destijds deze stap ten behoeve van
de Polen niet. Alleen heeft hij Rusland van Frankrijk
vervreemd, en andere regeeringen hebben niet nagelaten
daarmee haar voordeel te doen. Thans zou Frankrijk
tot geen prijs zijn bondgenootschap met Rusland in ge
vaar willen brengen en daarenboven moet het zich in
de groote Europeesche aangelegenheden met een beschei
dener rol vergenoegen. Blijvende, vruchtdragende her
vormingen zullen ook in Rusland uit het volk zelf moeten
voortkomen en vermoedelijk zal dit wel niet altijd rustig
en vredig in zijn werk gaan. De herhaalde opstanden
onder boeren arbeiders en studenten bewijzen wat er
woelt en kookt binnen de grenzen van het reusachtige rijk.
Het Britsche volk is nog altijd oppermachtig ter zee
en op zijn eilanden tegenover de grootste landmacht
tamelijk veilig. Zoolang die oppermacht duurt, zal het
op de wereld een geduchte rol blyven spelen. Maar ook
de Duitsche zeemacht is in wording.
DUITSCHIiABfB. Thans heeft ook de gevluchte
Kroonprinses zich laten interviewen door een berichtgever
van de «Journal", en het beeld dat zij van haar gemaal
schatst is heel wat ongunstiger, dan wat haar minnaar
Giron, van hem gaf.
Het huweljjk, zeide prinses, was van den beginne af
aan zeer ongelukkig. Het bracht slechts schande, ongeluk
en beleedigingen. Elke poging om haar man te kunnen
beminnen mislukte. Ik zag hem steeds als een suffen man
als een dronkaard, die lodderig kpt naar een leeg glas".'
Zij verklaarde, dat zij langen tijd nagedacht heeft over
haar daad, en thans gevoelt zij absoluut geen wroeging.
Het eenige wat haar ontstemt, is, dat zij altijd omgeven
is door vele politiedienaren, die haar bewaken. Zóó sterk
is haar vrees voor ontvoe-ring, dat zij besloten is nooit
alleen en altijd gewapend te gaan.
Voor hare kinderen is de ontvluchting geen ramp, omdat
zij nog te jong zijn om haar te missen of haar wanhoops
daad te begrijpen.
Zij protesteerde tegen de verhalen in de dagbladen,
waarin verteld werd dat zij het ook verlaten had om
godsdienstige redenen. Zij vervulde hare godsdienstige
plichten zooals het behoorde uit geheel vrije beweging.
EUTttHIjAlfD. De telegrammen uit Delhi schilderen
de Kroningsdurbar als een plechtigheid van bijna onge
kende vorstelijke pracht; meer dan 15,000 personen
namen aan de plechtigheid deel. Een schril contrast met
deze geldverspilling levert de hoogst ongunstige toestand
der door hongersnood op hongersnood geteisterde Indi
sche bevolking.
De «Morning Leader" schrijft dasrvan
«Indiö is uitgehongerdin een grondgebied met 60
millioen bewoners is geen voldoende voedsel om te leven en
de Regeering aarzelt niet om op de schouders dier bevol
king te laten drukken de kosten van zulk een malle ver
tooning. De ware vertegenwoordigers der inboorlingen
hebben juist hun jaarlijksch congres gehouden. De pers en
de regeeiing hebben tot de beslissing van het congres het
zwijgen gedaan en maken op het oogenblik een groot
lawaai over oen onnoodige verheerly king. Het congres der
Indiërs heeft verklaard, dat de armoede van het land te
wijten was aan een aantal fouten van de Regeering. Nu
vestigt deze laatste daar niet de mins'e aandacht op en
wijdt al haar ijver aan deze onnuttige en kostbare ver
tooning".
MAKOCEO. Volgens berichten uit Tanger hebben
de opstandelingen den Sultan weder eenige kanonnen
ontnomen en een groot aantal gevangenen gemaakt
de afdeeliugen van de sultanstroepen, die onder bevel
stonden van Mulley-el-Kevir en Mulley-el-Amram zijn
bijna vernield.
De pretendent is 20 K.M. van Fez. Zijn macht groeit
met den dag, daar hij zich zeer vrijgevig toont. De Sultan
doet al wat hij kan, om de bevolking gerust te stellen
maar hij vindt weinig geloof, want de vriendschap van
den Sultan voor de Europeërs heeft te veel Marokkanen
tegen hem ingenomen. De Europeesche legaties te Tanger
hebben door koeriers de blanken in Fez doen uitnoodigen
de stad te verlaten en dat vermeerdert de opwinding.
Uit Ceuta wordt gemeld, dat op den straatweg naar
Tetuan een Engelsch onderdaan, de rijke Moor Eluisi,
vermoord is. De Engelsche consul eischt voldoening
maar de afgezonden troepen durven de Kabylenstammen
niet aanpakken.
De Spaansche regeering, die ernstige verwikkelingen
voorziet, heeft in allerijl de noodige maatregelen genomen
om een eskader naar Marocco te zenden en hoewel Enge
land en Frankrijk de zaak kalmer opvatten, is er weinig
twijfel aan of zij zullen dit voorbeeld spoedig volgen.
VElViaXUEIiA. Terwijl de zaak der arbitrage thans
op den goeden weg is, schijnt president de Castro in den
binnenlandschen oorlog weder zooveel succes te hebben,
dat de kans grooter geworden is, dat zijn regeeringsleven
voorloopig nog niet eindigen zal. Uit Willemstad wordt
namelijk van den 31 eene overwinning der regeerings-
troepen geseind. Zij versloegen de opstandelingen by
Barquisimeto en doodden de generaals Gonzalez en Pacheco
met driehonderd man. Zij namen tal van gevangenen en
maakten alle munitie buit, De regeeringstroepen versloe
gen ook generaal Borcegas en de rebellen van Guira, van
wie twee honderd werden gedood.
Brand.
Bij een hevigon brand te Stepney eene voorstad
van Londen zijn eene moeder en vijf harer kinderen
omgekomen. De man winkelier was afwezig.
De oudste jongen is nog even bijtijds ontsnapt. Hoe
de brand ontstaan is weet men niet.
Men vond het verkoolde lijk der vrouw met de licha
men der kinderen er om vast geklemddrie meisjes en
twee jongens, de oudste 13 jaar.
Atjeh.
Uit een den 2 bij het departement van koloniën
van den gouverneur-generaal ontvangen telegram blij 1st,
dat de pretendent-sultan van Atjeh niet gesneuveld is.
In tegenstelling met een bericht in do «Staatscourant"
van 3 Dec. is nl. gebleken, dat hjj ongedeerd is. (St.-Ct.)