(St.-Ct.) Het is dan ook te hopen dat wanneer eerstdaags po gingen zullen worden aangewend om nieuwe leden en begunstigers te werven, velen zich gedrongen zullen ge voelen de vereeniging bun stenn te verleenen. Kamer van Koophandel en Fabrieken. H UlUr K L IJ K E K S T A M 1). hoofden en daarmede gelijkgeslelden wordt alleen van Gods woord uitgegaan en geen oogenblik behoeft men verlegen te staan dit aan te toonen. De Bijbel leert, dat men moet samenleven in een maatschappelijken band en wat is nn de oorsprong de cel der maatschappij anders dan 't huisgezin. Reeds bij de schepping is het huwelijk ingesteld en vormde zich reeds bij de menschen, moer dan bij de dieren het gezin, de onderlinge familieband. En toen God zelf het volk Israels regeerde, liet hij het volk zich vertegenwoordigen door de hoofden der gezinnen. In het voorschrift Eert uw vader en uw moeder, ligt opgesloten, de eerbied voor de overheid. In de joodsehe wetgeving, die natuurlijk niet op onzen tijd kan worden toegepastwordt ook eerst gesproken van de betrekkingen tusschen ouders en kinderen en eerst daarna van de meer sociale verhouding tusschen heeren en dienstknechten. Door dit beginsel dat men moet uitgaan van het huisgezin, voorop te stellen, staat de anti-revolutionair lijnrecht tegenover de tegenstanders de revolutiouairendie de leer van Rousseau tot uit gangspunt nemen en het individu op den voorgrond plaatsen. Die leer leidt tot individueel kiesrecht en daarom verwijt hij de socialistische partij, dat ze niet uit gnat van de gemeenschap, daar ze dan het huisgezin tot grondslag zou moeten nemen. Op de vraag hoe men tot het individueel kierecht is gekomen, antwoordt spreker door de Fransche revolutie, toen het volk of liever de derde stand aandeel wilde in de regeering. Die revolutie wordt door de anti-revolu tionairen niet afgekeurd om het geweid; dat kan noodig zijn, maar omdat het geweld werd gebruikt zonder recht. De resultaten Dat men na de overwinning het be ginsel niet aandurfde en terugschrikte voor doortastende maatregelen, om die beginselen in toepassing te brengen. Men kreeg een beperkt kiesrecht en de standen bleven bestaan. En nu 100 jaren later nog een voortdurend sjacbelen met het kiesrecht, b.v. in de huidige wet. Van den kant der burgerij steeds hoogere eischen, men vraagt voor bet volk het reebt van initiatiefbet referendum dat is de consequente toepassing van het individueel kiesrecht, waaraan de anti-revolutionairen niet mee kun nen doen. Daarentegen is het hun plicht tegen ieder hun beginsel hoog te houden, tegen de conserva'ieven ook in de partij zelvedie bang zijn voor uitbreiding van het aantal kiezerswier kiesrecht op geen eigenlijken grondslag rust, tegen de Roomsch-Katholieken, tegenover wie men ook het beginsel niet mag verloochenenen bij wie meer en meer het huismanskiesrecht aanhangers wint. 't Gaat zeker niet in eens, geduld zal men moeten hebben, maar het beginsel zal eens zegevieren. Ook tegen de viij-antirevolutionairen, den rechtervleugel der ant. partij, is in dit opzicht nog een en ander te doen. Nog altijd hechten zij er aan, dat de vertegenwoordigers gekozen worden nit de gegoede klasse, alsof geld ook waarborg gaf voor verstand. Toon ons aan, zou spr. hen willen toeroepen, dat ons stelsel niet rust op de begin selen van Gods woord, en kunt ge dat niet, keer dan terug tot het oude vaandel. Of deznlken ook nog in den boezom der partij zelve worden gevonden, gelooft spreker wol, ofschoon hij dank baar is voor de zuivering, die heeft plaats gehad. Toch zijn er nog, die tegen patrimonium of de propaganda- clubs optreden. Er kin daartoe wel aanleidiug zgn ge geven, b.v. door patrimonium, dat spre fet van arbeiders- kiesrecht en zich daarbij dus stelt op het standpunt van den klassenstrijd, wat spr. een fout noemt. Ten slotte meent hij, dat, juist wijl do Christelijke par tgen in de meorderheid zijn, meer dan ooit het beginsel van het huismanskiesrecht moet worden hoog gehouden. Al wordt er geregeerd naar onderlinge afspraken, toch moet dat gaan zonder verknoeien der beginselen, onbe smet moet het vaandel bewaard bijjven. Waar tegen standers ons verwijten, dat we ons stelsel hebban gekozen nit verlegenheid en met de zekerheid dat er toch niets van komt, daar wijst spr. hen op de geschiedenis, waar uit blijkt, dat de antirev. steeds de uitbreiding hebben gesteund. Zij zijn tegen algemeen kiesrecht, maar spr. durft met zekerheid zeggen, dat zij niet minder kiezers willen, dan de voorstanders van het alg. kiesrecht. Het hnismanskiosracht zal minstens een miilioeu kiezers geven. Daarvoor zal men blijven strijden, zich offers ge troosten, wetende, dat de zege is aan waarheid en recht. Na een kleine pauze werd golagenheid gegeven tot debat, waarvoor zich alleen aanmeldde de hear JLoopult Als dezelfde debater als die te Amsterdam, consta teerde hij tot zijn leedwezen, dat de heer van Lummel uit dat debat niets had geleerd en was bijjven volharden ïn zijn dwalingen. De rede had spr. thans ook weer on bevredigd gelaten. Het specifiek Christelijke van het stelsel was hem niet, duidelijker geworden, 't Beroep op de Schrift achtte hij van geen waarde, daar die op ver schillende manieren wordt uitgelegd. De Savornin Lohmau beroept zich er even goed op als ds. Talma eu andere democratisch getinte antirevo lutionairen, terwijl dr. Kuyper in het schriftelijk debat over de begrooting zegt, dar, men zich niet moet beroepen op de Schrift en ongeveer te kennen gaf, dat de Bijbel geen grondslag is voor het staatkundig leven. Dat het huismanskiesrecht berust op dien Bijbel, heeft de inleider, meent hij, geenszins bewezen, alleen heeft hij zich beroe pen op heteert uw vader en uwe moeder. Hij ontkent, dat het huisgezin is de cel der maatschappij en er zijn teksten aan te halen, die niet hot huwelijk doch het celibaat aanpi ijzen, zoadat hier het beroep op do Schrift ook faalt. Daarom houdt hg vol, dat de voorstanders van het huismanskiesrecht een willekeurige basis aan nemen. Sprekende over het gezin, vraagt spr., wie heeft dat gezin verstoord? Wie voert vrouwen en kinderen naar de fabrieken en werkplaatsen Was het dr. Kuyper niet, die het sanctioneerde in het haringspeetsters-ont- werp. De opvatting omtrent het huisgezin, noemt hij ouderwetsch en in strijd met de tegenwoordige omstan digheden. De eenige goede grondslag voor het kiesrecht is de arbeid. Verder ontkent hij, dat de socialisten hun levensbe schouwing zouden ontleenen aan Rousseau, wel de libe ralen. Dat het volk na de revolutie van 1789 het kies recht niet kreeg, kwam doordat de bourgeoisie do macht in handen had. Wat bedoelt ge tochvraagt hij met uwwij zijn tegen revolutie eu wijst daarbij op de revolutie in Engeland, waarbij Karei I door pure calvinisten werd ont hoofd; en van de afzwering van Filips. Dat woord revolutie is een boeman, die atgedaan heeft. Laat ons niet verdoelen door wat phrasen, maar gezamenlijk optrekken voor de democratie. Geeft nw huismanskiesrecht eenzelfde getal kiezers als het algemeens, wat komt er dan op aan, dan wil men immers hetzelfde doel. Toch zou spr. gaarne weten wat bedoeld wordt met »gelijkgestelden" en her innert er aan dat in Engeland de liberaal Gladstone, ook een dergelijk kiesrecht heeft ingevoerd, 't is dus niet iets speciaal Christelijks. Wat men met gelgkgestelden bedoelt, bleek eenigerma^e uit het amendement Mackay van Alphen bjj de behandeling der kieswet Tak, maar dat is zeer rekbaar en men komt daardoor dan vrijwel tot arbeiderskiesiecht, hetgten patrimonium heeft ingezien als deze lieden dwalen en de Schrift niet kennen zegt spr., breng ze dan terug op den goeden weg. Door de antirevolutionairen door Groen van Prinsterer zelf is gesjacheld met kiesrechthij wilde immers altijd f 1 lager gaan dan Thorbecke. Het hnismanskisrecht is ook niet van Groen afkomstigmaar van dr. Kuyper, die het in het program zette onder den drang der demo cratie. De antirevolutionaire partij wil allerlei excepties opwerpen, om daardoor de zaak op de lange baan te schuiven, waarom gaat er geen krachtige agitatie van uit Reeds in 1891 is de finale oplossing door patrimoinum urgent verklaard en gewenscht voor de zuivering in de partij, die nog niet zoo zuiver schijnt, daar Staalman en de Vries nog als zuiveraars rondtrekken. Ten slotte betoogt spreker, dat de heer Van Lummel en alle antirevolutionaire democraten door dr. Kny. er bedrogen zijn. Er was geen accoord met de katholieken, zei hij, op de departatenvergadering, en toch regeert men volgens afspraak. Verder wekt hij op tot gezamelijk op treden van allo democraten, den antirevolutionairen aan bevelende, het geloot in de politiek op zij te stellen en de Schrift nit het debat te houden. De strijd moet loo pen tusschen de twee groote partijen de conservatieven en hen dia den vooruitgang willen. De heer van liUmmel den spreker beantwoordende zegt, dat hij den heer Loopnit dankt voor de moeite om tweemaal de weinig beteekenende rede aan te hooren en te bestrijden. Betreurd heeft deze hetdat spreker niets heeft geleerd van het debat te Amsterdam wat door hem ook van den debater zon kunnen worden gezegd doch zonder het te betreuren. De debater beeft dezelfde dwalingen weer gehoord welnu dat hoopt spr., zal altijd zoo bijjven die dwa lingen zijn eeuwige beginselen, die niet verdwijnen. De Schrift is verschillend uit te leggen, daarom moet ge u er niet op beroepen is er gezegd maar die rede neering gaat toch niet op. Gij baseert uw meening op het gezond verstand en honderden anderen hun tegen overgestelde meening ook nn gaat het toch niet aan om te zeggen»ge moet u niet op het verstand be roepen De socialisten baseeren het kiesrecht op den nrbeid en dan degenen der bourgeoisie die niet arbeiden, zoudt ge die dan niet moeten uitsluiten. (»Liefst wel", zegt de heer Loopnit.) De spreker vervolgt daarop: dan komt ge nooit tot uw miljoen kiezers maar ik wol. Dat dr. Kuyper zon gezegd hebbendat de Bijbel niet kan dienen iu de politiek kan niet juist zijn hij zal gezegd hebben, dat men met den Bijbel alleen er niet komen kan dat men de groote beginselen er alleen nit patten kan. Doch dat is niets nieuws, 't Is spreker niet gelukt uit den Bijbel te bewijzen, dat het huisgezin de cel is van 't maatschappelijk leven, doch de heer L. heeft alle aanhalingen vergeten die spr. nog even rele veert. Wat gezegd is over het celibaat is voor spr. niet afdoende en 't zou le gek zijn om daarop een maat schappelijke vertegenwoordiging te gronden. Dankbaar is hij dat is erkend dat indien de basis vast stond bij volkomen gelijk had dat is eene groote aanbeveling van het huismanskiesrechtdaar voor spr. die basis onwiikbaar vaststaat. De tirade over het haiiugspeetsters-ontwerp, spreker had heel iets anders verwacht, acht hg niet ernstig ge meend. Dat wetje is toch niet de ooi zaak van de des- oiganisatie van het huisgezin. De opvatting van het huisgezin was ouderwetschmaar men zal het er nog wel een poosje mee moeten doen, onderwotscb ja zoo ond als de schepping, ouder kan 't al niet. Het verschil zit echter hierin: wij willen bet huisgezin hc-rstellon, en gij aanvaardt het zooals het is. Wat de kwestie van Ronssean betreft, spr. heeft gezegd, dat de socialistische opvatting omtrent hot indiyudueele kies recht van Rousseau afkomstig is, en als gij zegt dio ato mistische idee heb ik afgezworen, dan zon spr. willen zeggen zweer die idee ook af in zake kiesrecht. Juist dan ook moet het socialisme uitgaan van het huisgezin. Wat het spook der revolutie aangaat, als 't. maar een spook is, zal 't geen kwaad doen. Dat dr. Kuyper de kiesrechtparasraaf zou opgesteld hebben onder den drang der democratie acht hij onwaar schijnlijk, in 1878 was er nog niets van de soc.-democratie in ons land te bemerken. Gladstone die in Engeland het huismanskiesrecht heeft ingevoerd was een liberaal, maar dat is toch niet juist; hij was geen liberaal zooals de Nederlandsche liberalen, doch een lid der Schoteche kerk, een zeer christelijk man. Het sjachelen van Groen van Prinsterer was zeker sjacbel in den goeden zin en dns geenszins af te keuron. Dat niet geageerd wordt voor uitbreiding van het kies recht door de anti rev. partjj ontkent hij, de heele partij strijdt er voor, een aparte organisatio acht men niet noodig. Wat Staalman en de Vries beweren en doen, daarvoor is spr. niet verantwoordelijk, evenmin voor hetgeen de afd. Patrimonium van Delft doet. Regeeringspartij is ds antir. partij niet, ze is een der partij en die aan de regee- ring zijn. Dan zal men altijd volgens overeenkomst moeten regeoren, maar 't beginsel bljjft. Ten slotte zegt spr. nog, dat wat de hoer Loopnit zou willen, dat men over de kwestie van 't geloof heen stapte, een onmogelijke eisch is. Men zou even goed van de socialisten kunnen eischen bun geloof aan hun ideaal te laten varen. Ten laatste bestrgdt nog de meening dat men de Schrift buiten bet debat moet houden en geeft nis zijne meeniug te kennen dat als de arbeiders moeten wachten tot dat de maatschappij in de twee partijen door dm heer Loopnit bedoeld, is geseheiden, ze nog wel 50 jaar k innen wachten. Met een woord van dank door den voorzitter wordt daarna de vergadering, die drnk bezocht was, tegen half twaalf gesloten. Schilderkunst. De commissie van toezicht op de Rijks Academie van Beeldende Kunsten heeft aan den minister van Binnenlandsche Zaken overgelegd het rapport van de commissie, belast met de beoordeeling van het werk ingezonden door den heer A. H. Gonwe, die bij konink lijk beslnit van 29 October 1901 no 26 voor de eerste maal begiftigd is met het jaargeld, bedoeld bi) art. 15 der wet van 26 Mei 1870 (Staatsblad no. 78), om hem in de gelegenheid te stellen zich in de schilderkunst te volmaken. Steunende op dat rapport heeft de commissie van toe zicht den minister voorgesteld het daarheen te leiden, dat aan den heer A. H. Gouwe voor de tweede maal het jaargeld worde verleend. Naar aanleiding daarvan is aan den heer A. H. Gouwe, bij koninklijk besluit van 30 December 1902, no. 54, even verme'd jaargeld toegekend, teneinde hem in de gelegenheid te stellen z;ch in de schilderkunst te volmaken. Burgerkring. Naar wij vernemen geeft de vereeniging »Bnrger- kring" op Dinsdag 20 Januari in het lokaal Harmonie een Soirée Amusante. Naar het programma te oordeelen belooft het een gezellige avond te wordende intee- kening voor de leden blijft nog eenige dagen opengesteld bjj den bode H. Meijer, Korte Nieuwesloot. Gezinsverpleging. Als 66n bewjjs in welk een groote behoefte de ver eeniging van Gezinsverpleging voorziet, kaD dienen de volgende mededeeling dat vanaf 15 November tot en met 31 Dec. 1902 door de zuster der vereeniging zijn gebracht 333 bezoeken aan niet betalende, 34 bezoeken aan betalende zieken. Collecte. Gaarne voldoen we aan het verzoek van het Israë litisch armbestunr alhier, om mede te deelen dat zii op Woensdag den 14, de jaarlijksche openbare collecte langs de huizen der ingezetenen zal honden. We voegen aan deze mededeeling gaarne een woord van opwekking toe, en hopen dat de ingezetenen bij deze gelegenheid eens diep in den zak zullen tasten. Vergadering van 7 Jan. 1903. Bij opening der vergadering ziju tegenwoordig de heeren A. J. T. Conijn, die als vice-voorzitter presideert, J. G. Potgieser, P. J. Boom en de secretaris. Na behan deling der notulen wordt eene missive voorgelezen, ge zonden aan het algemeen secretariaat der maatschappij van »Nyverheid" in autwoord op het bericht van en verzoek om ondersteuning tot de opriehting van een Nederlandsche kamer van koophandel te New-York, bjj welke missive de kamer haar ingenomenheid m^t deze stichting betuigt en de verzekering geeft tot het beoogde doel te zullen medewerken door het geven van inlich tingen omtrent plaatselijke toestanden enz. Voorts worden do heeren Potgieser en Boom benoemd tot onderzoek der ingekomen geloofsbrieven van de her kozen heeren A. Prins Az., S. de Lange P.Bz., en H. P. I bin 1c Melenbrink. Nadat dit onderzo k heeft plaats ge had en tot toelating is besloten nemen de genoemde herkozen heeren opnieuw zitting, waarop wordt overge gaan tot verkiezing van een voorzitter en als zoodanig opnieuw gekozen wordt de hoer A. Prins Az., die de benoeming aanneemt. Ook de heer A. J. T Conijn wordt herkozen als vice-voorzitter en neemt dit aan. Daarna worden de ingekomen stukken behandeldle. Een afdruk van een adres gezonden aan den minister van binnenlandsche zaken omtrent de uitvoering der on gevallenwet door het bestuur der Vereeniging van Nederlandsche Werkgevers, waarbij verzocht wordt de iu werking treding van art. 1 der ongevallenwet tot een later tijdstip te vordagen en voor het geval Z.E. hiertoe niet mocht kunnen besluiten, dan maatrogelen te nemen, dat da verzoeken tot 't zelf dragen of overdragen van risico spoedig worden afgedaan, de indiening dezer verzoekou en het. doen der vereisente opgaven daartoe worden voreenigd. Besloten wordt dit adres te doen rond gaan. Ook alle overige ontvangen stukken zullen worden rondgezonden. Hierna sluiting der vergadering. Arrestatie. De koopman en winkelier in kruideniers- en grut terswaren J. J. alhier, die den 9 failliet werd verklaard, is heden door do politie gearresteerd en ter beschikking van de Jnstitio, naar het Huis van Bewaring overgebracht. Hij wordt verdacht verschillende goederen, waaronder een paard met wagen, aan den boedel te hebben ont trokken. Extra-trein Carré. Op Dinsdag 13 Januari a.s. zal een extra trein loopen van Amsterdam naar Alkmaar. Deze trein zal des nachts 12 uur van Amsterdam vertrekken, zoedat de bewoneis van onze stad en tusscbecgelegen stations, in de gelegenheid zijn, zonder een nacht in Amsterdam te moeten overblijven, te prcfiteerrn van de groote at tractie van Amsterdam, het circus Oscar Carré. Bjj deze gelegenheid zal do heer Norton Smith, de dresseerder van ontembare paarden, voor het laatst optreden. Stadsschouwburg Amsterdam. Wij maken onze lezers opmeikzaam op eene in dit nummer voorkomende advertentie waarin wordt aange kondigd dat de Nederlandsche Opera op Dinsdag 13 JaDuari a.s. zal opvoeren »Lobengrin'' van Richard Wag ner. Mot het oog op den extra-trein welke dien nacht van Amsterdam naar Alkmaar zal loopen is dit eene sehoone gelegenheid de Stadsschouwburg to bezoeken. ONDERTROUWD. 4 Jan. Pieter Hop, alhier en Dinjena Vriesman, te Petten, onl. alhier. 8 Martinus Maria Broers en Margaretha Alida de MuDk. Pieter Sinjewel, te Velsen 6n Maartje de Vries, alhier'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1903 | | pagina 2