een ONDERWIJZERES, Nederland. H XS K. IJ dat in deze gemeente in liet jaar 1903 geene zitting voor den herijk zal worden gehouden en dat er voor de ingezetenen derhalve geene ver plichting tot herijk in dit jaar bestaat. Uitslag der veiling van Bouwterreinen 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 80 80 90 72 72 72 72 72 72 72 72 72 72 72 72 72 72 72 72 72 72 72 72 90 90 165,~ De pry zen zijn: Vette koeien, le kwal. 29 31 et., 2e kwal. 24—27 ct., 3e kwal. 20—23 et., vette kal veren 2737i et., vette schapen 2326 et., stieren 20— 26 et., vette varkens 20J— 23 et., Londensche biggen 19—21 ct. per '/j kilo. Melk- en kalfkoeien f 135—f 260, pinken f 55—f75, nuchtere kalveren f 7f 11,—, weideschapen f 22— f 26, lamineren f 18f 23, magere varkens f37f58, jonge biggen f 1,10—f 1,40 per week, melkschapen f 18, - 28. (N. v. d. D). Bljp. Er worden hier pogingen aangewend om in het bezit te komen, voor rekening van het Rijk, van een nienw post- en telegraafkantoor. Het tegenwoordige behoort aan de Maatschappij van Nijverheid alhier en wordt door het Rijk gehuurd. De zeventienjarige jongeling H. G. H., te Gro ningen die door eene noodlottige vergissing sublimaat had gedronken is aan de gevolgen bezweken. Te Hoorn is een tweejarig meisjedat in een onbewaakt oogenblik een pot met kokende rijst had ge nomen en den geheelen inhoud over haar lichaampje ge kregen had, aan de gevolgen harer ernstige brandwonden overleden. Een nuttig doel. Te Groningen bestaan plannen om eene openbare leeszaal en boekerij op te richten. Eeeds zegde onder eenige voorwaarden prof. Drncker uit Leiden daarvoor een som van f 5000 toe. In de eoneept-statnten van de op te richten vereeniging wordt o. m. als doel om schreven »mede te werken aan de geestelijke ontwikke ling van de bevolking van geheel Groningen en omstre ken zonder aanzien van geslachtstand en kerkelijke» of staatkundige overtuiging. IJs. Vóór de haven van De Lemmer zit nog zooveel ijsdat zij zelfs voor stoomschepen geheel gesloten is. Den 6 is het wel één der booten van de Holland-Fries- landlijn gelukt de haven te bereiken, maar de gemaakte opening werd door bet ijs onmiddellijk weer gesloten zoodat van eene hervatting van den dienst voorloopig nog geen sprake is. Alleen verandering it> windrichting kan hier helpen. Hen onrustige vergadering. Den 27 sprak te Doetinehem de heer Charles Frich, gewezen trappist uit het klooster »De Schaapskooi" te Tilburg, die een voordracht zou honden over de volgens hem aldaar bestaande misstanden. Reeds bij het begin werd de spreker door eenige katholieken onderbroken hetgeen na korten tjjd zoo hevig werd dat men met stokken gewapend het podium opvloog en deu spreker te lijf gmg. De marechaussees trokken hierop hunne sabels en het was een oogenblik een slaan zonder op houden. In minder dan geen tijd was de spreker gevlo gen de tent ontruimd en erg beschadigd. Gezinsverpleging. De Permanente Commissie voor „Gezinsverple ging voor zieke armeu in de classis Alkmaar" heeft voorloopig voor hot jaar 1903 als verpleegster aangesteld zuster H. W. Wieder gediplomeerd zoowel voor de ge wone als voor de kraamvronwenverpleging. Zuster Wieder zal werkzaam zijn in de gemeenten Zuidscharwoudo Noordseharwoude, Ondcarspel, Warmon- huizen Eenigeuburg en Koedija. BURGEMEESTER eu WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeene kennis Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 2 Jan. 1903. G. D. DONATH Secretaris. Aan ds MEISJESSCHOOL te ALKMAAR, (hoofd: Mej. J. H. PRUIM), wordt gevraagd bevoegd tot het geven van onderwijs in vakj. Zij die onderwijs in den zang kunnen geven, genieten de voorkeur. De jaarwedde bedraagt f 700, die na ÏO, lft en SO dienstjaren in de gemeente doorgebracht telkens met f ÖO kan klimmen tot een maximum van f OOO. Inzending van stukken (adres op zegel) aan h8t Ge meentebestuur vóór 25 Januari a.s. 7 Januari 1903 gehouden ten overstaan van Notaris J. VAN DER VEEN te Alkmaar. Perceelen aan den Wester weg. 1 groot pl.m. 150 M. Str. J. Dijkstra f 610, 150 dezelfde 600, 150 dezelfde 610, 4 150 dezelfde 610, 5 150 Jb. Lind 600,-» 150 J. Mnijs 600, 125 A. do Vries 385, Perceelen achter de Stoomwaschinrichting 1 groot pl. m. 80 M. Str. C. Goes 265, 2 80 dezelfde 260, 3 64 J. Dijkstra 210, 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 W. Vasbinder Jr. 205, J. Djjkstra dezeltde dezellde dezellde M. de Wild dezelfde dezelfde dezelfde dezelfde dezellde 205,- 205, 205,- 205, 200,- 200,- 195,- 200,- 200,- 195.— W. Vasbinder Sr. 190. J. Dijkstra 195, W. Vasbinder Jr. 190, A. de Vries dezelfde J. Dijkstra dezelfde dezelfde dezellde 175,— 170,- 170,- 175,— 235,- 230,- 220,- 185,- 185,— 165,— 165,— 165.— W, Vasbinder Sr. 170, A. de Vries 165, M. de Wild 165, dezeltde 205, J. Dijkstra 200, dezelfde 190, A. de Vries J. Mnijs A. de Vries dezelfde dezelfde dezelfde dezelfde A. de Vries M. de Wild 195,— 185,— W. Vasbinder Sr. 170, A. de Vries 170,— dezelfde 170, dezelfde 180, dezelfde 200. dezelfde 195, 0. Goes 235,— dezelfde 270,— Do toewijzing blijft bepaald op Woensdag 14 Januari 1903, des namiddags te 6 ure in het hotel de Toelast» te Alkmaar. Met deze 20 afgevaardigden zullen in den Rjjksland- bouwraad zitting kunnen hebben ten hoogste 5 leden, door de regeering te benoemen, voor het geval dat niet alle onderdeelen van het landbouwbedrijf door de afge vaardigden der provinciale raden behoorlijk mochten zijn vertegenwoordigd. De opmerking ligt voor de hand, dat op deze wijze geen zuivere landbouwvertegenwoor- diging tot stand komt, daar deze regeeringscommissarissen allicht bjj verschil van gevoelen den doorslag kunnen geven. Daar komt bij, dat de rijkslandbouwraad in af- deelingen zal worden gesplitst en de minister niet alleen het getal dier afdeelingen zal bepalen en de voorzitters en de leden der afdeelingen zal aanwijzen, maar daar enboven voor de behandeling van bepaalde onderwerpen aan personen, die geen lid van d^n rijksraad zijn, in de afdeelingen tijdelijk zitting zal kunnen geven. Dat de regeering in elk geval haar eigen deskundigen wil hooren, is te begrijpen dat recht mag niet worden betwijfeldmaar dat zij die deskundigen onder de ver tegenwoordigers van den landbouw zitting wil geven, klinkt vreemd. Het zal aan niteenloopende beschouwingen niet ont breken, voordat dit ontwerp wet zal zijn geworden. Keuring van hengsten. De minister van w terstaat heeft bepaald, dat de gewone Rijksvoorjaarskenring van tot dekking bestemde hengsten in 1903 gehouden zal worden voor Nfoordhollandop 17 Februari fe Haarlem. Voederproef. Als vervolg op proeven, het vorig jaar op kleinere schaal genomen, is thans door den minister van oorlog bepaald, gedurende bet le halfjaar 1903 proeven op groote sohaal te nemen met melassevoeder. Bjj het 3e regiment huzaren, le en 2e regiment veldartillerie, alsmede de rij- en hoefsmidschool, zal de Melassebostel merk B. van de Suikerraffinaderij vooiheen Spakler en Tette rode, worden geleverd. Hoofddspöthouder voor Noord holland, bureau Alkmaar, is do heer P. Menrs Pz. te Sehagen. "Veehandel in Friesland. De aanvoer van melk- en kalfkoeien was op de jongste markten niet groot, het gewone verschijnsel in dezen tijd van het jaar. Uit het buitenland waren slechts een paar Belgische kooplieden aanwezig, die nogal kochten De handel was behoorlijk, de prjjs toonde weinig verande ring, de omzet ging nogal. In vette koeien, waarin weken achtereen dinkke handel was, met hooge prijzen, is een stugge handel op te merk- ken, met verlaging van den prijs. Voor de beste soorten is dit verschil het geringst. Stieren voor de slachtbank met tameliiken handel, prijzen iets lager, wellicht omdat de aanvoer grooter was dan men verwachtte. Het aangevoerde vee verschildo heel wat in qualiteit en de prijzen liepen dan ook heel wat uiteen. Vette kalveren, waarvan de aanvoer grooter was, waren goed gevraagd eu brachten hooge prijzen op, vooral de best; soorten. Nuchtere kalveren waren iets flauwer gestemd door minder vraag voor de Engelsche markt. Dl- handel in wolvee was niet druk De prijzen vielen niet tegen. In vette varkens en biggon veel handel, maar de prijs was stemmi Voor de allerbeste soort kon 22£ a 23 ct. gemaakt worden, maar er werden ook verkochten hun aantal was verreweg het grootst voor 20 a 21 ct. per J kilo. Londenschen biggen met behoorlijke drukke vraag en goeden omzet. De aanvoer was: 300 melk- en kalfkoeien, 100 stieren, 180 vette koeien, 200 vette kolveren, 800 nuchtere kal veren, 2300 schapen eu lammeren, 200 vette varkens, 900 vette biggen, 300 magere, varkens, 400 kleine biggen den ijver, vdriemaal opgewarmde kool en speknoedels, als dons zoo licht I" Zij draaide de lamp op en haastte zich de denr uit. Mijnheer Felicianus wandelde in de helder verlichte kamer op en neer en wretf vergenoegd zijne handen. »Van- daag ben 'k tevreden!" mompelde hij. Van daag,ja, van daag ben 'k over mezelven tevreden Hij lachte. »Is 't niet zoo, moedertje, is 't niet zoo, ja Bij die harten- plagerij he'k toch wel 'n beetje meegedaan Weer lachte hij. »En nou kan alles nog goed worden 1 Alles Alles J" Glimlachend nam hij een snuifje. »En morgen... aaaah Hij wou niezen, maar het ging niet. »Mor- gen haal ik me den gooien Hanspeter bij z'n groote oor lelletje hier 1" Terwijl hij met den blauwen zakdoek de nons wreef, trad hij naar hat raam en keek uit, den donkeren avond in. Merkwaardig, dat er nog altoos menschen op het kerk hof waren alsof de kerk vandaag heelemaal niet leeg wou wordeu 1 Overal stonden ze neg in groepen bij den muur bijeen, anderen slopen als schaduwen heen en weer en weer anderen, die zich to lang verbabbold hadden, snelden de straat langs naar beneden, om flink naar huis te brengen, wat zij op het kerkhof vernomen hadden of om de soep niet te missen. Bijzonder gehaast scheen de keukenmeid van den bur gemeester te wezen. Geheel buiten adem draaide zij, mur melde onderwijl het eene schietgebedje na het andere, bekruiste zich telkens weer en zoo'dikwerf zjj op don hob- beligen straatweg stroffelde, gluurde zij in bijgeloovigen angst over haar schouder. Door de helder verlichte ramen der herberg klonk dof een toenemend stemmenJawaai naar buiten, alsof het van daag geen stille zaterdag was, maar de avond na een vee- maikt. Ook op de donkere straat, op alle zijwegen, overal vernam men opgewonden stemmen. En uit de woonkamer van de Woudhoeve, welker ramen nog donker waren, klonk der rennende meid het klankgedwarrel van een hettig, in ziedenden toorn gevonden woordenstrijd tegemoet. In de geheele groote boerenhofstee was slechts een enkel klein venstertje verlicht heel achter bij de hooischnnr het venster van Hanspeters kamertje. Op dat lichtschijnsel vloog de keukenmeid af want het licht trekt niet enkel da motten aanmaar ook de menschen wien een nieuwtje de tong verbrandt. Maar toen de meid in het venster in de verlichte kamer keek, stond ze stom van verbazing. Hoe treurig veianderd zag dat kamertje van den ge bochelden apostel er nu uit Al het sierlijke, glinste rende speelgoed, al do boomzwamman en heilige beeld jes, alles was verdwenen, en op do kale muren zag men alleen nog maar de gaten, door de uitgetrokken spijkers gemaakt. En Hanspeter alsof hij voor den tocht naar de pastorie de kracht niet moer bezeten had en eerst een weinig rusten moest, zat op zijn bed en hield op zijn knieën den monsterachtigen, van vernis glauzenden vboerestoel" van juffer Katriendien Peter-Johannes- Zdazilek onder de stoelen 't Was een schouwspel, dat de meid trots alle grie zeling en verbazing dwong te lachen. »Zoo, jij riep ze, met beide handen op het venster trommelend. »Iu 't geheel niet in de kers geweest Nou, jij beb vandaag wat verzuimd Hanspoter hief zijn misvormd gelaat met doodo oogen op en bij de meid werd het lachen weer vervangen door bijgeloovigen schrik. »Jesses Maria stotterde zo, »die ziet 'r uit, asof ie 'r bij hoorde bij die andore t weeZich bekr uisend, snelde zij den muur langs en het huis in. Nog steeds tierden in de kamer de beide twistende stemmen, elk zoo heesch als de stem van een voorbidder op een lange bedevaart. Maar de meid scheen niet te hooren en wilde onkel haar nieuwtje kwijt worden. »WaldhoferJe mot 's luisteren Zoo wat! Wat van daag in de kerk. Verder kwam zij niet. Want de boer, geheel zwart in de pikdonkere kamer, echoot woedend op de meid los »wat wi je zeg Allo, op slag 'r nitDan mankeert 'r nog maar an, dat de huislui d'r neus 'r in steken, als de vader met z'n zoon wat hètEr uit, of..." De meid was achteruit gevallen, alsof de brandspuit haar een waterstraal in 't gezicht geworpen had en met een schop smeet Waldhofer de kamerdeur dicht. De lange strijd liep ten einde. Zwart 6n sprakeloos stonden de oude Waldhofer en zijn zoon in de donkere kamer tegenover elkaar, beiden hijgend, alsof zij een steilen berg beklommen hadden en aan het einde waren van hunne kracht. Na lang zwijgen was 't de oude, die zich 't eerst weer bewoog. Schreeuwen kon hij niet meer. Hij bromde slechts' heel heescb, half buiten adem »niot slecht, dat mo'k zeggen!... Het h. opstandingsfeest verzuimd... en tot ia den nacht getwistOnder die woorden ging hij naar de tafel en nam het alas van de hanglamp. Hij moest wel een dozijn lucifers aansteken, eer er een brandde. »Maar non mot 't rust wezen nou kommen de lui En dat most r nog bijkommen dat men die geschiedenis, die nette, dadeljjk morgen voor dog en dauw rondbab- belde in de heele buurtZoo'n paaschpret, die kon me... sakrement nog eens Da krachtige vloek gold voor de helft do lucifer, die zijn vingers had gezengd, omdat de pit niet zoo gauw had willen ontvlammen. Maar thans brandde zij, het vlammetje glom al helderdor op, spreidde zijn bleek licht in de kamer en bestraalde het uitgeputte, vertoornde gezicht van den boer, op wiens voorhoofd en slapen de zweetdroppelen glinsterden. Zoo warm had Waldhofer zich in de donkere kamer gepraat Maar zonderling er moet toch iels bijzonders in de kracht van het licht zjjn de helderheid, waarin de kamer thans lag scheen op eens de grofste beenderen van Waldhofers toorn te breken. Bijna verschrikt zag hij zijn jongen aan die met gebalde vuisten in hot schijnsel der lamp stond, met een gelaat zoo wit als de muur, eeu harde trek oai den mond en taaie vastbe radenheid in de schitteroogen. »Laat me met vree, jijstotterde de oude, alsof hij een boos woord moest vooikomen, dat reeds op Romans tong lag. »Nou mot 't krakeel voor eens en voor goed uit wezen 1 Voorgepraat he'k je genoeg Twee uur lang schier En ik zeg je 'o voor do laatste maal zoo lang ik heer in huis ben, komt 'r zoo een aiet door mijn deur binnen." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1903 | | pagina 6