Runenschrift.
Beroepswet.
No 21. Tweede blad.
Honderd en vijfde jaargang.
1903.
WOENSDAG
18 FEBRUARI.
FEUILLETON.
Hoenderteelt
H e f ui i i i it.
voor den l andmati.
v.
Deze Conrant wordt Dinsdag-, Monderdag-
en a]t erdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f O,SO franco door het
geheele rjjk f 1,
3 Nummers t O,O0. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prys der gewone advertentiën t
Par rege! S 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER k ZOONVoordam 0 9.
Telefoonnummer 3.
DE BURGEMEESTER VAN ALKMAAR,
Gelet op art. 11, 2e lid van het Kon. Besluit van 8
December 1902 (Staatsblad no. 212);
Doet bekend maken de volgende door Ged. Staten
krachtens art. 7 van dat Kon. besluit genomen beslissing
De Gedeputeerde Staten der Provincie
Noordholland.
Doen te weten
dat zij in hunne vergadering van 31 Januari 1908
krachtens het bepaalde bij artikel 7 van het. Koninklijk
Besluit van 8 December 1902 (Staatsblad No. 212) tot
vaststelling van een algemeenen maatregel van bestuur
als bedoeld in artikel 16 der »Beroepswet", hebben vast
gesteld
I. voor den raad van beroep, welke gevestigd zal zjjn
te Amsterdam
a. het aantal werkgevers, die te zamen één werkgever
kunnen aanwijzen om mede te werken tot het op
maken eener voordracht voor benoeming tot lid
werkgever of plaatsvervangend lid-werkgever van
bedoelden raad van beroep, op zestien;
b. het aantal gemachtigden van werkgevers, die te
zamen één werkgever kunnen voordragen voor be
noeming tot lid-werkgever en één voor benoeming
tot plaatsvervangend lid-werkgever van bedoelden
raad van beroep, op drie;
c. het aantal werklieden, die te zamen één werkman
kunnen aanwijzen om mede te werken tot het op
maken eener voordracht voor benoeming tot lid
werkman of plaatsvervangend lid werkman van
bedoelden raad van beroep, op zestig;
d. het aantal gemachtigden van werklieden, die te
zamen één werkman kunnen voordragen voor be
noeming tot lid-werkman en één voor benoeming
tot plaatsvervangend lid-werkman van bedoelden
raad van beroep, op elf.
II. voor den raad van berocj», welke geves
tigd zal zijn te Haarlem:
a. het aantal werkgevers, die te zamen één werk
gever kunnen aanwijzen om mede te werken tot
het opmaken eener voordracht voor benoeming tot
lid-werkgever of plaatsvervangend lid-werkgever
van bedoelden raad van beroep, op v ij f e n
twintig;
b. het aantal gemachtigden van werkgevers,
die te zamen één werkgever kunnen voordragen
voor benoeming tot lid-werkgever en één voor be
noeming tot plaatsvervangend lid-werkgever van
bedoelden raad van beroep, op vier;
c. het aantal werklieden, die te zamen één werk
man kunnen aanwjjzen om mede te werken tot het
opmaken eener voordracht voor benoeming tot lid
werkman of plaatsvervangend lid-werkman van
bedoelden raad van beroepop twee en
vijftig;
G. WfiRHlIB.
Vertaling
VAN
10)
»En dus hebt ge een vrouw nood i g zeide Koen,
zijn vriend strak aanziende. »Ik dacht, dat ge ontzettend
verliefd waart, want dat huweljjk kost je toch maar
het majoraat. Je familieverdrag eischt immers, dat de
erfgenaam in zoo'n geval afstand doet."
De rimpel in het voorhoofd van deu jongen Hohenfels
werd nog dieper en er lag eenige prikkelbaarheid in
zijn stem, toen hij ontwoordde
»Ik geef niets om dat majoraat. Het vermogen van
mjjne moeder maakt mij gelukkig onafhankelijk daarvan
en van het »hoofd der familie." Natuurlijk boud ik van
mijn aanstaande, anders had ik haar niet gekozen, maar
ik ben niet altijd dadelijk in vuur en vlam, zooals ande
ren, ea Hildur is juist de vrouw, die ik noodig heb.
Ginds bjj jullie schjjnt men overigens te denken, dat ik
hier als een boer leef welnu, ge zult hen kannen ver
tellen dat ik er niet erger aan toe ben dan do landheeren
d&ar behalve dat 't bjj ons nog wat eenvoudiger en
primitiever toegaat. Ik heb 't gemakkelijker gehad dan
mijn vader, die slechts meebracht wat hij in Amerika
door hard werkeu verdiend had, en dit was weinig ge
noeg. In dien tijd hebben wij ook niet veel anders ge
leefd dan de Riansdaler boerenwe hadden niet meer
dan het hoog noodige. Maar ik kon met het geld van
mijne moeder een grondgebied koopen, dat bijna even
groot is als Gnntersberg. Ik heb je mijn Edsviken in
mjjn brief al uitvoerig beschreven."
d. het aantal gemachtigden van werklieden
die te zamen ééa werkman kunnen voordragen
voor benoeming tot lid werkman en één voor be
noeming tot plaatsvervangend lid-werkman van
bedoelden raad van beroep, op tien.
De Gedeputeerde Stalen voornoemd
(get.) VAN TIENHOVEN, Voorzitter
(getA. A. LAND, Griffier.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
Wat wij tot dusverre gezegd hebben was van een al
gemeene strekking en beoogde vooral de hoenderteelt bij
den boer, die dezelve als nevenbedrijf productief wil uit
oefenen. Maar ook als eenig en uitsluitend bedrijf kan
de hoenderteelt gedreven worden door hen, die over eenig
uitgestrekt terrein kunnen beschikken. Wanneer de kip
pen een beperkten uitloop hebben, zullen zij natuurlijk
veel minder voedsel vinden dan wanneer zij zich over
een groot weiland of erf knnnen verspreiden, maar daar
veel kip en het best leggen wanneer zij rond knnnen
loopen, kan ook in dit geval het bonden er van zeer
winstgevend zijn.
De algemeene berekening is, dat een kip, die geheel
of grootendeels uit de hand gevoerd moet worden, onge
veer f 3.per jaar aan voeder kost. Heeft men nn
goede legkippen, die 150 eieren per jaar brengen, en de
prijs van het ei door elkander op 4 cent rekent, dan kan
men per kip f3.— voordeel per jaar behalen. Heeft
men nu ruimte voor 300 kippen, dan kan men 300 X f 3='
f 900.per jaar besommen.
Misschien zal men opmerken da* een kip ook nog iets
anders behoeft dan voeder, n.l. een woning, die ook geld
kost. Aangenomen. Maar wanneer men alleen kippen voor
eierprodnetie houdt on geen raskippen, kan men met ge
ringe kosten een goed eu warm nachtverblijf maken,
waarvan de kosten of althans de rente ruimschoots ge
dekt worden door de nevenproducten van de kip, en
vooral door de mest. De hoendermest wordt door den
landman en den hovenier veel te weinig geacht, en toch
staat zjj bovenaan in de rij der meststoffen en overtreft
zij verre de stalmest. De oude Romeinen wisten dat zeer
goed en hielden een groote menigte duiven en boenders
hoofdzakelijk ook voor de mest. Onderstaande tabel wijst
aan de relative waarde van hoendermest en koemest.
Koemest Hoendermest
Water 775.— 560.—
Organische stoffen 203.255.
Stikstof 3.4 16 3
Pho8phorzuur 1.6 15 4
Kali 4.0 8.5
Natron 1.4 I.
Kalk 3.0 24.—
Hiernit blijkt aas dat hoendermest ver de koemest
»Ja, en de koopprijs was ongeloofeljjk laag. Men schijnt
de waarde van den grond hier nog in het geheel niet te
kennen."
»Neen, hjj is bijna te geef, en op Edsviken ben ik heer
en meester, veel onbeperkter dan^ik 't ooit op Gnntersberg
zon geworden zijn. Ge moet eens een jacht in onz bos-
scben tusschen de bergen bijwonen dét is wat anders
dan bjj jullie, hier kan men nog naar hartelust jagen!
Eu zoo gauw do wind weer opsteekt, zeilen we met mjjn
»Freya" naar het noorden. Gij hebt op je reizen alleen
het zuiden leeren kennen, maar daar boven opent zich
een geheel andere wereld voor je blik. O, 't is heerlijk,
zoo'n vrjj leven 1"
Zijn oogen glinsterden en hij rekte zijn leden uit, maar
Koen bleef vrij kalm bij die opgewonden beschrjjving.
»En dan komt de winter," merkte bij aan. »Die lange,
eindeloos lange winter, zoouls ge dien straks beschreeft
dan moet het hier toch erg stil en eentonig zijn."
»Als 't weer zoover is, heb ik een vrouw," zeide Bern-
hard kortaf. »Den volgenden zal ik 't zeker beter uit
houden. Ons huwelijk zal in het najaar doorgaan."
Zjj waren al middenin het gebergte en reden thans
door dichte dennenbosschen, over steenachtigen grond,
atgewisseld door eenzame rotskloven met schuimende
watervallen aan weerskanten. Soms breidde het water
van de fjord zich als een heldere spiegel voor hen uit, om
weer te verdwijnen als bosschen en rotsen zich daartns-
schen schoven en al nader en donkerder stegen de berg
spitsrn op. Bernhard hield de teugels slechts los in de
hand en bestuurde nochtans vast en zeker het rijtuig, wat
op den slechten, hier en daar steilen weg niet ueinig
kracht en oefening vereischte.
Uiterlijk was Bernhard Hohenfels nog altijd het contrast
van den slanken, knappen Koen en ook veel langer dan
deze; maar de negen jaren, die hij in zijn vaderland en
later in zeedienst doorbracht, hadden hem toch veranderd,
al was zjjn oorspronkelijke geaardheid dezelfde gebleven.
Hg maakte nog altijd den indruk van een buitengewoon
krachtige en zich weinig naar de gewoonten de*- samen
leving voegende persoonlijkheidmaar het rnwe en boer
overtreft in die bestanddeelen, weike de waarde der mest
uitmaken. Gedroogde hoendermest komt in waarde over
een met de beste Pern-Guano, waarvoor jaarlijks millioeneu
gnldens worden uitgegeven. Voor de teelt van komkom
mers, augurken, meloenen enz. wordt de hoendermest
door geen andere overtoffen. Wanneer men aanneemt dat
een kip ougeveer 4 K.G. mest per jaar levort, dan verkrijgt
men van 300 kippen 1200 K.G., maar aangezien niet alle
mest verzameld kan worden, zullen wij de hoeveelheid
op 900 K.G. stellen, die, berekend a f 6.100 K.G. nog
f 54.aan waarde vertegenwoordigen en waarmede al
spoedig de kosten voor een goed nachtverblijf of de rente
voor een grootere inrichting gedekt worden. Het verdient
dus ernstige aanbeveling om de mest, die vooral in de
lange winternachten zich spoedig tot een aanzienlijke
massa onder de roest- of zitstokken ophoopt, minstens
eens per week te verwijderen, ze onder een afdak te be
waren, ten einde ze later te kannen verwerken voor bonw-
of tuinbemesting. Waar dus iemand buiten over een
nilgestrektheid minderwaardiger grond kan beschikken
om er een 3 a 400 kippen op te honden, kan hij daarvan
een knap burgerbestaan maken, althans er meer mee
verdienen dan een daglooner of werkman bniten kan ver
dienen. Vooral door zulke personen kan onze hoender
stapel aanmerkelijk worden uitgebreid en kannen wij
allengs de bnitenlandsche eieren ontberen. Natuurlijk
moet er voor gewaakt worden dat de markten in kleinere
Bteden niet overvoerd worden, waardoor men de prijzen
drukt, maar moet men vooral ook afnemers in de groote
steden zoeken, waar men gewoonlijk hoogere prijzen kan
bedingen. Wanneer men daarbij consciëntieus handelt,
d.w.z. altijd versehe en goede waar levert, zal men zich
niet over den afzet te beklagen hebben.
Om derhalve onzen hoenderstapel te vermeerderen en
in 't algemeen onze eierenprodnetie te vermeerderen, op
dat wij zoo min mogelijk uit het buiienland behoeven te
importeeren, moeten wij de volgende punten goed in 't oog
honden
1. Zorgen voor een goed, vruchtbaar en gehard hoen
derras, waartoe wjj n de eerste plaats aanbevelen onze
NeJerlandsche rassen, zooals: Pelion in de verschillende
kleurslagen, Uilebaarden, Kraaikoppon, Friesche en Drent-
sehe boenders; verder Italianen, Minorca's Andalnsiörs
de Belgische rassen: als het Kempische en het Brackel»
hoen. Eindelijk, wanneer men groote eieren wil hebben,
Krnisii gen van onze boerenkippen met Italianen, Minorca's,
Andalnsiörs.
2. Zorgen voor vroegleggers, die reeds in den winter
leggen, waartoe vooral aan te bevelen zijn de Wyandottten,
Brahma's en Langshans, bovendien nog de Mecbelsche
Koekoeken. Vroeg in 't jaar broeden. Van de bovenstaande
rassen in Maart en April; van de andere rassen April,
Mei tot uiterlijk Juni.
3. De individueele eierprodnetie vermeerderen, door
steeds de eieren van de beste legsters te doen uitbroeden.
4. Eindoijjk vermeerdering van don hoenderstapel door
de hoenderteelt, uitsluitend als bedrijf op het platteland
uit te oefenen. Er zijn in ons land en zelfs in onze om
geving nog uitgestrekte heide bosch- en duingronden die
sebe, dat hem vroeger onderscheidde, was verdwenen. In
zijn straffe houding en geheele voorkomen kon men den
zeeofficier nog herkennen, die verscheidene jaren deze
betrekking had bekleed. Het dikke blonde haar, dat zoo
lang volgens model had moeten geknipt worden, groeide
nu weer ordeloos en in het wild, hoewel 't voorhoofd en
slapen vrjj liet. Zijn wezenstrekken waren niet regelmati
ger en schooner geworden, maar hadden meer vastheid
en uitdrukking gekregen, en éen karakteristieke trek was
gebleven, het hoppige: »Ik will", dat de knaap altijd
in den mond had, stond ook nu nog in zjjn aangezicht
gegrift, een vaste, doorzettende wil, die noch de jaren,
noch de opvoeding hadden doen buigen. De jonge Hohen
fels met z;jn eigenaardige norschbeid was een van die
menschea, die veeleer afstooten dan bekoren en ondanks
alles eeu zekere aantrekkingskracht oefenon, omdat zich
in hen een superieure natuur openbaart.
»Hoe staat 't op de »Vineta?" vroeg hij thans als ter
loops. »Ze is immers pas voor drie weken weer te Kiel
aangekomen? Hoe was de laatste vaait?"
A lies wel aan boord," antwoordde Koen kortaf.
»En kapitein Werdeck?"
»Nu, die is ook nog altijd de kranige kommandani en
de ruwe beer van vroeger."
»Wist hij, dat gjj hierheen ging naar mjj klonk't na
wonderljjk haastig en binnensmonds.
»Natuurlijk, dat wisten zjj allen. Toen ik afscheid van
hem nam, heb ik nog met opzat gezegd, dat de kameraden
mjj hadden opgedragen u te groeten. Ik dacht, dat hjj
t ook zon doen, omdat ge nu toch eens zjjn lieveling
waart geweest, maar dat was mis! Hij trok zyn knorrig-
ste gezicht en voer tegen mjj uit: »Wat wilt ge daar in
het noorden eigenljjk beginnen, luitenant Fornstein?Uw
boezemvriend helpen met ijsberen te schieten en zeehonden
te vangen Oi wilt ge u door hem soms ook tot desertie
laten verleiden? Pas op!" En hiermee wendde hjj zich
boos van mjj af."
Bernhard lachte lnid, maar 't was een harde, bittere
lach. »De8ertie! O ja, hjj heeft mjj als een deserteur be
handeld, toen ik hem goedendag zeide. Alsof ik niet jaren