No. derate blad.
Honderd en vijfde jaargang.
1903.
VRIJDAG
20 FEBRUARI.
Gemeenteraad van Alkmaar.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dlasda g-, 1» o nderdag-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f O,SOfranco door het
geheele rijk f 1,
3 Nummers f 0,06>. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnummer 3.
PrjJs der gewone jadvertentlën
Per regel f 0,15. Groote letters nair plaatsruimte.
Brieven franco aan de N/V. Boek* en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. OOSTER ZOON Voordam C 9.
Vervolg van het 3e blad.
4. Beschikbaar stellen van vee voor
de boeren In Zuid-Afrika.
Door den heer J. F. Moens is het volgende voorstel
ingediend
In de aigemeene vergadering van de Hollandsche
Maatschappjj van Landbouw, alhier gehouden 19 Sep
tember 1902, werd een motie aangenomon van den heer
P. Loopiyt te Schiedam, ten doel hebbende, de ver
armde Zuid-Afrikaansehe boeren van jong Hollandsch
vee te voorzien.
Dientengevolge heeft zich een Commissie gevormd
waarin voor Noord-Hoiland de heeren Jhr. Mr. P. van
Foreest en W. Teengs zitting hebben.
Deze Commissie belast zich met het in ontvangst ne
men van het vee, alsook van gelden tot aankoop daarvan.
Meenende dat het op dea weg ligt onzer gemeente, het
streven der Commissie te helpen bevorderen, stel ik den
Raad voor, Burgemeester en Wethouders te machtigen
aan de Commissie de benoodigde gelden te verstrekken
tot aankoop van twee stuks jong Hollandsch vee.
De heer Moens licht het voorstel toe en wijst er
vooral op, dat de commissie, die zich belast met het
verzenden van jong vee naar Znid-Afrika daarmede ook
deze bedoeling heeft, dat het Hollandsche vee in Zuid-
Atrika meer bekend zal worden waardoor nieuwe relaties
met Holland en zeer zeker met onze plaats en de omgeving
znllen worden aangeknoopt. Aan die nieuwe relaties
hecht spreker zeer veel waardedaarvan verwacht bjj
goede resultaten. Ofschoon in beginsel niet voor schenkin
gen van gemeentewege, gelooft hij dat het hier een bjjzouder
geval geldt, waar we ook te doen hebben met een uitvloeisel
van de aigemeene vergadering en tentoonstelling dei-
Maatschappij van Landbouw, verleden jaar hier geh mden,
bij welke gelegenheid de gemeente Alkmaar getoond heeft
veel op te hebben met de belangen van landbouw en veeteelt.
De heer Kraakman meent, dat het voorstel Moens
de eer moet worden aangedaan, die het ten volle waard
is en daarom geeft hjj in overweging het te sieilen in
handen van B. en W. om bericht en raad.
Deze zullen dan als eerste vraag hebben te beantwoorden
ditof de raad gerechtigd is voor dat doel gelden te
geven uit de gemeentekas. In de tweede plaats, ot het
Diet mogelijk is dat aan het verzoek wordt voldaan zonder
raadsbesluit Immers er bestaat nog, al is zij in liquidatie,
eene commissie die reeds veel voor de hulpbehoevenden
daarginds deed, n.J. „Alcmaria." B. en W. zonden zich
volgens hem kunnen vergewissen, of deze commissie
misschien geneigd zon zijn om aan het verzoek te voldoen.
De heer Cohen Stuart zou indien de raad be
slist, dat het voorstel gesteld wordt in handen vau B.
en W. aan 't goen door den heer Kraakman ter overwe
ging is aangegeven, nog willen toevoegen, dat het hier
geldt een zaak, die uit sympathie aangevat, ook groot
piactisch belang heeft voor onze veeteelt. Met voorbij
zien van alle andere overwegingen stelt hij op dit oogen-
blik dat practisch belang op den voorgrond; bet einddoel
toch is, zooals blijkt uit een circulaire afgedrukt in het
Landbouwweekblad, een geregelde handel in vee met
Nederland. Alleen uit dat oogpunt zon hij willen vragen,
of het niet op den weg ligt van de gemeente Alkmaar
om een dergelijke schenking te doen, men dient te over
wegen of de uitgave is gemotiveerd. Overleg te plegen
met Alcmaria komt hem minder gewenscht voor: dat
lijkt hem niet de eigenlijke verwezenlijking vanhetplan-
Moens. Al mocht Alcmaria een besluit in dezelfde nehtiDg
nemen, dan nog zal z.i. de raad onafhankelijk daarvan
over het voorstel Moods moeten beslaiten. Hij voer zich
zou het op prijs stellen, indien de raad beslniten kon met
het voorstel mee te gaan, ook omdat de zaak in het be
lang is onzer omgeving, waar de bevolking de gemeente
Alkmaar in de laatste weken niet zoo erg gezind is.
De Voorzitter constateert dat de heer Coben Staart
het voorstel Kraakman onderstennt.
De heer Glinderman vraagt hoe B. en W. over
de zaak denken, waarop door een Voorzitter wordt ge
antwoord, dat zulks zal kunnen blijken, als het voorstel
in hnnne handen wordt gesteld.
De heer Kool maakt nog de opmerking, dat de af-
deeling Schagen van de maatschappij van Landbouw be
sloten heeft geen vee beschikbaar te stellen voor Zuid-
Afrika, waar dat het geval is, aebt bjj het ook gewenscht
de zaak nader te overwegen.
De heer Cohen Stuart stelt hier tegenover, dat
de afd. Hoorn bijv. er geheel anders over denkt, en dat
in 't algemeen de groote maatschappijen van landbouw
veel steun verleenende afdeeling door den heer Kool
bedoeld, zal uit ovorweging, dat ze haar geld noodig had
voor de vorming van een weerstandskas iot instandhou
ding van de kaasmarkt, in afwjjzenden zin hebben besloten,
Het voorstel Kraakman waaitegen de heer Moens
verklaart geen bezwaar te hebben, wordt ten slotte zonder
hoofdeljjke stemming aangenomen.
5. Pensioen aan twee stadswerklleden.
De stadsbaggerman J. Zentveld, 72 jaar oud, sedert
1898 als vast werkman aan de stad verbonden, doch
sedert 1870 als los werkman afwisselend in dienst der
gemeente, en H. LaDgendam, ruim 21 jaren in dienst
bij de gemeente-reiniging, en bijna 77 jaren tellende, zjjn
beiden voor den dienst verder ongeschiktdaarom stellen
B. en W. voor genoemde werklieden met ingang van 1
Maart eervol te ontslaan en hun respectievelijk een pen
sioen te verleenen van f 264 en f 132 'sjaars, zjjnde
zooveel zestigste deelon van huu jaarloon als het aantal
dienstjaren bedraagt.
De heer Glinderman vindt het wel wat vreemd
dat hier sprake is van pensioen aan iemand die jaren
lang los werkman is geweest in afwisselend in dienst
der gemeente was. Van dat afwisselend zou hij gaarne
de beteekenis willen weten. Hij is er niet tegeu dat
Zentveld, die het zeker noodig beeft, dat geld ontvangt,
doch meent dat het iu het algemeen niet aangaat de
jaren als los werkman, afwisselend in dienst der gemeente
doorgebrachtte tellen als volle dienstjaren.
De heer Boelmans ter Spill gelooft, dat het
woord afwisselend niet jaist de bedoeling weergeeft.
Zetveld was eigenljjk vast weikman enkele weken per
jaar, als er geen week voor de gemeente was, uitgezonderd.
De heer Glinderman is van oordeel dat dat
juist het omgekeerde is van hetgeen er staat. Hij heeft
er niets tegen dat de jart-n als los werkman doorgebracht
meetellen, maar niet ten volle, bijv. voor de helft en
wjjst hier vooral op met het oog op de «"erlang te ver
wachten pensioenregeling. Gaat men op dezen weg voort,
dan komt men nooit aan een eind.
De heer Uitenbosch acht de uitdrukking afwisse
lend in dienst der gemeente nog niet zoo onjuist. Niet
altijd was er werk voor dan man hij zal voor geen
ander werk te geb niken zijn geweest en was dns niet
altijd in dienst der gemeente.
Verder wijst b|j er op dat het bedrag van 1leo voor
elk dienstjaar, bij lage loonen, wel wat te gering is en
zou gaarne zien, dat bij een psnsioenregeling een andere
maatstaf werd genomen die de arbeiders een hooger
pensioen waarborgt. Een pensioen van f 132 ais aan
Langendam zal worden gegeven, acht hjj te gering al is
de man ook kaasdrager die laatste betrekking kan hij
zelf niet meer waarnemen zoodat hjj daarvan ook niet
zooveel trekt.
De Voorzitter gelooftdat de heer Uitenbosch
do positie als kaasdrager wel wat al te luguber voorstelt
kaasdrager blijft iemand tot zijn dood en na aftrek van
hot loon van een noodhulp schiet er nog al wat over.
De heer Bosman deelt mede dat Zentveld voor
hjj vast werkman was altjjd voor ieder klaar stond.
Spreker heeft hem zelf ook wel in dienst gehad. Lan
gendam echter heeft 21 dienstjaren als vast werkman.
Het komt hem voor dat de heer Glinderman weieenigen
grond heeft voor z|jn bewering. Spr. zou dan ook de
cijfers liever omgekeerd zien.
De heer Kraakman herinnert er aan dat eerst in
de laatste jaren een vast werkman voor het ba^gerwerk
noodig was. Hij wil de overige sprekers thans niet
volgen en niet spreken over het bedrag doch geeft in
overweging om niet te spreken van pensioen ten einde
te voorkomen dat men een antecedent schept voor de
spoedig te verwachten pensioenregeling. L ever zon hjj
het willen noemen wachtgeld of toelage. De raad moet
vrij bljjven tegenover andere personen.
De heer Cohen Stuart gaat in dit opzicht met
den heer Kraakman mee, maar de kwestie van het be
drag dient toch ook te worden in het oog gehouden.
Hjj gelooftdat het voorstel van B. en W. aanleiding
kan geven tot allerlei moeielijg beden en onbillijkheden.
Gaarne gnnt hjj ook aan Zentvtld het genoemde bedrag,
maar na hem kunnen anderen komendie niet ten
onrechte znllen zeggen het lijkt mij niet billijk. Door
een voorstel als dit wordt de raad gelokt op een weg,
die niet de juiste is, die niet in overeenstemming is met
de draagkracht der gemeente, er moet een grens worden
vastgesteld.
De Voorzitter meent, dat de vergelijking tusschen
Zentveld en Langendam niet opgaat. Langendam is op
55-jarigen leeftijd in dienst gekomen men heeft dns
niet het volle profijt van zijn Kraehtec gehad.
De heer Coben Stuart komt er tegen opdat
de Voorzitter hem woorden in den mond legt, die hij
niet heeft gebruikt. Den Daam Langendam heeft hij
opzetteljjk niet genoemd. Hij wjjst er ook nog op, dat
men bjj Langendam het loon, berekend naar de 5 dagen
der week die hjj in dienst was in aanmerking heeft
genomen en dat men van den ander die afwisselend in
dienst was de volle jaren telt.
De heer Bosman merkt nog op, dat Zentveld eerst
in 1898 als vast werkmen is aangenomen en begijjpt
niet, hoe men tot het genoemde bedrag komt, waarop
de Voorzitter zegt, dat men evenils in de rjjks
pensioenwet voor de onderwijzers bijv. genomen heeft
tot grondslag het loon over de laatste 12 maanden.
De heer Bosman kan zich naar het blijkt, geheel
niet met het voorstel vereenigen en zou B. en W. de
zaak nog eens in overweging willen geven.
De heer Boelmans ter Spill meent, dat meD
zich wel wat ai te veel door de vrees voor de gevolgen
laat leiden, er znllen niet veel andere werklieden meer
in de termen vallen om op deze wjjze te worden gepen-
sionneerd.
De heer Cohen Stnart zegt hierop, dat als daar
voor gevreesd wordt, de schuld niet bjj de leden ligt.
De heer Glinderman is bereid tbans met de voor
dracht mee te gaan Zentveld heeft het hard noodig
bjj uitstel zou men den man teleurstellen. Hjj hoeft al
leen er op willen wijzen, dit men het nu gevolgde
steem niet als regel moet aannemen.
De heer de Groot wjjst er op, dat bjj onderwjjzers
de dienstjaren bjj het bijzonder onderwjjs doorgebracht,
niet worden meegeteld, de tijd doorgebracht buiten dienst
der gemeente, moet dns ook niet meetellen. Hij zou er
in kunnen meegaan dat door extra-toelage het pensioen
tot het genoemde bedrag werd verhoogd, doch dat de
vaste dienstjaren alleen voor pensioen in aanmerking
kwimea.
De heer W i c h e r i n k merkt den heer de Groot op,
dat diens vergeljjkmg Diet opgtat. Een onderwijzer die
den dienst der gemeente verlaat, doet dat vrjjwillig, hier
geldt het een weikman, die verplicht is iets anders te
zoeken, omdat de g-m<fnte geen werk heeft.
De heer Kraakman komt terug op het voorstel
door hem gedaan; aan andeten laat hjj over andere cjjfers
voor het bedrag te noemen Geschiedt dat niet, dan zou
hjj in plaats van vpensioen'' liever willen lezen vtoelage" en
willen bepalen, dat die toelage wordt genoten tot zoolang
de pensioenregeling er is. Hjj is tegen uitstel.
De heer Bosman kan zich daarmee niet vereenigen
evenmin als de heer de Sonnaville, die het met
den heer Bosman g«beei eens is.
Het voorstel Bosman, om de voordracht aan B, en
W. terng te zenden om nafer te overwegen, wordt daarna
in stemming gebracht en met 9 tegen 7 stemmen ver
worpen. Voor stemden de heereu Cohen Stuart, Uiten
bosch, de Sonnaville, de Lange, Luiting, Bosman en
Janssen.
Het voorstel van B en W. geamendeerd door den heer
Kraakman, wordt daarna aaogenomen met 12 tegen 4
stemmen.
Tegen de heeren de Sonnaville, Bosman, Janssen en
Coheu Stnart.
6. fciebrulk van een lokaal ten stadhulze
vuur de vei'gBiieriu^en van de Commissie
bedoeld In ari. SG der Ongevallenwet.
Voor de pliatseljjka commissie bedoeld in art. 86 der
Ongevallenwet, welke ook voor deze gemeente is inge
steld, zal een vergaderlokaal moeten worden beschikbaar
gesteld.
Diarom stellen B. en W. voor te beslniten voor de
vergaderingen van die commissie een lokaal ten raad-
bnize beschikbaar te stellen tegeö eene vergoeding van
f 50 in het jaar voor schoonhouden, verlichten eu ver
warmen, een regeling waarmede Z. E. de Min. van Bin-
nenl. Ztken heeft verklaard zich te kunnen vereenigen.
Goedgekemd
7. Ondcrhandsehe verhuring van grond
aan het Kweerenpad.
Bjj adres d d. 7 Januari 1.1. he-ft de heer H. J. Tee-
rink zich tot B. en W. gewend n.et het verzo'k aan
hem een stnkje gemeentegrond, gelegen msscben zjne
bloembweekerjj en het badbnis van het Witte Kruis iu
huur te willen afstaan.
Daar eene beschikking op dit adres tot de bevo-gdbeid
van den raad behoort, wordt het (hans ter tafel ge-
b-acht, met de mededeeling, dat tegen de inwilliging
van bet daarin gedaan verzoek bij B. en W. geene be
zwaren bestaan.
Op bet bedoelde stukje grond, voor 't welk de heer
Tetnnk f 20 hour wil betaleD, staan een lOOtal iepen
boompjes, die op 25 centen per stak zjju gewaardeerd.
In verband met een en ander steil n B. en W. den
raad voor om te beslniten aan den beer H. J. Teerink,
voor den tijd van vjji jaren, onderbands te verburen het
omschreven terrein, voor een jaarljjkschen hnnrprgs van
f 20, o. a. onder voorwaarde, dat, voor het geval de
hoarder den grond in gebruik wil nemen voordat de
daarop staande ïepenboompjes vanwege de gemeente ver-
wjjderd zjjn hij voor elk nog ter plaatse aanwezig
boompje f 0.25 aan de gemeente moet vergoeden, als
wanneer deze zjjn e gendom woiden.
Na eene enkele opmerking over de voorwaarden van
de heeren Kraakman en Cohen Stnart, waai van
de laatste den tijd van opzegging liever gesteld zag op 6
inplaats van 3 maanden, hetgeen B. en W. meenden, dat
gevoe/eljjk zon kannen woiden gewjjzigd, wordt conlorm
het voorstel besloten.
8. Het benoemen van een makelaar ln
roerende goederen.
De heer H Manbeim, koopman aloie-, be ft zich hjj
adres d.d. 13 December 1.1. tot den ra d geweuo met het
verzoek hem te willen benoemen tot makelaai in loeien e
goederen.
Daarop dienende van bericht en raad b> mieren h. en
W. in de eerste plaats aan de lste alinea van ,nt 62
van het Wetboek van Kooptaa del, lodende: Mik-laars
zjjn door het plaatseljjk bestuur aangesteld inssebenhan-
delaars."
Omtrent de vraag wie in deze met plaatselijk bestunr''
wordt bedoeld, de raad of burgemeester eu wei bonders,
hebben de gevoelens sedert vele jaren zeer nite ngeloopen.
Dooi sommige rechtsgeleerden werd bew« eid, dat burge
meester en wethouders moeten worden gebonden voor de